De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 april pagina 4

21 april 1928 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DÉGROENE AMSTERDAMMER VAN 21 APRIL 1928 No. 2655 PAWLOWA Kroniek van den Dans door W. J. F. WERUMEUS BL7NING L. Argentina en Pawlowa ^JTU n seizoen ons twee der grootste levende danseressen, zoo niet de grootste twee, in Nederland bracht, is er alle aanleiding, niet tot een vergelijking, want daartoe verschillen hare genre's te veel, maar tot een rangschikken van indrukken. Beiden zijn, oorspronkelijk geschoold in de groote tradities van het Moskousche en Madrileensche ballet, technisch boven alle critiek verheven, en haar dans, bij beiden in zuiversten vorm louter spel van lijn, louter muziek en hieroglyf van beweging, is, wat dien grondslag betreft n dien vorm, verwant. Een tijd, meer geneigd om strijd te voeren over artistieke zaken onze tijd schijnt eer geneigd tot arfciatveken wereldvrede ? zou reeds lang in twee kampen verdeeld zijn: Pawlowisten en Argentinariers, en men kan het hem kwalijk nemen dat hij dien partijgangers-oorlog niet geopend heeft, al was het maar om er de wijsheid bij te kunnen verkon digen, dat zulk een partijgangerschap juist een eeuw geleden Europa verdeelde in Taglionisten en Elssleristen. Want inderdaad, des te meer men zich Pawlo wa's en Argentina's dansen voor den geest roept, des te meer lijkt die groote tegenstelling TaglioniElasler in hen herleeft: de lichaamlooze, etherische, romantische wereldvlucht van Marie-pleine-degraces in Anna Pawlowa, de zinnelijke, hartstoch telijke en aardsche en toch zoo heldere en nobele ? dans van Fanny Elssler in Argentina. Ja, vele argumenten uit dien oorlog van voor honderd jaren ztfn. hier toepasselijk: Pawlowa heeft weinig bal letten waarin zij ten volle uitkomt, haar hoogte punt zijn die onbeschrijfelijke seconden waarin niet een lichaam de hoogste gratie uitdrukt, maar de gratie, meer dan zich zelf geworden, eigenschap van een bovenaardsche bezieling, zich uitviert in een lichaam, in een glinsterende, heldere sfeer waarin het lichamelijke volkomen getransponeerd werd tot een hoogere, en ijlere beteekenis. Pawlowa danst onvergetelijke seconden. Argen tina danst verrukkelijke minuten. De weegschaal 2CCR5ETIERE i KEIZERSGRACHT 772 AMSTERDAM iTtLtK. }71>![7?~ ATELIECWÜDBPEPARATiËN - ; ""-?jM.'.A'. n.f r-s Vfc- .:*c HcrM.CtNTBAi. van Terpsichoremoge beslissen wat voor de eeuwig heid meer weegt: de diamanten seconde of de gou den minuut, en het is tenslotte niet onredelijk dat het bovenaardsche met eeuwige seconden, het aardsche met urenlange minuten gemeten wordt maar, en dat zal alle vergelijking zijn tusschen deze twee groote danseressen Pawlowa's sfeer is grootscher en ruimer dan die van de Spaansche Elssler. Argentina's dans spreekt lichter aan: zij ver edelt alle wereldsche vreugde tot een helder spel, tot een jonger en spontaner spel, tot een even beheerschten vorm, tot een f onkelender eu tastbaarder blijdschap maar in het geestdriftig aplaus heeft zich, tenminste voor mij, de duivelsche twijfel ge mengd of de geachte zaal hier niet ten deele haar eigen ideaal van Spaansch-hartstochtelijke sigaret ten- en zeepdoozen-etiketten belichaamd zag het is de zaal, en niet Argentin» die in twijfel getrokken wordt en zich het aloude contra-argument der Taglionisten op den hals haalde, namelijk d?^t zij hun Pawlowa-Taglioni niet zien kunnen, en hun Argentina-Blssler te groot zien. De toorn der enthousiasten wat is zötoornig als een Nederlander, wanneer hij eindelijk enthou siast is en dan gedwarsboomd wordt moge mij bespaard blijven, maar de orde der dingen gaat voor alles; en om het kalmeerend te zeggen: Fanny Elssler was jonger dan Taglioni, en om met Théophile Gautier te spreken, in zake dans is het beter om van het lichamelijke en het goede ambacht uit te gaan, dan van vage geestelijke idealen en slecht gedanste zielsverrukkingen maar men heeft, schijnt het, vergeten dat de diamant per gram, het goud per pond gewogen wordt, om Staring naast Gautier te citeeren. Het pleit voor Argentina, n voor de zaal, dat het vergeten werd. Het pleit overigens niet voor den criticus dat hij dezen, voor een eeuw reeds zonder eigenlijke beslissing gebleven strijd weer aan de orde brengt. Hij is, blijkens het applaus, reeds beslist en de drommel mag weten welke duivelsche histo rische coincidentie wil, dat ook Fanny Elssler over Taglioni triomfeerde niet bij hen die de critische pen voeren, maar bij het publiek der Europeesche hoofdsteden met Spaansche dansen: laten wij zeg gen dat het de tiende penning is die de ijlere idealen. altijd te betalen hebben aan de materieeier; het is, in dat verband, met uw permissie, oen koopje. En het komt hier op neer dat er nu eenmaal twee, blijkbaar onsterfelijke genres van dans belichaamd zijn in deze twee danseressen, die men beter niet al te nauw definieert als het ideale en liet wereld sche. Want tenslotte is Argentina een ideale wereld sche danseres en Pawlowa een wereldsch ideale: wij hebben nu eenmaal aan onze astronomische situatie in de oneindigheid dit privilegie te danken dat de aarde in den hemel ligt, en dat er dus zelfs soms een hemel op aarde mogelijk is. * * * En om de tegenstellingen en gelijkenissen, wat dat aangaat, zoo volkomen te verwarren als in den aard der dingen ligt, en deze speculatieve variaties tot een goed einde te voeren, en de geachte lezer nogmaals lichtelijk te ergeren: Argentina is door de rechtvaardige goden begiftigd met eenige histori sche gebreken van haar historische tegendeel Marie Taglioni: zeer lange armen, zeer magere beenen, een niet kleine mond. De eeuwigheid is wél rechtvaardig. Maar zij vergeet of kende niet, het sprookje van Roodkapje. Want zooals Taglioni's befaamde te lange armen de ideale arabesken vau den dans konden teekenen, schoener dan die van de volmaakst schoone ideale armen op het tooneel is nu eenmaal niets ideaal wat het in het leven is zoo refereer ik mij aan Roodkapje, wat Argentina betreft, en toen de heer Nurks mij in de pauze zeide: wat heeft Argentina een grooten mond. heb ik meenen te moeten antwoorden: dat is om des te verrukkelijker te kunnen glimlachen. En toen hij zeide: vindt u dat do ideale beenen voor een danseres, heb ik meenen te moeten antwoorden: dat is om des te idealer te kun nen dansen. En wat hij verder zeide mag de drommel weten wie luistert ooit naar meer dan twee opmerkingen van den heer Nurks, zelfs in een pauze in den Stadsschouwburg maar ik ben overtuigd dat de hanteering van de weegschalen waarin men deze danseressen weegt, geen zsuik meer is van nuchtere aavdsche critici. Eeri zilveren stoel of een gouden in liet pantheon der danskunst: wat doet het er toe. De geleerdste theologen hebben ons verzekerd dat zelfs da engelen in dezen nauwe lijks het onderscheid kennen, omdat wie in den N. V.: J. S. MEUWSEN, Hofl. A'dam-R'dam-den Haa» DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND hemel is, zalig is boven menschelijke kennis. En om zakelijk te besluiten: zilver of goud; in het pantheon der danskunst is een zetel n voor Argen tina n voor Pawlowa: aan Terpisehore de schei ding van welk edel metaal! Nieuwe Uitgaven Thomas Olesen Lokken. De boei- Nie/s HaldVert. uit het Deensch d. G. J. Risselda Garrer. Amsterdam 1027. Uiti/ercrs-itiij* Elsevier". Een weinig-diepgaande vertelling met ecu zondagschool-moraal; min of meer een illustratievan het spreekwoord Hoogmoed komt voor den val". Het boek is vlot vertaald en het verhaal is. ook niet heelemaal zonder charme, maar een zekere Cremerachtig-zoetelijke eenzijdigheid drukt het voortdurend terug naar een lager plan, dan waarop het krachtens het behoorlijk episch uit werken van de vertelling zou kunnen staan. De boer Niels Hald wil hooger op; ondanks de waar schuwingen van zijn goede vrouw begeeft hij zieh in allerlei transacties, hij krijgt relaties met per sonen, die er een twijfelachtige moraal op na. houden; hij koopt en verkoopt huizen; hij speelt en speculeert. Hij heeft veine; Niels Hald komt er boven op. Hij komt er, natuurlijk ten koste van anderen; met zijn middelen is dat niet tevermijden. Hij gaat ook aan politiek doen, hoewel met minder succes; en dat politieke element in den roman is voor den Hollandschen lezer al heel weinig interessant. Als Niels Hald rijk geworden is, moet er een. slot aan het boek komen. Ongelukkige speculatiesen een compagnon die zich ophangt. Al zoo vaak gebeurd .... De vrouw van het slachtoffer, een. min gevoelige dame, wil Niels bij zich houden en den nacht met hem doorbrengen in hetzelfde huis, waar het lijk van haar man staat. Maar dat is Niels Hald te kras. Hij rijdt in z'n auto naar huis, maar in den stormnacht is er een brug wegge slagen, en hij rijdt in de kloof .... Dat slot is ook weer zoo conveiitioneel-verrassend. Ik geloof, dat do schrijver nog verstandiger zou hebben gedaan, als hij Niels maar stilletjes tot inkeer had laten komen on hem aan het begin van een nieuw leven. -had gezet, HERMAN MIX BENDORP AAN DE INZENDERS Alle voor het redactiooeele gedeelte bestemde inzendingen moeten worden geadresseerd AAN HET SECRETARIAAT DER REDACTIE VAN DE GROENE AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333 AMSTERDAM, zonder vermelding van persoonsnamen. De geschiktste omvang van artikelen bedraagt ten hoogste 1800 woorden. Indien de bijdrage voor llustreering met foto's in aanmerking komt, gelieve de inzender, zoo mogelijk, de foto's die niet reeds in andere week- of dag bladen mogen zijn gereproduceerd ? tegelijk met het artikel in te zenden. De copy moet in machine schrift zijn geschreven, terwijl slechts n zijde van het papier mag zijn gebruikt. Indien inzenders prijs stellen op terug zending van ongevraagde bijdragen, wanneer deze niet worden geplaatst, dan moet daarvoor porto worden ingesloten. TABA SIGAREN ?* *~ ZIJN TOCH DE BESTB ~ ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl