Historisch Archief 1877-1940
No. 2660
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 26 MEI 1928
De samenstelling van den Volksraad
door Mr. Dr. W. M. G. Schumann
Oud-Voorzitter van den Volksraad
(Slot)
WAAROM die tegenstand tegen hetzelfde voor
stel, dat in vorige jaren de gemoederen zoo wei
nig in beweging bracht? M.i. is dit aan twee beweeg
redenen toe te schrijven. De plotselinge uitbarsting
van het communisme, waarvan de woelingen in
regeeringskringen langen tijd zijn onderschat, heeft
vooral bij het Europeesche volksdeel een veront
rusting gewekt, welke niet in overeenstemming is
met de kracht, welke het Nederlandsche gezag
kan ontwikkelen. Maar wat erger is, het heeft een
groot gedeelte der Europeanen zoowel ginds als
hier te lande tot tegenstanders gemaakt ook van
de rustige Inlandsche beweging, die alleen langs
wettelijken weg naar evolutie streeft. Het onbil
lijke hierbij is, dat daarbij vergeten wordt, hoe de
ongeregeldheden door het gros der Inheemschen zelf
krachtig zijn afgekeurd en geen enkele politieke
partij zich aan de zijde van het verzet heeft ge
schaard. In deze onevenwichtige gemoedstemming,
zien die Europeanen voorbij, dat zij zoodoende
gaan dienst doen als onvrijwillige propagandisten
voor dat zelfde communisme, waaraan het krach
ten toevoert, die op hare beurt weder door de
veranderde houding van het Europeesche element
worden verbitterd. Ik twijfel er niet aan of verre
weg de meesten zullen spoedig weer tot die bezon
kenheid terugkeeren, die immers het kenmerk van
ons. volk uitmaakt. Er vallen hiervan inderdaad
aanwijzingen te constateeren; dat is maar goed ook.
Nu valt het zeer te betreuren, en hier kom ik
aan de tweede oorzaak van het verzet tegen dit
voorstel, dat deze afwijzende houding bij zeer vele
Europeanen wordt beïnvloed door een factor.
die feitelijk buiten het voorstel omgaat nml.
hunne stemming ten aanzien van de wijze van ge
zagvoering van den tegenwoordigen G.G., wien
dan inzonderheid een te slappe houding bij de
onderdrukking der opstootjes verweten wordt.
Maar dan treft het toch, als werkelijk de omstan
digheden zoo ernstig zijn gelijk in die kringen wordt,
voorgesteld hetgeen echter geenszins het geval
is dat het Europeesche volksdeel, waarop toch in
de eerste plaats ons gezag moet steunen, zich niet
in al zijn kracht om den hoogsten vertegenwoor
diger van dat gezag heeft geschaard en de oppo
sitie tegen den G.O. tot rustiger dagen heeft
uitgesteld. Want nu en zoolang de Nederlandsche
vlag over Indiëwaait, is een sterk centraal gezag
noodzakelijk en zelfs de sterkste man kan dat niet
sterk maken, wanneer het niet geschraagd wordt
door de leidende kringen van de bevolking. Maar
het zou toch inderdaad een verkeerde practijk
zijn, wanneer men een wetsvoorstel zou verwerpen,
alleen, omdat men geen genoeg vertrouwen heeft
in den man, voor wiende Minister verantwoor
delijk is.
Tegen het wetsontwerp zijn in en buiten de
pers bezwaren van velerlei aard en uiteenloopend
gehalte aangebracht. Bezwaren van formeelen
aard, die op den niet-doctrinairen jurist, laat
staan dus op de leeken, altijd een verdachten
indruk maken en zooals van inlandsche zijde in
den Volksraad werd opgemerkt, in dit geval al
heel onaangenaam aandoen, daar bij de indiening
eenvoudig de jarenlange bestaande practijk is
gevolgd en het toch te denken geeft, dat zij nu
plotseling eerst bij dit voorstel voor den dag worden
gehaald. Ook beter gefundeerde bezwaren, aan het
tijdstip van indiening en behandeling ontleend.
Men had beter gedaan niet zoo spoedig, nadat de
Volksraad in nieuwe samenstelling aan een nieuwe
taak was begonnen, weer te gaan hervormen en
eerst wat jaren voorbij moeten laten gaan voor men
weer met een andere samenstelling aankwam.
Te meer, omdat het huidige tijdstip al heel onge
legen was, nu de gemoederen die tengevolge van
de communistische opstootjes verontrust waren.
nog niet geheel op hun verhaal waren gekomen.
Zeer juist en verstandig, wanneer de omstandig
heden dit uitstel maar mogelijk maken. Reeds het
feit, dat de Minister, die een jaar geleden Indi
herzieningsmoede had verklaard, zich dooi' den
man ter plaatse, den G.G. had laten bekeeren
tot de noodzakelijkheid om reeds nu met dit voor
stel te komen, moest wel een aanwijzing zijn, dat
langer uitstel niet gewenscht was en de beraad
slagingen in den Volksraad hebben dit volkomen
bevestigd. Een motie om de behandeling uit te
stellen, omdat onder de huidige omstandigheden
geen onbevangenheid bij de behandeling- van
deze aangelegenheid noch in den Volksi'aad
noch in de Staten-Generaal te verwachten zou
zijn. werd met '57 tegen 17 .stemmen verwor
pen. En onder de voorstemmers waren er.
die uitdrukkelijk verklaarden, van do noodzaak
c.ener wijziging wel niet overtuigd te zijn. en het
tijdstip van indiening niet gelukkig gekozen achtten.
maar ziende, dat ten gevolge van die indiening
op zich zelf al een felle politieke strijd was ontbrand.
rassentegenstellingen waren toegespitst en eene
maatschappelijke beroering van bedenkelijken
aard was ontstaan, dit alles op zichzelf al voldoende
achtten om de behandeling van het ontwerp niet
op te schorten.
* *
*
Het «enige zakelijke bezwaar, dat rechtstreeks
tegen den inhoud van het voorstel is gericht.
is datgene, dat door de voorstellers van het
amendement-Feber werd betoogd: de leidende
positie zoowel op staatkundig en economisch
gebied van Nederland vereischt een Nederlandsche
meerderheid in den Volksraad. Hier is al een
verwarring: Nederland heeft natuurlijk de staat
kundige leiding, maar op economisch gebied
is het niet Nederland ma.ar het Nederlandsche.
beter Europeesche element en dan niet in
laatste instantie het Europeesche vo'ksdeel in
Indië, maar in het vaderland, dat het kapitaal
verstrekt en de bedrijven bestiert. Echter is deze
stelling, dat het Europeesche element aan het
economische leven in Indiëde leiding geeft, in
haar algemeenheid niet juist. Immers, dat econo
misch leven bestaat voor het grootste gedeelte
uit een inlandsche huishouding, welke niet
noernenswaard door het Europeesche bedrijfsleven
wordt geraakt. Dat deel van het economisch leven
dat gericht is op de wereldproductie, op den export
derhalve met al zijn vertakkingen in financiering
en vervoer, staat onder de leiding van den
Europeaan en het' ware moedwillig' de oogen sluiten
voor de werkelijkheid, wanneer men iets te kort
wilde doen aan de onmisbaarheid van Europeesch
intellect, energie en kapitaal voor de ontwikkeling
van dit deel van het bedrijfsleven, al mag men niet
vergeten, dat toch nog meer dan n kwart van
de exportproductie in zuiver inheeins-ch bedrijf
wordt gewonnen.
Maar daarnaast, daaronder als men wil. staat de
economische werkzaamheid der Chineezen, die als
toevoerders van den Kuropeeschen groothandel
en als zelfstandige kleinhandelaars, als handwerks
lieden de middenlaag vormen in de economische
structuur en daaronder de groote massa, der
inlanders. die ook vreemde hulp zouden kunnen
ontberen in de voorziening van hunne eigen be
hoeften, al zoude door den bevolkingsaanwas het
levenspeil spoedig gedrukt worden. Men beziet
derhalve de questie, te veel van Europeesch stand
punt, wanneer men voor het Europeesche volksdeel
de leidende rol in de samenleving in haar geheel
opeischt.
Heeft daarom het Europeesche volksdeel nu
aanspraak op een meerderheid in den Volksraad;'
Moeten daarom aan ruim 200.(100 Kuropcancn
meer vertegenwoordigers worden toegekend dan
aan ruim 51 millioeii inlanders en vreemde ooster
lingen? Indiëis geen zelfstandige staat, maar onder
N'ederlandsch gezag. En niet alleen dat: het
\ederlandsche volksdeel heeft de leidende rol in
de geestelijke en economische ontwikkeling van
Indië. Welnu, met deze beide zoo gewichtige
factoren, wordt ten volle rekening gehouden.
De geheele opperleiding van Kroon. Ministers en
Staten-Generaal is in Europeesche handen, de
Regeering en Raad van Indië. alle leidende be
trekkingen, het overgroole deel van liet hoogere
en middelbare ambtenaarskorps zijn Europeesch.
In plaats van. het no lid. waarop naai' numerieke
basis hoogstens de Europeanen aanspraak zouden
maken, worden na do wijziging 25 zet els zonder
die van den voorzitter - voor de Nederlanders
gereserveerd. Kan men dan nog volhouden, dat
niet voldoende met de gerechtvaardigde aanspra
ken van de Nederlanders is rekening gehouden?
En bovendien, het is toch onwederlegbaar juist.
wat de Regeering in de M. v. A. op het
Volksraadverslag opmerkt: De Nederlandsche vertegen
woordigers in den Volksraad blijven in getal en
kwaliteit sterk genoeg om zonder te overheerschen
niettemin leiding te geven.
Wat vreest men dan toch, als de Inheemschen
de grootst mogelijke minderheid in den Volks
i'aad gaan vormen ? Dat het roer van onze koloniale
politiek in Indiëplotseling zal worden omgegooid,
dat continuïteit en geleidelijkheid zullen verloren
gaan en dat de inheemsche leden zich op elk punt
tegenover het bestaande en historisch geworden'1
willen stellen en conflicten scheppen?
Nu zouden daarvoor niet alleen alle Inheemschen
n front moeten vormen, maar bovendien door
Kuropeesche of ('hineesche medestanders ver
sterkt moeten worden, want. hoezeer strijk en
zet in de pers van een Inlandsche meerderheid
wordt gesproken, uit onkunde of met een zekere
bedoeling, verder dan de grootst mogelijke minder
heid gaat het ontwerp niet. Kn als ook maar n
Europeaan zich bij het Inheemsche front zoude
voegen, dan zou ook nu de Europeesche meerder
heid al zijn te loor gegaan. Maar de ervaring van
t-ien jaren Volksraad geeft niet het recht een derge
lijke ontwikkeling te verwachten Zelfs in al de jaren.
dat de Volksraad een adviseerend karakter droeg
en dus het verantwoordelijkheidsgevoel minder
sterk behoefde te spreken, dan wanneer de be
slissing in de handen wordt gelegd, heeft zic.h geen
enkele keer een aaneengesloten inheemsche
phalanx gevormd. Men moet niet vergeten, dat even
min als de Europeesche leden eensgezind zijn, de
inheemsche leden samenvallende belangen hebben.
Het is natuurlijk denkbaar, al acht ik dit niet
zoo waarschijnlijk, dat de toestand in Indiëzich
zich zoo ontwikkelt, dat de inheemsche leden een
inlandsen nationalistisch oppositieblok gaan vor
men en dat zou bedenkelijk genoeg zijn. Maar dat
zou alleen kunnen gebeuren, als alles wat leiding
geeft aan het inheemsche volk zich van. ons af
wendt. En denkt men dan. dat een Europeesche
meerderheid in den Volksraad ook maar eenigszins
in staat zou zijn om dat gevaar te bezweren:'
Maar om dat nationaliteits-oppositieblok in het
leven te roepen, kan men niets beters doen dan
het aanhangige voorstel te verworpen, liet is onom
wonden door den vooruitstrevenden regent
Pja,jadiningrat in den Volksraad gezegd: ..Blijven deze
verwachtingen zonder gevolg, dan zullen daardoor
millioonen inhcemschen. die bereid zijn met de
Itegeeving samen te werken in vertrouwen, in haar
trouw diep worden teleurgesteld."
De volksi'aad heeft na ampele bosprkingen het
regeeririgsvoorstel aanvaard met .'58 tegen 20 stem
men. Onder de voorstemmers waren alle inlauders,
maar ook niet minder dan tien Europeanen, hetgeen
wel aantoont, dat niet niet zooals wel is beweerd.
nagenoeg de geheele Kuropeesche bevolking tegen
dif voorstel gekant zou zijn. .Maar bovendien, dat
een Volk-smad met eene Europeesr.he meerderheid
als op liet oogenblik, het wenschelijk oordeelt.
het aantal Inheemsche zetels tot de grootste min
derheid te maken.
Met Regoeringsvoorstel herstelt een misgreep
uit hei verleden in het belang vru Nederland's
en Indië's toestand. Want hoe iuist raakt
oesoenia. Jood
de h
der gematigde In
landsche volksniadsleden. die hier te lande
hoogstens tot den Vrijheidsbond zou kunnen
woi'den gerekend, de kern, a,ls hij den bestrijders
verwijt: ..liet gaat hier niet. om politieke macht.
die elke politieke partij voor zich tracht te ver
werven, wat eene consequentie is van een <>p de
mocratische grondslagen opgebouwdeii
regeei'ingsvorm, neen liet gaat om de zucht naar 'H'inr><ic/>t
om a.ls rassengroep de teugels in handen te houden.
wegcijferende dat de macht veel beter gewaar
borgd zal zijn. wanneer deze wordt geschraagd en
gedragen door een gomengd.e meerderheid van
Xederlandsche Inlandsche en ('hineesche gematig
de elementen."
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA"
SPANJAARD&C2
FABRIEK ESPANA
UTRECHT