De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 23 juni pagina 17

23 juni 1928 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2664 ' DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 JUNI 1928 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE PATRÏSl Croquante croquetjes door Alida Zevenboom PATRIA*' PRI EN meneer Dirk nu ook al zeventig jaar ! Waar blijft de tijd ! Ik zie hem nog in zijn eersten verlof tijd bij ons over den vloer komen, want mevrouw zaliger was met de Fock's geparenteerd. Een heel goede familie. Was het indertijd voor onze kringen niet een uitkomst toen bleek, dat wijlen meneer Teilegen met een Fock ge trouwd bleek te zijn, toen hij Burge meester werd? Wat schreef toen ook weer de Nieuwe Rotterdammer?" Wat dat betreft is het dus ook in orde !" En wat was meneer Dirk toen al spraakzaam. Geen speld tussohen te krijgen en alles in n adem en zoo vlug achter elkaar. Een geboren Parlemen tariër," placht meneer zaliger te zeg gen. Dat was toen. nog een comple ment. Als je het nu tegen iemand zou zeggen, kijken ze je er schuin op aan. Zoo veranderen de tijden. En wat heeft hij het ver gebracht. Van een voudig Chineezen-advocaat vindt u niet dat meneer Dirk veel op den Christen-generaal Feng lijkt? tot Gouverneur-generaal. liet is voor meneer Kikus Colijn om er jaloersch van te worden en toch mag die zijn carrière ook gezien worden ! Het komt hem wel toe dat hij op zijn zeventigste zoo warm ge huldigd is. En wat had er van deliberalen zonder hem terecht moe ten komen ! Ik had het er van de week nog over met meneer Walrave, die me op het Leidscheplein staande hield. Hij zag er wat rood in zijn gezicht uit en een beetje betrokken. Ik dacht dat hij wat forsch golf gespeeld had, maar hij klaagde er over dat het kwam van het wethouderschap en hij vond het heelemaal niet aardig van Vosje dat die hem er alleen voor wil laten zitten. Zou Abrahams dan den Gezondheids dienst krijgen? informeerde ik, want die is toch als dokter aan het hoofd van Publieke Werken minder op zijn plaats? iS'een, zei meneer Walrave, dat is nu juist het mooie bij de ge meente. Wij zetten nu een ingenieur aan het hoofd der Gezondheid. Dan blijft de boel beter in evenwicht. Maar hij was intusschen erg blij met den zeventig jaar van meneer Dirk. Wij hadden eigenlijk geen leider, zuchtte hij. Van Gijn is een man zonder eenige gijn, zei hij grappig, en veel te dege lijk, en Koodhuijzen, nu ja. die heeft er weer te veel van en is allemachtig getapt achter een glas bier on een borrel en meneer Boon wil wel, maar kan niet en ik zelf kan niet en wil ook niet en als u mij vraagt zijn wij er allemaal eigenlijk een tikje te knap voor, maar toen kwam meneer Dirk en dat was de uitkomst. Kn hoe gaat het nu met de partij sinds hij zich met de zaken bemoeit ? Schitterend, juf frouw Alida, zei hij hij spreekt nog altijd van juffrouw" maar ik zei maar niets wij gaan zienderoogen vooruit. U zal zien dat hot net zal zijn of wij een a.peklier hebben ingeslikt. Toen heb ik gebloosd, maar waarom weet ik niet en ik ben gauw over me neer Brondgeest begonnen die nu ook al dood is. Het was toch wel een knap officier op het tooneel. Och, wat heb ik altijd genoten van hem als ..Dolle Hans". Meneer Pierre had in dien tijd altijd vrijbiljetten ik zal maar niet /.eg gen hoe hij er aan kwam. maai' hij scheen een goede kennis aan het too neel te hebben, wat tegenwoordig ook al niet meer voorkomt, zoo netjes is de wereld geworden, gelukkig, en ik zie hem?meneer Brongeest bedoel ik NIEUW! A.HILLEN'S lELFTSCHE POST GRACILIS IETS SUBLIEMS locents nog in een open landauer in liet Von delpark met mevrouw Bouwmeester j ze waren toen in liun wittebroodsweken en ik vond het een erg knap stel. * * * Kn nu 7,<m ik de redactie of de lezers toch eens willen vragen wie mij al de kosten vergoedt die ik ge maakt heb met het oog op de ..Olym pische Spelen?'' Ik hel) nieuwe bed den aangeschaft en vijf ledikanten en een heel nieuw tweedehands ameuble ment en dat allemaal op valsche voor spiegelingen in de kranten, dat het zoo druk zou worden en wat is er van terecht gekomen? Jk lees eiken dag in de krant van die heeren van de Veendammer Hypotheek-bank, maar t zijn dat allemaal nette >ral de advocaten, ver. . ik zal het wooidniet is pensionhoudsters die slecht voor staimenop isten zitten, er hebben als u mij vraa menschen, v< geleken bij di noemen, die < er toch al 7,01 zulke hooge lat(;ÈI inloope Die heeren moesten ze maar een voor het ('?< recht sleepen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl