Historisch Archief 1877-1940
No-2653
DE, GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 APRIL 1928
21
<den weg er. bij neervielen, was het
net of wij als studenten onderweg
waren. Een beetje meer slaag dan zij,
maar wie let daar op ?.... Nu zijn er
'bijna geen transporten meer: de
gevangenen worden in een trein
?geduwd en zoo weggestuurd. En
bovendien, ik ben hokvast geworden
«n leef graag opgesloten.... opge
sloten is toch maar het beste !"
En hij begon zich weer opnieuw te
beklagen over zijn pech, daarbij het
laatste voorval verhalend, dat hem
in de gevangenis had gebracht.
Het was een snikheete dag in Juli;
een middag waarop de straten van
Valencia uitgestorven lijken, onder
«en blakerende zon en een
brandstapelwind, die van de geroosterde vlakten
van het binnenland komt. Iedereen
"was bij het stierengevecht of aan de
oever van de zee. Toen was Chamorra,
?een vroegere kameraad in de opslui
ting en van op reis, gekomen, en had
hem gevraagd mee te doen. Die
Chamorra, die veel invloed op
Magdalena had, was een gemeene
vent! Het ging er om, een huis
,,schoon" te maken, waarop het oog
van den gevaarlijken schelm gevallen
?was. Magdalena verontschuldigde zich
bescheiden. Daarvoor was hij niet
geschikt: daarbij kon hij hem toch
niet van dienst zijn. Op een balcon
klimmen en de wasch wegpakken, die
daar hing om te drogen; zich met een
vluggen ruk meester maken van de
beurs van een dame en hard
weglóopen.... best: maar deuren f
or«eeren. het geheim van een woning
verstoren, waarin menschen aanwezig
konden zijn . . . . ?
Nog grooter vrees dan dit alles
tooezemde hem de ontstemming van
Chamorra in en hij eindigde met hem
te gehoorzamen. Goed dan: hij zou
meegaan als hulp, om de pakken te
?dragen, maar vastbesloten om op het
minste alarm te vluchten.
In den loop van den middag gingen
?zij dus het nauwe > rapportaal binnen
van een huis zonder portiersloge en
waarvan ook de buren afwezig waren.
Chamorra kende zijn slachtoffer: een
"welgestelde handwerksman, die zeker
een flink spaarduitje moest hebben.
'Zonder twijfel was deze met zijn
vrouw aan zee of bij de stieren.
Boven ging de deur van de woning
aonder veel tegenstand open, en de
twee kameraden begonnen te werken
in het schemerige licht van de
halfgeopende balcondeuren. Chamorra ver
brak de sloten van twee commodes en
een kast. Zilvergeld, kopergeld, wat
bankbiljetten opgerold onder in het
foudraal van een waaier, de bruids
sluier, een horloge. Het was geen
slechte slag, dien ze geslagen hadden.
'Zijn blik zwierf door het vertrek, in den
wensch zich van alles meester te
maken wat de moeite waard was. Hij
klaagde over de nutteloosheid van
Magdalena, die ongerust en beangst
met hangende armen van den eenen
kant naar den anderen liep, niet
wetend wat te doen.
Pak de matrassen" beval hij. ..Ze
?zullen altijd iets voor de vulling
.-geven."
En Magdalena, die verlangend was
?om er zoo gauw mogelijk een eind aan
"te maken, schoof blindelings een koord
onder de matrassen en de lakens.
Daarna maakte hij er, geholpen door
zijn kameraad, een rol van den heelen
boel en laadde den omvangrijken last
haastig op zijn rug.
Zij vertrokken zonder gazien te
worden en naar den buitenkant van
de stad, naar een krot je in
Arrancapinos, dat het hol van Chamorra
was. Deze liep vooraan, besloten
?om op het eerste sein van gevaar te
vluchten ; Muydalenft volgde hem,
?dravend, bijna verborgen onder den
Jast vreezend ieder oogenblik de
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
hand van de politie te zullen voelen.
Toen zij in den afgelegen stal den
buit onderzochten toonde Chamorra
een grenzelooze onbeschaamdheid,
door zijn kameraad in kopergeld een
paar pesetas te overhandigen. Daar
had hij voor het oogenblik genoeg aan.
Hij deed het voor zijn welzijn, daar
hij het anders toch maar zou ver
kwisten. Een anderen keer zou hij hem
meer geven.
Daarna maakten ze het pak van de
matrassen open, en Chamorra sloeg
voorover, met de handen in de zijde.
brullend van het lachen. Wat een
vondst ! . . . . Wat een cadeau !
Magdalena lachte ook, voor den
eersten keer van den geheelen middag.
Op de matrassen lag een klein kindje,
met niets anders dan oen hemdje aan,
de oogen gesloten, het gezichtje vuur
rood, terwijl het borstje onrustig op
en neer ging toen het de eerste;
liefkoozing van de frissche lucht voelde.
Magdalena herinnerde zich gedurende
zijn tocht het vage gevoel te hebben
gehad, dat er iets levends op zijn
schouders bewoog' in het dikke pak.
Een zwak en onderdrukt Keurend
geluid had hem steeds op zijn vlucht
achtervolgd.... De moeder had het
kind slapend achtergelaten in de
frissche duisternis van liet alcoof en
zij hadden het, zonder te weten,
moegepakt toen ze het beddegoed opge
nomen hadden.
De verschrikte oogen van Magda
lena ondervroegen zijn metgezel. Wal
moesten ze met het kleintje begin
nen.. ..? Maar die doortrapte vent
lachte duivelsch.
..Dat is voor jou; ik geef het je
cadeau.... Eet h om met
aardappcltjos."
En hij Ring weg mot do lioolo op
brengst van den diefstal. Magdalena
bleef besluiteloos staan, en nam
onderwijl het kindje in zijn armen.
Stakkerdje....
,.Sst, arm kereltje ! Suja. suja.
koning van mij. kindeke Jezus.. .. !
Kijk eens naar me ! ik ben je oompje !"
Maar Magdalena hield op met
lachen toen hij aan de moeder dacht.
aan haar wanhopig verdriet als zij
thuis zou komen. Hot verlies van
haar klein vermogeritje zou het minste
voor haar beteekenen. Het kind !
Waar het kind te vinden.... ! Hij
kende de moeders: La Peluchniia was
het slechtste wijf, dat er bestond en
hij had haar zien huilen en brullen
toen haar kleintje in levensgevaar
verkeerde.
Hij keek eens naar de zon. die
begon te dalen naar een majestueuze?!.
zomerschon zonsondergang. Kr was nog
tijd om het jongetje weer naar zijn
huis terug' te brengen, vóór dat do
ouders thuiskwamen. Kn als hij met
hen zou samontreft'en, zou hij maar
wat liegen, verklaren, dat hij den kleine
midden op straat gevonden had; hij
zou er zich zoo goed en 7,00 kwaad als
het ging uitredden. Vooruit maar; hij
had zich nog' nooit zoo moedig gevoeld.
Met hot kind in de armen ging hij
rustig' door de zelfde straten die hij
tevoren in angst was doorgerend. Hij
ging het trapje op /.onder iemand te
ontmoeten. Boven, de zelfde ver
latenheid. De deur stond nog open.
mot hot geforceerde slot. luimen.
gaven de wanordelijke kamers met
de kapotte meubelen, do laden np
den grond, de omgeworpen stoelen
en do verspreide klocron een /elfden
indruk van onlzottingalsoon moorde
naar moet hebbon, die terugkomt om
het lijk t e bekijken van zijn slachtoffer.
ROVAtDESSERT
PATHIA 'i' PRIMA
Hij .gaf hot ventje een laatst en kus
en liet hun achter op den stroozak
van het bed. ..Dag, sehatje !"
Maar toen hij in do buurt van de
tra]) kwam hoorde hij voetstappen,
en tegelijkertijd klonk het schrille
geroep van een vrouwenstem:
. ..Dieven. . . . ! Help. . .. !"
Maxduieati was van plan de vlucht
te nemen, om zich met hot hoofd
vooruit een doortocht te banen, zooals
een rat. die in hot nauw gedreven is;
maar hij voelde zich vastgegrepen door
een paar cyclopen-handen, gewond het
ijzer Ie hameren en mot n stoot
rolde hij de trap af.
..Alles bij elkaar, meneer: diefstal
met braak; zo hebben me ik weet niet
hoeveel jaar pegeven .... en dat
alleen omdat ik goedhartig geweesl
ben. .Maar ze hebben me niet eens
..ver/achtende omstandigheden" ge
geven, omdat ze mij op heotordaad
betrapt hebben bij een belangrijke
inbraak. Iedereen weet. dat de dadel'
Ch(iui:'iT:i was. <lieii ik nooit meer
gezien heb.. .. en zo lachen me uit
o)) den koop toe."