De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 12 mei pagina 6

12 mei 1928 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 MEI 1928 No. 2658 Wetenschappelijke Varia Het jongensoverschot bij pasgeborenen door Dr. P. VAN OLST l A' afwachting van de maatregelen. die Haarlem's burgemeester zal uenieii, om een einde te maken aau den wantoestand dat ei- in Haarlem belangrijk meer vrouwen dan mannen y.ijn, welke wantoestand hem evenzeer benauwt als het geval 7,ou zijn met een winkelier in handschoenen, die eenige duizenden linkerhandschoenen te veel heeft, is het niet kwaad eens na te gaan hoe het in de environs'' van Haarlem ermee gesteld is, deze envi rons zoo ver mogelijk uitbreidend, dus in de geheele overige wereld. Tot onzen spijt moeten wij dan het feit constateeren dat in geheel Nederland en zelfs in geheel Europa het aantal volwassen vrouwen grooter is dan dat der volwassen mannen. Gelukkig ech ter is deze wanverhouding (immers menkan?desguterizu viel bekommen") alleen beperkt tot Europa ! In Azië. Afrika en het in dit opzicht even donkere werelddeel Amerika overweegt bij de volwassenen nog het mannelijk geslacht. Wat de Haarlemsche moei lijkheden aangaat, is dus de oplossing voor de hand liggend: de burgemeester stelt een levendigen ruilhandel in van Haarlemsche meisjes tegen Amerikaansche millioenairszoons en Chineesche koelies, die in dezen handel gelijke waarden vertegenwoordigen. Maar daarmee stappen -we van Haarlem af en bezien de geheele ge talsverhouding der geslachten eens nader. Het wonderlijke is dat, terwijl bij de volwassenen de vrouwen overheerschen in aantal, tenminste iw de tëuropeesche rijken, bij de geboorte deze verhouding omgekeerd is. Er worden meer jongens geboren dan meisjes. Hier te lande vond i'rof. Methorst dat bij de levendgeboren echtelijke kinderen (1900?1913) tegen 100 meisjes ruim 105 jongens voor kwamen. In Duitschland geldt vrijwel dezelfde getalsverhouding. Wanneer uien dus vóór iedere gezirisvermeer dering bij vrienden en kennissen wed dingschappen aangaat met zooveel mo gelijk ooms eii tantes en constant volhoudt / 25 te wedden op de geboorte van een zoon, wordt men onafwend baar rijk, want in mér dan de helft der gevallen wint men zijn wedding schap, dus dékans is veel beter dan te Monaco waar men slechts 50 percent kans op winnen heeft. Men vraagt zich af hoe dit komt. Zouden meisjes moeilijker ter wereld komen, zoodat er dus een grooter aantal afvallen als doodgeborenen'.' Neen, dit is onjuist, want het statis tisch onderzoek leert dat ook bij de doodgeborenen de jongens overwegen. wat misschien te wijten is aan het gemiddeld grootere gewicht der jon gens bij de geboorte, waardoor de kans op moeilijkheden grooter is dan EASYCHAJRS 5ERIE-FABRIKATIE IN DE PRIJZEN VAN ,65.-,75.-,65.-?95.-1O5: DAAD WU DEZE EASV-CHAJRS BU GROOTE SERIES VERVAARDIGEN ZIJN WU IN 5TAAT VOOR ZEER LAGE PDUZEN TE LEVEREN AFBEELDINGEN FRANCO bij de minder wegende vrouwelijke babies. l>it leert dus dat de vreemde getalsverhouding, waardoor het zoo genaamde joiiyfHüocffHcliul ontstaat, nog ongunstiger is voor de meisjes dan de getallen 105:100 aangeven. liet jongensoverschot bij de doodgeborenen is zelfs veel grooter dan bij de levendgeborenen. Uit den aard der zaak zijn hiervoor niet zooveel cijfers beschik baar, behalve in landen met een hoog ontwikkeld statistisch onderzoek. Voor ons land was de geslachtsverhouding van de levenloos aangegeven kinderen tusschen 1917 en 1921: 9 mnd. en ouder 120 j. tegen 100 m. 8?9 maanden 120 j. ,, 100 m. 7?8 maanden 114 j. ,, 100 m. 6?7 maanden 125 j. ., 100 m. beneden (i mnd. 125 j. ,, 100 m. Duitsche getallen geven nog grooter jongensoverschot, zoodat zelfs een getal van 229 j. tegen 100 m. voor komt in een der tabellen, waarbij de zwangerschap na 3 i maanden onder broken werd. In ieder geval is vóór de geboorte het jongensoverschot «Mlig grooter dan na de geboorte reeds het geval was. Xu is het niet mogelijk om vroeger dan de derde maand het geslacht vast te stellen, zotwiat men alleen maar gissen kan naar lipt jongensoverschot in de eerste maanden dei' zwangerschap. Men heeft wel pogingen gedaan om op wiskundige gronden dit overschot te berekenen, maar de cijfers geven te weinig houvast voor een stellige uitkomst. Men kan echter moeilijk anders doen dan aannemen dat bij de bevruchting reeds meer jongens geformeerd worden dan meisjes. Dit klopt echter niet met de biologische inzichten van de be vruchting. Het geslacht wordt name lijk bepaald door een zoogenaamd ..geslaehtschrouiusoom" dat slechts in de helft der vaderlijke spermatozoén voorkomt terwijl het in alle moeder lijke eicellen gevonden wordt. Smelten de vaderlijke en moederlijke cel samen tot het ei, dan bevat dit dus óf twee geslachtschromosometienont wikkelt zich tot een vrouwelijk individu, of slechts n geslachtschromosooni en ontwikwikkelt zich tot eenmannelijkindividu. De kansrekening leert dat de mogelijk heden hiertoe even groot zijn, dus dat bij ile bevruchting precies 101) jonyens te'jen 100 meisjes geformeerd worden. Dus yecn. jongensoverschot. Wie heeft nu gelijk, de statistiek die hierboven vermeld is of de biologie, die toch ook niet over een nacht ijs gaat? Daar het onderzoek bij den mensch zelf te groot e bezwaren oplevert, heeft men het antwoord gezocht bij dj dieren. Het is n.l. daarbij mogelijk door eigenaardige, veranderingen in het ovarium nauwkeurig te consta teeren hoeveel bevruchte eieren er geweest zijn bij den aanvang der zwangerschap. Vooral Mac Dowcll heeft bij muizen op schitterende, en voor de dieren geheel onschadelijke wijze dit onderzoek gedaan. Evenals bij den mensch blijkt ook bij de muizen een groot e sterfte vóór de geboorte op te treden. Maar belangrijker is dat Mac Dowell een groot aantal gevallen tegenkwam waarbij geen sterfte voor de geboorte had plaats gevonden, blijkend uit het overeenstemmend aantal bevruchte eieren en geboren jongen. Deze gevallen hield hij zorg vuldig apart en telde het aantal mannelijke en vrouwelijke pasgeboren muizen. Kn ziet: bij deze 11 Mi worpen «r Zee/3/ %[en hij ^TV x ? / « y 457 .^3Z86 /hèjjepiitz School of wnguaóes. STEUNZOLEN NAAR GIPSVORM Instrumenthandel SCHMEINK Spurstp.256, Tel .4O2OO, Amsterdam N. V. Meubelmagazijn Eden" MOLSTEEG ~ AMSTERDAM BOEKENKASTEN :S nelschrift *» ?* ^-?alf^^ In den Boekh> enna' DTPMT^R ATT "~~ *'"**^ ""^^ postwissel bij R1ËNTS KIt,JN l &BAL l ^ l^?~\ BALT, Den Haag, Zelfond. 95 Ct. fr. *^-^£--^É^» . Daguerrestraat 28. -| DEGELIJKE OPLEIDING, mond. en schrift, aan bovenstaand adres. A. F. Z U R C H E R CARTONNAGEFABRIEK en DRUKKERIJ LOOIERSGRACHT 64-66-68-70-72. AMSTERDAM VOOR BETEEE MEUBELEN ARNOLD HOUTSCHILT AMSTERDAM niet totaal 801 jongen waren 110 mannelijke en J15 vrouwelijke dieren. zoodat dus ook bij <lv bevruchte eieren dr yeslaclittsccrhowliity l tot l i/cicecst (C;(S. juist zooals de bioloog het bij den mensen zich voorstelt. Men heeft dus goeden grond om zich voor te stellen dat oorspronkelijk evenveel jongens als meisjes in aanleg aanwezig y.ijn. zooals de kansrekening leert. Hoe komt dan echter het jongens overschot tot stand bij de geboorte, en waarom is dit overschot zelfs nog grooter vóór de geboorte? I'rof. Mijsberg. die deze cuiaestie onder de oogen heeft gezien, stelt zich voor dat ge durende de eerste '2 a '.'> maanden van de zwangerschap veel meer vrouwe lijke embryonen te gronde gaan dan mannelijke, zoodat aan 't einde van dezen termijn het aantal mannelijke embryonen zoo overweegt a!s wij hierboven zagen. Daarna echter draait de zaak om en wordt de sterfte grooter onder de mannelijke embryonen. xoodal het jongensoveix'hot wel aan'ezig blijft, maai' steeds minder frapant. tol het bij de geboorte nog maar ering is (1115 tegen KMI). In het lat l J. l -ven blijft de grootere sterfte lannelijke individuen bestaan, zoo l et aantal mannen en vrouwen ste 'ds meer gelijk wordt bij het klimmen jaren, totdat eindelijk het aantal vrouwen gaat overwegen, zooals in Europa het geval is en in Haarlem den burgemeester benacht merriet. I'rof. .Mijsberg zoekt de oorzaak der grootere sterfte der vrouwelijke embryonen tijdens de eerste maanden der zwan gerschap in het feit dat de bevrucht e eicel lin e geslacht sehroiursomen heeft, n.l. n van den vader en n van de moeder, zoodat een eventueele andere schadelijke, aan ditzelfde chromo soom gekoppelde erfelijke aanleg versterkt kan worden en het embryo doet sterven, terwijl liet mannelijke embryo slechts n zoo'n chromosoom ontvangt, dat dus bij zoo'n funeste koppeling niel zooveel ..ei'ferl k;ui si tl't eel'etl".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl