De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 14 april pagina 15

14 april 1928 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2654 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 APRIL 1928 15 Op den Economischen Uitkijk Jamin tieodra ? door Jhr. Mr. H. SMISSAERT T") IT is wel een der heel malle gevallen" in onze arbeidswetgeving, die reeds oude ge schiedenis der kacheltjes van Jamin", maar dit dreigt nu tevens door de oplossing, welke de Re geering voorstelt daaraan te geven, een zeer be denkelijke, ja, ergerlijke historie te worden, van zeer verre en zeer ongewenschte strekking. Gij herinnert u wat ds zaak was ? In het no. van 17 April 1926 der Groene heb ik haar besproken, maardit is alweer bijna twee jaar geleden en wij leven zoo snel en gij leest zooveel.... Laat mij dan even uwe herinnering opfrisschen. De bekende firma Jamin meende volgens de Arbeidswet te handelen door hare (talrijke) winkels te verwarmen met petroleumkacheitjes. De heeren der Arbeidsin spectie oordeelden, dat dit geene behoorlijke ver warming was. De zaak kwam voor den rechter, tot voor den hoogsten rechter: bij arrest van 25 Ja nuari 1926 stelde de Hooge Baad de firma Jamin in het gelijk en wees uit, dat de afkeuring door de Arbeidsinspectie van deze verwarmingswij ze geen steun vond in de wet. Vernomen heb ik (maar niet gezien), dat de firma Jamin, zegevierend uit het strijdperk tre dende, eene advertentie plaatste, waarin het Nederlandsche wapen werd afgebeeld (de klim mende leeuw, symbool onzer volksvrijheid !) en daaronder een wapenspreuk, welke, met een geestigen variant op het klassieke devies, luidde: J umin tiendra, ! Maar achter die fiere woorden, dezen overwinningskreet, moet nu, gelijk ik in mijn opschrift dan ook deed, een vraagtceken worden geplaatst. Waarom ? Hier moet ik mij begeven in eene uiteen zetting van de gronden, welke de Hoogo Raad tot zijn arrest brachten, uiteenzetting, welke de lezer gelieve te volgen, wil hij hot overige van de zaak verstaan. Ziehier dan, waarop alles neerkomt. Beslissend in deze zaak is de tekst van art. 10 (eerste lid) deiArbeidswet. Daarin wordt gezegd, dat arbeid als de hierbedoelde slechts mag worden verricht onder de .,bij" een algemeenen maatregel van bestuur gestelde voorwaarden. Ik plaats het woordje bij tusechen ,, ", want daarop komt het aan. De Hooge Raad nu redeneerde aldus: indien voorwaarden moeten worden gesteld bij een bestuursmaatregel, dan beduidt dit, dat die voorwaarden door de kennisneming van dien bestuursmaatregel den belanghebbende geopenbaard worden, m.a.w. in dat stuk moeten zij te vinden, te lezen zijn. De hierbedoelde bestuursmaatregel nu is het zooge naamde Arbeidsbesluit 1920"; art. 59 van dit decreet eischt naleving van wat door het districts hoofd (der Arbeidsinspectie) is geëischt ten aanzien van de verwarming." In (?bij") dit artikel worden dus geen voorwaarden gesteld; het artikel zegt eenvoudig, dat de ambtenaar die voorwaarden zal bepalen. De slotsom is dus: de ambtenaar, voor waarden stellende, heeft wel gehandeld volgens het Arbeidsbesluit, maar dit besluit zelf deugt niet, is krachteloos, want het houdt zich niet aan den tekst der wet, waarop het steunt: het geeft zelf niet de voorwaaden aan, maa/r laat dit aangeven aan een ambtenaar over. . . . De lezer, die mij tot dusverre heeft gevolgd, zal, hoop ik, met mij niet alleen de zaak heel duidelijk vinden doch ook met mij oordeelen, dat het arrest van den Hoogen Raad volkomen juist was. Bij" beteekent taalkundig en ook in dit zinsverband in" of door" en niet: krachtens" of ingevolge" of iets dergelijks. En zoo is dan nu door deze in hoogste instantie gegevene uitspraak van den rechter dit artikel 59 van het Arbeidsbesluit krachteloos als in strijd .niet de wet. Hoe dit te verhelpen ? Want verholpen moet dit natuurlijk worden. Wel, de oplossing ligt voor de hand: daar de wet eischt vaststelling van de voorwaarden in den bestuursmaatregel, moet deze laatste worden gewijzigd en voortaan eene opsomming of eene omschrijving van de voor waarden geven. Als dit geschiedt, dan kan zich Altijd nog het geval voordoen, dat de Arbeids inspectie zegt: aan de (in het Arbeidsbesluit ge stelde) voorwaarden wordt bij Jamin of een ander niet voldaan. En als dan Jamin of die ander het daarover met de Arbeidsinspectie niet eens zijn, dan zal weer de rechter erin worden gemengd, thans om te beslissen of de feitelijke toestand, de gebezigde verwarmings wij ze, inderdaad aan de vaststaande voorwaarden voldoet. Tegen des ambtenaars afkeurend oordeel heeft de belang hebbende dan beroep op den rechter. Deze oplossing ligt voor de hand. Maar het voor de hand liggende wordt niet altijd gegrepen. . . . als men 't niet grijpen wil. En het is duidelijk, dat deze oplossing door de Regeering niet wordt ge wild. Want zij heeft (eind December '27) bij de Tweede Kamer eene wijziging van de Arbeidswet aanhangig gemaakt, strekkende om in art. 10 het fameuse bij" te vervangen door bij of krachtens", Zij wil dus de fout van het Arbeidsbesluit (het strijdige met de wet) niet verbeteren door dit besluit te veranderen; zij wil die fout dekken door eene wetswijziging, waardoor de nieuwe tekst van art. 10 klopt met het tot nu toe foutieve besluit. Wat natuurlijk ook 'n manier is om de zaak in 't reine te brengen, zij het dan geen elegante ! Een manier, waaruit de wil der Regeering blijkt om de, den ambtenaar abusievelijk toegekende, bevoegd heid te handhaven. Eene oplossing", waarbij de voorwaarden niet in het besluit te vinden zullen zijn, doch door de Arbeidsinspectie zullen worden vastgesteld. Wordt dit voorstel door het Parlement aanvaard, dan zal dus Jamin of een ander niet tot den rechter kunnen gaan en hem vragen: oordeelt gij niet, dat ik aan het Arbeidsbesluit voldoe, terwijl de Ar beidsinspectie dit ontkent ? Maar hier valt toch nog te onderscheiden. De ambtenaar stelt voorwaarden vast; Jamin of een ander moet daaraan voldoen. Doch n middel tegen willekeur staat hem ook dan nog ten dienste. Wat de ambtenaar voorschrijft, moet blijven binnen het kader der uitvoering" van wet of bestuursmaatregel. Daarin ligt eeno (zedelijke) beperking van des ambtenaars (overigens zoo wijde) bevoegdheid, een veiligheidsklep tegen willekeurige, te ver strekkende voorschriften. Intusschen, ook dot icil de Jtegeering niet. Zij stelt voor: een duister geredigeerde alinea ik spaar u tekst en uitleg" welke, volgens de Memorie van Toelichting, strekt, om te voorkomen, dat de rechterlijke macht het tot hare taak rekent, te onderzoeken, of een beslissing, krachtens den algemeenen maatregel van bestuur genomen, materieel wel onder het begrip uitvoering" van den algemeenen maatregel valt". Men ziet: hier wordt aan Jamin c.s. de laatste kans ontnomen ! Welke voorwaarden te stellen zijn, zal voortaan niet het Arbeidsbesluit, doch de Arbeidsinspectie bepalen. Mocht gij die bepaling achten te vallen buiten het kader der uitvoering en daarvoor een beroep willen doen op den rechter, dan zal de rechter u antwoorden: de wetgever heeft uitgemaakt dat ik zulk een onderzoek niet tot mijn taak mag rekenen. . . . ! Dit alles gaat zoo ver als 't met mogelijkheid maar gaan kan. Inderdaad kan de wetgever alles bepalen en wij allen zijn slaven der wet. De wet kan den ambtenaren blanco-volmacht geven. Oordeelen burgers dat de ambtenaar misbruik maakt van die volmacht, de wet kan zeggen, dat die burgers zich daarover niet bij den rechter kunnen beklagen. Dat alles kan de wet. En deze Regeering wil in het onderhavige geval dat de wetgever dit alles ook doet. Maar dit alles (ziehier de bedenkelijke en ergerlijke zijde van het aanvankelijke malle geval) dit alles beduidt, dat wij tegenover den ambtenaar niets te vertellen hebben. Hij zegt, hoe het zijn moet. Gaat wat hij zegt alle perken te buiten, geen macht buiten zijn sfeer kan hem binnen de perken terugdringen. Hier is de zegepraal van den ambte naar volkomen. Wie ter wereld maakt" hem wat"? Hem heeft men te gehoorzamen, zonder appèl ! Wat zal het Parlement met deze wetsvoordracht doen i* In de pers is verzet hiertegen niet uitge bleven. Mr. Dr. II. Vos hoeft zijne gezaghebbende stem hiertegen luide .doen klinken on de beteekenisvolle vraag gesteld: Rechtsstaat of Ambtenaars staat?" Ik doe bij deze het mijne om do openbare aandacht te vestigen op do verre strekking van dit wetje, dat een noodlottige poging is om do machtssfoor der Arbeidsinspectie uit te breiden tot dit schier ondenkbare: onttrekking van hare beslis singen aan de kennisneming dor rechterlijke macht, uit te breiden tot hot onbeperkte ! Jamin tiendra? Moge hot Parlement dit v raagteekon uitwisschen ! Beurs-spiegel Donderdag, 12 April. LJ OEWEL de afgeloopen week door een drietal beursvacantiedagen. werd onderbroken, heeft de affaire allerminst stilgelegen. Integendeel, in enkele hoeken waren, de omzetten bepaald levendig. In de eerste plaats verdient vermelding de kunstzij deafdeoling. Nadat eenigen tijd de koersen aldaar vrijwel stationnair waren gebleven, werd opnieuw een hausse-beweging ingezet dio het koersniveau andermaal op een enkoio tientallen percenten hooger peil bracht. Een direct aanwijsbare oorzaak voor die optimistische stemming is niet te onder kennen,; do periode waarin wij ons thans bevinden staat nu eenmaal in, hot teeken van een onver woestbare hausse in kunstzij-papieren, waarbij zich nog oen algemeen opwaarts gerichte tendens voegt. Do productiecijfers zijn. inderdaad bemoe digend, en do groote con.oern.s welke hot afgeloopen boekjaar reeds afsloten,, deden, dat met zeer gunstige winstcijfers; zoowol voor Courtaulds als voor Vereirügte Glanzstoff geldt dit. liet schijnen vooral Duitsche insiders te zijn. die van onze inheemscho fabrieken goode verwachtingen koes teren; de aankooporders komen, in zeer belangrijke mate van. onze Oostelijke buren, en een omvangrijk deel van, hot kapitaal onzer Nederlandsche onder nemingen, is reeds in Duitsche handen overgegaan. Ook voor Philips' aandeelen bestond een gunstige stemming, mede doordat buitenlandsche koop orders aanwezig waren. De kapitaalnood in Duitschland wordt weer steeds grootor. Vooral het bouwbedrijf hooft oon niet te stelpen middelondorst, on deze tak van nijverheid wordt slechts in haar activiteit geremd door gebrek aan kapitaal. \Vel hebben de jongste pandbriefenmissies in Nederland ooivige verlichting gebracht, doch veel moor dan. oon droppel op oon gloeiende; plaat was het niet. Dat men alle macht in hot werk stolt om hot zoo begeerde kapitaal te verworven, blijkt o.m. hieruit, dat weer bijzondere on min of meer ingewikkelde- constructies worden bedacht om don, belegger te lokken.. Toon voor enkele jaren do eerste Duitsehe i'idustrieclu omis sies nog ietwat schoorvoetend worden aan de markt gebracht, hoeft men oen zeliMo verschijnsel kunnen waarnemen. Zoo worden winst doelende obligatieleen.ingen gecreëerd en word den inschrijver optierecht op of convoi-siorocht in aandeelen verleend. Thans zijn het de gemeenten, gedwongen om voor eenigon tijd aangegane vlottende schulden te consolidooren in binnenlaAdsche leeningen in.stede van buitenlaudsehe, zooals aanvankelijk in hot voor nemen lag, oon, beroof) op de kapitaalmarkt komen doen. Van winstdoeling of optie kan natuurlijk geen sprake zijn; do nieuwste gemeenteleeningen bierten toch don inschrijver bijzondere attracties. Ik noem daarvan <le 5 p('t. l'ran.kfurt. 5 pCt. lleidelbei'g on 5 p('t. Münchon. Deze obligatiën hebben ooi: slechts li-jarigen looptijd, on worden afgelost tegen l OS p(,'t. Do korte looptijd voorziet in oon behoefte, oiudat de jongste ontwikkeling op do Duitsche kapitaalmarkt bij velen den indruk ves tigt dat nog verdere stijging van de rente verwacht kan worden.. Blijkt dat hot geval te zijn, dan kan men binnon luttele jaren van zulk een stijging al prof Hoeren. Sedert eonigon tijd worden te New-Vork aan zienlijke bedragen goud aangekocht met bestem ming voor do Reichsbank. Enkele Kngelsche en Franscho bladen hebben, »1 een oplossing voor dit probleem gevonden. Schacht is. naar algemeen bekend is, do meeiün.g toegedaan dat do Daweslaston te zwaar zullen blijken. Wanneer nu inder daad do betalingsbalans passief wordt, bestaan twee mogelijkheden: of de Reichsbank staat deviezen uit haar portefeuille af. of zij laat goud afvloeien. Hot eerste valt nauwelijks op. hot twoodo hooft oen meer alarmeerend effect. Welnu. Schr.cht koos do alarmeei'endste methode, dat ligt voor de han.d. niet waar? Waarschijnlijk is deze beoordeeling wol wat al te naïef on gezocht. C. K. BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA" SPANJAARD&C0FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl