De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 april pagina 2

7 april 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Il" 2 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 APRIL 1828 No. 2653 De reis van Amanoellah door Dr. JAN ROMEIN T_T ET is, meen ik, Prof. Cohen geweest, die in zijn Amsterdamsche intreerede de stel ling opgezet en verdedigd heeft, dat het Romeinsche Imperium althans in den beginne meer een product van langzamerhand tot dien uitslag leidende omstandigheden, dan van welbewuste imperialistische politiek geweest is. De stelling is aannemelijk niet alleen, maar waarschijnlijk ook van meer algemeene geldigheid. Zeker geldt zij ook voor het Britsche Wereldrijk, dat zijn ontstaan begonnen is uit conflicten met Frankrijk, in de 18e eeuw in Amerika en Indië, aan het begin van de 19e in Afrika en Vóór-Azië. Aan deze beide laatste wrijvingsvlakken is de naam van Napoleon ver bonden. Het is mij niet bekend en ik kan het op het moment ook niet nagaan of de buiten-Europeesche politiek van dezen politieken ziener ooit het ' onderwerp van een afzonderlijke studie heeft uit gemaakt. Vermoedelijk wel, maar zoo niet, dan ? zou het zeker de moeite waard zijn, die studie alsnog te ondernemen en daarbij deze politiek in verband te brengen met de wording van die deelen van het Britsen Imperium, die in Noord-Afrika en Vóór-Aziëzijn gelegen. Dat verband ligt voor de hand. Het is bekend, dat Napoleon's politiek er jaren lang op uit geweest is Engeland in, zijn pas gevormd Indisch Rijk. aan te tasten: een erfstuk, der buitenlandsche politiek, van het vóór-revolutionnaire Frankrijk, zooals wij meer bij revolutionnaire regeeringen een conservatieve buiten landsche politiek aantreffen. Den eersten keer heef t hij dit geprobeerd door den befaamden tocht naar Egypte, den tweeden keer, als keizer, door pogingen om in Perziëinvloed te winnen. De eerste poging hebben de Engelschen tegengegaan door een basis in Abessyi ie te zoeken; bij de tweede poging iu 1809 hebben zij deze politiek herhaald door te trachten van Afghanistan een voorpost van hun Indisch Rijk te maken. Het is van dat oogenblik, dat de relaties van Engeland en Afghanistan dateeren, waaraan wij in de afgeloopen weken weer herinnerd zijn door de reis van den Afghaanachen koning langs de groote Europeesche hoven ea ministeries van buitenlandsche zaken. Hoe de Anglo-Afghaansche verhouding zich ont wikkeld heeft van die eerste overeenkomst in 1809 tot de laatste van 1921 kunnen wij in dit kort bestek zelfs niet in groote lijnen nagaan. Genoeg zij het te weten, dat de Engelschen na herhaalde lijk hun harde koppen tegen de rotsen van Afghaniatan^tot bloedens toe te hebben gestooten, er ongeveer sinds__het begin dezer eeuw de voorkeur aan hebben gegeven het land en de jure n de iacto zijn onafhankelijkheid te laten, in de eerste plaats wel om den Russen, die sinds 1837 er eveneens op het tooneel waren verschenen, niet de gelegenheid te geven hunnerzijds anders te doen. In 1907 is onder meer de Afghaansche kwestie tusschen de beide rivalen in Aziëgeregeld. Zoo bleef Afghanistan, dat in zijn lange historie zoo vele volken over zijn bergpassen naar Indiëhad zien trekken, om er langer of korter te heerschen, Perzen, Grieken, Hunnen, Arabieren, Turken en Mongolen, zelf onafhankelijk. De vorige vorst, Emir Habiboellah, gebruikte die onafhankelijkheid om naar Aziatische traditie het land gesloten te houden voor vreemde invloeden. Er lag nog steeds geen kilometer spoorrails in Afghanistan. Doch in 1919 is deze toestand veranderd. In dat jaar toch werd Habiboellah vermoord volken, die nog in stam-verband en de daarbij behoorende veeten leven, plegen niet zuinig op hun vorsten te zijn en de nu sinds zijn reis welbekende Ama noellah volgde hem op. Als rechtgeaard poli ticus is Amanoellah zijn regeering begonnen niet te trachten van de door den wereldoorlog veran derde omstandigheden partij te trekken. De vriendelijke Engelsche pers heeft er dezer dagen maar niet aan herinnerd; maar het is niettemin een feit: Amanoellah is begonnen met een inval in Indië. Hij kwam echter met den kous op den kop in Kaboel, zijn hoofdstad, terug en stelde zich een ander doel? Ik geloof het niet, ik zou liever zeggen: en trachtte sindsdien hetzelfde doel machtstoewas voor Afghanistan langs andere wegen te bereiken: Westersche wegen, die hij door zijn. nederlaag tegen de Engelschen had leeren kennen. Ik geloof niet, dat hij ver mis gaat, die veronderstelt, dat Amanoellah zich geïnspireerd Jonathan's verkiezingsnachtmerrie DE MUG DIE EEN OLI(E)PANT WERD l heeft op de voorbeelden, van Kemal Pasja in Turkije en Rhiza Khan in Perzië, dat hij Afghan'stan tot macht wil brengen door er het kapitalisme toe te laten, maar zouder de Westersche kapitalisten, dat wij met andere woorden in de jonaste Afghaansche geschiedenis een onderdeel beleven van dat machtige proces van herleving van den Islam, maar niet meer als weleer op internationale basis, doch op den grondslag van nationale staten; dat geweldige proces, dat sinds den wereldoorlog bezig is zich te voltrekken van het uiterste Westen van Noord-Afrika tot het uiterste Oosten van Azië; dat proces van nationale herleving en modernissering, waar de Turken mee begonnen en de Egyptenaren hun in gevolgd zijn, waar de RifKabylen een rol in hebben gespeeld en de Syriërs, de Perzen zoo goed als de Arabieren, een proces waar zoowel de nationalistische bewegingen in Britsch-Indiëen Indonesië, als zelfs de burgeroorlog in China in laatste instantie mee samenhangen, terwijl op den achtergrond de groote Russische revolutie staat. * » * Maar hoe men dit ook zien wil, twee dingen moet ieder toegeven, die niet blind is voor duidelijke teekenen,: Ie. Amanoellah is bezig zijn land te moderniseeren, sinds hij er een drie a vier jaar geleden in geslaagd is de macht der stamhoofden te breken. Daarop wijst de aanleg van auto wegen te verkiezen boven sporen in een dun bevolkt land, dat voor ongeveer twee-derden uit bergen bestaat daarop wijst bovenal invoering van den dienstplicht. En 2e: Amanoellah's reis over Bombay, Caïro, Rome, Parijs, Berlijn en Londen hangt met die moderniseering samen, hoe dan ook precies de verhoudingen mogen zijn. In dit licht valt het dan ook niet moeilijk de zeer opmerkelijke beleefdheid te begrijpen, waar mee de Afghaansche koning en zijn vrouw in al de genoemde hoofdsteden zonder onderscheid zijn ontvangen. Als er zaken te doen zijn, plegen de menschen nu eenmaal beleefd te worden, ook tegenover personen, die in hun onderbewustzijn thuis hooren in operettes of op zijn best op sigarettenmerken. Welke gevolgen intusschen deze reis en de betoonde beleefdheid zullen hebben, en welke weer de gevolgen van een mogelijk daaruit voortvloeien de verdere modem'seerin'j; van Afghan'starx kuiin :n zijn, dat kan zelfs de scherpste belangstelling onmogelijk onderkennen. Wat de Engeïschen ervan hopen is uit verschillende uitlatingen duidelijk gebleken: zij meenon dat de tijd eindelijk geko men is het onrustige Noord-Westen van hun Indisch Rijk te pacificeeren, wanneer het eenmaal een modern Afghanistan vóór en een modern Indiëachter zich zal hebben, maar het is lang niet zeker, dat die hoop niet ijdel zal blijken. Laten wij ons echter in die gevolgen niet ver diepen voor den tijd. Amanoellali's reis heeft voorloopig althans in elk geval deze beteekenis gehad, dat wij er weer opnieuw uit hebben kunnen leeren, dat de bordjes tusschen Aziëen Europa bezig zijn verhangen te worden, zoodat zelfs de vorst van een Aziatisch rijkje met niet meer dan een vijf, op zijn hoogst zes millioen inwoners vol pracht en praal ontvangen is moeten worden, door den grootsten monarch van Europa, ja van de wereld, Zijne Majesteit George V, bij Gods genade van Groot-Brittaniëen Ierland, en de Britsche dominions over Zee, Koning, Verdediger des Geloofs en Keizer van Indië. He is maar een symptoom, doch een belangrijk symptoom. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. c\s c\s c\s DEN HAAG 5x°cxs GNS AMSTERDAM - ARNHEM Internationale Transporten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl