De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 12 mei pagina 9

12 mei 1928 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 2658 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 12 MEI 1928 Modebrieven uit Parijs door STÉFAN dagelijks het Bois Dit kind Kinderkleeding ^ OG altijd bestaat het Pransche kindje dat met een kneepje van de friseertang in zijn haartjes, een beetje rouge van zijn moeders toilettafel en een apejurkje van kant en strikjes op de réceptions mag bin nenkomen, uitbundig wordt bewon derd en met bonbons opgepropt naar zijn onsmakelijke nursery terugkeert ---- maar dat is het kind van de flodder-madam". De Parisienne, la véritable Parisieune, lieve lezeres, is geen floddermadam. Ik wil schrijven vanhetParijsche kindje dat een zorgzame nurse of een moderne moeder bezit, dat wordt gebaad en wordt afgestapt in de Boulogne of het Pare Monceau. draagt geen zijde of het is shantung naturel, toile de soie of kinderlijk wit taffetas; geen fluweel, weinig kant, geen hoedjes met kwikken en strikken. Het draagt wél hagelwit organdi, crème mousse line, zacht grijsblauw linnen of viyella.kasha natu rel, jersey ; en peau de pêche, velours de laine, covert coat en gabardine vóór jasjes, grijs duffel, soepel tweed en homespun voor jekkers en regenhoedjes. Serge is alleen mooi voor matrozenpakken. Kort gerokt en flink gegaiterd" stapt het sportieve kindje langs de paden van het Bois; en laat ons hopen dat Ie Bon Dieu" hem zijn roode wangetjes heeft geschonken. Wilt ge nieuws weten omtrent zijn kleeding? Roemeensch borduursel, kruissteek, liefst in n tint, alleen blauw of groen of geel op linnen of katoen ; soms iets veel-tintigs op het simpele wollen jurkje. Veel vetersluiting en liggende boordjes. En vél gesmookt. Nid^d'Abeilles heet dat hier. zooals ge weet. Ook kleurig kettingsteekborduursel. En geen pyjama's meer voor meisjes. Geen bont op de jasjes of mut sen. Beige en lichtgrijze vilten of popeline hoedjes of, voor hel voorjaar, fijn sterk naturel stroo. duur maar duurzaam en stijlvol. liefst Breton-modellen. Nog al tijd matrozenpakken voor jon gens, maar alleen voor kleine jongens en dan met lange broe ken en alleen als ze werkelijk .,first rate" kunnen zijn en geen naaistersgepruts. Dan veel betev jerseypakjes. Truien altijd met kraag. Nooit pull-overs voor kinderen, nooit cardigans. Wei nig uitgebreide garderobe, maar goed materiaal en allfs wasclibaar. Laat het kind even goede kleeren dragen als wij zelf. Het kind is evengoed als wij, of beter. Wilt ge kleuren, kiest dan voor het blonde kind: crème. roze, zacht aardbeirood; voor het donkere kind: zacht geel, zacht framboosrood, zacht blauw. Nooit hooge laarsjes; molières alleen voor jongens van vijf jaar af en meisjes van acht af. Anders gewone lage schoentjes. Voor jongens: hoedjes of bérets basques bij fantaisie-jasjes, en bij tweed of gabardine-jekkers altijd een goede flinke Engelsche pet. En zoodra het mooie weer daar is: blootshoofd. Geen afgezakte sokjes, dan veel liever lichtgrijze. of lichtbeige effen knie-kousen met ingewerkt elastiek. Overdag nooit zwarte schoentjes. De best gekleede kinderen zijn hier misschien de Spaansohe van goeden huize. Zij dragen bijna niets dan natu rel-tinten. Ieder gezond kind dat dagelijks goed gebaad wordt en wiens haar zorgvuldig is geknipt ziet er daar het aardigste mee uit, geloof ik. Het merkwaardige geval doet zich voor. dat ge in Parijs komend of ongehoorde sommen voor kinderkleeding moet uitgeven óf in. de grandsmagasins minderwaardig spul aantreft, slecht materiaal en veel opdril. Het monopolie is bij zeer enkele huizen zooals Fairyland, Welcomme Moro, Mignapouf, MarieLaure. Natuurlijk zijn jongens makkelijker te kleeden dan meisjes. Met een blouse en een hoog opgeknoopt broekje, kort van snit, kniekousen en lage schoenen, een raglan-jekker en een pet ziet iedere jongen er behoorlijk uit. Men late ze lang zoo en houde het eigenwijze Norfolk-jasje verre. Meisjes zien er bijna allen aardig uit in lichtbeige of lichtgrijs jersey met korte plooi-rok. Lange mou wen ook in 't voorjaar, nooit half-lange en alleen bij werkelijk heel warm weer bloote armen, maar dan ook geheel. Bij bebloemd cretonne jurkjes al tijd kleine patronen en altijd gepaste soberheid bij alle fraicheur. Als een jurk te veel te vertellen heeft zegt de Franc.aise: cette robe tue Penfant". Zoekt nooit te veel kleurigheid, de blozende wangen moe ten altijd de hoofdschotel blijven. Zacht roze kleertjes kunnen een teer, bleek gezichtje ophalen, felle tinten doen dat nooit. Kant- of strikkentooi heeft nooit een spichtig ineiske weten op te halen; alle overdaad en opdril schaadt slechts. Wel kan wat crème, blank-wolkige fijne tulle of mousseline gratie geven aan het al te frêle; en plissé's doen" het in zoo'n geval ook veelal wel. Kleed uw meisjes kort, ook haar dessous" kort. Broekjes mogen nooit zichtbaar zijn als het meisje rechtop staat. Kiest nooit directoirebroekjes of lingerie van precies dezelfde stof als het jurkje, want dit maakt van de meest gracieuze meisjesjurk een kruip-pak. De taille zij altijd zoo hoog en kinderlijk mogelijk aangebracht, wanneer deze gemarkeerd wordt. Manteltjes zijn het aardigste wijd, liefst met raglan-mouwen en even lang als de jurken. Zomermantels van lichtgrijze tint harmonieeren nog het beste met de zomerjurkjes eronder. Witte mantel tjes zijn alleen eigenlijk aardig als ze heel sportief van snit zijn en vooral niet poes-mooi. Nieuw zijn raglan-mouwen voor effen jurkjes van het chemisier-genre. De meest sympathieke meisjes jurken lijken mij echter wel de gesmookte. En de eenvoudigste, mits met goed ingezette, niet te nauwe of te korte, mouwen, voldoen altijd het best. Zou dat niet zijn omdat elk kindergezicht, ook het meest gewone, eigenlijk te edel is voor opsmuk? -A. Tentoonstellingen Indanthren-Huis, Amsterdam, Decoratie en Lichttechniek. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen en teekeningen door H. van de Velde. Tot 13 Mei. Buffa & Zonen, Amsterdam. Teekeningen van Olaf Gulbransson. Tot 13 Mei. Nationale Kunsthandel, Heerengracht 435, Am sterdam. Beeldhouwwerken van Ttenée Sintenis. Tot 13 Mei. Vereenigingsgebouw Korte Kerkstraat 13«, 's Hertogenbosch. Schilderijen en teekeningen van Frans Slager. Tot 14 Mei. Huize van Hasselt, Schiedamsche Singel 35, Kotterdam. Teekeningen en beeldhouwwerken van Jules Vermeire. Tot 21 Mei. Huize van. Hasselt, Kotterdarn. Werken door !Sara van Heukelom. Tot 20 Mei. Kunst/.aal Willem Brok, Hilversum. Werken van Bern. A. van Beek. Tot l Juni. De Vuurslag, Doornstraat 6(i, Den Haag Scheveningen. Teekeningen en Litho's van Herman Kruyder. Tot l Juni. Kunstzaal d'Audretsch, Noordeinde 11!.), den Haag. Werken van Leonid en Himma Brailowsky. Tot l Juni. Huize Kröller, Lange Voorhout l, den Haag. Herinneringstentoonstelling Jan Toorop.Tot l Juni. Kunsthandel D. G. Santee Landweer, Amster dam. Graphisch werk van Jean Donnay. Tot 15 Juni. Z^CORSETItRE L KEIZERSGRACHT 772 AMSTERDAM l i 'TLLEF. 