De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 28 april pagina 17

28 april 1928 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2656 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 APRIL 1928 17 De Star" en de kunstenaar Maorice de Féraudy in Crainquebille" Filmliga "\*7 ANNEEB Jannings in The Way of all * flesh", de fameuze draak, die zoo ijselijk in het Hollandsche hart greep", een ouden landlooper voorstelt, doet hij het dusdanig, dat men zich eigenlijk verwonderd afvraagt, waarom de menigte, tusschen welke hij zich beweegt, niet aanstonds eerbiedig ruim baan maakt voor zulk een groot acteur. Immers wij, toeschouwers, die n.b. niet eens in het geheim zijn, ruiken reeds op kilometers afstand den beroemden comediant. En wij vragen ons verbaasd af, hoe het mogelijk is, dat gezegde menigte dezen indrukwekkenden rampzalige, met den Mozeskop en het pathetische gebaar niet aanstonds dóór heeft ! Dat is de star". Wanneer de Féraudy zijn entree maakt, zien we een rimpelig ouwe-mannetjeshoofd boven een hoog-opgetaste groentenkar uitsteken en hij heeft waarachtig wel wat anders te doen, dan den grooten en beminden acteur uit te hangen. Hij moet met zijn wagentje door de zeer onwellevende herrie van een Parijsche volksbuurt heenlaveeren hij heeft al zijn aandacht noodig voor het straat handeltje, dat hij met koortsachtigen ijver drijft en hij is tenslotte in een ernstig conflict gewikkeld met een agent, altemaal dingen, die een klein koopmannetje den tijd en de lust benemen óók nog comedie te spelen. Alleen de tragische loop der gebeurtenissen schijnen hem in het eind ontroerend en belangwekkend te maken. Zeer tot zijn eigen weerstrevend onbehagen overigens....! Dat is de kunstenaar ! * * * Wij vechten tegen de star" 's ! Omdat hun wezen tegenover dat der film staat. De film is een continuïteit van harmonische beweging, met een universeel rhythme rustig en regelmatig, als de hartslag van een gezond organisme. De star" heeft beweging en rhythme op zijn eigen houtje hij is een archaïsme uit den tijd van vóór (ialile en meent, dat het uitspansel rondom zijn belang rijkheid draait. De star" is het lompe, storende element, dat het fijne weefsel van de film onbe schaamd vernietigt. De star" is het Wien Neerlandsch Bloed" midden in een sonnet van Jacques Perk. De star" negeert de sublieme; zelfverloochening, welke de rhythmische eenheid van de film eischt; hij grijpt" bij voorkeur in iets zoo substantieels, als het Hollandsche hart". De star" is de antipode van den kunstenaar de doodsvijand van de filmkunst. Daarom haten wij de star" en daarom buigen wij ons eerbiedig voor een creatie, als de Féraudy's Crainquebille" ! In al zijn eenvoud in al zijn bescheidenheid, is deze Crainquebille" eigenlijk een wonder. Ziehier een belangrijk acteur, van huis uit geen EVEN ALS ANTIEKE MEUBELEN.hEBBEN GOEDE MEUBELEN IN MODERNEN 5T'JL BIJZONDERE WAARDf BEIDE VINDT U B U ONS OUD-MOLL RENAISSANCE EETKAMEB / ISA-5 MODEBNE EETKAHEÖEIKEN METWORTELNOTCN / I3OO DEN MAAGW filmspeler, die aanstonds een dergelijke fijne intuitie voor de essentie der film toont, dat hij van alle speel"-succes afstand doet en nederig mee opgaat in de groote artistieke eenheid van het cinegral'ische werk. Het curieuse verschijnsel doet zich aldus voor, dat de filmspeler Jannings, langza merhand weer acteur" wordt, terwijl de acteur" de Féraudy zich een excellent filmspeler toont. Im mers terwijl de Vader" uit Theway of allflesh" een opdringerige, zelfingenomen creatie is, waar de film-zelf zoo'n beetje verlegen en ongelukkig om heendraait schikt de Féraudy's Crainquebille" zich in volmaakte overgave binnen het kader en het tempo van de film. Is hij niet het ventertje Crainquebille, een minuscuul onderdeel van het enorme stuk Parijs, dat de film in n groot, har monisch rhythme voor ons voorbij doet golven:' Zijn persoonlijkheid, noch zijn lot zijn ook maar een haar belangrijker, dan dat van zijn buurmanventer of van het straathondje dat tegen de café-stoelen piest of van de cartonnetjes met ,,00 centimes" ..erop, die zijn koopwaar versieren. Hij is alleen belangrijk, omdat het kleine hoekje van den metropool, waar hij zijn benepen zorgjes en kleine misère uitleeft, toevallig voor de came ralens gewenteld werd. Zoo scharrelt de Féraudy midden door het gedender en lawaai der Halles" kleintjes sluw brutaal en stumperig. Hij wordt liefst niet te veel opgemerkt: notoriëteit is goed voor magistraten, of rijke menschen, of beroemde acteurs maar niets voor Crainque bille (Jérome). En dus doet hij zijn best met zijn wagentje uit den weg te komen, tracht hij in den pas te blijven, met het snelle leven. . . . Dit is de opvatting van de Féraudy. Kn door het inzicht van den goeden vakman n door de intuitie van den kunstenaar, blijft hij n met het stroomende, levende fluïdum van de film. Aldus vereenigt hij twee eigenschappen, die uiterst moeilijk te combineeren zijn en die niettemin. voor de film (in dit tijdsgewricht althans) van vitaal belang zijn: hij paart de creatieve bewust heid van den artist aan de onbevangenheid en de rhythmische natuurlijkheid van den toevalligen anonvmus. Hoewel de film van Feyder lang niet slecht is en hier en daar zeer mooie -momenten heeft, ligt haar groote beteekenis, toch naar ik meen, vooral in het verschijnsel: de Féraudy. Hierm.ee is het tegenwicht geschapen voor den langzamerhand onduldbaar wordenden Jannings voor den. bazigen, ijdelen, comediant voor den ..let-op nou-korn-ik !" acteur. Tegenover het ranzige zelf beklag en het stiekeme welbehagen, waarmee de boezemjagenele ellende van den Vader" wordt opgedischt, staat do zuivere eenvoud van Crain quebille". De tegenspoed, die den Vader" treft, wordt opgeblazen tot een wereldcatastrofe: alle gebeuren staat stil, om ons vooral te laten zien, hoe ijselijk het den beroemden heer Jannings vergaat en het beetje leven, dat zoo'n film nog heeft, wordt met plezier genekt terwille van de contorsionnistische; fratsen van den ..star". Zie daai' tegenover Crainquebille in de rechtzaal, waar door veertien dagen hechtenis wegens beleediging van een ambtenaar in functie" een existentie vernietigd wordt, even zeker, even genadeloos als door de akeligste misstap-rnetberooving-en-moord". Zie hot gerimpelde, onbe wegelijke masker met den kriolneus en den druipsnor, waarop niets te lezen staat behalve verbazing zeker gén fraaie, diepgevoelde expressie. Zie het simpele gebaar, waarmee hij het vonnis aan vaardt, dat zijn ondergang zal worden; het even opheffen van de handen en het berustend kruisen van de armen het gebaar, waarmee hij verder alle slagen van het noodlot incasseert. Hij denkt er niet aan de wereld in opschudding te brengen met zijn particuliere; emoties, hij stribbelt wat tegen, stuntelig, hulpeloos - - wordt verpletterd onder de raderen van het noodlot - en het leven rolt verder ! Xogeens?liet is goed, dat wij in ..('rain<|iiebille" de voorname zelfverloochening welke de film eischt, zien gedemonstreerd met de autoriteit vaneen Fransehen kunsteniuir. De Kussen hebben het weliswaar reeds huig aangetoond, maa.r zij hebben nu eenmaal weinig vertrouwen en weinig crediel ook in de kunstwereld.... Tenslotte;: Als de (lui;- aanbreekt, \erbleeken ,l,: sterren" ! ccas'on.tutovleygel (Lipp-Kastner), klein mo del, met rollen, garantie * f * zeer billijk. J B DCTMMETD A. "9*+ CewPft iss. . D. BC. IV l* t K 01 £.11. Hofleveranciers 97 NOORDEINDE DEN HAAG. Schilderkunst door A. PLASSCHAERT Enkele opmerkingen nog over \Viegersma'& tentoonstelling in het stedelijk museum Het gaat hier niet om de namen Ie noemen, waar aan dingen in Wiegersma's schilderijen doen denker,. (Bruegel, Greco, Dammer), maar het is meer om te betreuren, dat wie de tentoonstelling hing, de' landschappen etc. uit 1925 voegde bij de overigen.. Het heeft de tentoonstelling haar eenheid ontno men: ten eerste, omdat het werk uit. 1925 nietWiegersma nog is, zooals hij als geheel wordt. erkend juist op deze tentoonstelling, ententweede. omdat het door de kleur, die dat werk in 't alge meen bezit, tevens door den vorm, botst tegsn het overige. Dit euvel kan niet weggeredcneerd worden door te-/.eggen, dat het noodig was hier begiu en verschil bij het voortgaan van den schilder te doen zien; Wiegersma is nog te kort bezig om. nu reeds een historische? tentoonstelling van zijn werk te zien geven. Wat het werk zelf aangaat, dus dat van 1020 af tot en met nu het handhaaft zich in onze waardeering ook bij een nieuw bezoek, De motorrijder (1920) met den stillen achtergrond; de portiotton van mevrouw W. (1920 en 1927), de groote figuren uit de jaren 27 en 28, de drie menschen (met het geheime erin), de Boer uit de Peel, de Man met den bolhoed, de koninklijke verlaten mensch: de Man met den schouder-mantel, etc.,. met, de zelfportretten en enkele der teekeningeu» zij bewijzen, dat wij een innerlijkeii schilder meerte! len in Holland, en dat, gegeven de onstuimigheid van Wiegersma, we tMt leven nog niet af kunnen spellen; te verwachten zijn verrassingen. Arti, Amsterdam Ook deze tentoonstelling bewijst, dat Arti zonder de Amsterdamsche J offers zeker armer zou zijn. Deze Joffers hebben als alle andere menschen, picturaal gespioken, soms nioeiclijke oogonblikken, soms maanden, soms wel eens een jaar, maar zij blijken wat zij verloren te kunnen herstellen, en de vrouwelijke spontaniteit krijgt do oude bekoring. weer. Zoo is 't nu op Arti. Ik ben een tijdje be vreesd geweest voor 't werk van I.izzy Ansingh, maar wat ik hier en daar zag in dun laatsten tijd, genas mij daarvan; ('oba Kitsema, is de broedgevoelige, die soms in de kleur een ..langzame'' schoonheid heeft; Mej. van Kegteren Altena kan beschaafd en bloeyend tegelijk: een ander juffer, /.ooals hier 't geval is, vertoont in een zwaar rood, dat zij wat do emotie aangaat, diepeibewogen kan zijn, dan ge nu xoudt verwachten. En verder: het portretje van Hartz is levend; het kindje op Havermans' Moeder en Kind heeft iet.s t.refferids-ongewooris in kleuren uitdrukking; isaiic Israels' altijd open schilderingen, altijd verfijnd levende kleur ziet ge in het schilderij met al de rooden" zoowel als in de vrouw met den barzoï. Ken portret van Jan Sluyturs (van den h eer S.) heeft, niet omdat deze een jood is, maar door een levendig heid, die als om een meeprater vraagt, iets alsof het door een jood was geschilderd: Karsen ver toont/.ijii vasthoudende afzonderlijkheid. Knz VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE KEDACTIK IN TE ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN D E GROENE A M STERDAM M K R" KEIZERSo R AC H T IJ33, AMSTERDAM. DÜBESTEVARiriAS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl