De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 5 mei pagina 1

5 mei 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene eekbladvoor Nederland Sinds meer dan vfjftig jaar aan de spits der ?weekbladen . . . . " ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP Redacteuren! H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF Secretarii der Redactie: C F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uitg. : N. V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C. OPGERICHT IN 1877 No. 2657 CJoe and^eel Onverslljtbaar ZATERDAG 5 MEI 1928 Het Museumtheater' te Amsterdam door F. M. WIBAUT A MSTERDAM heeft behoefte aan een grooten ?^^ schouwburg. Een schouwburg met een paai' tluizend goede zitplaatsen. ^Deze behoefte is ten deele ontstaan uit de groei van de stad. Amsterdam is een groote stad geworden. Niet «nkel door zijn uitbreiding. Ook door de levens kracht, die de stad op elk gebied ontplooit. Am sterdam is een levende stad, middelpunt van zakenleven, middelpunt van intellectueel leven, middelpunt van wetenschap, middelpunt van kunstleven in al zijn uitingen. De behoefte aan een grooten schouwburg is echter ook voor een belangrijk deel ontstaan uit het verblijdende feit, dat vergeleken bij dertig of veer tig jaar geleden een veel grooter deel der bevolking en een elk jaar toenemend deel, behoefte toont aan al de genietingen op kunstgebied, die een groote en goedingerichte schouwburg kan bieden. Ook op dit gebied van vooiv.iening in goede kunstgenieting voor zeer breed e kringen, is in Amsterdam door organisatie goed weik gedaan. De Vereeniging Kunst aan Allen'', die dit werk ter hand nam., telt meer dan 10.000 leden. Ook vakvereenigingen bevorderen kunstgenieting voor hare leden. Bij dit goede streven staat voorop dat de genieting moet zijn van hoogere soort. .Maar er staat vlak naast, dat ze toch niet veel geld mag kosten. Conclusie: er is noodig een goede schouwburg met veel plaatsen. Veel plaatsen beteekerit dan voor «en deel goedkoope en toch goede plaatsen. Er is nog een derde oorzaak. Het is de ontwikke lingvan de inrichting van tooneelendetooneeltochniek. in verband daarmede de eischen. die in groeiende mate aan opvoeringen worden gesteld. Do stadsschouwburg staat op dit gebied het minst ver af van hetgeen noodig is. Maar aan de nieuwe eischen van het kunstleven kan zijn inrichting niet steeds voldoen.'Het gevolg is, dat zelfs daar zekere vor men van kunstuitingen niet tot hun recht kunnen komen. Het gevolg is dat belangrijke kunstver tolkingen, die opkomen uit dezen tijd. groot opgezette voorstellingen aan Amsterdam voorbij moeten gaan. Amsterdam is op dit punt ten achter gekomen bij aantallen steden van gelijke, zelfs van minder groote beteekenis in het buitenland. Het gaat in het maatschappelijk leven zóó. <lat een nieuwe behoefte sterk moet worden ge voeld, eer initiatief zich aangordt om er in te voorzien. Zoo ging het ook op dit gebied. De behoefte bestaat reeds jaren. Zij die van schouw burgexploitatie iets weten, kenden do behoefte. Het kwam meer en meer voor dat het kunstleven in Amsterdam aanwijsbaar te kort kwam, doorliet gemis aan passende en beschikbare schouwburguimte. Op een gelukkig oogenblik ontstond uit deze toehoefte het initiatief om er in te voorzien. Het initiatief kwam van de Wagner-Vereeniging. Ook voor overtuigde voorstanders van bemoeiing van openbare bestuursorganen op het meest ver scheiden . gebied is niet alle particulier initiatief uit den booze. De beoordeeling er van wordt beheerscht door de zijde van waar hot komt en door de wijze waarop het zich aandient. Het initiatief van de Wagnervereeniging kan allen welkom zijn en sympathiek. Want de Wagner-vereeniging heeft een goed verleden. De Wagnervereeniging heeft sedert vele jaren de muziekdramatische kunst in Amsterdam op voortreffelijke wijze gediend, door het tot stand brengen van uitvoeringen van meestal een tweetal opera's per jaar, die aan zeer hooge eischen van kunst voldeden. Wie niet weet welk muzikaal genot een opera-uitvoering kan bieden, kan het bij de uitvoeringen der Wagnervereeniging er varen. De Wagnervereeniging is geen onder neming". Haar mooie prestaties vereischten be langrijke geld.elijke offers. Zij werden door kunst vrienden gebracht. Maar deze kunstvrienden waren zelve met hun werk niet geheel tevreden. Zij wilden er meer omvang aan geven. Zij wilden de genieting voor ruimeren kring toe gankelijk maken. In plaats van twee model uitvoeringen, vier of mettertijd vijf. Inplaats van twee voorstellingen van elk, vier of vijf voor groe pen, die gaarne ookdeze hooge kunstuiting genieten, doch niet den prijs van lidmaatschap der Wagner vereeniging kunnen betalen. Er is geen sprake van. dat dit in dien omvang in den Stadsschouw burg, toch in Amsterdam het eenige voor deze vertooningen nog geschikte tooneel, zou kunnen. Indien de wensch in vervulling moet gaan, moet er dus een nieuwe schouwburg komen. Het bestuur van de Wagnervereeniging begreep zeer wel, dat met, stel twintig avonden per jaar, stel vier opera's elk vijf maal, een schouwburg niet is te exploiteeren. Doch het wist hoe groot in Amsterdam de algemeen e behoefte aan een goeden grooten schouwburg was. liet had genoeg geloot' in Amsterdam, om het initiatief tot stichting van zulk een schouwburg aan te durven. En genoeg burgerzin om het initiatief te ondersteunen door beschikbaarstelling van aanstonds een half millioen gulden ter verwezenlijking van het gedurfde plan. Voor het stichten van een grooten schouwburg is eenige bouwoppervlakte noodig. Het liefst wel ecu plein. De Wagnervereeniging kwam op de gedachte. dat er in Amsterdam nog steeds een oppervlakte is, van welke de bestemming voor een goede stadsbebouwing nog niet w:as gelegeld. Het was in Amsterdam gewoonte geworden, deze opper vlakte een plein te noemen, het Museumplein. Voor een grooten schouwburg is het goed gelegen. Het zou goed zijn, dacht de Wagnervereeniging. den nieuwen schouwburg op dit Museumplein te bouwen. Men kan het dan noemen Museumtheater. Toen nam de Wagnorvereeriiging nog een ini tiatief. Zij schreef een prijsvraag uit voor een ontwerp van een schouwburg als stedebouwkundige oplossing om van genoemde, oppervlakte een goed plein te maken. Zij vond een representatieve jury bereid de inkomende plannen te beoordeelen. De jury bevond, dat een er van een goede stedebouwkundige oplossing zou bieden. Sedert is de Wagnervereeniging in bespreking en in onderhandeling met het Dagelijksch Bestuur der Gemeente Amsterdam om medewerking te verkrijgen voor de uitvoering harer plannen. Medewerking van tweeërlei soort. Medewerking voor de stedebouwkundige oplossing. Pinancieele medewerking. Want met de mogelijkheid van eenig tekort bij de exploitatie van het Museum theater lijkt althans voor den eersten tijd te moeten worden gerekend. Hier echter is het woord niet aan ons,doch te zijner tijd aan het Dagelijksch Bestuur der Gemeente. Maar heeft nu iemand in dit initiatief van de Wagnervereeniging tot stichting en exploitatie De inhoud staat op pag. 20 van het .,Museumtheater" iets kuimeii bespeuren van een aanval op ons kostelijke kimstinstituiit het Amsterdamsche Concertgebouw ? Dr. Willem Mengelberg. blijkens zijn artikel in dit blad van 7 April, ziet zulke spoken ! Deze spoken rijzen op, uit de voorstelling die Dr. Willem Mengelberg voor zich zelve heeft gemaakt van de gevolgen van de stichting van een grooten schouw burg op het Museumplein. Zijn fantastische voor stelling is.dat dan het Concertgebouw- orkest al maar door, zij het niet eiken dag, dan toch eenige malen per week operamuziek zal moeten uitvoeren. Er is echter in de Wagnervereeniging niemand die daaiaan denkt. Er zijn zeker in de Wagner vereeniging personen, die meenon dat voor liet jaarlijksch klein aantal opera's dat de Vereetiiging zich voorstelt in het Museum-Theater te geven, sa menwerking tusschen Concertgebouworkest cii Wagnervereeniging mogelijk zal zijn. .Mogelijk zal blijven. Wijl van deze samenwerking, in nog be perkter omvang, tot nu toe voor het Concertge bouworkest geen funeste gevolgen aan den dag zijn getreden. Maar in elk geval staat vast dat het niet de \\~au:nervereeniging is, die in deze aangelegenheid heeft te beslissen. In deze aangelegenheid heeft te he s-lissen het bestuur van het Concertgebouw. Te zijner tijd. huilen alles met het ..Musi'Umtheater" gunstig en voorspoedig loopt, duurt het nog enkele jaren eer deze beslissing moet worden genonieii. Het is aannemelijk dat het bestuur van het Concertgebouw bij die beslissing, aan het advies van bij uitnemendheid deskundigen volle waarde zal hechten. Wellicht zal dit eenige moei lijkheid bieden, indien zulke adviezen tegen gesteld zijn. Dr. Willem Mengelberg zegt: nooit. Richard Strauss zegt: gerust. Maar ten slot te heeft ieder besturend lichaam zijn eigen zorgen. Als vaststaand echter mag men aannemen, dat indien het Museumtheater tot stand komt. voor de dan in beperkt aantal te geven operauitvoelin gen de medewerking van oen goed orkest noodig zal zijn. Van een ander goed orkest, indien artistieke overwegingen beletten dat die medewerking voor taan door het Concertgebouw zal worden gegeven. Aldus gezien, lijkt ons er alles voor te zeggen, om de vra:xg van de stichting van het Mnseumtheator te houden buiten een sfeer van \ erineeudo vijandschap ten opzichte van onze kostelijke' kunstinstelling het Concertgebouw. Men kan zeer wel met Dr. Willem Mengelberg van meening zijn, dat het artistieke gehalte van het'Concertgebouw orkest nooit mag worden geschaad, en toch over tuigd voorstander zijn van de stichting van ..het Museumtheater" te Amsterdam. Uit de overweging dat het Amsterdamsche kunstleven die stichting vereischt. En uit de overweging dat het Museumtheater de oppervlakte, die ligt tusschen de van Baerlestraat en het Kijksmuseum, tot een uit stodebouwkundig oog punt- gezien mooi plein zou maken. Cit een van uie overwegingen. Of uit beiden tezamen. \SrciQtgk steeds Bonbons RINGERS Let' op den naam

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl