Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 MEI 1928
No. 2658
Egypte en Engeland
door Dr. JAN ROMEIN
i Een onoplosbaar conflict
JA LS een Egyptisch nationalist een geschiedenis
'?^^ Tan zijn land zou schrijven met de pretentie
daarmee een geschiedenis te geven van de wereld,
.«ra hijjninder ver van de waarheid verwijderd
blijiven dan sommige geschiedschrijvers van beschaaf
der rgken die van diezelfde pretentie zijn
uitgegaanEr is inderdaad geen land binnen den Europeesohen
gezichtskring met een langer geschiedenis dan
Egypte, en er is inderdaad geen historisch probleem
of het duikt in den een of anderen vorm in die
bijkans zesduizendjarige historie op. Van de
gebondenheid der beschaving aan geografische
omHandigheden in het begin, tot de worsteling der ge
kleurde rassen om hun eigen lot weer in handen te
nemen in onze dagen. En daartusschen is er geen
Sociaal, geen religieus, geen politiek en geen cultu
reel probleem of Egypte heeft er mee van doen ge
had. Strijd tusschen pharao's en fellah's, tusschen
priesters en pharao's, strijd met buitenlandsche
vijanden zonder tal, die steeds weer door de uit
zonderlijke vruchtbaarheid, van het Nijldal aange;
lokt, hi een eindeloozen stroom zich op Egypte
stortten om er zich te voeden of er voedsel vandaan
te halen. Hyksos, Assyriërs, Perzen, Grieken, Ro-f
meinen, Arabieren, Turken, Franschen, tot laatste-;,
hjk de Engelschen, die er zich in 1882 hebben vast4
gebeten omdat het land een onmisbare schakel was.
geworden in het Britsche wereldrijk. En die er niet
vandaan willen, zooals de historie der jongste dagen
opnieuw bewezen heeft. Maar die er toch ook niet
Zullen blijven, zooals diezelfde geschiedenis bewijst,
Als men de klok heeft hooren luiden, is het;
dankt me, zoo moeilijk niet, ook te weten waar de,
klepel hangt meestal immers hangt die in het
midden. Of, zonder beeldspraak: de kern van heb
Egyptisch-Engelsche conflict is ook voor buiten-!
Staanders duidelijk: wie zal de baas zijn in Egypte?
De Egyptenaren of de Engelschen? De aanleiding
tot telkens weer een nieuw conflict, zooals wij dat
nu telkens weer sinds de nominale onafhankelijk
heid van 1922 zien rijzen, is daarbij vergeleken
bgzaak. Leerzaam is in die aanleidingen alleen, dat
de botsing even scherp blijft, ook al is de aanleiding
geringer. De moord op den Sirdar in 1924 was Keer
ernstig, de botsing ook, maar de aanleiding van nu
is slechts een simpel wetsontwerp ; het conflict is er
echter niet minder ernstig om geweest en aan dien
ernst verandert niets, dat het ook ditmaal weer
door Egyptische gematigdheid is bijgelegd. Want
de Egyptische gematigdheid komt uit een
begrijpeIqk gevoel van onmacht voor, en een gevoel van
onmacht pleegt, wel verre van tot principieel toe
geven geneigd te maken, de haat te doen groeien,
die op zijn tijd een factor wordt om dat gevoel van
onmacht te overwinnen en den strijd tot het uiter
ste aan te binden.
* *
*
Wat maakte dan dit keel' het conflict zoo ernstig f
Zooals gezegd : een wetsvoorstel. Dat wetsvoorstel,
waarvan de jiers nooit den preciesen tekst gemeld
heeft, komt neef op drie punton: 1°. het dragen van
vuurwapenen door Egyptenaren, 2°. het recht van
vergaderen en 3°. de verkiezing van de Omdae, of
plaatselijke burgemeesters door de bevolking
Niemand kan ontkennen, dat dit bianenlandsche
aangelegenheden van Egypte zijn, ook de Engel
schen niet. Wanneer de Engelsche regeering zich
niettemin tegen de behandeling van dit ontwerp
in de Egyptische volksvertegenwoordiging heeft
verzet, deed zij dit dan ook op grond van de vier
voorbehouden die zij in 1922 gemaakt heeft n.l. :
1°. Engeland zal zorgen voor de veiligheid der ver
bindingslijnen, 2°. voor de verdediging van Egypte,
8°. voor de bescherming der vreemdelingen en 4°.
Paviljoen Vondelpark"
Tel. 24190-27595
Qroote en kleine Zalen voor Déjeunere,
Diners, Soupers, Bals en Recepties
Huize ZOMERDIJK BUSSINK.
voor den Soedan. Dat wil, met andere woorden,
zeggen: Engeland blijft tot een nadere regeling
Egypte militair bezetten en blijft met al zijn mili
taire en politieke hulpbronnen achter de belangen
der Engelsche katoenplanters in Soedan staan , waar
door het 1°. de controle over het Suez-kanaal en
2°. die over het Nijlwater houdt. Begin April zond
Engeland dan ook een nota, die de behandeling
van het bedoelde wetsontwerp verbood, als zijnde in
strijd mot hetjbovcngenoemd viervoudig voorbehoud.
De kwestie werd nog scherper, omdat kort te
voren de gematigde premier Sarwat Pasja door
Moestafa Nahas Pasja was vervangen en wel juist
naar aanleiding van de verwerping door Egypte
van een door Engeland voorgesteld nader verdrag ;
hetgeen de stemming wederzijds al eenigszins ver
bitterd had, gelijk zich laat begrijpen. Nahas Pasja,
die van Egyptischen kant het conflict te behandelen
kreeg, was dus een nieuwe bezem, die schoener wilde
vegen dan die van den ouden Zagloel in zijn na
dagen en dus zeker schooner dan die van Sarwat.
liet antwoord op de Engelsche protestnota bleef
dan ook niet lang uit. De Egyptische regeering
antwoordde categorisch en terecht , dat zij de
Engelsche nota als een inmenging in de
binnenlandsche aangelegenheden van Egypte beschouwde en
verklaarde zich ?elf bereid en in staat de vreemde
lingen te beschermen, ondanks het aanhangige
wetsvoorstel.
Daarop bleef nu Engeland het antwoord weer
niet schuldig. Op den avond van den SOsten April
reikte de Britsche hooge commissaris niet meer of
minder dan een Britsen ultimatum over, waarin
aan de Egyptische regeering drie dagen tijd gelaten
werd om het geïncrimineerde wetsontwerp in te
trekken. Zoo niet, dan zou Engeland de maatregelen
nemen, die het noodig achtte in verband met zijn
verplichting om de belangen der vreemdelingen te
beschermen". Gelukkig voor het Britsche Rijk
dat er nog zooveel zwakken op de wereld zijn, die
bescherming behoeven I En dubbel gelukkig, dat
er een Volkenbond is, die deze bescherming aan
zulke vertrouwde handen overlaat.
JUttWat er daarna gebeurd is, weten wij nog niet
precies. Het is niet aan te nemen, dat de Egyptische
regeering het als altijd vrij plompe voorwendsel niet
zou hebben doorzien. Het is evenmin aan te nemen,
dat zij niet zou weten, dat het Egyptische wetsvoor
stel in het Engelsche parlement en dus ook in do
Europeesche pers, laten wij maar zeggen;
eenigszins tendentieus is voorgesteld. Een definitief oor
deel daarover dient men op te schorten tot het wets
ontwerp in het Engelsch gepubliceerd is. Het heet.
dat dit op aandrang der Engelsche oppositie zal
gebeuren. Dat zij dit eischt, is echter reeds een
vingerwijzing. Maar hoe dan ook, de Egyptische
regeering heeft niettemin gemeend bakzeil te
moeten halen, zoodra zij te Kaïro het geronk van
de motoren der Engelsche oorlogsschepen in de
ooren kreeg.
Wat haar niet kwalijk te nemen is. Zij heeft ge
antwoord, op den Isten Mei te 2 uur ? dus binnen
den gestelden termijn. In dat antwoord ontkent
zij nogmaals het recht van Engeland, of van eenigen
anderen staat, zich te bemoeien met een Egyptische
aangelegenheid van zuiver binnenlandschen aard.
Wel wil zij aannemen, dat de Engelsche regeering
eveneens te goeder trouw is bij het vaststellen van
haar standpunt, dat van de zienswijze der Egypti
sche regeering zoozeer verschilt. Om nu een conflict
dat uit dit verschil van opvattingen kan voort
komen, in elk geval te vermijden, zal de Egyptische
rcgeering de betrokken wet in deze ziümr/ van het
parlement niet meer indienen. Zij verwacht dan
echter, dat, tegenover dit bewijs van den goeden wil
der Egyptische regoering, de Engelsche ook haar
best zal doen om in dea tijd tusschen nu en Novem
ber, wanneer het nieuwe zittingsjaar geopend wordt.
een compromis te vinden, dat beide partijen zal
bevredigen.
* *
*
Zeer vermoedelijk zal Engeland met dit antwoord
genoegen nemen, al zal het de Engelsche regeering
evenmin als den opmerkzamen lezer ontgaan, dat
de Engolscbe eischen er niet volledig in zijn inge
willigd. Immers het wetsvoorstel wordt niet inge
trokken. zooals geëischt was, maar slechts do
beKoninij Foead van Egypte
handeling tot een volgende parlementszitting ver
schoven. Dat dit gelijk kan staan met een eerlijke
begrafenis, is zeker. Even zeker is, dat de Engelsche
regeering dit zal hopen, maar even zeker, dat de
Egyptische nationalisten het tegendeel zullen
hopen.
In elk geval, ook al zou dit zoo zijn, dan is de
kern van het Egyptisch-TCngelsch conflict daar
mee niet opgelost. En geen wonder: dit conflict
is een onoplosbaar conflict. Dat wil zeggen, want
de historie kent tenslotte natuurlijk geen onoplos
bare conflicten, een conflict, dat alleen opgelost
kan worden door de volledige overwinning van een
der beide partijen. En, als niet alle voorteekenen
bedriegen, dan zal de overwinnaar op den langen
duur Egypte moeten zijn, hoe paradoxaal dat ook
klinken mag voor wie niet verder kijken wil of
kan dan noodig is om de momeniecle machtsver
houding tugschen de twistende partijen af te wegon.
2-V-28
N. V.: J. S. MEUWSEN. Hofl. A'dam-R'dam-den Haag
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
Nieuwe uitgaven
T C. S. ADAMA VAN SCHELTEMA, Mei-droom,
Een feestelijk verbeeldingsspel. Derde Druk.
Rotterdam, W. L. <;n .T. Brusse's uitgevers Mij.
C. L. DE LIGT?VAN KOSSEM, De tijd dringt.
Over opvoeding, ouders on geschiedenisonderwijs.
Arnhem, van Loghum Slaloms' uitg. Mij.
Dr. W. J. JOUWEHSMA, De Duüsch-Fransche
oorlogscrisis van 1875 en haar voorgeschiedenis.
De verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland
van 1871?1875. Leiden, A. W. Sijthoff.
N. HANNA THOMSON. Onze heraenu en on?e
persoonlijkheid. Bewerkt door Dr. I', G. Huekers.
Zutphen, W. J. Thieme et Cio.
HERMAN HEYKKMANS, Op Hoop van %e;/en.
Spel van do Zeo in vier bedrijven. Achtste druk.
Amsterdam, Em. Querido uitg. Mij.
Dr. S. W. VJSSEII. Draaibare Sterrenkaart, voor
de tropen, met korte handleiding 4e druk. Gro
ningen, den Haag, Weltevreden. J. B. Wolters.
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN
DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND
BIJ DB FIRMA BATENBURG & FOLMER
TE 'S-GRAVENHAGE,HuiJGENSPARE22
TELEFOON 11030
EIGEN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
6PEC. BlNNENL. EN INTERN. TRANSPORTEN
l