De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 21 april pagina 9

21 april 1928 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN. 21 APR IL 1928 Tentoonstelling van kinderportretten door OTTO VAN TUSSENBROEK De Vereeniging Voor de Kunst" te Utrecht -welke zich den laatsten tijd dapper weert, heeft ?weder eene zeer aantrekkelijke tentoonstelling ingericht van kinderportretten uit verschillende tijden, door oude en moderne meesters, uit parti culier bezit, openbare verzamelingen en den kunst handel. Hoewel ook bij deze gelegenheid de weinig .gunstige tentoonstellingsruimten minder bevorder lijk zijn aan den totaal-indruk, mede omdat men genoodzaakt was door plaatsgebrek alles te dicht bijeen of, als ander uiterste, al te zeer uit het ver band verwijderd te hangen (zooals o.m. met het magistrale doek van een spelend kind door Jan Sluyters het geval is, dat in de traphal een inderdaad zeer slechte plaats verkreeg) heeft een en ander toch veel belang, al ware het slechts omdat men leerzame vergelijkingen maken kan. Zeer zeker is niet alle werk voor de hier vertegen woordigde kunstenaren representatief, doch daar staat tegenover dat men menig bekend en om een ander genre algemeen geëerd talent nog eens van een geheel anderen kant leert kennen, wat in vele ?gevallen grootelijks bijdraagt tot meerder waardeering. Vincent van Gogh Baby Aldus is het reeds een reis naar deze tentoon stelling overwaard om van het ragfijne kinder portretje door Thijs Maris te gaan naar Vincent '?van Gogh's geweldig sterke, op het karikaturale af. ^geborstelde,, baby", maar ook Jozef en Isaac Israels. .Blommers, van Looy, Neuhuys, Tholen, Verster. Veth e.a. zijn goed vertegenwoordigd. Vooral Haverman verdient bijzondere vermelding «om zijn Jongetje" met een peenharig kuifje als ??een clowntje, met een bloed-rood neusje en mondje «n het kopje omkranst door een breede witte halsItraag. Uit later tijd dateeren de portretten van 'Ch. Toorop en Jan Shiyters. Van eerstgenoemde 4 die zich tot sterkte forceert) hangen twee werkjes :nevenseen en men kan zich waarlijk moeilijk een 'voorstelling maken van het feit dat het fijne en zelfs brooze kindje van. dezelfde artiste is als het ^gruwelijk gekleurde en slecht geteekende baby portretje dat later ontstond. Ten slotte is ook eenig buitenlandsch werk van Dobroicsky en Foujita aan deze tentoonstelling toegevoegd, welker lijn ietwat strakker had kunnen' worden getrokken waardoor ongetwijfeld de indruk sterker ware geweest. Doch de diepste schoonheids-ontroerhig ging Voorjaarshoeden Teekeningen van Corry Scherrewitz Vilthoed-je in licht beige. Eenige garneering; een speld met gekleurde steen. Zonnehoed voor de Olympische spelen van zwart Bangkok stroo gevoerd met blauw crépe georgette en dito stndsveer. Voorjaarshoed van slap yrof stroo, zwart fluweel lint om den bol en verder afhangend tot op den schou der. De rand met zwart afgebiesd. Links een tros roode kersen. schuil in. het bezien van een drietal schilderijen naar doode kindertjes: twee van een onbekenden meester van omstreeks 1600 en een door Van der Helst. Prachtig is het Kinderlijkje" waarvan het kleine kopje met een bloemkransje is gekroond. Op het hoofdkussen, het doodshemd met de kanten halskraag en op het teruggeslagen beddelaken zijn enkele bloemen gestrooid. Tegen het wit van dit alles is het bleeke kinderkopje waaruit het leven vergleed en tegen de stil ingehouden kleuren der bloemen is als treffende kleurnoot het warme rood van een in den rechterhoek afhangend gordijn. Het tweede stukje is minder maar toch zeer zuiver. Hier draagt het doode kindje wat groene takjes in de handen. Het heeft een mutsje op met een bontrarid. De schildering is voorzichtig en vol gevoel. Van der Helst werkte op grooter formaat. Alles is hier in fijn wit gegeven en daartegen heeft het doode vleesch van gelaat en handen toch kleur behouden. Het kindje ligt op stroo met leege halmen. Het is als een symbool van den dood. . . . Samenvattend dus eene tentoonstelling zooals men niet alle dagen ziet ! Van alles wat Bevordering van het gebruik van electriciteit In Londen bestaat The Electrical association for women". Deze vereeniging tracht de toepassing van electriciteit voor huiselijk gebruik en ook voor beroepen, te bevorderen, bijv. door naaisters, die haar machine, en tandartsen, die hun instrumenten, door electriciteit laten bewegen en bereid zijn, dit aan collega's te toonen. Miss Caroline Haslett is voorzitster van deze Vereeniging. Zij is tevens secretaresse van de Vereeniging van vrouwelijke ingenieurs n van de Vereeniging van academisch gevormde vrouwen. Zij is redactrice van twee ver schillende vakbladen en houdt overal voordrachten. Populaire Atnerikaansche liederen Bij de uitgevers Corrie Jacobs?Bond and Sou (Boston Music Company) verscheen een bundel populaire liederen van Corrie Jacobs?Bond. waarvan vooral n liedje A perfect Day" ge noemd en geroemd wordt, omdat het zoo menig maal in de loopgraven gezongen is en de Sammy's troost vonden in dit lied. Boeken en Tijdschriften K Holletje, door Ank e Servaos, geul. door 11. van de Velde, Uitg. W. de Haan, Utrecht. Prijs geb. ? 2.90. Een boek voor meisjes van ongeveer 12 jaar. De schrijfster verhaalt ons- het leven van Kn'>lletje. een jong levenslustig verpleegstertje. Zij is een spontaan type, dat ons met haar dwaze grappige invallen best amuseert. De kinderen Heringa, door Ma-rit- Ovink-Socr. (ieïll. door Sytje Aa f j es. l'itg. (i. B. van Goor Zon<-n. Gouda. Prijs geb. / 2.5(1. W. Dc Hofstede OUD-BUSSEM" zendt U eerste keur Roomboter metRijksmerk per postpakket. TELEFOON 139. POST-ADRES NAARDEN. Als de visite komt 't Olympisch wereldfeest heeft onze Staatsmachine in sneller gang gebracht. Wij gaan nu geld verdienen, zoodat dus plotsling kan icat vroeger nimmer kon. We speculeeren op de aan-te-boren bron door, in een frisschen drang tot voorjaars-reparatie, te poetsen aan de nationale reputatie. Men werkt zich in het zweet en knutselt en herstelt, opdat 't straks netjes" is als de Visite belt. want als die binnen komt, dan doen we gauw de schort af, en breken inderhaast 't Verboden toegang-bord af, en kijken doodgewoon, liefst lichtjes geblaseerd, alsof sinds Gijsbrecht reeds de stad u-as geasphalteerd. Maar zoover is 't nog niet dat we daar al aan toe zijn... We breken net zootang als w.e norj ..entre-noiis" zijn. Dc schoonmaak icoedt nog voort, en menige autoband bezwijkt ter cere min den toekonistnaam van 't land... De stratenmaker is noy altijd oppermachtig, en, wordt de oude stad in naaste toekomst prachtig dan zingt mijn wagen nog, den vreemdeling ten spijt, het krakend jammerlied van dezen schoonnta-aktijd". ZONDER EENIGEN BIJSMAAK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl