Historisch Archief 1877-1940
DE 'GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 APRIL 1928
13
Een nieuwe inleiding oi het
wijsgeerig denken
door Mr. H. GILTAY
T_T ET schrijven van een goede inleiding tot het
wijsgeerig denken is een moeilijke taak.Men moet
daarvoor niet alleen een goed philosoof zijn, maar
ook beschikken over psychologisch en tact en
signifisch inzicht. Stellen wij ons de twee partijen voor
oogen: den wijsgeerigen inleider en den
inleidingverlangenden leek. Beiden hebben hun levens- en
wereldbeschouwing, de een een
methodisch-doordachte, de ander een naïeve, ondoordachte. En
omdat ons denken, ons bewuste denken althans,
woord-denken is, beantwoordt aan beider be
schouwingswijze een verschillende wijze van uit
drukking, een verschillende denldnal. Zelfs waar
zij in woorden overeenstemmen. Want wanneer
twee menschen hetzelfde zeggen, beteekent het
nog niet hetzelfde. En allerminst, wanneer de een
wél en de ander niét wijsgeerig onderlegd is. Want
de beteekenis onzer woorden is niet vast, maar
vloeiend; zij wordt bepaald door den aanleg en
den ontwikkelingsgraad van de persoon, die ze
gebruikt. Wanneer de schrijver van het
Johannesevangelie het woord liefde" gebruikt, bedoelt hij
hiermee iets geheel andere dan Catulle Mendès.
Naarmate ons inzicht in de werkelijkheid groeit,
wij dieper doordringen tot de geestelijke kern
deidingen, krijgen ook onze woorden een meer-om
vattende, diepere beteekenis.
Dit in het oog houdend, is het duidelijk, hoe bij
uitstek zwaar de taak van den wijsgeerigen inleider
is. Hij leeft in zijn eigen, moeizaam verworven
denk- en taalwereld. Al zijn woorden hebben hun
eigen beteekenis, die niet op-zichzolf staat, maar
bepaald wordt door het geheel zijner gedachten,
zooals de beteekenis, het uitdrukkingsvermogen
van een deel eener menschelijke gestalte bepaald
wordt door die gestalte in haar geheel.
Men zou zelfs geneigd zijn te vragen: is die taak
niet onmogelijk? Kan de inleider er in slagen met
zijn woorden een brug te slaan tusschen de eigen
denkwereld en die van den leek, een taaibrug,
waarlangs zijn philosophische gedachten kunnen
overwandelen ?
In absoluten zin is het onmogelijk. Maar
wat wél mogelijk is, is: dat de inleider door een
zorgvuldige keuze zijner woorden den leek lang
zamerhand rijp maakt tot het zelf-vormen van
voorstellingen en begrippen, die aan de zijne be
antwoorden. En voor dit kweeken van eigen
inzicht schijnt mij Dr. Brugmans' inleiding 1)
uitnemend geschikt.
Of de schrijver zich ooit stelselmatig op significa
heeft toegelegd, weet ik niet. Maar in elk geval:
de gansche opzet van zijn boek en zijn methode
is door en door signifisch. Zijn taal is vrij van alle
geleerdheidsvertoon en philosophisch jargon en
sluit zoo dicht mogelijk aan bij de naïeve uit
drukkingswijze van den beschaafden leek. Hiertoe
gebruikt hij aanvankelijk dikwijls termen in een
zin en een samenhang, die hij zelf onhoudbaar
weet, omdat hij beseft, dat dit bedrog een vroom
Olympiade kussens
DWQSTC5
TOVTOES
ZONDER EENIGEN BIJSMAAK
De Discuswerper Wapotkussen
Ontwerp Dirk Verstraten. Uitvoering ,.KinheinC' Beverwijk
IJ ET is zoo langzamerhand er toe gekomen dat
wij als, er een jubileum of belangrijke gebeur
tenis in den landeplaats vindt, verlangend uitzien
naar de herdenkingsvoorwerpea, die ter herinnering
aan die feiten in den handel worden gebracht.
Op het gebied van het handwerk worden wij meest
getroffen door het gedenkdamast van de Konink
lijke weverij Van Dijk te Eindhoven en de
Smyrnaweefsels van de Koninklijke Hand- tapijtknooperij
Kinheim" te Beverwijk.
Mevrouw C. Polvliet?van Hoogstraten, leidster
van Kinheim", hoeft gemeend ook de Olympiade
in haar gedenkstukken te moeten vastleggen.
Dirk Verstraten toekende de ontwerpen voor
twee Olympiade kussens, die zeker en met recht
onze Nederlandsche Nijverheidskunst ook in den
vreemde hoog zullen houden.
De kussens zijn zeer verschillend van ornamen
tiek. Het eene geeft het beeld van den lenigen
athleet. den discuswerper, gereed de schijf te wer
pen; het andere toont het wapen van Amsterdam
verwerkt in een rijke ornamenteele compositie.
Wat bij beide werkstukken treft, doch vooral bij
den discuswerper prachtig tot uiting komt, is de
kleurenharmonie. De figuur van den athleet. sober
gehouden, komt goed uit tegen den achtergrond
van grijzen en blauwen en de sprekende kleuren
van den bol waarover zijn gerekte spieren gespan
nen zijn. Het wapenkussen is meer afgestemd in
vlakke kleurtonen. De behandeling van het fijne
letterschrift in de Smyrnatechniek is werkelijk
knap werk. Hoe licht wordt door het vermelden
van de feiten de aandacht van de geheele compositie
afgeleid. Do gevoelige kleurkeuze en subtiele opvat
ting verraden in beide kussens de meesterhand,
die technisch het Smyrnaknoopeii in /.i j n macht
heeft,
De jonge meisjes, die dagelijks te Kinheim den'
draad om de schering knoopen, hebben als altijd
weer mooi werk geleverd, dat de jaren zal
trotseereti. De technische uitvoering, door liet plui
zige oppervlak van zooveel invloed op de
klourenmengeling heeft geheel het frissche, levendige vaa
het handwerk behouden.
Tusschen machinaal- en handweven is door de
fijne lichttinteling toch wel een hél groot onder
scheid.
EL1S. M. KOGGE
bedrog is, het eenige middel om zijn lezer lang
zaam maar zeker te brengen tot dieper begrip en
hooger inzicht. Om dezelfde reden ook koos hij den
positivistischen denkvorm tot uitgangspunt, om
dat deze zich het onmiddellijkst aansluit bij de
onbezonnen denkwijze van den leek.
In een glashelderen stijl, een stijl, die mij in
Dr. Brugmans een leerling van Prof. Heymans
doet vermoeden, worden ons allereerst de grond
gedachten van het positivisme ontvouwd, van de
wijsgeerige denkwijze, die zich slechts op de
gegeven feiten" wil gronden en alle speculatie"
verwerpt. Aanvankelijk schijnt de inleider de
positivistische gedachten te aanvaarden, maar
naarmate de oogen van den lezer meer geoefend
worden, wordt het positivisme scherper onder de
loupe genomen en blijkt, dat het op verschillende
punten het gegevene" te buiten gaat, met andere
woorden .... geen positivisme is.
Zoo wordt de lezer stapje-voor-stapje en
alsvanzelf boven het positivistisch uitgangspunt uit
gevoerd en opent zich voor hem de mogelijkheid
tot het bereiken van nieuwe, hoogere gezichts
punten.
Dr. Brugmans' boek is in de eerste plaats ge
schreven voor hen, die tot dusverre ganschelijk
buiten het wijsgeerig denken stonden. Maar het
is niet alleen voor dezulken bestemd. De schrijver
voegde aan elk hoofdstuk een reeks aanteekeningen
toe, waarin op verschillende vragen dieper wordt
ingegaan en naar verdere literatuur wordt ver
wezen. Hierdoor is zijn inleiding inderdaad een
publicatie a doubléusage geworden.
Ik kan het boek aan allen, die naar wijsgeerige
bezinning verlangen, warm aanbevelen. De ver
schijning van het tweede deel zal, hoop ik, niet
te lang op zich laten wachten.
De uitgever heeft voor een kleed gezorgd, den
inhoud waardig. Het boek is royaal gedrukt op
stevig papier en van een fraaien linnen
stempelband voorzien.
1) Om het ^\'a<^rhcids|>robteelll. I'ositivistixche
denkvormen, hun zin en hun tekort door Dr. II.
J. F. W. Brut/mans. Eerste deel. ./. B. Wolters,
(jroninyen?Den Hang 1927.
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
Str, koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMERS ~ Telefoon 22223
SPREEKZAAL
T N de bespreking, door J. Oderwald, van
..Schepen die voorbijgaan" lees ik: ,,En
moeten Nederlanders den naam loggertuig''. die
verwarring kan stichten, invoeren voor een tuigage
die veel meer overeenkomst heeft met het
emmertuig?"
De heer Oderwald heeft het hier niet bij het
rechte eind; er is geen sprake van het ..invoeren"
van een naam. De naam loggertuig bestaat reeds
tientallen van jaren bij do Koninklijke Marine,
Wel lijkt het loggertuig op het emmertuig. maar
het is inderdaad heel iets anders.
P. II. GALL
Hier is vermoedelijk een misverstand in het spel.
Het loggertuig, dat op een der sloeps-typeii van
de Koninklijke Nederlandsche Marine gebruikt
wordt, is niet vermeld. Evenmin de emmertuigen.
Ik vond echter geene aanleiding daarop te wijzen,
omdat het een werk voor de Binnenvaart en de
Zei/sport betrof.
De schrijvers geven echter den naam loggertuig
aan een tuig, dat meer overeenkomt mei het
emmertuig van de kleine koopvaardij-sloepen en
geheel gelijk is aan het ,,lug-sail" van de Deal
booten, die velen zich nog wel zullen herinneren.
Juist omdat noch Marine, noch koopvaardij
genoemd wordt, heb ik gemeend dat de
schrijversde benaming van dit lug-saühebben afgeleid. Ik
wees daavom ook op het verwarring stichtende.
omdat het loggertuig. zooals de lieer (ialléterecht
zegt, inderdaad heel iets anders is.
.1. O.
TABA SIGAREN
?* ** ZIJN TOCH DE BESTE -*