Historisch Archief 1877-1940
Nö, 2659
DÉGROENE AMSTERDAMMER VAN 21 APRÏL 1928
15
Het Philips-concern
door C. A. KLAASSE
Y~\ M fundamenteele waarheid van het aloude
adagium labor vincit" wordt wel nauwelijks
?elders zoo uitgesproken gedemonstreerd als aan de
?ontwikkeling van de Philips-bedrijven. In ruim
een kwart eeuw tijds werd deze industrie van een
onbeteekenend bedrijfje opgewerkt tot een concern
met vertakkingen over de geheele wereld, waarvan
<le producten een niet minder verbreide reputatie
genieten.
* *
*
Zoo juist werd het jaarverslag van de N.V.
Philips Gloeilampenfabrieken over 1927 gepubli
ceerd. De gegevens welke het bevat zijn te omvang
rijk om die te dezer plaatse alle te vermelden. Ik
doe daarom slechts een greep uit de veelheid van
?cijfere en feiten, die de enorme vitaliteit en earning
power van deze onderneming bewijzen. Het winst
cijfer, dat men op de verlies- en winstrekening
-aantreft beloopt ? 11J millioen; zulks in verge
lijking met respectievelijk ? 6,2 millioen, ? 5,3 milli
oen en ? 4,4 millioen in de voorafgaande boekjaren.
Ik sprak van het winstcijfer, dat uit de winstreke
ning spreekt. Men bedenke dat als eenige
batepost ep die rekening voorkomt: het saldo der ex
ploitatierekening, dat een mystificatie is. Welke
.afschrijringen op die rekening reeds in mindering
van het voordeelig saldo zijn gebracht, is niet
na te gaan. Men fluistert dan ook dat de winstpositie
?ongetwijfeld gunstiger is dan uit het jaarverslag
blijkt. Maar afgezien daarvan zijn de afschrijvingen
~ten beloope van ? 6,9 millioen, die op de winstreke
ning paraisseeren, waaronder ? 4,4 millioen extra,
Teeds voldoende veelzeggend. Met die afschrijvingen
tijn alle uitbreidingen van machinerieën, instrumen
ten, fabrieksgebouwen, etc. wederom geheel uit de
boeken verdwenen. Octrooien, machinerien, ge
bouwen en terreinen, zoowel voor fabrieksgebou
wen als voor woningen, staan elk weer met ? 1.
op de balaas.
* *
*
Tot zooverre liet ik de cijfers spreken, liet
afgeloopen jaar is van zeer bijzondere beteekenis ge
weest voor het Philips-concern, omdat daarin een
ongekende uitbreiding werd gegeven aan de
afdeeling die zich bezighoudt met de voortbrenging
van radio-artikelen. Het getuigt van scherp com
mercieel inzicht, dat de maatschappij zich met alle
kracht heeft geworpen op deze nog uiterst jonge
nijverheid. Nog nauwelijks werd vermoed dat de
draadlooze telefonie het ooit zou brengen tot een
«enigszins algemeene toepassing of de
Philipslaboratoria legden reeds den grondslag voor de
massa-productie van apparaten. Voor zoover lam
pen betreft lag de fabricage natuurlijk in de lijn,
maar overigens viel de radioindustrie tot voor kort
meer buiten het kader van het Philips-bedrijf. En
thans, na luttele jaren, hebben zijn ingenieurs be
langrijke ontdekkingen gedaan, en is de
radio-afdeeling een der voornaamste onderdeelen van het
«oncern, ondergebracht in een zelfstandige N.V.,
waarvan de Gloeilampenfabriek het
aandeelenkapiteal bezit. De Philips kortegolfzender heeft zich
niet alleen in onze koloniën, maar evenzeer elders
«en reputatie verworven, die de onderneming ook op
dit gebied tot een pionier stempelt.
* *
*
Nauwelijks zullen destijds de grondleggers van
deze nationale industrie vermoed hebben, dat zij
voor hun ijver en toewijding zouden beloond worden
met zulk een enormen groei van hun bedrijf. Een van
de beide broers, die met het in 1891 opgerichte
fabriekje de kinderziekten meemaakte, de huidige
directeur, A. F. Philips, zou zulks in den aanvang
van zijn fabrikanten-carrière zeker niet gedroomd
hebben. Want niet dan noode had hij, om zijn vader
en broer terwille te zijn, tijdelijk het bankvak,
waaraan hij zich met hart en ziel had gewijd, vaar
wel gezegd. Maar reeds spoedig trok hem zijn
nieuBRANDBLUSSCHER
*HOLLANDIA"
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT
we werkkring dermate, dat hij haar tijdelijk karak
ter eraan wenschte te geven, en besloot zich aan de
gloeilampen te blijven wijden. Een van de bezwaren
die hij aanvankelijk tegen de hem geboden functie
opperde: dat hij zich zou moeten begraven" in
een gat als Eindhoven, is trouwens nimmer een
wezenlijk bezwaar gebleken. Want een onuitputte
lijke lust tot reizen heeft steeds den heer A. F. Phi
lips getypeerd. Zijn broer, thans Dr. Ir. G. L. F.
Philips, die de eerste kiem van de fabriek had aan
gekweekt na de omzetting van de firma in een
N.V. in 1912 was hij een aantal jaren directeur, en
daarna commissaris bleef zich sedert dien geheel
aan de technische zijde van de industrie wijden.
A. F. Philips nam het commercieele gedeelte voor
zijn rekening. En deze hechte combinatie van den
knappen technicus en den uitnemenden
commercieelen leider heeft van het kleine fabriekje met deficit
het jaar 1895, toen A. F. Philips in de zaak was
getreden, leverde voor het eerst een winst op: de
kapitale som van. ... ? 14.000 een vermaard
electrotechnisch concern gewrocht met ruime
winstcapaciteit.
* *
*
De technische leider heeft jarenlang uiterst nut
tig werk verricht, heeft den grondslag gelegd voor
de reputatie der Philips-producten, doch hij heeft
tenslotte het veld moeten ruimen voor den handels
man. A. F. Philips heeft de organisatie van den ver
koop ter hand genomen, heeft steeds het principe
voorgestaan dat de koopman zelve moet reizen om
zijn fabrikaat erin" te krijgen. Eigenlijk heeft hij
voortdurend gereisd: als het eenigszins noodig is
trekt hij er zelf op uit. Onder zijn leiding zijn ook in
de Eindhovensche fabrieken alle principes van
moderne wetenschappelijke bedrijfsleiding tot uit
voering geraakt. Een speciale afdeeling voor psycho
techniek, met een staf van wetenschappelijk ge
schoolde krachten, is de fabriek behulpzaam bij
de keuze van de meest geschikte arbeiders, en helpt
de arbeiders in de keuze van den taak, waarvoor
hun capaciteiten hen voorbestemmen. Uitgebreide
en kostbare inrichtingen zijn dienstbaar gemaakt
aan lichamelijk en geestelijk welzijn van arbeiders
en beambten. Eenige doktoren verleenen gratis
hulp aan de geemployeerden en een polykliniek
staat te hunner beschikking. Binnenkort zal een
speciale fabrieksarts worden aangesteld die zich in
het bijzonder zal bezighouden met bedrijfs-hygiëi
sche aangelegenheden. Er is zorggedragen voor ge
legenheid tot recreatie voor de arbeiders; het
Philipsdorp verschaft huisvesting aan de arbeiders;
de beambten vinden onderkomen in een villa-dorp.
En zoo zou ik kunnen voortgaan. Men onderschatte
de economische beteekenis van de laatstelijk op
gesomde factoren niet. Natuurlijk speelt ook een
geest van philantropie daarbij een zekere rol; maar
ongetwijfeld wordt ook de efficiëntie van du ar
beidsorganisatie daardoor aanmerkelijk gestimu
leerd. De toepassing zoowel door Stork, van Mar
ken, als Philips heeft dat gestaafd, zooals trouwens
de in Amerika opgedane ervaring deed verwachten.
Ik zeide het reeds: er is te veel om melding van te
kunnen maken. Maar toch moet ik nog even stil
staan bij de plaats van de Philipsgroep in de inter
nationale industrie. De beteekenis van de fabriek
weet men in het buitenland ongetwijfeld naar waar
de te schatten. Vooral liet laboratoriumwerk heeft
op de buitenlandsche concurrentie een gruoten
iiidruk gemaakt. Terecht; ik moge slechts releveeren
dat in de jaren 1921?24 door de maatschappij niet
minder dan 330 octrooien werden aangemeld. Geen
wonder dat buitenlandsche ondernemingen het op
prijs stelden overeenkomsten tot uitwisseling van
patenten en werkwijzen aan te gaan. Zulk een con
tract werd b.v. gesloten met de bekende Allgemeitie
Elektrizitats Gesellschaft. In Mei 191'J werd op
dezelfde gronden een belangengemeenschap
gessloten met de General Electric Company en met de
International General Electric Company. Deze laat
ste maatschappij heeft zich sterk financieel bij
Philips geintresseerd, en daarmede den band nog
nauwer aangehaald. Daarnaast werden nog met
tal van andere ondernemingen in den vreemde be
langengemeenschappen aangegaan, of in het kapi
taal daarvan deelgenomen.
Ongetwijfeld een nationale nijverheid, waarop
wij trotsch mogen zijn !
A. F. Philips
Beurs-spiegel
Donderdag, 19 April.
HTEGEN het eind van de hier besproken
weekperiode ontstond een willige stemming Toor
oliewaarden in navolging van de zeer vaste tendens
waarvan plotseling in Wallstreet oliepapieren het
middelpunt waren. De overweging waarop aan gene
zijde van den Oceaan de kooplust voornamelijk ge
baseerd was, is de groeiende waarschijnlijkheid dat
de pogingen tot productiebeperking succes oogsten.
Hoewel het natuurlijk moeilijk blijft het toekom
stig koersverloop te voorzien, lijken
petroleumaandeelen in het huidige stadium wel de;
aandeelencategorie die het meest gepredisponeerd is voor een
hausse. Waarmede ik vanzelfsprekend niet wil zeggen
dat die hausse zal komen. .Slechts is een goede
voedingsbodem daarvoor aanwezig. Nagenoeg alle
denkbare ongunstige; factoren zijn in den jongsten
tijd in de koersen verdisconteerd. De overproduc
tie in verschillende gebieden, voornamelijk in de
Vereenigde Staten en Venezuela, de Kussische
oliekwestie, en. tenslotte de productie van synthe
tische benzine; alle deze gebeurtenissen liggen achter
ons. Dat men de beteekenis van zulke factoren
slechts uiterst globaal kan meten, spreekt vanzelf.
In elk geval is geleidelijk een gevoelige prijsdaling
ingetreden. lieeds geruimen tijd worden in de
Vereenigde Staten, min of meer onder de auspiciën van
de overheid maatregelen tot beperking der produc
tiegebieden (Texas, Sominole-veld) beraamd en
ook ten uitvoer gelegd. Thans schijnt men daarvan
wat gunstiger verwachtingen te gaan koesteren.
De synthetische olie-kwestie heeft langzamerhand
de attractie van het nieuwe verloren; men vermeldt
haar nauwelijks meer. Zoo is het ook met de
Kussische olie; principieel is niets gewijzigd, maar
men vat de zaak wat luchtiger op.
De Noorsche regeering heeft eieren voor haar
geld gekozen; dientengevolge krijgen haar onder
danen in den vervolge goud voor hun geld. De sta
bilisatie is perfect geworden, en de bankbiljetten
zullen weer inwisselbaar zijn tegen goud. Het is met
den Noorschen Kroon gegaan, zooals het ook inet
de Deensche en de Japansche munteenheid is ge
gaan. De regeering wenschte geleidelijk traps
gewijze op te klimmen tot het goudpari-peil. In
Denemarken en Noorwegen werden zorgvuldig
etappes vastgelegd, die men bij de revalorisistien in
acht zou nemen om de exportindustrie, die immers
liet meest door de opdrijving van de muntwaarde
Wordt geschaad, niet te zwaar te belasten. Maar de
speculaties is sterker dan den wonsch eener
regeoriiig, on. /.ij maakt in zulke gevallen de wetgeving
tot een wassen neus. Sedert oenigon tijd soheon
echter do speculatie er de brui aan te geven. Saldi
worden uit Noorwegen weggetrokken on de wis
selkoers milest iols prijsgeven. Om te voorkomen
dat hot land mot nog niet stabiele valuta van
zulk oen toestand nadeel zou ondervinden,
hooft men thans tot aanvaarding van de goud
basis besloten. Wederom is daarmede een
Kuropeosche muntsoort in de rails van den gouden
standaard teruggebracht. Do Karpathen krijgon
liet hard te verantwoorden.
O, K.