De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 31 maart pagina 17

31 maart 1928 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 2652 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 31 MAART 1928 17 HISTORISCHE FRAGME'NTEN II. HET VOORSPEL (2) Ziezoo," dacht Philips, dat, goddank, is afgedaan, Nu kan ik naar mijn teerbeminde Spanje gaan. Nog gauw de 7,aken hier zoo wat op pooten zetten, En dan zal mij geen macht ter wereld meer beletten, Met vaart te vlieden van dit kleffe kikkerland." Vooreerst: de plaats van -Landvoogd was alweer vacant. Savoye naamlijk, die dien post het laatst bekleed had, Vertrok, zoodra hij, door 't verdrag, zijn goedren beet had. Wie zou het zijn? Oranje:1 Die had graag gewild; Hij was genoeg door Karel over 't paard getild. Hij had den keizer daadlijk voor zich ingenomen, Toen hij als page in zijn hof dienst was gekomen. De geniale knaap stond hoog in Karels gunst, En leerde van dien meester de regeeringskunst. Hij bleef bij alle conferenties en bezoeken. Wanneer de rest van 't hof bevel kreeg op te doeken. Ja, Karel heeft den Prins recht hartelijk bemind; Hij hield van Willem meer dan van zijn eigen kind. Hij zond hem reeds, nog nauwlijks een-en-twintig jaren, Ala overste naar Frankrijk, schoon er ovidren waren, Met grooten staat van dienst. Die heeren waren boos. Dat deerde Karel niet. Hij wist wel wien hij koos. De Prins was 't, die de kroon aan Ferdinand gebracht had, En niet zijn eigen zoon, die 't toch met recht verwacht had. 't Was leunend op den Prins dat Karel binnenschreed, Toen hij te Brussel indrukwekkend afstand deed. Geen wonder, dat de Prins, wieust borst van eerzucht blaakte, Naar 't hoogverheven ambt van Onderkoning haakte. Wie was er de gedachte spookte door zijn brein Wie was er in het land, die zijn rivaal kon zijn? Hij was de rijkste man. Zijn vrouw, Gravin van Buren, Verschafte 'm goeden grond en welgevulde schuren. Hij was de hoogste man. Toen neef Renéontsliep, Kreeg hij Oranje, dat den Graaf" tot Prins" herschiep. Hij was de knapste man. Reeds van. nature schrander, Had hij van Karel les ontvangen als geen ander. Hij was de vlotste man. Kn zijn beminlijkheid Kwam nooit met d'eischon van zijn hoogen rang in strijd. Hij was de gulste man. In zijn. voorname woning Ontving hij, voor zijn geld, de gasten van den koning. Hij was de netste man. Hij keek wel naar de Vrouw, Maar had een goed begrip van eer en hmvlijksti-imw. Hij was de gaafste man. Hoewel hij hield van fuiven. Was hij gezond en sterk, en stevig in de kluiven. Hij was de schoonste man. Een gunstig aangezicht Is voor den diplomaat van geen gering gewiclit. Hij was de slimste man. Eri veilig kan men zeggen, Dat tegen hém-alleen Granvelle 't af moest leggen. Hij was de beste man. Ken reine, vrome vrouw Had hem geleid in deugd, met teedre moedertrouw. Hem en zijn broers. Gravin- van Slolliery, Jiiliuiic, De peet van W'ilhelniirut's eerste onderdane. De Prins was, naar men ziet, de aangewezen man. Hij was er van vervuld. Hij sliep er 's nachts niet van. De koning nam hem niet. Men kan 't niet tegenspreken, Dat was ook juist gezien, van Philips' kant bekeken. Wat hij verlangde was een handzaam instrument, Geen superieur in kracht, karakter en talent. Hij zag dat Willem wist van wankelen noch wijken. Dat hier de mindre 's meesters meerdere zou blijken. Hij vreesde bovendien, en lang niet zonder grond, Dat hij, die algemeen zoo hoog in aanzien stond, Zich wijden zou aan 't volk, waarvoor hij zooveel voelde, En dat was net precies, wat Philips niet bedoelde. Oranje dus maar niet. Laat uw verbeelding gaan: Veronderstel dat Philips 't wél eens had gedaan Zou 't drama afgewend, en 't vaderland gered zijn. . . . ? Weineen. De Prins zou na een week weer afgezet zijn. (Wordt vervolgd) ('HAHIVARIUS Alida's croquante croquetjes door ALIDA ZEVENBOOM XT'AN morgen met de eerste post een aangeteekend stuk uit Batavia. Ik schrok er van. want juffrouw Augustinus van het Thorbeckeplein, die mij van de week de kaart gelegd heeft, had mij gezegd dat ik een prettige tijding van over het water zou krijgen met een kleinen tegenhouder en nu schoot mij in eens iets te binnen dat ik glad vergeten was .... Het is misschien zondig geweest omdat de mensch het lot niet moet uitlokken, maar ik had een paar maan den geleden op een huwelijksadvertentie geschreven waarbij een Indische planter een dame als vrouw vroeg, bereid om zijn eenzaam lot in de binnenlanden te deelen en zijn leven l mm i IIIMI l |TIMTUR| op te vroolijken en uit medelijden met dien eenzame schreef ik er op. want als het met de Spelen" eens mocht tegenloopen, moet de mensch op de toekomst bedacht zijn. Maar ik had er niets op gehoord, al had ik er een portret bij in gedaan. Kn nu schoot het me te binnen dat een brief heen en weer naar Indi zoowat twee maanden onderweg is en dat kwam dus net uit. Ik heb gauw mijn huishoudschort afgegooid en ben op de tram gestapt en heb den brief gehaald. Ik voelde het direct aan de dikte en het kloppen van mijn hart: er zat een portret in ! En een mooie loopende hand niet karakter. Het klopte er van in mijn keel, zoo aangedaan was ik. Ik had hem wel direct open willen maken, maar ik hield me in en in de tram heb ik hem vast tegen me aangedrukt en ik voelde hoe eenzaam die man daar midden tusschen de apen en de tijgers moest zijn en wat zou meneer Stanoslafski van de beneden-suite wel zeggen als ik vertelde dat ik als handschoentje naar Indie ging ! Thuis ben ik op mijn gemak gaan zitten, want een genot moet je zoo lang mogelijk rekken, anders heb je er niets aan en heb voorzichtig met de punt van mijn schaar de envelop opengemaakt en ik had goed gevoeld er viel een mansportret uit en op den grond ! Dat was eigenlijk een slecht voorteeken, maar ik lette er zoo niet op en ik bukte me en raapte liet op. Het was van wat een knap manspersoon met zoo'ii Indischeu helmhoed op, net als verleden jaar die Indische fuselier gedragen had die hier was oai generaal van lleutsz te begraven en ik zag direct aan zijn gezicht hoe eenzaam hij het, hebben moest. Kn goed bezien eigenlijk nog een jonge man in de kracht van zijn jaren en zoo'ii vriendelijke oogopslag, die me de tranen naar me oogen deden gaan. En toch.... hij kwam mij erg bekend voor. al kon ik hem met geen mogelijkheid thuis brengen. Toen draaide ik het portret om en daar stond met dezelfde vaste hand geschreven: ..Voor Alida". Ik moest er eeu slokje water met wat rum voor drinken, zoo greep het me aan. Wil u wel gelooven dat ik den brief niet durfde lezen? Ik had nog nooit een minnebrief gehad en dan op zoo'n afstand en uit een land waar het 7,00 warm is. Het portret lag in mijn schoot zoo echt vertrouwelijk al en keek me zoo lief aan en ik dacht iu eens: stel je nu eens voor dat een tijger hem opgevreten had !" Dan was ik misschien nu al weduwe zonder handschoen. Een vrouw moet zich altijd weten te vermannen en ik heb den brief voorzichtig opengevouwen en.. .. Het is zonde dat ik het zeg, maar ik heb hem in elkaar verfrommeld en in een hoek gesmeten. Dat was mijn eerste beweging maar ik had er hetzelfde oogenblik erge spijt van en heb hem weer netjes glad gestreken en gelezen. 11 ij begon aldus: Lieve Juffrouw Alida en Zuster ! Dat vond ik al vreemd dat hij mij zuster noemde en dat van een man die midden tusschen nijlpaarden woont? Maar ik las een paar regels verder en sloeg toen het blaadje om en zocht naar de handteekening en toen kwam er weer een traan in mijn oog en moest ik weer een slokje; water met rum nemen, want hij wasjvan meneer Kikus Col ij n en het portret dat er bij was. was van hem zooals hij aan boord gekiekt was toen hij aan wal zon stappen ! Ik vind het echt lief van hem dat hij in de verte nog aan mij gedacht heeft en als ik hem bedank, dan zal ik hem meteen vragen of hij eens naar mijn planter uitkijkt als hij de binnen landen intrekt. Want is het niet een iegelijks plicht den eenzame van ziel te troosten? 'Nieuwe uitgaven A. M. de Jonij, ..Ntii/r zonnige Juinden ht fhtukfi' (ietij". Kin. (Jticrido's l'iti/ei'fry-AIij, A.niKtcr<l(on. \. M. de .long hoeft met het Noorsche stoomschip ..Meteor" een pleizierreis gemaakt rondom de Middellatidsche Zee. Hij bezocht Italië. Sicilië, Egypte, Palestina, Griekenland, Malta en Corsica,, eri geeft hiervan in bovenaangehaald boek een vlotte beschrij ving. De moeilijkheid voor den. schrijver zat hem blijkbaar daarin, dat hij eigenlijk niets meer heeft beleefd dan een gewonen sight-seeing-tocht in een overbekend en uit den treure be schreven gebied. Toch is hij ei' in geslaagd, meestal tamelijk onder houdend te blijven. Zoo nu en dan wordt hij wel oen beetje langdradig, zooals bij zijn eindelooze klachten over de hebzucht en bcdriegelijkheid van de vele gidsen en dergelijkon. Daar naast staan echter andere gedeelten, waar hij ons werkelijk mee weet te nenien op reis. Het boek is netjes uitgegeven en aardig geïllustreerd. J. A. N. Th. a Th. v. d. HOOP' VIÏKBKTRUING De tentoonstelling ter herdenking vaiiGoya wordt op 16 April geopend, en niet op 16 Maart, zooals abusie velijk in het artikel was vermeld. De foto van de Daniesniude (.,>. Honitotoe (2G50) is ontleend aan Thieme's uitgave: de Vries. Hij de berg-.\Jfoei-en van \\est-Setan. VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE REDACTIE ix TE ZENDEN AAK HET SECRETARIAAT VAN DE GROENE AMSTERDAMMER", KEIZERS GRACHT 333, AMSTERDAM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl