De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 april pagina 1

7 april 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

e uroene Amsterdammer "eekblad voor Nederland Sinds meer dan vjjftig jaar aan de spits der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren! H. BRUGMANS. M. KANN EN TOP NAEFF SecretarU der Redactie: C F. VAN DAM Uitg.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM. C Dun, tóch ijzersterk OPGERICHT IN 1877 No. 2653 ZATERDAG 7 APRIL 1928 Het concertgebouw en de operaplannen door Dr. WILLEM MENGELBERG HET Concertgebouw bestaat straks 40 jaren. Ik kan zonder overdrijving zeggen, dat ik trotsch ben op de reputatie die onze instelling door zijn orkest als een der allerbeste ter wereld heeft veroverd. Wanneer ge, zooals ik, mijn orkestleden hebt kunnen toetsen en hebt mogen ervaren, welk een kunstenaarschap, techniek en gevoel hun deel is, waarbij nog komt hun groot besef voor saamhoorigheid, dan zult ge voluit moeten erkei nen: deze vooraanstaande plaats in de rij der beroemde orkesten komt het Concertgebouworkest onge twijfeld toe. Als zijn leider wil ik hier niet voort gaan den lof van mijn orkest te zingen. Ik kan rustig afwachten tot anderen dit doen, want te dien opzichte is ons orkest nooit als stiefkind be handeld. Maar wél mag ik mij op de bres stellen, wanneer er gevaar dreigt, dat het peil door handelingen van buiten af zal worden verlaagd. Ik ben drie-en-dertig jaar dirigent van het orkest; ik km het door en door en het orkest kent mij: ik heb liet en leed er mede gedeeld; het heeft mijn hart ! Xiet om een of andere reden van materieelen. aard kom ik ieder jaar weer met een verlangend hart naar het vader land terug. Indien slechts een soortgelijke drang in mij leefde, dan zou aan de overzijde van den Oceaan daarvoor een tienvoudige bevrediging te vinden zijn, maar dit is het niet. dat mij telkens doet wederkeeren. Het verlangen "in mijn trouw. prachtig orkest weer persoonlijk te kunnen dirigeeren, de klanken uit al die bekende instrumenten. door hun spelers als het ware persoonlijk bezield en in een eigen toon, rond mij te voelen ruischen. te midden van de mij zou bekende en bezielde gezichten te staan, dat is het. En nu op dit orkest een gevaar afkomt, dat ik . ducht, zult U begrijpen, dat ik gaarne inga op het verzoek van de redactie van dit weekblad, om over dit onderwerp te schrijven. Het gevaar dreigt, dat het Concertgebouw wordt opgeofferd aan de nieuwe; Opera-idee. In principe ben ik geen tegenstander van een opera in Amster dam, ledere gezonde poging om het muziekleven en daarmede het volk cultureel hooger te brengen ondersteun ik van harte. Maar de plannen van de N.V. Het Museum-Theater" kan ik in geenen deele toejuichen. Worden die plannen verwezenlijkt. dan bestaat het gevaar, dat het Concertgebouw wordt doodgedrukt", d.w.z. niet alleen uit archi tectonisch oogpunt, maar ook economisch en artistiek. Op de medewerking van mijn orkest mag men bij den opzet van een opera niet rekenen. Daar tegen zal ik mij tot het uiterste toe verzetten ! Ieder vakman weet, dat een orkest, hetwelk gewend ia symphonische muziek te spelen, niet dadelijk voor een opera geschikt is. En omgekeerd eveneens: operaorkesten kunnen moeilijk een hoogstaande, eersterangs, symphonische prestatie leveren. In de opera staan de solisten op de scène; bij de uit voeringen van symphonieën zijn de orkestleden zélf de solisten. Dit laatste vereischt een geheel andere wijze van training, voordracht en techniek. Een enkele maal zal het gaan, maar op den duur zal een dergelijke tweeslachtige werkzaamheid funest zijn. De exploitatiekosten van een opera zijn enorm hoog. Allen die het leven en sterven van de opera's in Nederland van nabij hebben gevolgd en van de verhoudingen in. het buitenland op de hoogte zijn, weten welke kapitalen verslonden worden- Het resultaat zal zijn, dat de gemeente. gezien den financieelen opzet van de nieuwe X.V. in den vorm van een ongelooflijk hooge subsidie zal moeten bijspringen, /.onder nochtans de debacle te kunnen verhinderen. K n. ik zou den voorstanders van de opera-idee gaarne hun genoegens en de verwezenlijking van hun plannen gunnen, ware het niet, dat ik vrees, da.t in de toekomst het Con certgebouworkest in den tenslotte onvermijdelijke». ondergang zal worden niedegesleurd. K n dat móét worden voorkomen. Ik wil O]) de/.e plaats niet uitvoerig met cijfers en feiten komen, doch moet volstaan, met de con clusies, waartoe ik nu. ernstige beschouwing van het, operaplan. aa.n. de hand van mijn ervaring ben gekomen. Voor het Nederlandse!»- volk. voor de vele en ware tnuziekvrienden is waarlijk schoone, edele symphonie-muzick. die de toehoorders uit de dagelijksche beslommeringen verheft en hun groot genot verschaft, van veel groot er waarde dan. een opera, die als geheel. a,ls muzikaal en cultureel element, onmogelijk kan komen op het niveau waarop thans het Concertgebouworkest staat. Het is dan ook geboden, alle krachten te vereenigen om het gjvaar at' te wenden. Indien Amsterdam behoefte heeft aan een groot gebouw, dan ware dit te vinden in een uitbreiding van hef bestaande Concertgebouw. De instelling ..Het Concertgebouw" zou m.i. daarmede, zijn gebaat; behoefte aan een nifiitr gebouw heeft zij niet. Ik zou het betreuren, wanneer de groot-e concertzaal, die voortreffelijk is om haar fraaien. vorm en haar goede accoustiek. verloren ging. Ik zou huiverig zijn om die oude zaal af te breken ter wille van een nieuw Concertgebouw. Dit neemt niet weg, dat ik ieder plan tot verbetering van den gevel, van den ingang, van de vestibules enz. toejuich. Met behoud van de groot e concertzaal ware de ruimte te vergrooteri met den bouw van eenige galerijen en een uitbouw in de richting van het zoogeuaaiu.de .,blauwe zaaltje". Dientengevolge zouden ongeveer 1000 zit plaatsen worden gewonnen. hetgeen den exploitatiemogelijkheden ongctwijield ten goede zou komen. De groote. jaarlijks terugkeerende uitvoeringen, gelijk de Mattheus-l'assioïi, Missa Solemnis. de symphonieën van Beethoven, in het kort. alle standaardwerken van. het repertoire, zouden voor eenbelangrijk groot er aantal menschen (ondel' wolken er thans velen, ook talrijke be zoekers van de Volksconcerten wegens plaats gebrek dikwijls moeten worden teleurgesteld) kunnen worden gegeven, terwijl bij een intensievere exploitatiemogelijkheid tevens een. dienovereen komstige verlaging van toegangsprijzen zou kunnen worden overwogen. Ook de bouw van een kleine zaal met b.V. 1(100 zitplaatsen, zooals die in het denkbeeld-van Putten l) (waarmede ik mij ook ten opzichte van een gevelverbouwing geheel kan vereenigen) is opgenomen, lijkt mij zeer gewenscht. Doch de stichting van, het ,.Museum-theater" in de onmiddellijke omgeving van het Concertgebouw moge Nederland bespaard blijven, opdat wij onge stoord kunnen voort blijven gaau op den door veertigjarige traditie afgebakeiiden weg naar ons ideaal van volmaaktheid ! I) Zie l/u;/. 17. Ite-il. sfee.c/s Bonbons RINGERS Let op den naam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl