De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 12 mei pagina 15

12 mei 1928 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2658 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 MEI 1928 15 Magnaat of charlatan? 1V/I ISSCÜIEN getuigt het van bijzondere naïve teit, maar ik heb nu eenmaal van oen millionair-industriemagnaat een zeer gedecideerde voor stelling. Ik kan mij den levensloop van zulk een Oroesus niet anders indenken, dan aanvangend als kranten jongen. Die krantenjongen geeft bijwijlen blijk van bijzonder helderen kijk, komt in een ot' ander bedrijf in zeer ondergeschikte betrekking, en up een goeden dag wordt de teerling geworpen. Bij afwezigheid van alle superieuren komt een hoogst belangrijk telegram binnen. De miüionair, subsi diair niilliardair in statu nascendi ziet zijn weg naar het succes vrij en handelt op eigen initiatief. Natuurlijk blijkt zijn decisie op een critiek oogenblik te zijn gevallen en voor de maatschappij, in wier dienst hij is, groot voordeel te hebben op geleverd. En de ex-krantenjoagen ontvangt tot belooning een pak aandeelen. Vanzelfsprekend is het veelbelovende jongmensch verstandig; hij tracht niet het juist verworven bezit als eertijds zijn kranten zoo spoedig mogelijk aan den man te bren gen en te gelde te maken. Maar hij blijft er op zit ten, of gebruikt ze als onderpand voor verdere transacties. En nu ligt het maar aan het karakter van zijn millionairs-knobbel in welke richting hij zich verder oriënteeren zal. Soms ziet hij kans een kleinen spoorweg te koopen, of een stuk waardelooze grond, waar hij een badplaats projecteert die de grondprijzen tot fabelachtige hoogte zal opvoeren. Of wel hij Wïndt zich tot de beurs en beproeft daar zijn geluk. En dat geluk faalt nimmer. Nietwaar!' Ik kan dan ook niet verhelen dat ik ten zeerste teleurgesteld was toen ik hoorde dat een sedert eenige jaren aan het magnatenfirmament rijzende ster, wiens naam hierboven prijkt, de vermetelheid heeft gehad om van het traditioneele recept des industriekonirigs af te wijken. Als dat maar goed afloopt, heb ik toen dadelijk gedacht. Maar tot nu toe hebben de machten die de traditie handhaven het blijkbaar nog tegen zijn financieele kracht moeten afleggen. Loewenstein is een figuur in de industiieele wereld met wien men sedert geruimen tijd gewend is geraakt rekening te houden. Voor Europa is dat wel iets bijzonders. Want hoe rijk de Vereenigde Staten in den loop van hun industrieele ontwikke ling ook aan het type magnaat geweest zijn, hier in de oude wereld behoort het tot de uitzonderingen. Waarmee men niet zeggen kan dat het genus hier niet bestaat. Maar welig tieren doet het allerminst. Wel heeft men gedurende en na den oorlog voorbeelden ont moet die het magnatisme (?zetter heb medelijden, let op die a ) sterk benaderden. Maar kijkt men nu eens rond. dan blijkt er veelal bedroevend wei nig van de eens zoo enorme figuren te zijn over gebleven. Een Stinnes, een Sichel, en ik zou nog andere namen kunnen noemen, maar het is nu eenmaal niet beleefd den tusschen ons levenden zijn falen voor te houden. Binnen enkele jaren tijds hadden zij den heelen cirkelgang van hun ont wikkeling, van laagtepunt via hoogtepunt tot nieuw laagtepunt voleindigd. Zoo gaat het nu eenmaal met speculanten; somOEWENSTEIN door C. A. KLAASSE tuigen hebben nog tijd om enkele malen de ups en downs mee te maken. En heel enkelen maar komen op het hoogtepunt tot de overtuiging dat het beurs rouge-et-noir toch ook 50 p('t. verlieskans in zich bergt en onthouden zich dan verder van hot spel. Hoe komt het nu, dat zoovelen van die groot on gevallen zijn, terwijl Loewenstein's ster nog in vollen glans straalt;' Zal ook hij het moeten afleggen? Of behoort hij dan toch werkelijk niet tot het slag