De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 19 mei pagina 7

19 mei 1928 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2659 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 19 MEI 1928 DPI CU A U11U C BQ 8 x vergroeiend, ons speciaal merk rniOmMIVIJIVC.no cristal-Prisma,onovertroffenfl.45.JOS. HARTOG. Hoofdsteeg 17 Nobelstraat 28 Rotterdam. UtrecHt. Uit de Natuur: achte gaal door Dr. JAC. P. THIJSSE Nachtegaal in het elzenbosch te midden van brand netel, bramen, en koekoeJïsbloein. Uit een vogelfilm van Burdct, t_J IJ zat luidkeels te zingen in een der ergste hagelbuien van de koude week. te tien uur in den morgen. Daarmee logenstrafte hij alweer de vele oppervlakkige meeningen en uitspraken omtrent vogelzang in het algemeen en iiachtegaalzang in het bijzonder. Wanneer we eens op een avond met onze gasten uitgaan om nachtegalen te hooren en het loopt op niets uit, dan zeggen we al gauw, dat het te koud is, of te heet,, of te droog, of te nat, of te vroeg in den tijd of iets dergelijks, om een verklaring te geven van des zangers zwij gen. Zoover ik weet, is er echter geen verklaring te geven en ik zoek bij zoo'n gelegenheid mijn troost dan maar bij het toeval. Ik heb nachtegalen hooron zingen op elk oogeiiblik van den dag of nacht en bij allerlei weers gesteldheid en waag mij er zelfs niet aan, om uit te maken of hij een voorkeur heeft voor enkele be paalde uren uit het etmaal of voor den een of anderen graad van temperatuur of vochtigheid. De bij zonderheid van het genot van nachtegalenzang ligt voor een groot deel aan ons zelf. Niemand zal tegenspreken dat het een buitengewoon genoegen moet zijn om een goeden nachtegaal te hooren op een zwoelen Meinacht iu een afgelegen boschje in het duin, een paar uur voor zonsopgang, als de andere vogels nog slapen of alleen de boom leeuwerik een tegenzang geeft. De zee ruischt in de verte en het maantje in zijnen hof weidt de witgewolde schapen". Dat is overheerlijk en het kan in het geheel geen kwaad om te meoneri. dat in zoo'n geval de zang van den nachtegaal een uit drukking is van al die heerlijkheid, waarvan hij zelf een deel uitmaakt. Hij heeft zeker in den toe stand van dat oogenblik een welbehagen", al kan hij dat gevoel ook niet omschrijven of ana lyseeren of syrithetiseeren, of tot een poëtische uit drukking brengen wat wij menscheii zoo dikwijls .en te vergeefs trachten te doen. Nog altijd verbaas ik mij over de groote ver scheidenheid in het nachtegalenlied. verscheiden heid van motieven, van tempo, van kracht. Aristophanes is er al mee begonnen, om die motieven op te schrijven en hij is er i\»g al goed in geslaagd, want de slimmerd koos de gemakkelijkste, ledereen kan hooren en dan ook naverteller, dat een nachte gaal wel eens zingt: tjo, tjo, tjo, tjo, tinx. Maar tic vogel beschikt over nog veel meer dan honderd andere strofen en sinds langen tijd Scherpen de vogelkundigen hun vernuft, om die in teeken*- voor elkander verstaanbaar te maken, leder behelpt zich op zijn eigen manier, mettertijd komen wij misschien tot iets bruikbaars. Er is wel wat haast bij, want het aantal zangers wordt toch ieder.jaar minder. Nog altijd is bij ons in Kemiemerland de nachtegaal gelukkig lang niet zeldzaam. .Maar elk jaar wordt zijn gebied kleiner. De tuin waar onze allerbesta zanger huisde, is mi ook al weer bouwterrein geworden eu we weten niet, waar het dier is gebleven. In de laatste vijfentwintig jaar hebben wij door bebouwing en door het uitdrogen van het duin de nachtegalcnbevolking zier] verminderen tot op de helft en natuurlijk zijn we zeer bezorgd voor tic toekomst. Toch kunt ge ei- altijd vrij zeker van zijn. dat ge nachtegalen zult hooren achter Klswout om. dus in de omgeving van Kraantje; I>ek en ook in de humt van Velsereiid en de ruïne van Brederode. De groote buitenplaatsen, de terreinen van het Provinciaal Ziekenhuis en de afgesloten duinen vormen goede asylen. Gelukkig voeren aangename wandelingen daar langs en daar door heen en zoo blijft voor u de nachtegaalzang nog bereikbaar. Er is ook wel w;it aan te doen, om de sterkte, van de nachtegalentroep op te voeren. Een aardig voor beeld daarvan is liet Bloemendaalsche Bosch, dat sedert zijn reorganisatie er zeker niet op achteruit i.^ gegaan. Doelmatige onderplanting, het hand haven van rustige hoekjes met dichten groei van fluitekruid, brandnetels, koekoeksbloem enz., het leiden van het vorkeei' langs duidelijk bepaalde wegen en paden, dat alles bevordert het verblijf en de vermenigvuldiging der nachtegalen en zoo kan men ze krijgen en houden in stadsparken. Toen het Vondelpark vijfentwintig jaar bestond, kwamen de nachtegalen er broeden en dat ze ei1 riet bleven is ons eigen schuld. Nu kan Amster dam misschien nog wel nachtegalen krijgen in zijn nieuwe parken, maar daarvoor is het nood'ig, dat Kenuemerland en het Gooi kunnen zorgen voor een flirik overschot en daarvan kunnen we uu niet zoo erg zeker meer zijn. Den Haag heeft het beter en heerlijke voorposten in de boschjes van Poot en van Pex. De Planten- en Vogeltuin in het Bloemendaalsche Bosch met zijn vijver, zijn dicht kreupelhout en zijn welwillende bezoekers, die niet buiten de paden gaan, heeft ieder jaar een of twee paren nachtegalen en ik reken mettertijd nog op meer. Deze week kwam een derde man al op verkenning, maar de reeds aanwezige ging hem dadelijk te lijf en zoo kregen we het was ook alwe >r in den morgen 'en prachtig gevecht te zien van die booze mannetjes. Ken prachtig gevecht, omdat al de veeren van kop en vleugels en staart nu op hun mooist te zien kwamen. We kunnen het niet dik wijls genoeg herhalen, dat de nachtegaal een van onze mooiste vogels is. mooi van vorm. mooi van kleur, en, dan die groote schitterende oogen. 7e lagen te balgen in het zand van het pad en zongen onophoudelijk onder het vechten, natuurlijk niet de mooie plechtige langgerekte tonen, ma'ir de driftige slagen, waarmee ze gewoonlijk elke strofe besluiten: niet het ,,tjo"-motief, maar het ,.tinx"motief. Eindelijk gaf de indringer het op en hij vloog weg, vijftig meter ver, nog altijd zingend, de roestroode waaierstaart wijd uit. Meteen noteerde ik hem op de lijst van zangvogels die vliegen onder liet zingen of zingen onder liet vliegen. Ik maak zoo'n lijst. Men heeft mij gevraagd, of dat belangrijk is. Neen, belangrijk is dat niet. Waarom ik dat dan doel' Omdat ik er veertig jaar geleden mee begonnen ben, toen ik een dergelijk lijstje vond in Gilbert White's Natio nal Ilistory of Selborne. Er gaat haast geen jaar voorbij, of liet lijstje wordt nog langer. Nu is die nachtegaal er bij gekomen en de witte kwikstaart heeft een uitroepteeken gekregen. Dat wil /.eggen. dat, hij onder het vliegen nog veel mooier zingt dan ik vroeger ooit gehoord heb. liet was op het sportveld van het Kennemer Lyceum. Ik stond te kijken naar onze beplanting en naar de bollcnvelden eu naar den hooge.n duinrand met zijn velerlei tinten van leiiteloover. En nu klonk van omhoog een liefelijk gekweel en druk getierelier als van een heel vreemden votrel. Opkijkend /ie ik eerst iets en in de zonneglaiis een warreling van wit en zwart en grijs en dan is dat opeens een kwikstaart, die klapwiekend en staartspreiend druk zingend van een hoogte van een de'.'tig meter of zoo komt neerdalen. Vreemd toch, dat ik dat vroeger nog niet gezien heb. Er is altijd wat nieuws onder de zon. 'T VELTHUIJS", Hattcm. Geh. jaar geopend. Kamers met stroomend water. Eigen dennenbosch van 5 H.A. Tennisbaan. Garage. Tel. 17. KRONIEK O De Ver. voor Volkenbond en Vrede P den 13den Mei zoo vernemen wij zal een Algemeene Volkenbondsdag van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede" gehouden worden. Naar het model van voorgaande jaren. De afdeelingen van den Bond ..in de verschillende plaatsen des lands" zullen alsdan propaganda voeren, in woord en geschrift." Te dien einde zullen sprekers van naam" de beteekenis en den arbeid van den Volkenbond eu het recht van bestaan van de Ver. voor Volkenbond en Vrede uiteenzetten. Het recht van bestaan van den Volkenbond zelf behoeft niet meer uiteengezet" te worden. Een ieder weet nu wel, dat de Volkenbond is een plaats van gezellige bijeenkomst voor diplo maten, waar de Europeesche questies commisso riaal gemaakt worden. Als zoodanig heeft de Vol kenbond zijn sporen verdiend. Maar de Vereeiiiging voor Volkenbond en Vrede, daarvan is nog lang niet ieder overtuigd, dat 'zij noodzakelijk is. Immers, de Volkenbond maakt, in woord en ge schrift, genoeg reclame voor zichzelf, zou men zeggen, en niemand behoeft dat nog eens dunne tjes over te doen. Het gevaar is toch geenszins denkbeeldig, dat dit teveel aan propaganda ons vervelen gaat en wij aan den Volkenbond beginnen te twijfelen, omdat goede wijn zooveel krans niet van noode heeft. Daarom, als deze Vereenighig inderdaad goed werk wil doen, laat zij dan niet elk jaar weer haar recht van bestaan trachten te bewijzen door recla me voor zich zelf en den Volkenbond. Er is voor haar nuttiger taak weggelegd, een arbeid van waarlijk nationaal belang. Of is het niet een nationaal belang, dat de natie zoo ongerept mogelijk uit den volgenden oorlog komt? Ons ijverig en vooruit ziend Departement van Oorlog heeft de/.er dagen een lijst van raadgevingen tot dat doel opgesteld, die men gemakkelijker bespotten dan opvolgen kan. Wat men te doen en te laten heeft bij lucht aanvallen, staat daar in klare aanwijzingen t e lezen, die men kortelijk zou kunnen resumeeren als: pakt- zooveel mogelijk uwebiezen. Hoe verdienstelijk zou de Ver. voor V. en V. zich maken voor land en volk, indien zij op haar ..Dag", en zelfs op andere dagen, deze oorlogsmaatregelen propageerde, tel kens opnieuw den volke voorhoudend, dat men bij gasaanvallen naar logeer- en dienstbodekamer moet wijkei), doch bij springbommen. naar d en kelder of tenminste naar de provisiekast; dat men. bij een aanval in het open veld zijn natten zakdoek voor den mond moet houden en zooveel doenlijk in greppels kruipen enz. De schooljeugd zou, op speci ale aanschrijving van den minister, op den Volkeiiboiidsdag practische oefeningen kunnen houden van de zolder naar den kelder en in. het snel be vochtigen van zakdoeken, nadat haar de bet.eekeuis en arbeid van de diverse bommen zou zijn uiteengezet. /iedaar dan een vredeswerk van eminente be teekenis, want als de Vijand merkt, dat hij met zijn bommen geen effekt sorteert, scheidt hij er van zelf mee uit en verkrijgen wij den vrede, omdat wij ten oorlog waren voorbereid, in onze kelders en op onze logeerkamers. En de Ver. voor Volkenbond en Vrede, wier verdienste dit zou zijn. ware terecht in haai' knollerituiu. F. C. CORN VAN DER 5LUX5

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl