Historisch Archief 1877-1940
No. 2659
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 MEI 1928
13
NIEUWE UITGAVEN
. Ben boek met houtsneden
Door de Klijne Librije" te Edam
is uitgegeven een kloek boek met een
tiental houtsneden van Edam, Mon
nikendam, Volendam en Marken door
Andrévan der Vossen, die, als men
het al niet reeds mocht weten, zich
doet kennen als een vlot en knap
xylograaf, wiens grootste deugd is dat
hij zoo eenvoudig mogelijk de kansen
benut welke de door hein tot uit
spraak verkozen techniek zooal biedt,
waardoor zijn werk door groote eer
lijkheid bekoort.
Zeker: er zijn kunstenaren, die in
nzelfde beperkt bestek mér te
zeggen weten, moderner van op
vatting zijn, meer de vorm-synthese
gevend dan wel op de natuur-ver
schijning zijn ingesteld, maar van der
Vossen was sterk genoeg om niet naar
anderen te zien en door rust te kunnen
.boeien waar anderen juist zoo on
rustig kunnen zijn ....
De beste prenten ? Het zijn die van
Monnikendam met de oude huisjes
urn de kerk geschaard, met de velden
in de verte en op den voorgrond drie
kleine mannetjes, zooals die in een
klein stadje door de straten gaan . . . ? ;
die van de haven van Volendam niet
de botters en de masten en al het
touwwerk en de wapperende wimpels
in den wind of ook: Winter op
Marken", waarin van der Vossen het
lest, best" huldigt: een sloot met
daarin vastgevroren roeibooten; rechts
een houten huis met een schutting om
een tuintje en wat waschgoed aan een
lijn en buiten een besneeuwde hooi
berg en twee waggelende, kouwelijke
eendjes op het ijs. Het zou mij niets
verwonderen als veel van deze
houtsneden hun weg naar de nieuwe wereld
vonden ! Wat prettig zou zijn omdat
ze getuigen van de schoonheid van
Holland en van het talent van een
van Holland's knappe jongeren.
Een typografisch kunstwerk
In 500 genummerde ex. is bij Van
Holkema en Warendorf's Uitg. Mij.
een opmerkelijk kostbaar boekwerk
verschenen met gedichten van J. W.
Schotman Der Geesten Gemoeting"
(Ontmoeting?
T.) typografisch
verzorgd door H. Th. WijdeveJd, ge
drukt in zwart, grijs en goud op
ivoorkleurig papier door Buijs en Zn. to
Amsterdam.
Het boek bestaat uit vijf losse
deelen: Vier Morgenlandse Dromen
in Verzen" en een deel aanteekeningeii
en verklaringen, saamgevat in een
grijs linnen omslag. .Aan de ganscho
afwerking is de grootste zorg besteed,
waardoor deze uitgave een, ware lust
voor het oog geworden is. Wijdeveld
liet den rug en het achterplat van het
omslag on versierd; op het voorplat is
met een goud-stempel de boektitel en
auteurs-naam afgedrukt, rustig en vol
waardigheid, met als eenvoudig orna
ment de vier verzen-titels in
Chineesche karakters: Higo Baishu
Nju Ying en Yueh Lahn.
Vooral in deel I is Wijdeveld op
zijn best, die op het gebied van het
componeeren van letterteekens uit
zet-materiaal zijn sporen heeft ver
diend. M.i. is het echter principieel on
juist dezen werktrant af te wisselen
met letters welke geteekend zijn zoo
als met den naam van den auteur op
de titel-pagina het geval is. Dit maakt
een tweeslachtigen indruk.
Voluit te loven valt de uiterst be
schaafde opvatting en de oorspron
kelijke indeeling der bladzijden ten
opzichte van den drukspiegel en do
marges. Als zoodanig is deze Uitgave.
eene verschijning van beteekenis.
De door Moh Shih Chen voor Boek
III geteekende illustratie's, in fletse
kleuren gereproduceerd, zijn zwak en
konden beter achterwege gebleven zijn,
te meer waar deze op losse bladen.
ingeplakt werden en dus geen nheid
vormen niet het geheel en aan do
zuivere decoratieve opvatting van
Wijdeveld's werk schade doen.
OTÏO VAN TUSSENBROEK
Nieuwe Fransche boeken
RenéLalou, Vers une alchhnie
lyrique. Parijs, Arts et Lïvre,
1927, 12 frs.
De poëzie van Sainte-Beuvo die
Lalou in de eerste plaats bespreekt, is
een klein, gowild-bescheiden, voor
zichtig gezeur, waamp Sainte-Beuve
zich later het past er geheel bij
nog in stilte verhoovaardigde ook. 7e
is alleen interessant omdat er voor het
eerst een soort van huiselijk realisme
met een vage religiositeit in weid
vereenigd en omdat ze. . . . van
Sainte-Beuve is. eon der boste critici
die er ooit geweest zijn. wiens overrijko
en schrandere essays men niet moe
wordt te herlezen.
Aloysius Bertrand geeft schilder
achtigheid zonder veel zin; maar hij
doet het in poèmen en prose, iets
nieuws in zijn tijd.
De derde, hier bestudeerde dichter,
Gérard de Nerval, is een bekorend
fluitspeler, die frissche landschappen
en bevallige meisjesfiguren oproept,
terzelf dertij d dat hij een licht-ver
dwaasde zwaarmoedigheid, een
onzware, maar echte wanhoop op ons
overbrengt. Het schijnt soms of
Xerval uit naam eener andere wereld
tot ons spreekt. De dichter der
suggestie....
En de vierde, Baudclaire ! .Maar wie
-Baudelaire geweest is, kan ik hier
niet terloops en behoef ik niet te
zeggen. Het tragisch smachten van
deze ziel, in aardsche, en beminde.
ellenden gevangen, haar reiken naai'
verlossing door kunst en liefde, haar
telkens herhaalde terugval men
kent dat uit Baudelaire's onvergete
lijke verzon, men. hoort de donkere
vioolklankeu nog, waarin hij dat
heeft aangeduid.
Of men kent dat nog niet, en dan
verwijs ik ditmaal liever naar hot
boek van Lalou, dat een goede bloem
lezing geeft. Het geeft, ook een goedo
beschouwing ovor de/.o vier dieliters.
wier onderlinge verwantschap hel
aanwijst, wier beteekenis als meesters
tte uit ctiotiHdn't* ..Der (!ec*1cit
der latere symbolisten het duidelijk.
ofschoon met weinig nadruk, toelicht.
Lalou zegt de dingen altijd in 't voor
bijgaan, /.onder zwaarte, subtiel. Hij
moet zich wol haasten, hij hooft
zooveel te /.eggen. Maar het slot
beantwoordt aan do inleiding, 011
beide omsluiten hot onopzichtig be
toog. Lalou is een zeldzaam bogrijpor
van hoe het van binnen bij de
menschon toe gaat, in 't bizonder bij be
gaafde mensehen. Dozen heeft hij dan
ook lief; onder al de woorden die hij
hun wijdt, gloeit een knetterend, een
ietwat (Iroixj vuur. Soms flitst even
/.ijn glimlach, maar liet is ten nadeele
van de geringen en hun pretentie.
Baudelaire wil hij /.ion als don
dichter der uitellti/encti sensiiellc, niet
voel nadruk op inlelUijenec, ten koste
van hetgeen wal ..inspiratie" genoemd
wordt. Baudelaire's zorgvuldig overleg
bij het dichten, zijn theoretische uit
latingen geven Lalou daartoe hot
recht; de diepere aard van
Bandolairo's werk niei zoo zooi1, volgens mij.
De hoofdzaak bij Haudolaire moet de
ziel geweest zijn. niet het verstand on
de zinnen. Maar de zaak is dat Lalou
een systeem heeft, en. een systeem
waarin de ziel nog altijd zoek .... zou
zijn, als men alleen op zijn woorden
kous zou letten ! Ik weet gelukkig
beter en besef dat- Lalou slechts
daarom van l'itinc zoo ongaarne rept,
omdat hot woord zoo misbruikt is on
omdat een nieuw klassieisme, hetwelk
hij wil helpen voorbereiden. (feest on
Aarde tot een eenheid zal moeten
binden, (feest dan in den wijdsteii zin
genomen: met- insluiting van wat
gewoonlijk ziel of gemoed lioot. Ver
wezenlijkt zich mettertijd dit stieven
(Valérv is reeds run voorbeeld), dan
is de huidige woordenkeus van Lalou
er vanzelf dooi' gerechtvaardigd.
AANTEEKENINGEN
Het boven besproken werk maakt deel
uit van een nieuwe serie, XlXe Siècle. Daarin
is verder reeds verschenen: Lc symbolisme,
door John Charpentier. Negentien andere
deelen staan op het programma.
Van den voorlooper der symbolisten Lautr
amont zijn de -uvres complètcs herdrukt
(Au Saus Pareil).
Over Nerval schrijft ook Jaloux goed, in
zijn bundel De Pascal a Barrès (Pion).
Voorts ontvangen:
Vit'de Montaigne van den bekwamen, jongen
essayist Jean Prévost. (N. R. F.)
.1". TIKLIiOOY
Advertentiën
A', l R KL ir.l-SCY/. KV A MMU.\,
l ui/, i L'2~>. iji'h. j 5.25.
.... AY is ullerlei fijnx Se einden in
der.e» k>\(ti>)M'n roman in brieven, fijn*
run pxi/eltoloi/ixclien iiiii'd, run cl/tielc.
nm diiileeiixi-lie uitdei'xclwidiitf/- run
Ijecoel. (dl'liul .\{'<{<'l-llllll/J.
AHTJil'/f SCUXITZLl-:!!,
HAIlItOKTEIt (!1!.\.KSLK'R. Vcrlaitld
door Aliee vuil \tiliiiifx. l'rijs in</.
1 :?.25; (jeh. i :{.!)().
Itit ia cc n eren s/r/'A1 boeiend en niet
ree/ rrnnijtiijK ren'iixftend ircrk <iln
Cttxiiiinrii. Znirer en niet een ireelde vu/i
deIdilx, xlaiil li i i'r een moeilijk friif/inent
liexel/j'fren uil Itef [eren run tien
tuii'~eIrtiden niedietix. . . . Hoe <s, ~onder
ii'norilxjn'itoli. door inliotol, nlleeil. ~n/f,:
een i'oniiin een beeld i'ttn i'noi'li'elletijlie:
i'e i'lrll.'n n*! i'fin bil ileni/eieone befet'tentx.
( Heillerdlinlvell \leuirxbliiil)