Historisch Archief 1877-1940
;No. 2656
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN'28 APRIL 1928
7
Wetenschappelijke Varia
Generatio spontanea of lichtverspreiding door druk van het licht 1
door Dr. P. VAN OLST
KRONIEK
N mag zijn, wat men wil: een vitalist, die
een bijzondere levenskracht of, als men dit
duidelijker" vindt, een entelechie aanneemt in de
levende wezens, of een aanhanger van den
physicochemischen uitleg van de levende stof, in n punt
moet men het eens zijn. Namelijk in de zekerheid
dat de aarde eenmaal in een toestand verkeerde
waarin het bestaan van leven op aarde volkomen
uitgesloten was. Er moeten dus nadrukkelijk een
of meer momenten zijn geweest waarop levende
wezens op aarde ontstaan zijn uit de voorradige
levenlooze stof, dus wat men gewoonlijk,
,generatiospontanea" noemt. Nu heeft het aannemen hiervan
heel wat voeten in de aarde voor veel menschen,
vooral voor de vitalisten en met dankbaarheid nam
men de hypothese aan van Svante Arrhenius, bij
wiens overlijden onlangs nog eens weer de aan
dacht is gevestigd op zijn leer der panspermie".
Hij gaat uit van het bekende natuurkundige
verschijnsel dat lichtstralen, die op een voor
werp vallen, hierop een merkbaren druk uitoefe
nen, die proefondervindelijk is aan te toonen
(zie de figuur). Deze druk is uitermate gering
voor groote voorwerpen zooals wij zelf, die aan veel
forscher krachten gewend zijn (om alleen maar
de zwaartekracht te noemen !). Zoodoende be
merken wij zelf niets van den druk der zonne
stralen. Maar de lichtdrukkinij hangt uit den aard
Het aantoonen van liet bestaan van licht-druktong.
In de luchtledige buis valt een mengsel van
amarilpoeder (vrij zwaar!) en gegloeide stuifztcamsporen
(uiterst licht!). De lichtstralen, door de lens ge
concentreerd op het vallende poeder, duiven het
lichtste bestanddeel duidelijk weg naar links.
der zaak af van het oppervlak, dat beschenen
wordt, terwijl de zwaartekracht afhangt van do
hoeveelheid stof in het voorwerp, dus bij
gelijkgebouwde voorwerpen ook van hun inhoud.
Vergelijken we voor het gemak kleine en groote
bolletjes, waarop lichtdrukking en zwaartekracht
werken, dan zal bij twee maal kleiner middellijn
de oppervlakte 4 maal kleiner, mp?ar de inhoud
9 maal kleiner zijn, d.w.z. de lichtdvukking is dan
4 maal kleiner en 't gewicht is 9 maal kleiner.
Het gewicht neemt dus het snelste af. Bij een
voldoend klein bolletje zullen eindelijk licht
drukking en zwaartekracht aan elkaar gelijk zijn
geworden en bij een nog kleiner bolletje zinkt
eindelijk de zwaartekracht beneden de licht
drukking en deze laatste is dus de baas. Nu meent
Arrhenius dat levenskiemen, liefst natuurlijk van
zeer geringe afmeting, dus geen vruchten of zaden,
maar b.v. sporen van bacteriën en dergelijke, door
luchtstroomingen opgevoerd worden tot zér
groote hoogten in den dampkring en dat zij daar
door den druk der zonnestralen van de aarde
weggeveegd worden n?oar de vrije, leege wereld
ruimte. Na langer of korter omzwerving, onder
invloed van lichtdrukking en eventuecle kosmische
krachten zouden deze kiemen dan op andere
werelden terecht kunnen komen en daar dus het
leven inzaaien, eveni's het vroeger op dergelijke
wijze op onze eigen aarde gezaaid is van andere
bewoonde werelden uit. Het leven zou dus iets
oneindigs zijn, een soort eeuwigdurende besmettelijke
ziekte in het heelal.
Toetst men Arrhenius' hypothese aan do wer
kelijkheid, dan doen zich ernstige bezwaren voor,
waarop in een brochure gewezen wordt door
K. Esnault.
De lichtdruk hangt, wat zijn waarde betreft,
sterk af van het vermogen van het belichte voor
werp om de lichtstralen meer of minder terug te
kaatsen. Nemen, wij aan dat de spore wit is en
tweederde van het licht terugkaatst. wat een
voor Arrhenius' hypothese nogal erg gunstige
toestand is, dan mag de middellijn niet grooter zijn
dan 0.000 000 48 niM. om te maken dat de licht
drukking de zwaartekracht overwint. Men moet
dan nog het feit negeeren dat een dergelijk klein
voorwerp in werkelijkheid nog een vél kleiner
lichtdrukking ondergaan zal, dan hier berekend is.
Esnault neemt echter terecht bij zijn bestrijding den
toestand zoo gunstig mogelijk voor Arrhenius. Nu is
de gegeven afmeting van 0.000 000 48 mM. meer
in de buurt van de afmeting van een enkele
molecule, dan van een spore van een bacterie,
want de middellijn van een waterstofmolecule is
0.000000217 mM.; van een molecule oliezuur
0.000 0022 mM.; van een kleine bacteriesoort
0.0002 tot 0.0005 mM.; van een der groote
bacteriesoorten 0.050 tot 0.0(50 mM.
De afmetingen van de levende wezens, die wij
nog juist kunnen zien met een microscoop, zijn hon
derden malen grooter in middellijn dan de afmeting
waarbij de stralingsdruk de zwaartekracht zou
kxinnen overwinnen- Voor deze kleinste levende
wezens geldt dus nog steeds dat het gewicht hen
naar de aarde terugtrekt zonder kans op bevrijding
door de drukking der zonn< stralen.
Ken tweede, oven ernstig bezwaar is: de wijze
waarop deze kleinste organismen tot do gewenschto
hoogte in don dampkring moeten komen. Er zijn
slechts twee manieren n.l. de lucht stroomen en <le
zoogenaamde Urown'sche beweging. Deze laatste
is het gevolg der stootjos, die de omringende
luchtmoleculen, door hun snelle bewegingen, aan ieder
voorwerp meedeelen. (irootoro voorwerpen hebben,
te groote massa om dooi' deze; snel wisselende;
stootjos in zichtbare beweging te komen, maar
zeel' kleine voorwerpen (zooa-ls men onder oen
microscoop ziet) gaan op een eigenaardige
wijze er door bewegen.
Maar als op lederen vierkanten mM. een spore
lag, zou de Brownische beweging er slechts .'M van
ieder millioen n millimeter hoog doen komen,
terwijl slechts n per millioen sporen 4.S mM. hoog
zou komen en op de vereischte200 K.M. hoogte.'/PC/I.
een. /oo wijzen ook de waarnemingen uit dat hot
aantal organismen dat tot groote hoogte wordt
meegevoerd door luchtstroomen zeer snel afneemt
met toenemende hoogte boven den grond. .Boven
dien komen \erticale lucht bewegingen wol op
groote schaal voor in de lagere gebieden van
den dampkring, ma:w boven pi. m. 11 K.M. is
de verticale luchtbeweging zeer sterk afgenomen.
zoodat hot meevoeren van sporen boven 11 K.M.
zeer problematisch wordt.
Maar laat men eens iiann"irion dat er werkelijk
sporen door de lichtdrukking van de aarde weg
gevoerd worden, hoe moet men dan. aan met do
enorme temperatuur die dit deeltje ondergaan zal
als het met gi-oote snelheid in den dampkring van
oen ander hemellichaam dringt? Hoe zal hot den.
invloed der enorm koude wereldruimte doorstaan,
a!s het niet eenige maanden (zooals bij aardsche
proeven) maar jaren, eeuwen, duizende jaren
onderweg is eer het andere wereldstelsels ontmoet 't
Hoe zal het den. vermet igenden invloed ontgaan der
ultra-violette zonnestralen, die in oiv.en damp
kring voor een belangrijk deel onschadelijk gemaakt
worden, maar in de luchtledige wereldruimte hun.
moordlust ongehinderd knnivn botvieren.':'
Vat men alU s samen, dan kan men gerust
zoggen dat het misschien weliswaar niet geheel
onmogelijk is dat een spore op een ander hemel
lichaam veilig en wel arriveert en daar evolueert
tot een nieuwe organische wereld, maai' dat de
waarschijnlijkheid van zoo'n gebeuren toch prak
tisch nul is. en in ieder geval niet grooter dan de
Domineeslentevreugd
V oo omstreeks Paschen komt ei' een eigenaar
dige onrust over de predikanten in ons land,
niet ongelijk, zou men zegden, aan die der
bijen, wanneer zij zwermen gaan. Het is de
behoefte om huis en hof te verlaten, n moeder de
vrouw n het kroost, teneinde saam te kudden in
een der meer belangrijke steden onzes vaderlands,
l'trecht of Amsterdam vooral. Daar ziet men hen
dan, meest bij tweeën of ook in groepjes, door de.
Kalverstraat kuieren, eenigszins provinciaalse!!,
maar niettemin plechtig in 't dofzwart, met een
uitdrukking op de breede, goedgeschoreri gelaten,
die varieert van vage, menschen- tot positieve
eigenliefde, van bekommering over 's werelds- tot
tevredenheid met eigen bestel. Dat kuieren ge
schiedt in de pauzes van hun lange vergaderingen,
a!s wanneer zij den Inwendigen Mensen, versterken,
sober doch met smaak, want de Arbeider is zijns
loons waardig. En daarna, ernstig en bevangen
met gevoel van zware verantwoordelijkheid,
hokken zij weer saam in rookerige lokalen om
,,problemen" te stellen". Want zij stellen vele en
diverse problemen", naar gelang van hun rich
tingen", die eveneens vele en verscheidene zijn.
Het is verwonderlijk, dat zij allen zelf dadelijk
weten waartoe zij eigenlijk behooren: Ned. Her
vormd, Vrijzinnig Hervormd, Luthersch. Algem.
Nederl. Doopsgezind, Algem. Protestantsch, Mo
dern, Ethisch.... Er zijn er natuurlijk nog veel
meer, maar alle deze gezindten" vergaderden in
onze stad tegelijkertijd en het is bevreemdend, dat
zij elkander niet in de haren vlogen.
Dit alles echter betreft enkel den uiterlijken schijn
dezer dingen. Want als men nu komt tot do vraag:
vanwaar al deze geestelijke tribulatie, dan is daar
niet gauw antwoord op te geven. De ,.problemen'
y.eK wijzen het met uit in hun veelsoortigheid. Zij
gaan over de Anthroposophie, over de Pneuma
tische exegese, over de Jongere («eneratie, over de
vraag of sommige predikanten lui zijn. over de
belijdenisoatoc.liisatio, over don Prediker en zijn
Boodschap, over de Christelijke Ethiek en de
huidige huwelijksopvattingen, over de beteekeuis
der Mythe, over do vraag of modernen nog christe
nen zijn enz. enz. Zij halen werkelijk van alles oni,.
zij ..stellen'' alle mogelijke ..problemen'', maar zij
lossen er nooit oen op, zelfs niet, of vooral niet, het
probleem va,!i het eigen domineesbest aan. En. /.oo
worden wij hierdoor niet wijzer over do vraag..
wat deze geroepen ,."\Voordbedionaars" noopt zoo
omstreeks Paschen plotseling saam te troepen eil
te groepen in do rookerige zalen bovengenoemd.
Zou 't dan gozollighoidsdraiig zijn. de behoefte zich
door de veelheid der collega's te overtuigen van het
eigen bestaansrecht als Officieel
(iewetenbewaarilor ? Of de drang om onder veilig gelijkgezinden het
geloot' weer eens op te; frisschen en ..de Waarheid
uit te dragon"? Zij sproken n.l. dikwijls van ..uit
dragers", zonder daarom bepaald uitdragers te
willen zijn. . . .
.Maar misschien zijn wij tenslotte te zwaartillond
on diepzinnig tegenover een verschijnsel, dat een
voudig terug te brengen is tot den lovonwokkondon.
invloed van do lente en de behoefte aan een uitje",
na den langen winter. Dominees zijn ook maar
menschen. die wel eens wat anders willen zien dan
hun gemeente en hun gezin. En AnisterdaTii is een
heel gezellige stad. lang zoo südomsch niet als wel
beweerd wordt, indien men zekere buurten mijdt.
MUZIEK D STRIJKINSTRUMENTEN D SNAREN
D T-T D AMD Achter St. Pieter 4 Q
rj F!. JtvrvniV Utrecht D Tel. 443 D
PIANO'S G D VERHUREN D D VLEUGELS
mogelijkheid om te beleven, zooals Esn'uilt '/.egt',
dat men. een, bakst,een. dank zij do -Brown'sche
beweging, van/olf n'iar boven zal zien stijgen tot
een huis hoogte.
Het komt mij ook steeds ecu uitvlucht uit de
moeilijkheid van. het probleem voor. als nun Arrhe
nius' ..panspermie" aan\\il hangen. M on zal moeten
kiezen tiissclu-n geivratio spontanea of een schep
pingsdaad. Tertium non d.'itiir. Kn ik weet wel
wat ik stellig kies !