Historisch Archief 1877-1940
Sinds meer dan vijftig
jaar aan de spits der
?weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren) H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFP
Secretari* der Redactie: C F. VAN DAM
Uitg.i N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER
KEIZERSGRACHT 333
AMSTERDAM. C
Niet te overtreffen
OPGERICHT IN 1877
No. 2652
ZATERDAG 31 MAART 1928
De vrijspraak der
Indische studenten
de S. D. A. P.
en
T~\ B vrijspraak van de Indische studenten heeft
aan de^leiders der sociaaldemocratie de gele
genheid geboden weer eens te getuigen van de
revolutionaire gezindheid hunner partij. Aan dit
in den laatsten tijd merkbaar geworden streven
om zich te vrijwaren tegen de beschuldiging, dat
de S.D.A.P. niet veel meer verschilt van de ..bur
gerlijke" radicalen, zal eensdeels de noodzakelijk
heid niet vreemd zijn om op te bieden tegen de
communisten en tevens aan de oppositie in eigen
boezem den wind uit de zeilen te nemen; maar men
zal vermoedelijk niet dwalen, zoo men deze neiging
voor een ander deel toeschrijft aan de veld win
nende overtuiging, dat de zoo vurig begeerde kans
om deel te nemen aan 's lands regeering voorloopig
als verkeken moet worden beschouwd. ,
Aan de vervolging van de Indische studenten zal
de politiek niet onschuldig wezen. Er bestaat eenige
reden voor de veronderstelling, dat men gemeend
heeft hen van samenwerking met Moskou te kunnen
beschuldigen en de hoop heeft gekoesterd, de be
wijzen daarvan te zullen vinden; toen deze ver
wachting werd verijdeld, hetzij omdat die samen
werking niet heeft bestaan, hetzij omdat de sporen
ervan bijtijds vernietigd waren, moest men de acte
,van aanklacht beperken tot ..opruiing tot geweld
dadig optreden", blijkende uit hetgeen de verdach
ten in verschillende artikels hadden geschreven.
Maar welke dan ook de motieven voor de inge
stelde vervolging zijn geweest, de Haagsche recht
bank heeft, zooals men mocht verwachten, alleen
op zuiver juridische redenen haar vonnis gefun
deerd.
Naar men mocht verwachten. Daarom mag uit
het vonnis ook geen politieke munt worden gesla
gen. Op den avond van de vrijspraak kon men in
Het Volk lezen, dat de Haagsche rechters niet
alleen het aanzien onzer justitie hadden verhoogd,
maar tevens ertoe hadden bijgedragen om in Indi
het besef levendig te maken, dat het Nederlaiidsche
volk niet slechts is een horde van exploitanten en
slachters, maar dat het ook groepen bevat, die oog
hebben voor de rechten van de beste elementen
«ener natie die komt vragen om haar eigen plaats
in de zon."
Wij vermoeden, dat de inlanders, aan wie de
overtuiging is opgedrongen, dat het Xederlandsche
volk voor een goed deel uit ..exploitanten en
slachters" bestaat en aan wie tevens wel zal zijn
ingeprent, dat onze rechtspraak de belangen dezer
Idasse behartigt, het vrijsprekend vonnis eerder
als een bewijs van lafheid dan als een uiting van
medegevoel voor hunne i-echten zullen beschou
wen. Maar zoowel het een als het ander zou onjuist
zijn. Het vonnis van de Haagsche rechtbank is
nèch een bewijs van sympathie voor de nationalis
tische beweging in Indië. noch een teeken van vrees
daarvoor. De politiek is er vreemd aan. Alleen zij,
die verondersteld mochten hebben dat de Haagsche
rechters, op bevel van hoogerhand, tegen hun juri
dische overtuiging in. de verdachten veroordeeld
zouden hebben, kunnen zich over hunne zelfstandig
heid verheugd hebben; voor wie zulk een vermoe
den niet gekoesterd hebben, bestaat ook niet een
dergelijke reden tot vreugde.
Op zuiver formeel e gronden het moge hier
herinnerd worden - berustte de vrijspraak. De
verdachten waren beschuldigd van opruiing tot
gewelddadig optreden. Xulk een opruiing nu. zoo
overwoog de rechtbank, bestaat in het spreken en
schrijven op zoodanige wijze, dat zij, die het hooren
of lezen, redelijkerwijze bewogen kunnen worden
tot gewelddadig optreden. De bedoelde artikels
waren op zich zelf niet ,.geëigend" dit leelijke
woord is van de rechtbank om geweld te ver
oorzaken; hunne bewoordingen hadden daartoe
ook niet de uitgedrukte strekking.
Aan den anderen kant waren de artikelen niet
van zoodanig beschouwenden aard", dat ze geen
geweld zouden kunnen veroorzaken; men zou
kunnen vermoeden dat zij de bedoeling hadden tot
geweld aan te sporen; deze bedoeling moet dan
echter op andere wijze blijken: de rechtbank meen
de, dat dit hier niet het geval was en achtte zulk
een oogmerk bovendien ook niet zeer aannemelijk,
nu kort geleden onlusten op groote schaal waren
mislukt.
Ten slotte overwoog zij nog, dat overtreding van
art. 181 van het Wetboek van Strafrecht niet ten
laste kan worden gelegd, omdat dit artikel alleen
geldt voor handhaving van het gezag binnenslands,
en de koloniën hier gelijk moeten worden gesteld
met het buitenland.
Op al deze overwegingen sprak zij de verdach
ten vrij.
Of, en zoo ja, in hoeverre, dit vonnis met juri
dische argumenten kan worden bestreden, valt
buiten onze beoordeeling. Op dit oogenblik is het
nog niet zekei', of de officier van justitie in beroep
zal gaan; de mogelijkheid bestaat dus, dat de zaak
op nieuw in behandeling zal komen en dat andere
rechters anders zullen oordeelen.
Maar de formeele rechtskwestie kunnen wij hier
verder laten rusten. Deze zal, zoo zij aanhangig
blijft, alleen de vraag betreffen, of de rechters uit
wettige bewijsmiddelen de overtuiging kunnen
putten, dat er opruiing heeft plaats gehad tot
gewelddadig optreden.
Daarnaast, on geheel afgescheiden van de vraag,
of de schrijvers van de bedoelde artikelen al of niet
strafbaar zijn. blijft echter het veel belangrijker
vraagstiik bestaan van de politieke gezindheid.
die eruit blijkt.
Voor een ..gezindheid" kan men gelukkig niet
vervolgd worden. Wij leven ook niet in het .Pruisen
van de eerste jaren van het régime-Bismarek, toen
tijdschriften en dagbladen verboden konden wor
den, niet om bepaalde artikelen, of bepaalde; be
woordingen daarvan, maar om de ,,algemeene
strekking".
Om de algemeono strekking" van, hun tijd
schrift kunnen de Indische studenten niet worden
gestraft. .Maar die algemoono strekking" is
onmiskenbaar revolutionair, /ulk een gezindheid
krijgt politieke boteo.ken.is, wanneer /.ij als de
uiting moet worden beschouwd van hetgeen er
omgaat bij de jonge, intellectueele inlanders. Die
beteekeiiis wordt nog onderstreept, wanneer de
bedoelde gezindheid dooi' een staatkundige partij
in ons eigen land wordt verheerlijkt.
Hoe die gezindheid is. moge uit de volgende
zinsneden blijken.
..liet Indonesische volk kent slechts (''én ware
verdediging, ii.l. zijn verdediging als aangerande en
overweldigde, natie. de verdediging der gewapende
revolutie tegenover de Ncderlandsrhe
overheersching."
Moge de Hollandsche overheersching steeds
ruwer on bruter worden; de afrekening zal des te
spoedige!' en grondiger plaats hebben."
..Niet langs d<j wegen, der geleidelijkheid wil het
Indonesische volk zich ontslaan van de hem eeuwen
"Jang opgelegde voogdij". 7oo dachten vroeger wel
de leiders van het riidionaal-politiekeleven in Indië,
en ook thans zijn nog enkele, verblinden door dezen
waan bevangen, maar de meerderheid is tot
ander en beter inzicht geraakt. ..\\ ij stellen er prijs
INHOUD:
i.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
9.
10.
11.
13.
15.
17.
18.
19.
20.
Prof. Dr. G. W. Kernkamp, De vrijspraak der ln~
dische studenten en de S. D. A. P.
Min. Mr. J. B. Kan en Dr. M. de Hartogh,
De Drentsclie tentoonstelling.
Joh. Braakensiek, Ontwapeningsconferentie
Aanteekeningen,
Top Naeff, Dramatische kroniek.
Mr. M. Kann, Gedoofde kraters.
C. M. van Hille-Gaerthé, Het huis en de mensch
van de toekomst.
Dr. P. van Olst, Astronautica Mr. F. Coenen,
Kroniek.
Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
C. van Wessem, Muziek L. J. Jordaan,
Bioscopy.
A. Plasschaert, Schilderkunst^?JL. J. Jordaan,
Der Tod und das Madchen.
J. W. F. Werumeus Buning, 'Kroniek van den
Dans A. Plasschaert, Schilderkunst.
J. A. Berger, Eenstaatslevensverzekeringsbedrijf.
Chariyarius, Rijm Alida's Croquante croquetjes.
H. Middendorp, A. C, Nieuwe uitgaven.
Uit het kladschrift van Jantje Melis Stoke,
De film-hydrat Parkeeren.
Cel 2, Telefoon Charivarius, Charivaria
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Paus Pius XI en
Mussolini.
Bonbons
£et~ op den naam
op te verklaren, dat ook bij ons volk en zijn leiders
de laatste jaren elke gedachte aan samenwerking
met den ovorheerscher als- versleten is afgedankt en
plaats heeft moeten maken voor een reëelcr en
vaster overtuiging. Revolutie alleen kan den
overheersclite uitkomst bieden, uitkomst voor een
voorspoedig en gelukkig leven na eeuwenlang
zuchten in smart en lijden. Met de jaren heeft dus
bij onze leiders de innige overtuiging post gevat,
dat de koloniale maatschappij niet de minste plaats
biedt voor recht en rechtvaardigheid voor den
overheerschte. Revolutie werd en wordt alom het
parool".
Als men van deze zinnen het schuim der
rhetorica afblaast, blijft toch dit over. als kenmerk
van. de gezindheid der nationalistische partij in
Indië: geen samenwerking; geen geleidelijke ver
betering, die de kansen op bevrijding slechts zou
verminderen; integendeel, hoc brutaler het gezag
optreedt, des te beter, des te eerder zal de revolutie
uitbreken, die alloen uitkomst kan brengen.
Wanneer de sociaaldeniocratcn ton. onzent deel
kregen aan 's lands rogoering, zouden zij, ik zeg
niet: de uiting van zulke denkbeelden, moeten
straffen, maar een koloniale politiek moeten voor
staan, die juist streefde naar samenwerking, naar
geleidelijke verbetering, zij liet dan in een sneller
tempo dan zij, die deze geleidelijkheid nouit tot het
doel willen laten geleiden.
Kn ook /.ij zouden verplicht zijn elke poging
tot revolutie in Indiëte fnuiken, omdat' die ook
naar hunne overtuiging alleen onheil zou baren,
ook voor heil. die in opstand kwamen.
Dat zij Mr. Duys bejubelen om zijn succes met
zijn pleidooi, is tot daar aan toe; maar de verheer
lijking van do doeleinden der Indische nationalisten
is een nieuw bewijs van do halfslachtigheid der
soeiaaldemoeratie ton. onzent', wier leiders een
diepe kniebuighig maken voor de idee der revo
lutie" on ondortussehen in stilte den hemel
danken, dat het met de revolutie" vooreerst nog
zoo'n vaart riiot zal loopoii.
KERN KAMP.