De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 26 mei pagina 23

26 mei 1928 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER VAN 26 MEI 1928 Eerste indrukken . DE vlaggen, die, rechts en links van den Amstelveenschen weg en midden daarop, met elkander vroolijk flirten of slap langs den stok bengelen, al naar gelang de speelsche of sombere invallen van den wind, demonstreeren reeds van verre de goedgeefschheid van het Gemeentebestuur van Am sterdam, dat met royale hand het duridoek schonk. Een beetje namiddag zon lokt velen naar het Stadion. om'straks, wanneer alle bezoekers de controle zijn gepasseerd, te verdwijnen. Een hockeyspeler voor den wedstrijd als Duitscher; na afloop van den kamp als Britsch-lndiër Haar taak in dienst van het Olym pisch Oomitéis volbracht. Het is als een ouderwetsche, gezel lige koninginnedag, zonder de zoutelooze liedjes, die op dat historische feest den feestgangers in den regel plegen te ontsnappen. Zonder een enkel bezwaar kunnen nu de lieden van alle gezindten deze vreugd' over zich doen gaan, omdat het hier het feest der sporten betreft, al zal mis schien een of ander weldenkend mensch zich ergeren aan het van Van Tuyllmonument, den koperen sportjongen, die in handgroet en vorm van het hoofd aan een fascist doet denken. Het rood der geraniums zal hem echter weer veel vergoeden. Het nieuwe Stadion is een prachtig bezit voor de hoofdstad. Wij danken dit dan toch maar indirect aan het Olympisch Comitéen wij zijn dan ook, wanneer wij het machtige bouwwerk bezien, geheel verzoend met het feit, dat wij dag aan dag berichten moesten slikken over de Spelen, over de Comitéleden, over de Engelsche, TsjechoSlowaaksche, Argentijnsche of de hemel weet welke sportbonden, die eerst wel en toen weer niet en toen weer wel zouden komen, of over het zwembassin, dat de Burgemeester niet wil overnemen, en over de huisvesting en de fietsenstalling, ja het leed is dan vergeten, dat wij jarenlang wer den vervolgd met allerlei mededeelingen, waarin het deel van ons volk. dat in de Olympische feesten geen geldelijk voordeel zag, maar matig belang stelde. Wij moesten die be richten en mededeelingen op een of andere manier wel zien, want wij konden nu eenmaal niet elk dag blad uit huis weren, omdat een mensch zich ongelukkig zou gaan voelen, wanneer hem 's morgens bij luit half zachte in den regel ver boven zijn stand gekookte ei of 's avonds bij'de koffie de portie ergernis zou zijn ont nomen, waarop hij recht meent te hebben en het dagblad voor de to.>diening daarvan schijnt aangewezen. liet nieuwe bouwwerk, een schep ping van den architect .Jan Wils. doet veel leed vergeten. Zijn er verstokten, die bij het bezien van het Olympisch .Stadion nog niet l met deze Spelen verzoend zijn, sleept hen binnen en "vertoon hun een , wedstrijd. Desnoods een halven. Als^eerste zagen wij :Jden hockey wedstrijd Britsch-Indiëtegen Dene marken. Niettegenstaande Miss Mavo's Mother India konden wij niet nalaten de vlugheid, lenigheid en spelkwaliteiten van die bruine gazellen te bewonderen, al ging het ons ter harte, dat die hardwerkende Denen met 5 -O naar den Sont terug moesten. AI aar ook al is dan Oost Oost. en West West. om van de ontmoetingen te zwijgen, een Olympische wedstrijd is een Olympische wedstrijd. Hij werkt als een eerste pijp opium; zelfs niet den iiasmaak. wanneer V na den kamp met de tram naar huis moet. l! komt er weer op terug en raakt er aan verslaafd. Zelfs wanneer U vooringe nomen zij t en oreert, dat sport-zien niet je dat, maar aan sport doen het ware is. U^ behoef t ook niet te vreezen, dat uw costuum niet toepasselijk is. Laat T* niet van de wijs brengen door mensehen, die T met plus-fours en oen geruite pet~~door de straten 'ziet 'i i V;.*ii/// .. - 's '--. ?ven is nin als ?de di' Na ~de/ijwedstrijd Duitschland?Frankrijk Het van-Tuyll-monurnent brengt den Olympischen groet wandelen en die l" bij zorgvuldige ontleding als goede bekenden ontdekt'. Zij riemen slechts de gelegenheid waar om dit weinig-gebruikte complet uit. den kamfer te ha.len en de kuitkousen eens te benutten. al /.uilen zij u willen wijsmaken, dat het l Spelen zoo hooi't. Vooi'geschi /.ulk een dracht niet. net zon die platte zeilpetteu waarin Duitsehers romlloopen. die ei legenheid weer schijnen benut' te hebben om een inval te doen in een vreedzaa.m land. O, Herman Keyserling. wat- zijn er weer een boel, maar daar /.ij. voor ons gelukkig. geen graven zijn. zullen zij zich netjes weten te gedragen. - neen. laat IT door die vreemde drachten niet- af schrikken, want er zijn zelfs zeer vooraanstaande lijden van het Comité, die in eenvoudige burgerpakken op het Stadion vertoeven. (-. F. VAN DAM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl