Historisch Archief 1877-1940
DE>GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 APRIL 1028
17
BIT HET JUBILEUM VAN HET CONCERTGEBOUW
door T. E. VAN PUTTEN Jr.
A MSTERDAM kann stolz sein auf ihr
OrJJ^^chester" riep Edvard Grieg het
Concertgebouwpubliek toe in het jaar 1897 und soll es immer
in Ehren halten !"
Amsterdam heeft zich daaraan gehouden.
Al valt het Hollanders moeilijk om tot vereering
van iets Hollandsch van eigen tijd te komen ,aan het
Concertgebouw is steeds de volle maat gegeven
en dat dit vruchten gedragen heeft bewijzen wel
de schitterende prestaties van het orkest, die ver
liggen boven het niveau, dat wij op menig ander ge
bied gewend gijn en dat daar helaas evenredig is aan
de beperkte belangstelling, die hier uit gebrek aan
uitgaand publiek over het algemeen te consta
teer en valt.
Thans bestaat het Concertgebouw veertig jaren.
Op 11 April 1888 werd het gebouw aan de van
Baerlestraat ingewijd en sindsdien heeft het on
onderbroken een belangrijke plaats in het hart van
den. rechtgeaarden, Amsterdammer weten te hand
haven.
Het is dus eigenlijk een feest van het gebouw,
dat de volgende week gevierd wordt; tevens is het
echter de herdenking van het eerste concert, dat
daar op dien dag gegeven werd door het orkest,
dat den roem van Amsterdam als muziekcentrum
over de geheele wereld wist te vestigen.
Het Gebouw en het Orkest, vereenigd in de
N.V. Het Concertgebouw" zijn n ondeelbaar
geheel; de artistieke resultaten hebben bewezen
wat deze combinatie van orkest en eigen huis"
gelukkig is.
Bij het veertigjarig jubileum mag dan ook wel
de wensch geuit worden dat deze combinatie tot
in lengte van dagen bestendigd moge blijven.
En nu is het wel een treurige samenloop van
omstandigheden, dat juist nu aan een vervulling
van dien wensch getwijfeld moet worden.
Immers, binnen zeer korten tijd wordt verwacht,
dat Burgemeester en Wethouders van Amsterdam
aan den Gemeenteraad een voorstel zullen doen
tot het bebouwen van het Museumplein met een
operagebouw in den grootst mogelijken stijl, het
Museumtheater, vlak voor de deuren van. het
Concertgebouw.
De bouwkosten zullen volgens de oorspronkelijke
raming minstens ? 5.000.000,?bedragen; 7 a
8.000.000,?wordt intvisschen door deskundigen
waarschijnlijker geacht. Bij zulke cijfers doet zich
onwillekeurig de vraag voor, waar de exploitatie
van dit gebouw zich op zal moeten baseeren. Waar
het in de bedoeling moet liggen, dat de gemeente
de uitkomsten van die exploitatie zal aanvaarden,
is dit een vraag, waarvan de beteekenis voor het
algemeen belang niet onderschat moet worden !
De baten uit operavoorstellingen zullen
voorloopig nog wel illusoir zijn. Het is bij deze gelegen
heid wel eens interessant, de indertijd reeds gepu
bliceerde cijfers aangaande de opera-subsidies in
het buitenland te memoreeren. Deze bedroegen
in het speelseizoen 1925/26, gerekend in guldens
voor:
Bonn . .
Brunswijk
Bremen .
Coblenz.
Dantzig .
Dresden
Dortmund
Elberfeld .
fl
. 137.000 Essen . . .
, 408000 Frankfurt
360.000 Hannover
179.000 Hamburg
433.000 Keulen .
840.000 Leipzig .
551.000 Mainz .
246.000 München
fl
. 520.000
900.000
465000
658.000
982.000
437.400
462 600
900.000
en voor Berlijn voor de vier stiatsopera's tezamen
? 3.300.000,?, terwijl in al deze steden de opera
sinds tientallen jaren bestaat, zich daar een uit
gesproken operapubliek gevormd heeft en er
bovendien over het algemeen een druk vreemde
lingenverkeer gedurende alle seizoenen is, dat een
steeds wisselend publiek met zich brengt. Zelfs
daar echter klaagt men veelvuldig over de achter
uitgaande belangstelling van het publiek voor de
opera ! Slechts de allerbeste uitvoeringen met de
MODERNE
KLOKKEN
in speciale uitvoering
A, D. SPILLNER
Vijzelstraat 83
AMSTERDAM
allerbeste (= duurste) krachten verheugen zich
in de publieke belangstelling en zulke uitvoeringen
kosten bijna zonder uitzondering meer dan ze op
brengen.
Zou liet Amsterdamsche publiek, dat, zulke ge
weldigen liooge eischen op kunstgebied stelt aan
de opera, in die eischen bij het buiteiilandsche
publiek ten achter staan;'
De Amsterdamsche Opera zou natuurlijk een
steun van den allereersten rang kunn"ii vinden in
de medewerking van het Concertgebouworkest bij
haar uitvoeringen, doch liet lijkt wol zeer onwaar
schijnlijk dat, deze verleend '/.al kunnen worden,
gezien het groot-e gevaar dat in een dergelijke
samenwerking schuilt voor de qualiteiten van
het orkest als concertorkest. Immers, zegt Dr. l'aul
Cronheim, het bekende bestuurslid van het
Concertgebouw en van de Wagnervereeniging in
een indertijd in ,,Die Musikwelt" verschenen ar
tikel over het Concertgebouw, het orkest is hoofd
zakelijk op het tegenwoordige peil gekomen,
doordat het ,,mit geringen Ausnahmeii
ausschliesslich in den Auff iihrungen des Concertgebouw tatig
ist, also keinen regelmassigen Operndienst oder
sonstige niveau-gefahrdeiide Tatigkeit /.u ver
richten hat." Dit komt trouwens volkomen over
een met het eld.ers gepubliceerde oordeel van Dr.
Willem Mengelberg. Men zal zich wel hoeden om
het met zooveel moeite opgebouwde werk op te
offeren aan een onderneming, die haar bestaans
recht nog moet bewijzen !
Voor werkelijk goede uitvoeringen zooals het in
de bedoeling ligt te geven, zou men dus behalve
over eersterangs operakrachten ook nog over een
eigen orkest moeten beschikken ! Het was zooeven
niet teveel gezegd: de baten uit operavoorstellingen
zullen wel illusoir blijven !
Er moet dus naar andere bronnen van inkomsten
gezocht worden en a's een der voornaamste; heeft
men, en zeer terecht, op het exploitatieprogramma
het verhuren van zalen voor andere dan opera
doeleinden gezet. En juist hierin schuilt een groot
economisch gevaar voor het Concertgebouw !
Het moge prozaïsch klinken en voor vele
kunstenthousiasten zal het misschien een ontnuchtering
zijn, maai- in het zaalverhuurbedrijf ligt de voor
naamste bron van inkomsten van het Concert
gebouw. Zonder dat zouden wij in Amsterdam geen
Concertgebouworkest hebben, zou Amsterdam niet
den naam van internationaal muziekcentrum
hebben, zouden wij ons hier ook op het gebied van
muziek moeten tevreden stellen met halve presta
ties, omdat er voor volwaardige geen geld beschik
baar is !
De inkomsten uit de ,,gebouw"-exploitatie allén
bedroegen in het afgeloopen seizoen ruim ? 130.000 !
Heeds sinds langen tijd bestaat het plaa, door een
betere indeeling van het gebouw de verhuurbare
zaalruimte te vergroot-én en tevens de zalen een
prettiger aanzien te geven. Verwacht mag worden.
dat de inkomsten uit zaalverhuur dan nog aan
merkelijk zullen stijgen, wat ook noodig is, aange
zien het Concertgebouw niettegenstaande dit alles
toch nog met verlies werkt en bovendien de kosten
van het orkest door periodieke verhoogingen e.d.
steeds stijgende zijn, zoodat de ontvangsten naar
evenredigheid moeten toenemen.
Al deze mogelijkheden zullen echter met ('-én
slag afgesneden worden indien vóór de deuren van
het Concertgebouw een ander gebouw verrijst, dat
eveneens voor een groot deel van den zaalverhuur
moet bestaan, doch dat geëxploiteerd wordt door
de gemeente, die over de noodige middelen be
schikt om desnoods met zware verliezen den con
currentiestrijd te voeren. Bovendien zullen de
zalen van het Museumtheater ongetwijfeld veel
gezelliger en aantrekkelijker worden dan die van
het Concertgebouw, dat thans inderdaad niet op
veel aantrekkelijks kanbogen en dat, hangend»;
dit gevaar.geen kosten voor verfraaiing mag maken.
Ware het Concertgebouw allén een bedrijf tot
het verhuren van zalen ..voor bruiloften en par
tijen", dan zou men terecht kunnen zeggen, dat liet
dan maar meer initiatief en durf moet t--ionen
en dat het de bakens naar het getij. resp. naar de
concurrentie moet verzetten. Op de plaats waar
het Concertgebouw staat, zouden winkels, flat
woningen e.d. yeker een goede rente van het geïn
vesteerde kapitaal opbrengen, ook al zou er een
groot operagcbouw tegenoverstaan, ja, zelfs^juist
HOTEL. DESPAYS-BAS
Wagenstraat 102 DEN HAAG.
Rust. familiehotel. K. en w. str. w. op alle kam.
Vraag onze tarieven. Aanbev. J. M. v. d. SANDE.
daardoor ! Het Concertgebouw echter heeft een
roeping als Gebouw van het Orkest en het ma^v deze
roeping nooit ende nimmer verloochenen uit over
wegingen van economischer! aard.
* *
*
Ken opera mag in Holland af en toe zeer op haar
plaats zijn. maar laat men daartoe de bestaande
tooneelruimte. zooals in den Stadsschouwburg, be
nutten. Kr bestaan daar reeds plannen tol atdoeride
verbetering en uitbreiding van de tooii-el- en toe
schouwersruimte. Die uitbreiding is een eisch. die
ook reeds door het gewon" tooivel gesteld wordt,
zoodat het daai' vroeg of laat toch van moet
komen.
Laat men dus liever de bestaande niet betrekke
lijk geringe kosten verbeteren dan met vele
millioen'-n nieuwe te bouwen en de oude. want daar
komt het na de opening van het Musyumtheater voor
den Stadschouwburg- onherroepelijk óók toe. on
gebruikt te laten staan ! Caveant Cousules !
Na alles wat hierboven geschreven is zou ik nu
willen eindigen met op deze plaats nog eens aan
dacht te vragen, voor het denkkeeld, dat door mij
geopperd is naar aanleiding van het
Museumpl ein vraagstuk.
Men zoeke de oplossing in een onbebouwd laten
van het Museumplein; daar kan een park komen,
een rozentuin, een beeldentuin, zooals door den
kunstenaar Bauer aangegeven, een vijver, een
breede monumentale weg. het doet er op liet
oogenblik nog weinig toe. welken vorm men kiest en. als
het maar onbebouwd blijft.
Dan. blijft dus de gevel van het Concertgobouw
de afsluiting van het Museumplein. Door liet ver
dwijnen van de tribune en het hek van de I.Jsclub
zal die onmiskenbaar leeli.jke gevel nog sterker
opvallen dan thans. Men moet dezen dus verfraaien,
zooals ook elders met succes gebeurd is terwijl
tevens door goeddoordachten gevelopbouw de
.seheeve ligging van het gebouw ten opzichte van
de hartlijn van het 'Rijksmuseum neutraliseeren.
Ken verbreeding naar den kant van het Jan
Willein .Brouwerplein is daartoe natuurlijk ideaal,
maar zal misschien op praktische bezwaren stuiten.
In ieder geval echterzaltevenshetgeheeleinterieur
verbeterd kunnen worden. De inwendige verbou
wing van de Rijksacademie voor Beeldende Kun
sten, die indertijd in denzelfien onpraktischeii
stijl als het Concertgebouw gebouwd word. toont
wat op dit gebied te bereiken is.
Ken derde zaal. een nieuwe stemkamer. een
tweede balkon, betere foyers, het zijn alle
desiderata van het Concertgebouw, die dan vervuld
kunnen worden.
Om tegemoet te komen aan de weiischen van
opera-liefhebbers moet de tooneel- en toeschouwers
ruimte in den Stadsschouwburg verbeterd worden,
waartoe de mogelijkheid onderzocht is en onge
twijfeld bestaat.
De voordeelen van deze oplossing zijn de vol
gende :
1. Het onbebouwde plein is als park ongetwij
feld van waarde voor de volksgezondheid.
2. Twee belangrijke, gebouwen in Amsterdam,,
het Concertgebouw en de Stadsschouwburg, be
houden hun bestaansmogelijkheid, waardoor de
zoo zeer noodige maar kostbare verbouwing van
beide gerechtvaardigd wordt.
3. De kapitaaluitgaven zullen aanmerkelijk ge
ringer zijn en groote risico's vermeden kunn"ii
worden.
De verbouwing van den Stadsschouwburg is zaak
der gemeente : zij is de bezitster eu zal dus voor de
kosten van noodzakelijke verbetering op moeten
komen. Het Concertgebouw daarentegen, als parti
culiere instelling, moet trachten de middelen tot
verbouwing grootendeels uit particulieren, bron te
putten.
Zelf heeft het geen geld. integendeel !
Amsterdam, April 1928.
GÖOSEN^WAGEWAN