der eendagsvliegen? Niet tot de familie der na-oorlogsche speculanten? Is hij misschien uit het ware hout gesneden, zooals de industrie- en spoorwegkonirigen die op de juiste wijze hun profijt heb ben getrokken uit de snel wassende omstandig heden in Amerika aan het eind van de vorige eeuw? Laat ik eens de uiterlijke omstandigheden onder de loupe nemen. Wat heeft de vallende sterren waarvan ik hierboven enkele specimina opsomde tot val gebracht ? Eerdei' zou men misschien moeten vragen wat hen naar boven heeft gebracht. . . . Want ik geloof dat daar voor velen de causa movens van de verdere ontwikkeling ligt. De Duitsche magnaten van eertijds dankten hun ontstaan groo tendeels aan een tijdelijke, abnormale factor: de inflatie. Ongetwijfeld hebben zij dat element op bijzondere wijze zich ten nutte gemaakt. Maar toen de buitengewone omstandigheden niet moer mee werkten, waren zij niet bij machte de moeilijk heden, die toen lezen, op te lossen. Ongetwijfeld was er een meer dan buitengewone capaciteit noodig om die problemen tot een oplossing te brengen. Maar het veelzijdig genie heeft, hun ontbroken. Zij waren te voel ingesteld op dien eenen factor, dien zij inderdaad op geniale wijze hebben uitgebuit. Is nu Loewenstein's succes ook aan zulk een toe vallige, en tijdelijke, omstandigheid te danken? Naar het mij voorkomt, neen. Integendeel: in de objecten welke hij aanvat is een zeer gedecideerde lijn te onderkennen. Terwijl de Duitsche magnaten juist den fout begingen alles wat los en vast was, op te koopen, zoodat op den duur conglomeraties van de meest uiteenloopende en onsamenhangende bedrijven ontstonden, vindt inen in de portefeuille van de Loewensteins centrale onderneming, de International Holding and Investment Corp. in hoofdzaak slechts twee categoriën. Electriciteitsmaatschappijen, en kunstzijde-ondernemhigen vor men tezamen circa 9üpCt. van de geheele porte feuille holding dier instelling. Nu hoeft op zich zelf het aanwezig zijn van een uitgesproken richting nog geen bewijs te zijn voor juistheid van inzicht. Maar het valt niet te ontkennen, dat juist deze twee bedrijfsgroepen in de laatste jaren goede grepen zijn gebleken. De Amerikaansche Wallstreet-experts, die toch werkelijk hun sporen in de practijk verdiend hebben, hebben sedert eenigen tijd Loe wenstein's voetspoor gevolgd. Loopt men de Ameri kaansche beursoverzichten van de laatste jaren door, dan vindt men daar herhaaldelijk de ,,pu blic utilities" als favoriet ver-meld. Onlangs schreef ik in deze kolommen over de ge,motiveerdheid van die stemming, die inderdaad op goede gronden schijnt te berusten. Van de holding der bovengenoemde maatschappij bestaat 51 pCt. uit electriciteitsaandeelen, die ondergebracht zijn in de Hydro Electric Securities Company. De porte feuille van die sub-maatschappij bestaat weer voor 84 pCt. uit Amorikaaiische electro-waarden. De Sidro, de Barcelona Traction en d BrazilianTraction zijn namen die ieder thans kent. Met de kunstzijde is het weinig anders. Ook die fondsen zijn in den laatsten tijd sterk gemonteerd. De industrie heeft zich enorm uitgebreid en het eind van de expansie is nog niet in zicht. Internatio nale overeenkomsten hebben de positie aanzienlijk versterkt en velen hebben een rotsvast vertrouwen in de toekomst van deze industrie. Van de porte feuille der International Holding bestaat 43 pCt. uit kunstzijde-papieren. Belangen in de Glanzstoff. de Bemberg, Tomaszow, Tubize, en Sofisa vallen daaronder. Ook de Hollandsche industrie hooft Loewenstein's belangstelling gewekt. In de Hol landsche Kunstzijde-Industrie te Breda heeft Loewenstein «en controleerend belang. Althans dat meende hij. Belang had hij in elk geval, en een groot, maar de toevoeging controleerend" beviel deiDirectie allerminst. En op de jongste vergadering. waar1 do groep haar stem als aandeelhouder wildo Beurs-spiegel Donderdag, 10 Mei. r\ EZE week hebben de kunstzij-papieren weer eens een sprong1 gemaakt. Voor zoover Hoilandsche Kunstzijde betreft zijn natuurlijk bij zondere machten aan liet werk. Hoewel men zich afvraagt, of voor een der partijen thans wel bij zondere aanleiding bestaat om tol. fabelachtige koersen op te koopen. Ken gevoelige reactie bleef dan ook niet uit. Maar ook Eiika maakte oen flinke opwaartsche beweging mee. Het lijkt mij toedat het nu langzamerhand welletjes wordt met de hoogte van het koersuiveau der meeste specula tieve fondsen. Er zijn weinig aandeden die in het laatste jaar geen. beurt hebben gekregen. \Vel is onze locale beurs wat betreft de rendementsbasin nog onder de conservatieve te rangschikken, maar voor Hollandsche begrippen begint het al eenigszins de spuigaten uit te loopen. Maar wij moesten nu eenmaal onze cijns betalen aan de internationale speculatie, die aan alle beurzen achtereenvolgens heeft huisgehouden. Alleen Londen bleef min of meer voor die invasie gespaard. Hoelang nog? Op enkele fondsen, als b.v. Cortaulds, schijnen de Duitschers zich al te hebben geworpen. De rubbermarkt is wat flauwer geweest, hoewel de stemming voor het product niet ongunstig was, en het verloop van den Londenschen voorraad niet ontmoedigend. De Nederlandsch Indische Gas Maatschappij acht thans het oogenblik gekomen om van de gunstige stemming voor haar aandeelen gebruik te maken. Zich spiegelend aan het voorbeeld van de AX1EM, treft ook zij maatregelen om het nationaal karakter te waarborgen"; lees: om directie en commissarissen op hun zetels te houden". Nadat voor eenigen tijd de oligarchische clausule in de Statuten werd ingelascht, gaat men nu tot dezen stap over. Ruim / 2 millioen aandeelen in de juist opgerichte N.V. Nationaal Bezit van Aandeelen Nederlandsch Indische Gas Maatschappij worden aangeboden aan de houders van aandeelen Neder landsch Indische Gas. Aan de aldus te plaatsen aandeelen Nationaal Bezit bevindt zich weer een claimbewijs, waartegen / .1000 aandeelen Ned. Indische Gas kunnen worden omgeruild tegen / 1250 Nationaal Bezit. Om d'e transactie mogelijk te maken, en desondanks tegenover elke aandeel Nationaal Bezit een aandeel Indische Gas te laten staan, stelt de moeder-maatschappij ruim / £ millioen aandeelen ter beschikking. De constructie gaat zeker niet mank aan gebrek aan ingewikkeldheid. uitbrengen, werd zij met de wapenen, die, de ilooge Raad bij wege van het stroomannen-arrest heeft gesmeed, geweerd. Het zal eenige jaren duven, wanneer deze zaak juridisch uitgevochten moet worden. En het is niet uitgesloten dat aan minstens een van de beide partijen de lust daartoe ontbreekt. Hoe dan ook, de afloop van dezen strijd wordt met spanning tege moet gezien. Maar dit doet op het oogenblik minder ter zake. Wanneer wij moeten beoordeelen, of iemand als Loeweustehi al of niet au séricux genomen dient te worden, doen wij beter naar het verleden te kijken. Dan lijkt de conclusie niet ongemotiveerd, dat in Loewenstein wel degelijk een magnaat steekt. die uit het echte hout gesneden is. Dit tot slot: zijn meest ingenieuze kwp.liteit steekt misschien wel hier in, dat hij eerder financi eel dan commercieel genie heeft. Het opkoopen van aandculon, gevolgd door liet onderbrengen er van in nieuwe maatschappijen, waarvan de fondsen weer aan de markt worden gebracht tegen hoogere koersen dan pari met de oorspronkelijke inbrengwaarde, is op zich zelf een ingenieuze transactie. Reeds hoeft dit voorbeeld navolging gevonden, en niet alleen in het buitenland. BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA" SPANJAARD&C2 FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl