Historisch Archief 1877-1940
No. 2658
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 MEI 1928
De Heilige Stede
door Prof. Dr. H. BRUGMANS
\T ELE jaren geleden Leeft Dr. Sterck een boek
uitgegeven over de Heilige Stede, waarin was
verzameld wat toen ter tijde over het befaamde
heiligdom bekend was. Maar het onderzoek heeft
niet stil gestaan; er zijn bovendien nieuwe docu
menten ontdekt, ook over de alleroudste geschie
denis van het mirakel en van de kapel, zoodat een
vermeerderde herdruk van het boek van 1898
noodig was.
Dr. Sterck heeft dus de stof opnieuw bewerkt
en saamgebracht wat nu over de Heilige Stede
is te zeggen. Die arbeid was natuurlijk niet een
louter verzamelwerk: kritisch moesten zoowel
documenten als kunstwerken worden bekeken om
aldus de historische beteekenis van de geheele
ontwikkeling te kunnen vaststellen.
Men mag zeggen dat dr. Sterck in zyn werk in
hoofdzaak is geslaagd. In zijn eerste hoofdstuk
bespreekt hij de documenten, die licht geven over
de geschiedenis van het heiligdom; de historische
feiten zelf komen daarbij natuurlijk ook ter sprake.
In het tweede hoofdstuk behandelt hij opkomst en
bloei van Amsterdam, stoffelijk en. geestelijk, mede
in verband met de stichting der Heilige Stede.
Het derde hoofdstuk is een beschrijving van het
heiligdom zelf, het vierde van de vorstelijke
bezoeken en de geschenken aan de Heilige Stede.
Het vijfde hoofdstuk behandelt de verdere kunst
werken der kapel, het zesde haar altaren en gilden.
Het laatste hoofdstuk eindelijk is getiteld:
aanvallen op het heiligdom, maar zou omgekeerd
even goed de verdediging van het heiligdom kunnen
heeten; aanval en verdediging gaan trouwens
hier, zooals gewoonlijk, hand in hand.
Dat alles is zeer wetenswaardig en wordt duidelijk,
hier en daar wat uitvoerig verteld. Men zou alleen
wel hebben gewenscht, dat de geschiedenis der
kapel was voortgezet tot haar afbraak in 1908.
Dr. Sterck spreekt daar hier en daar wel over en
geeft terecht uiting aan zijn gevoelens van weemoed
over deze jammerlijke en eigenlijk geheel onnoodige
vernietiging van een historisch Amsterdamsen
gebouw, maar de eigenlijke geschiedenis eindigt
toch met 1578. Voor een man als hij niet te ver
wonderen: de Heilige Stede had zijn brandende
belangstelling en zelfs sterke liefde; de
Nieuwezijdskapel was voor hem slechts de droeve ontluiste
ring van een grootsch verleden.
Een ieder weet, dat de Heilige Stede vastge
hecht is aan het befaamde Mirakel van Amsterdam.
Men mag over dat mirakel denken, zooals men wil.
Maar ieder zal moeten erkennen, dat het
documenteel vrij stevig staat. De oorkonden, die ervan
spreken, gaan bijna tot het feit zelf terug. Ik zou
zelfs wel eenige meerdere waarde willen hechten
aan de verklaring van den baljuw van Amstelland
en de regeering van Amsterdam van Donderdag
in de octaaf van Paschen dan dr. Sterck doet;
maar het stuk heeft geen jaartal en het is blijkbaar,
alleen een bevestiging van de eigenlijke verklaring
omtrent het mirakel. Maar dit en dergelijke on
zekere documenten daargelaten, het oudste stuk.
waarin van het mirakel wordt gesproken, is van
19 October 1346, dus ongeveer anderhalf jaar
nadat het feit zou hebben plaats gehad. Uit een
ander stuk van 21 October 1347 blijkt, dat op dien
dag de kapel der Heilige Stede met vier altaren is
gewijd. Met de documenten zijn wij dus al vrij
dicht bij het feit zelf. Wij mochten wenschen, dat
alle historische feiten van oude geschiedenis en
middeleeuwen zoo goed gedocumenteerd waren.
Men behoeft het mirakel van Amsterdam niet
als historisch feit aan te nemen om de beteekenis
van de vereering van het wonder voor de geschiede
nis van Amsterdam te erkennen. Nog in onze
dagen kan men die beteekenis nagaan, wanneer
men wil bedenken, dat nog steeds telken jare
60.000 vrome katholieken uit Amsterdam en van
ver daarbuiten aan den stillen omgang ter eere van
het mirakel deelnemen. Maar welke is nu de betee
kenis van het mirakel voor den opbloei van Am
sterdam? Een feit is het, dat de opkomst van Am
sterdam eigenlijk eerst inzet omstreeks het midden
der veertiende eeuw. Dr. Sterck verwerpt terecht
de voorstelling van den heer 't Hooft, alsof Am
sterdam reeds vóór 1350 een stad van groote be
teekenis in Holland zou zijn geweest. En evenzeer
kan men dr. Sterck toegeven, dat men bij het
onderzoek naar de opkomst van een stad naast de
stoffelijke ook de geestelijke f actoren in aanmerking
moet brengen. Maar ongelukkig weten wij van die
geestelijke factoren van de veertiende eeuw zeer
Italiaansche Padvinderij
Teekeniny voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jorduati
MUSSOLIN1 VINDT ZIJN EIGEN 1>A1).
EN TOCH LK1DKX AI.LK PADKX XAAH Jf!)MI<:
weinig; \vat Dr. Sterck hiei' aanvoert, is meest
uit de vijftiende en zelfs uit de zestiende eeuw.
Kn zelfs daaruit krijgt men niet den indruk, dat
Amsterdam in dit opzicht, veel grootei' beteekenis
heelt dan de andere Hollamlsehe steden. Maar ik
herhaal: bij de verklaring van het, ontstaan van
een stad behoeft men. niet alleen op de economi
sche factoren te letten.
Wat is nu de beteekenis van het mirakel geweest 'i
Men kan natuurlijk een mystiek verband leggen
tusschcn het mirakel en den omniskenbaren opbloei
der stad. Het geloof daaraan kan men ten volle
eerbiedigen, maar dan moet men ook tevens
constateereii, dat er historisch niets mede is te
beginnen; zulk verband onttrekt zich geheel aan
het historisch onderzoek. Men kan dat verband
ook nog anders opvatten: men kan aannemen,
dat de versterkte devotie en do diepere gods
vrucht, die een gevolg moet zijn geweest van de
vereering van het mirakel, krachtig kan hebben
ingewerkt op de energie der Amsterdamsche burge
rij en aldus den opbloei der stad sterk heeft be
vorderd. Dat is natuurlijk mogelijk: zonder geest
kracht komt geen economische bloei tot stand.
Maar al zijn wij hier binnen het terrein der waar
neembare geschiedenis, in den regel onttrekken zich
zulke verhoudingen aan onze waarneming, vooral
in tijden als de veertiende eeuw, waarvan althans
over het leven der burgerij van Amsterdam zoo
uiterst weinig bekend is. Er blijft, dan nog over
n factor van beteekenis: het mirakel trok
natuurlijk tal van bedevaartgangers naar de Heilige
Stede. Dat zulk een samenstrooineri van mensehen
van heinde en ver beteekenis kan hebben voor
een opkomende stad, spreekt van zelf. Maar een
al te groote voorstelling moet men daarvan toch
ook weer niet hebben De bedevaartgangers maken
natuurlijk verteringen en brengen dus geld in de
stad. Maar komen zij er ook handel drijven:'
Mij dunkt, die vraag kan niet ten volle bevestigend
worden beantwoord. In ieder geval moet men ook
liierup letten, dat he( hooggetijde van de H
Stede aan bepaalde
gebomlen
de handel natuurlijk liet geheel ja-ir dom' \\vrd
gedreven. Dat laatste geldt vooral, als men /.;<?!)
den groothandel van die dagen voorstelt: die
groothandel was althans in de vijftiende en
zestiende eeuw in handen van Amsterdamsche pooi'
tors, die zelf er op uit trokken of hun verlegvnwooi
digers uitzonden naar de Oostzee en naar andere
vreemde landen. De groothandel van Amsterdam
was. zooals Guicciardini scherpzinnig al heeft
waargenomen, een actieve, geen passieve handel:
hier komen ook wel vreemdelingen, maar de handel
is in de handen van de Amsterdamsche burgers
zelf. Welnu, tiet y.ijii niet de bedevaartgangers,
die de welvaart brengen: deze berust op de. sterke
energie der Amsterdamsche burgers zelf.
T7it het bovenstaande moge men den indruk
krijgen, dat dr. Sterck ons een boek heeft geschon
ken, dat de overweging ten volle waard is on dat,
voor de geschiedenis van Amsterdam groote be
teekenis heeft. Met name wat dr. Sterck mededeelt
over de geschiedenis der Heilige Stede zelf. i.s
van groote waarde; niet groote. liefde eu U-gelijk
met uitgebreide kennis van zaken is hier een
historisch beeld ontworpen, dat aantrekkelijk en
belangrijk is tegelijk. Dr. Sterck zal stellig de
voldoening van zijn werk beleven, die- hij teiivolle
verdient.
1) ./. A'. M. Sterck. lh' Ilediije Stede in d.'
geschiedenis van Amsterdam. Met relt' afbeeldingen.
Uitgegeven van teegc de redactie van de ..liijdrugen
i'oor de geschiedenis van het bisdom ra n Haarlem".
1928.
Hotel Duin en Daal" - Bloemendaal
Str. koud en warm water op alle kamers
PRIVÉBADKAMER S - Telefoon 2222'i