57iy H ! i ATELIECWÜDBPEW.BATN ---. IL. l>4 DENM\.V, f-L'fN VH,:AC Mcrei. CENTBAL Het bloeiende tr,eurkersje door TINE COOL 'T IE het boompje, het bloeiende boompje ! Daar staat het. Jong, pas opgekomen gras in het verdiepte gazon verlevendigt en vormt een tapijt en laat het boompje in ongekende teederheid er te midden van opbloeien. Klein, gracieus, vriendelijk^ Kersje, dat niet treurt al ben je een treurboompje, je prijkt toch met een beschroomdheid, verinnerlijkt in dezen vorm, door al dat fijn gebloemte bekleed." En dit is het moment, vandaag in dit licht, in den windloozen voorjaarsdag, waarin alleen een vogel zingt; gaan wij het niet voorbij ! Het bloeiende boompje prijkt temidden van een gedeelte van den tuin. Wij staan op den weg die er langs voert. Een zware, breede hulsthaag weert ons, deze is golfvormig geknipt geweest en gedurende jaren zóó teruggehouden. Nu zien wij het wonderschoone boompje in een van de golvingen gevat. Soms kan het gebeuren dat men tusschen neergaande blonde duinen ineens de glorie van de blauwe zee ontdekt, hoe intens is dan de kleur door het contrast. Ontleent het boompje zijnteerheidaan de nabij heid van de scherpe hulstheg, waarvan maar enkele blaadjes licht opvangen en glanzen? De heg keert rechthoekig mee met den opgang naar het huis; nu is zij een recht geschoren haag met telkens weerkomende bolvormige versieringen en het zien van deze voert ons terug naar den tijd dat bij boerenbehuizingen zulke heggen waren. Het landhuis is de achtergrond van het boompje, met de dwergdennen die er in compacte, opgaand" groep vóór groeien. Het huis is mooi, rustig en heeft een fijne portiek, het rieten dak beschermt en gaat hoog, een gouden schip bekroont. Zonnestralen glijden over het dak, toch zijn er daar donkere plekken ook. Het boompje prijkt vóór dit huis, maar niet zóó of het er ter wille van hem is, neen, alles is er voor het boompje. Er is een beslotenheid om het kersje, de voorgevel, die in de schaduw ligt, versterkt dit, maar de inkijk in den verderen tuin, terzijde van het huis, zorgt dat er geen beklemdheid opkomt. Geheimzinnig houden andere lenteheesters. die in knop nog zijn en over heggen zich welven, wel de verten gevangen van tuin en weiden er achter, maar de blik weet er door heen te dringen, en de laaiing van de zon te vinden. Maar alles is er om het boompje, dat er niets zelf van weet. Het is het bruidsboompje. Hoe beschroomd staat het te bloeien. Klein boompje, wie heeft er je neergezet? Wie heeft dat zoo goed begrepen, op deze plek? Wie heeft er die Juniperus daar geplant, die zich grillig hebben gevormd in den loop der jaren en nu in df> nabijheid zijn?" Het was een die wist wat een tuin toch vraagt; momenten door het geheele jaar, zooals wij er nu n mochten zien en wel in de lente het bruids boompje omringd, niet verdrongen, maai' omgeven door het welgezinde. De voeding van een zuigeling met KARNEMELK van OUD BUSSEM '%' kost 30 cent per dag ~jKerkstraat 67 Telefoon 37344

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl