Historisch Archief 1877-1940
No. 2652
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 MAART 1928
A. van dei' Vies
Kroniek van den
dans
door
J. W. F. WERUMEUS BÜNING
XLIX. Nederlandsche danskunst
De Storm"; Rudi Mees
r~\ E dansen, die een tot dat doel
gevormde groep onder leiding
van H. van der Vies en met Elisabeth
van der Vies als solo-danseres, bij de
?opvoering van Shakespeare's Storm"
ten tooneele bracht, waren deels
ingelaschte losse entrees, deels, als in
het opbrengen van de tafel, liet door
een dans vervangen spel in bet vierde
.bedrijf, de maaiersdans, de dans der
Spirits inShape of Dogs andlfouiids",
meer in het kader der voorstelling
blijvende divertissementen.
Alleen de maaiersdans en de tafel
dans staan daarvan uitdrukkelijk
.als dans in den tekst vermeldt: de
Spirits in Shape of Dogs" etc. die
Prospero als straf achter Caliban en
de clowns aanjaagt /.ouden ook meer
als pantomime te denken zijn; de
dans die het spel verving van Iris,
Ceres en Juno heeft, in haar langeren
duur den choregraaf ongetwijfeld de
moeilijkste en dankbaarste taak ge
geven, waar zij eveneens liet eerst
tot pantomime aanleiding kon worden.
Het pantomimisch element was,
en terecht, echter geheel terzijde ge
laten; het meest heerschte het zoo
men wil nog in het werk van den chore
graaf zelf als leider van den tafel
dans en het kleine dans-spel echter
geheel tot dansvorm herleidt.
Het werk van de groep, zoowel in
entrees als divertissementen vrij van
alle romantisch en wazige beweging
en strevend naar groote lijn en groe
peering, miste, natuurlijkerwijze, rou
tine en had bovendien te kampen
met een slechts geringe ruimte. Het
gaf echter, bij die omstandigheden,
een hoop dat men de beste elementen
bijeen zal weten te honden om, wan
neer deze en andere tooneeldirecties
het loffelijk voorbeeld volgen, wellicht
een grondslag te vormen voor een
standvastiger Xederlandsche dans
groep, die immers zoozeer behoefte
heeft aan dergelijke ervaring en moge
lijkheden tot ontwikkeling.
Om de blijkbare bedoeling dezer
dansen: versterking van het element
der nimfen- en geestenbevolking
van het eiland te vervullen, schoot
het nog wel eens te kort aan licht
voetigheid en eenheid met het ge
heel. Wat in het eigenlijk kader
der voorstelling viel, voldeed ove
rigens veel beter: tafeldans, spel,
en maaiersdans. Die laatste vooral
in zijn stampend en vroolijk
volksdanskarakter was volkomen ter plaatse: ge
lukkig van sfeer, snel en vitaal
gestuwd in beweging en uitvoering,
gaf hij alleen de groep reeds recht
van bestaan.
Het spel, daarnaast en daarboven
het beste wat de avond aati dans bood,
berustte op de prachtige vondst om
in dezen dans als het ware een samen
vatting en spiegeling van het stuk te
geven, in zooverre als men in H. van
der Vies de Prospero, in -Klisabeth
van der Vies en Ij. ('hatelin de Miranda.
en de Perdinand kon herontdekken.
De eerste volvoerde, als in den tafel
dans, zijn taak met enkele strakke,
magische dansgebaren; als choregraaf
had hij een eenvoudige en doeltref
fende opzet geschapen, die al wat hier
om het onderwerp mogelijk aan zoete
lijkheid en geijkte romantiek dreigde,
herleidde tot strenge en bevallige
dansarabesken.
In Ij.C'hateliu hoopt men voor het
eerst een jong talent ontdekt te hebben :
iets van den geboren danser is in
hem. Datzelfde aangeboren dans
talent, iu de beweging zich zoo na
tuurlijk en met vreugde uitende als de
visch in het water, is een van de groote
eigenschappen van Elisabeth van der
Vies. Al haar bewegen is vol van een
heldere vreugde in den dans, haar
techniek, waarin men thans balletele
menten zag opgenomen staat in ont
wikkeling verre boven die der jonge
Nederlandsche danseressen en zij
scheen hier ditmaal zoowel aan zeker
heid als aan soepelheid aanzienlijk te
hebben gewonnen: allicht geeft nog
dit seizoen ons aanleiding om bij
eenige matinee uitvoeriger te zijn.
Terzelt'dertijd debuteerde, in het
('eritraaltheater, de jonge Neder
landsche danseres Hudi Mees. die
jaren onder leiding van mevr. (iortrud
Ijeistikow werkte. 7ij is voorloopig te
karakter)seeren door eenvoud en zui
verheid, die wars is van allerlei ge
vaarlijke en te hoogtillende zielsont
boezeming; zij beschikt ten volle over
de lenige en fraaie armbeweging der
school, zij heeft zin voor harmonische
samenhang en zij staat veel vrijer en
onbelemmerder in haar dans dan de
meeste debutanten. Van de stereotiepe
haperingen trad er slechts een terloops
op den voorgrond, het gemis aan
,,en dehors", de beperkte beenteehniek
zoodra daarbij de ontwikkeling van
groote bewegingen op meer dan halve
hoogt»; gevergd werden. Waartoe dit
gemis leiden kan zag men '/eer duidelij k
m een laatste dans: bij het draaien
wordt het geheven en gebogen been
op een gegeven oogenblik niet recht
gestrekt, maar weggeschopt. een schok
die, behalve dat zij niet fraai is.telkens
de reeds aangevangen beweging ten
zeerste remt; terwijl men bij een soort
gelijke groote ballctl'iguur voor een
deel de schoonheid dankt aan het
in de vaart van den draai als
het ware nazweveiido been. dat.
technisch ten volle vrijgemaakt- in
de developpé's, zulk een krachts
inspanning niet averechts toepast. Keu
detail als dit mag gering van
beteekenis lijken, het is echter karakteristiek
voor een dansgenre dat de voeten en
beenen verwaarloosd heeft voor de
armen en deze laat sten instee van de
eersten als een middel van
voortbeweElisabeth van der Vies
ging gebruikt. De arm neemt haar
zwaai, het lichaam volgt, been en voet
haasten y.ich dat alles in te halen; zoo is,
ietwat overdreven voorgesteld, inder
daad de averechtsche bewegingsleer
van menige jonge Xederlandsche debu
tante. De ballettechniek die de armen
voornamelijk als evenwichtsorgaan,
de voeten als voortbewegingsorgaan
opvat, is te lang in discrediet geweest
om haar in dit opzicht normale wijs
heid reeds weer erkend te zien. Kn
wil men buiten het ballet gelijke
grondslagen vinden, 'M; zijn te over:
de snelle Spaansche dansen, de volks
dansen, de edele Javaansehe houden de
voet in eerc en bouwen de
danst'iguur oj) die natuurlijke, basis op;
slechts de Kurythmio minacht haar en
lijdt aan het/.elfde gebrek van allen
die het met haar doen: zij beweegt
zich met moeite, zij is niet rap en
vast ter been. Kri waar men zoo, bij
Klisaboth van der Vies de pracht der
groote beenbowoging zich ziet ont
plooien, die elders zoo vaak hapert,
hehoet't het geen commentaar meer
zoo het overigens noodig «-as dat
geen lichaam ooit da,nsen zal.
\\aarvan de beenen niet leerden dansen. . . .
Schilderkunst
door A. PLASSCHAERT.
Benieuwdheid
Het lijkt mij, dat op dit oogenblik het probleem
der buitenlandsche tenloonafellhir/en weer om een
oplossing vraagt. Als ik mij niet vergis, moet er
binnenkort een Venetiaansche tentoonstelling ko
men, en is vermoedelijk een commissie, of een
gedelegeerde dezer commissie;', rondgaande om bij
malkaar te zoeken, waarmee zij of hij ons land za,l
willen zien vertegenwoordigd in het nifiure Halte.
Dat is n der meest ongemakkelijke opgaven, maar
zij is toch niet zóó gansch-en-al onmogelijk, zoo
eenige zin voor psychologie aanwezig is, naast
eenige kennis omtrent het land, waarheen wij
moeten gaan. Ik spreek hier niet van den onbe
vangen zin voor het schoone, want wij kunnen toch
niet denken, dat deze zou ontbreken in een com
missie, juist gekozen om onbevangen, maar kundig
te staan voor dat schoone, en door deze twee eigen
schappen werkelijk in. staat haar land te dienen.
Wij nemen dus aan, dat aan deze vereischteii is
voldaan: aan d'oiibevangenheid: aan de kunde.
Maar dan blijft over het itic.wrc Itu/ic, een her
leving, zoo ge wilt. van het oude .Home, maar in
die herleving en door die herleving: nieuw ! Ik
meen me niet te vergissen, dat een nieuw land liet
nieuwe eischt. en ik geloot' niet te veel te zeggen.
dat er in Holland ook nieuwe kunst genoeg is, die
ons kan verdedigen en iu zeekreii zin een goede
bekendheid kan bezorgen. Daarvoor zijn toch de
tentoonstellingen! De commissie of de gedelegeerde
der commissie zal zich dus daarnaar moeten
richten, of hij zal moeten bedanken voor zijn laak.
Wij stellen ons het: rustige geval voor, dat hij
zijn taak wil volvoeren; het nieuwere wil vertoorien.
Maar hij moet dat, ik heb dat meer reeds geschreven.
doen op royale wijs. Hij moet geen mengeling
willen geven van dingen, die niet samen kunnen
gaan. Hij moet niet, op hetlaat.steoogenblikaandat
nieuwe gaan denken: of daaraan worden herinnerd :
hij moet niet begaan de eeuwige fout, schraaltjes
de, beeldhouwers en de schilders uitnoodigen; hij
moet die niet drijven tot bedanken; hij moet ze
niet vragen, in kleinen getale, met het voornemen
ineen gang of zoo iets, leidend naar een paviljoen,
ze weg te moffelen; hij zal dan, terecht, meel' dan
n weigering ervaren, en van de beste ! .Maai' hij
moet, ik herhaal het. royaal zijn. en. psychologisch!
ledere uiting der schilderkunst raakt op een zeker
oogenblik genoeg bekend in het buitenland om haar
telkens daar weer. als onbekend, voor te dragen.
Dat is nu eenmaal zoo, en dat is de reden met het
nieuwe te komen: de belangstelling moet toch
levendig worden gehouden;' Die belangstelling in
het nieuwe moet ook goed worden gevoed. \\ ij
moeten liet nieuwe Italiëduidelijk maken, wat wij
kunnen. Eli dat kan alleen door van de beste der
nieuweren, voldoende hoeveelheden te zenden: niet
van een groot aantal n of een paar: neen. van een
zestal of iets dergelijks een ruim getal. Dan blijft
een indruk achter, ontslaat dus een soort kennis:
wordt dus bereikt wat bereikt moet worden:
kennis, ontstaan uit een belangstelling, die genoeg'
voorbeelden vond. om de persoonlijkheden onge
veer te kunnen vaststellen.
Het is hierop, waarop ik aandring, jk ben niet de
eenige, die in bciiiouwdheid loof naar wat wij zullen
zonden naar Italië, waarvan ik eonigs/.iiis do ver
langens ken. Jk hoop ook. dat die beiiieuwdheid
niet opnieuw door een teleurstelling zal worden
gevolgd, en. dat deze Minister? de juiste commissie
?za.l gekozen hebben, of de juiste gedelegeerden !
Kn nog een vraag wou ik stellen: waarom worden,
zoo er b.v. drie gedelegeerden zijn, de namen dezer
hoeren niet bekend gemaakt (ze zijn dat toch niet?)
dan wisten we. bij welslagen, wie te prijzen, en bij
mistaston, wien dit te wijten !
JAN TOOROP f
I let overlijden van d en groot en meester brengt ons
zijn illustratieven arbeid weer in do gedachte.
Onlangs verscheen hot laatste door hem versierde
boek : l >e Kinkhoorn door A. .1. M. van Moorsol (ge
dichten) verschenen bij A. A. M?StolsteMaastricht.
Toorop teeken.de hiervoor een portret, een illus
tratie en een soboren band. Kr worden, exemplaren
op H ollandsch papier gedrukt (fl. . --); enkele wer
den ineen door Toorop ontworpen loeren band ge
bonden (f 10.?-). Do gewone oxomplaien zijn op
Kngelsch papier gedrukt (fl. .'i.?} en in linnen
stempelband gebonden (f 1.75). Beperkte oplage.
Xog enkele exemplaren verkrijgbaar. ( ~<i-i'.'.//)