De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 9 juni pagina 11

9 juni 1928 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2662 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 9 JUNI 1928 Het Duitsche elftal, dat Zondag jl. met 4?J van Uruguay verloor Een tiental menscheneters op N. Guinea. De elfde is naar huis gestuurd wegens eten met vork en mes Schilderkunst PRISMAKIJKERS JOS. HARTOG. 8 x vergrootend, ons speciaal merk Cristal-Prisma, onovertroffen fl.45.bij Kroeller, Den Haag |l Het werk van Dirk Nijland het is ten eenenmale, een ieder weet dat, kenmerkend-Hollandsch. Het is dat niet op hemelstormende wijs, noch op een groote ruige manier; zoover reikt het niet. Maar het is van een hardnekkig realisme tegenover de stoffen; tegenover de verschijningen; zelden ver groot het die geduldig beschouwde werkelijkheid" of waagt, bevreemd, te varen op de schuit der phantaisie.Het doel is niet: een weidsche, vermoede oplossing te vinden van iets waarnaar ook anderen zochten; het probleem is: water, schip, golf en soms maar licht, zoo getrouw entechnisch-deeglijkuitto drukken in 't zwart-en-wit der teekening, van do houtsnede etc. Dat is zonder twijfel Hollandsch, doordat er nog een bepaalde nuchtere, calvinistische humor bijkomt, een verborgen boereleukheid, die geen dupe is van fratsen, maar die toch ook geen ongekende continenten ontdekt. Maar dat hoeft ook niet, want wat zou de waereld groot worden, en voor Dirk Nijland zijn de grenzen van zijn gebied niet dagreizen ver van 't centrum, den schilder, uitgerekend. De grenzen van dezen ij verigen teekenaar zijn meer en meer bepaald door de gren zen van de Hollandsche en Zeeuwsche stroomen. Daar is hij thuis en gewis; daar is 't al naar zijn aard, en daar moet hij zich gezellig voelen op of bij dat water en bij al die zeilende, visschende Calvi nisten. Hij doet dat. Ik weet dat zeker. Hij teekent ook wel elders, maar in die streek ligt hij met do natuur onder een deken, als ik mi j zoo, en zoo weinig calvinistisch over hem mag uitlaten. Dirk Nijland is dus een calvinistische waterkaiiter, zoo als Toorop een waterkanter was van andere be geerte. En hij is een zoeker, een opspoorder van de kleine plaatsjes langs die ziltgerande eilanden en polders, en van de gebeurtenissen, rustig en pot sierlijk te gelijk, die daar aan de oogen voorbijgaan als een begrafenisje met de mannekes, met de hooge hoeden op, daarachter, of zooals de domino uit Bruinisse over den rand hangt van den preek stoel, en van zulk zicht uitgaande kan hij de concert gevers ook zóó zien, of het renteniertje bij zijn huisje. Maar er is nog meer. Xijland is techiiischgeïnteresseerd. Ook dat heeft hij niet gestolen. Fabrieken, kranen, booten, interesseeren hem de twee laatste hooren bij het water als b.v. ook landhoofden) en de bezitters van booten, landings plaatsen begrijpen hem; hij is hun verwant. Tech nische, menschelijke bezigheid van allerlei geaard heid is dus in dit werk; dat is de grootvader van. moeder's kant in dezen llollandschen Dirk. Van daar komt de weergave van bedrijvigheid, van menschelijk-lichamelijke bedrijvigheid; daden voor dezen realist. De phantaisie is bij hem niet groot, maar toch heeft de oorlog zelfs hem tot voorstel lingen kunnen bi engen. die meer v ei moed waren dan gezien. Het ethisch element, dat ge eveneens nu en dan bij hem vondt, is mij nooit zeer werkelijk ge weest; het is meer humor, <>t' boere-ironie geworden zoodra hij zich zelf werd. Maar de lust tot het water en tot de uitgebreidheid die een Zeeuwsche stroom kan hebben, heeft Xijland nu en dan weidseher spek takel doen teekenen, dan. ge zoudt vermoeden. Door deze begaafdheid en dooi' de daden, die eenvoudig-weg daaruit voortkwamen, moest Xij land tot een gerechtvaardigde bekendheid komen. Ons volk houdt van. water, leeft door het water en wat daarmee verband houdt; de voordracht van dezen Dirk is een heldere, soms saamvatteiide; zij verlangt geen groote psychische inspanning; zij is gemiddeld zooals zijn geestigheid. Het welslagen is er dus, vooral ook (zeer Hollandsch !) daar het ,,type" eveneens hier wordt gevonden. Nijland is een eerzuchtige; ik zou willen zeggen: hij heeft den schuwen hoogmoed van den realist, die in de natuur" zijn tegenpartij erkent, en er vaart. Het was dus te verwachten dat hij zou gaan schilderen, en we hebben dat inderdaad aan hem beleefd. Het is altijd een heele gang voor iemand, gewend in zwart-en-wit te werken, om met kleur" te beginnen, vooral als hij Bremmerachtig-geduIdig (Nijland heeft natuurlijk meer spanning in zijn werk) alle détail en alle stof wil uitdrukken. Het gevaar bij zulken lust tot détail is, dat het schilderij niet een geheel wordt (naast de moeilijkheid om kleur" te bereiken) maar dat het blijft een. ver zameling deelen in n lijst; dat het schilderij dus niet een gesloten" geheel is. Deze dingen vindt ge inderdaad in het werk van Xijland; een schilderij lijkt soms 4 schilderijtjes; een ander heeft geen eind maar stoort willekeurig tegen de lijst. Dan is er nog een probleem: dat van het licht buiten, het kleurende en gekleurde; buitenlicht. Ook daar heeft deze Dirk moeiten mee gehad, maar er zijn hier tusscheii de schilderijen toch enkele, waar het schilderij als schilderij" is gelukt. Het begrafenisje (1) heef t kleur, en ironie; de boeken plus kaarten (15) zijn een goed stilleven; in 13, de man op het lick, is eenigszins de buitenlucht gegeven; 11. een havenaanleg, daarentegen is meer een aardige illu stratie dan een goede kleur. Typeering (ietwat iro nisch) vindt ge weer in de loodsen"; Xo. 7. Het hangend schip is een schilderij in deelen: ik noem ten slotte het schip en do schaal met vise-h.... Kunst van lieden, Antwerpen. Piet Verliuert Ik wist toevallig welk goed schilder Tiet Yerliaert kon wezen. Wal t er Yaes toch bezit drie van de vier schilderijtjes, die mij opnieuw hier op de tentoonstelling troffen, en Wel het portret van het Doode Kind, de. bolbaaii. eu een ge/.icht op Ant werpen, waarbij een ander ge/.icht op dezelfde stüd van. Fr. I'Yaiiek te voegen is. Het Doode Kind o(> zijn doodsbedjo is een uitmuntend schilderijtje. liet is vol sobere zekerheid geschilderd, maar het mist alle ui moe die soms met zulke soberlieid 1esa.am ga;:t; het is van een teedere zekerheid. dat, ge hier y.oudt moeten spreken. Meer ..kracht" heeft het schilderijtje de Bolbaan. De kleur laat zich hiel' flonkender gelden, eu als in liet portret vau 't Dood.e kindje, doet de eenvoudige directheid der weel-gave aangenaam aan. Dat T. Verhaert, de leer meester van Vaes. een zoo klaar eil licht doorspeeld landschap en stadsgezicht kon schilderen als d-beide gezichten op Antwerpen zijn. was, ineen ik. \ oor de meest en een verra,ssing. (ie zoudl de/.e ^,'ey.ichten op Ant \\ orpen op elke tentoonstelling als bekoorlijke werken ervaren, /e leven (och. vul Hebt en vol lucht. Daarenboven hebl-en ze ee'.i Hoofdsteeg 17 Rotterdam. Nobelstraat 2» Utrecht. opgeruimdheid in de schildering, die eiken plek vait het schilderij met een opgewekt gevoel doet be.kijken en het gevoel geeft van. een geestig discours met do natuur. Het is eeu realisme, dat uit een vroolijke ontroering tegenover de verschijning; ontstond. PLASSCJIAEKT Galerie il'art Francais. 50e expositie P. K. Clairin Do heer van Deene heeft voor de vijftigste ex positie in zijn galerie d'art Francais een gelukkige keus gedaan. De betrekkelijk jonge Kranschman wiens werk hij laat zien, is een. schilder zonder pretentie en zonder theoretische vooroordeelen. Dit is te opmerkelijker omdat hij gevormd werd door Paul Serrugiez, den nu vijf en zestig-jarigen, die bij uitstek do theoreticus was onder de schilders diezich in 1888 om Oanguin verzamelden. Seriugiez. heeft met behulp van de intuïtieve en aj odictiseheuitspraken van (ïanguin een nit synthese en .sym boliek opgebouwd systeem gecreëerd dat voor Mauriee Denis iu zijn ..theorie" met voorliefde. is ontwikkeld. Men zou zeggen dat het voor Serrugiez pleit dat zijn leerling de dogma's van zijn leer meester zoo klaarblijkelijk links kon laten liggen. en toch diens leerling kon zijn. Want het is duidelijk dat Pierre Kug'èno Clairin een school doorloopen heeft. Hij is te lyrisch om rcoht-af formeel te zijn, maar men voelt zelfs in zijn m est göembrouilleerdi; landschappen (Ia lande a perdru) dat de lijn. als leidend element ook daarin niet werd verwaarloosd. In zijn stillevens en naakten is dat duidelijker. Kn nog duidelijker is do invloed van een, leidend en beradend element in ('lairins kleur. Deze Kransehma.il is vóór alles schilder en vooral in zijn naakten soms een hartstochtelijk schilder. ,Maar een klein naakt, een bloenistilleveii en oen vruchteiistilleven bewijzen hoe y.uivor en eenvoudig hij blijft in zijn zeer harmonieuse kleurigheid. Het zijn wel iiiel de. pure kleuren van (ianguin die bij gebruikt, maav het is een doordacht en doorwoold samenstel van hel~ derc en fonkelende verven. De invloed van een lange cultuur is in dit werk naspeurbaar, zoozeerdat in een groot modern en met veel hrio geschil derd naakt, toch even a,aii Houeher herinnerd wordt. Onder de vele moderne Franschen v-m na«mi die de heer van. Deene introduceerde i^ Clairin een van de best onderlegden. een viuide natuurlijkst'. begaafden en een dien ge bet liefst teniu y.oudt zien. l lij werd in l S! 17 geboren, diende in den oorloals vliegenier-verkenner en werd door Sei ruii'iez. gewonnen voor het Uretonsehe landschap. wa"rv;>n hij de sobere en wat sombere groot heid niet durf. met kracht en (och met de beschaafde inu'etogenheiil ;>.:'M meer v;*,n zijn land^vnooteii eiu'en. in eeii_ hier aanwezig doek heeft vertolkt'. II ICXXl'S. DEöESTEVARHïA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl