Historisch Archief 1877-1940
rocnc Amsterdammer
cehblad voor Nederland
Sinds meer dan vijftig
jaar aan de apita der
weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G. W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NA EFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 3 3 3
Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C.
Sollditeit ongeëvenaard
OPGERICHT IN 1877
No. 2662
ZATERDAG 9 JUNI 1928
Spoken op
klaarlichten dag
IN een lezenswaardig artikel lezenswaardig
ook voor hen, die niet elke uitspraak van den
auteur zouden willen onderschrijven naar aan
leiding van den uitslag der jongste Fransche ver
kiezingen (Vragen des Tijds van l Juni 1.1.) brengt
de oud-minister Treub ook de vraag ter sprake,
in hoeverre deze verkiezingen eenige vingerwijzing
geven voor do richting -der buitenlandsche econo
mische politiek van Frankrijk in de naaste toe
komst, inzonderheid ten opzichte van Duitschlaud.
Ook hij blijkt van meening te zijn, dat de politiek
van Locarno erdoor is bevestigd en men geen terug
keer meer behoeft te vreezen van de scherpe
antiDuitsche politiek, die in Poincaréwas verpersoon
lijkt. Toenadering tot Duitschland is voor Frank
rijk een economische noodzakelijkheid geworden.
Het zal zijn protectionistische politiek moeten laten
varen en zijn heil moeten zoeken in het sluiten van
handelsverdragen, waarin voor bepaalde artikelen
verzachtingen van het wederzijdsch tarief van
invoerrechten worden opgenomen.
Voor het aangaan van zulk een verdrag komt
voor Frankrijk in de eerste plaats Duitschland in
aanmerking, dat behoefte aan expansie heeft, niet
alleen voor zijne bevolking, maar ook voor zijne
producten van industrie en mijnbouw. Die behoefte
is aanmerkelijk grooter geworden, sinds Duitsch
land door het verdrag van Versailles zijne koloniën
verloor. Begrijpelijkerwijs streeft het dan ook naar
het terugkrijgen van althans een stuk van zijn
vroeger koloniaal gebied of naar een compensatie
daarvoor.
De heer Treub laat op deze laatste mededeeling
een eenigszins verrassende opmerking volgen. Hij
schrijft namelijk:
Dit maakt het zoo verregaand onverstandig,
wanneer men in Nederland, een klein moederland
met uitgestrekte en zeer belangrijke koloniën,
zich, met de onmiskenbare bedoeling om op te
komen tegen de uitspraak in het verdrag van Ver
sailles, gaat bemoeien met de vraag, of de schuld
van den oorlog wel daar ligt, waar het verdrag die
legt. Wetenschappelijke waarde heeft een dergelijk
onderzoek toch niet en kan het niet hebben, omdat
ook in de neutraal gebleven landen de sympathieën
met de eene of andere der oorlogvoerende partijen
te sterk waren om van wien ook uit de generatie,
die den oorlog van dicht bij of uit de verte
medemaakte, te kunnen verwachten, dat hij in staat
zou zijn, de kwestie met do in den historicus
vereischte onpartijdigheid te behandelen. Het eenige,
dat Nederland bij zulk een kwasi-onpartijdig
onderzoek bereiken kan zoo het er iets mee be
reikt is kwaad bloed zetten bij de mogendheden,
die als geallieerden tegenover Duitschland stonden:
met het gevolg, dat aan de koloniale aspiraties van
laatstgenoemd land wel eens zou kunnen worden
tegemoet gekomen op een wijze, die geen enkel
goed vaderlander anders dan als een onvermengd
onrecht zou kunnen gevoelen. Vooral nu het in
onze koloniën helaas niet alles couleur de rose is,
mochten onze pro-üuitsche landgenooten dit wel
bedenken, alvorens zij aan hun
geschiedvorschersbehoeften vrij spel lieten."
Het is niet moeilijk te gissen en de heer Treub
maakt dit nog gemakkelijker door uitsluitend van
pro-Duitsche landgenooten" te spreken op
welke producten van Nederlandsche-
geschiedvorsching" hij doelt. Het ligt niet op mijn
weg, deze tegen zijn uitval in bescherming te
nemen; ik geef hem gaarne toe, dat er ten onzent
van zekere zijde meeningen over de oorlogsschuld"
ten beste worden gegeven, die va,n sterke
bevooroordeeldheid getuigen en daarom alleen maar
kwaad kunnen brouwen.
Maar wél wil ik opkomen tegen zijn algemeeiie
bewering, dat historici zicli voorloopig maar moeten
onthouden van het bestudeeren van de voorgeschie
denis van den oorlog, omdat zij, zelfs a! behooren
zij tot volken, die niet direct in den oorlog gemengd
waren, toch niet met de vereischte onpartijdigheid
het bedoelde onderwerp kunnen behandelen.
De heer Treub heeft zich blind gestaard op enkele
geschriften, misschien zelfs op n enkel geschrift.
Indien hij echter kennis had genomen van wat in de
laatste jaren over het ontstaan van den wereld
oorlog is geschreven, niet alleen in ons land, maar
ook in andere landen, zoowel de ci-devant onzijdige
als de ci-devant oorlogvoerende, zou hem gebleken
zijn, dat de onpartijdigheid zich reeds baan breekt
en dat ook op dit gebied la véritó en marche" is.
Over bijna geen tijdvak der moderne geschiedenis
is zulk een overvloedig materiaal gepubliceerd als
over dat der aan den oorlog onmiddellijk vooraf
gaande periode; de mogelijkheid om tot de kern
van het onderwerp door te dringen bestaat hier
in hooge mate. Natuurlijk zal er verschil van mee
ning blijven, ook bij hen, die zoo vrij mogelijk tegen
over het onderwerp trachten te staan; maar alleen
het voortgezet wetenschappelijk onderzoek, dat is
dus een onderzoek, waaraan politieke bedoelingen
vreemd zijn, zal de waarheid kunnen benaderen, en
er bestaat geen enkele reden om tegen zulk een
onderzoek te waarschuwen.
Wél tegen het kwasi-wetenschappelijk onderzoek
van hen, voor wie het resultaat reeds van tevoren
vast stond.
Maar de heer Treub ziet toch wel spoken op klaar
lichten dag, wanneer hij vreest dat, indien eenmaal
aan Duitschland's rechtmatige begeerte naar het her
krijgen van koloniën zal worden tegemoet gekomen,
de groote mogendheden, die vroeger de geallieerden
heetten, Duitschland tevreden zullen stellen door
het een grooter of kleiner hap uit onze koloniën te
laten doen, hetgeen dan tevens een straf voor Ne
derland zal zijn, omdat sommige Nederlanders over
de schuldvraag" hebben geschreven op een wijze,
die de genoemde mogendheden heeft geprikkeld l
Aan Duitschland's rechtmatige begeerte naar het
herkrijgen van koloniën" want het behoort weder
in het bezit daarvan te worden gesteld.
Niet alleen omdat het die noodig heeft voor zijn
economische expansie en omdat het, bij ontstente
nis van koloniën in andere werelddeelen, onver
mijdelijk naar het Oosten zal worden gedrongen
en naar kolonisatie van Rusland zal moeten streven.
Maar omdat de geallieerden een om-echt hebben
begaan, toen zij het Uuitsche Rijk van zijne kolo
niën beroofden.
In Januari 1918 verkondigde Lloyd Oeorge in zijn
zgn. vredesprogram: over het lot der Duitse h
koloniën zal een conferentie beslissen, en daarbij
in de eerste plaats rekening houden met de
wenschen en belangen der inboorlingen.
Een paar dagen later publiceerde Wilson de
befaamde ..veertien punten"; het vijfde, dat over
de koloniën, luidde: een volkomen onpartijdige
regeling van alle koloniale aanspraken, onder strikte
inachtneming van het beginsel, dat bij de oplossing
dezer vraagstukken de belangen der bevolking
evenveel gewicht in do schaal moeten leggen als de
billijke aanspraken van de betrokken regeering".
En welke toepassing vond deze theorie in het
vredesverdrag van Versailles:' Dat aan Duitsch
land zijne koloniën werden ontnomen, onder het
voorwendsel dat het /.ich het bezit daarvan
onDE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel.
Postgiro 72880, Gem.-Oiro G 1000.
INHOUD:
l . Prof. Dr. G. W. Kernkamp, Spoken op klaar
lichten dag
2. Dirk Verbeek, De schuuwbnrgriiimte in de
hoofdstad.
3. Aanteekeningen Joh. Biaakensiek, na den
wedstrijd DuitscliUmd?Uruguay.
4. Mr. H. G. Koster, Mueder Indiêverdedigd.
5. L. J. Jordaan, Efficiency J. Voskuil, Toe
gepaste kunst. C. van Wessem, Muziek.
6. M. K., De Money-Casc,
1. Dr. .lac. P. Thijsse, Rozenkever Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
9. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
10. Dr. J. A. van Lunteren, Uit de wijsgeerige
beweging.
11. A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus, Schilder
kunst.
Dr. P. van Olst, Het Zeiss-planetarium.
Jhr. Mr. H. Smissaert, Op den Econ. Uitkijk
C. K., Beursspiegel.
16. Alida Zevenboom's Croquante croquetjes. B
van Vlijmen, Poolreizigers op Schiphol.
17. C. F. van Dam, Olympische Spelen, met teeken.
door B. vau Vlijmen Melis Stoke, Rijm
H. Brugmans en H. Middendorp, Nieuwe
Uitgaven.
18. Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands.
19. Uit het kladschrifl van Jantje Melis, Stoke,
Het elfde gebod.
20. Cel 2, Telefoon Charivarius, Cliarivaria.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, Mussolini's Rede
voering in den Senaat.
Vraagt sfeecfe Bonbons
R/NGERS
op
c/e// naam
waardig had getoond door de onbarmhartige wijze,
waarop hot de inboorlingen behandelde: zooge
naamd dus uit humanitaire overwegingen! Maar
in werkelijkheid: opdat de geallieerden zich kondeo
verrijken met den buit: opdat Duitschland ook
economisch zou worden gefnuikt.
Dit was onrecht.
De heer Treub is vermoedelijk van dezelfde
meening; maar misschien, acht hij het uitspreken
ook van deze meening verkeerd, omdat het de
ci-devant geallieerden zou kunnen prikkelen en
zij Nederland voor dit misdrijf van een zijner zonen
wel eens zouden kunnen straffen door, zoo het on
recht eenmaal hersteld wordt, dit te laten geschie
den ten koste van Nederland !
KERN K A.MP