De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 23 juni pagina 18

23 juni 1928 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

18 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 JUNI 1928 No. 2664 Het echtscheidingsfuifje door Melis Stoke IN het jaar 1930 zal te Antwerpen een groote wereldtentoonstelling -worden gehouden. Wie dan leeft.... ?zult U wellicht zeggen. Tentoonstellingen zijn epidemisch geworden en het internationalisme is de leuze van dezen tijd. Eene interna tionale tentoonstelling mag dan ook gelden als de meest -volmaakte uit drukking van de gevoelens der menschheid. Men ziet er, precies zooals bij de Olympische spelen, negers en wilden in actie naast inboorlingen van alle Westersche nationaliteiten. Indianen leeren er Charlestonnen en Tyrolers bestudeeren er de zeevaart.... altemaal factoren die eene algemeene verbroedering der menschen in de .hand zullen werken en den oorlog voorgoed zullen doen vergeten. In dat opzicht nu heeft de a.s. ten toonstelling te Antwerpen nog een veel grooter beteekenis dan alle .anderen. Deze zal namelijk dienen tot het feestelijk herdenken van de 100jarige onafhankelijkheid van België. Wat lag nu mér voor de hand dan dat Nederland zou worden uitgenoodigd tot deelneming aan die feest vreugde .. .. ? Er is eene officieele en deftige com missie verschenen van gouverneurs en generaals in ruste die het broeder volk is komen uitnoodigen tot deel nemen aan de tentoonstelling. De pers heeft zich bepaald tot het vermelden van het feit, maar mijne Mathilde, die geen genoegen neemt met de oppervlakkige beschouwing der gebeurtenissen, zooals die hare uitdrukking vindt in de plaatjes met onderschriften die tegenwoordig onze dagbladen vormen, heeft mij uit het ?Geldersche, waar zij momenteel ver toeft, hare opvatting van deze aan gelegenheid geschreven. .. .. Stel je voor zoo schreef ze , mij dat wij sedert geruimen tijd gescheiden waren. Op zekeren dag heb ik, bij het bijwonen van eene opvoerirg van de Muette de Portici, het besluit opgevat voortaan mijn eigen weg te gaan. Uit den schouw burg ben ik rechtstreeks naar mijne moeder gereden en heb je laten weten dat ik niets meer met je te maken wilde hebben. Je feent toen, tot aan de tanden gewapend voor mijn ouder lijk huis verschenen en hebt in de vestibule een korte schermutseling met mij gevoerd waarbij wij elkander eenige krabben hebben gegeven. . .Verontrust door dit rumoer zijn eenige ooms en tantes uit de buurt toegesneld met het doel om ons te scheiden. Door jouw koppigheid heeft de contractueele vastlegging onzer verhouding negen jaren getraineerd, maar tenslotte ben ik te Brussel gaan wonen en zijn onze wegen ui teengegaan. Vele jaren later heb ik tezamen met een deel van mijne familie, en tegen een ander deel dat aan de tot standkoming van onze scheidingsvoorwaarden had medegt werkt, een heftigen strijd gevoerd. Jij hebt je daar wijselijk buiten gehouden. Maar toen ik met mijn kennissen de over winning behaald had, heb ik hun ridderlijkheid ten opzichte van mij, die in dien strijd onverhoeds was aan gevallen en leelijk toegetakeld, uit gebuit om eene verbetering te krijgen van de voorwaarden waarop wij des tijds gescheiden waren. . .. Jij hebt je daartegen verzet, en zoo kwam al het oude zeer van onze scheiding weer boven.... de heele herrie over een half-verstopt riool, en over je manier om nooit de deur op het nachtslot te doen.... en allerlei dingen meer. . ,,. .Stel je nu voor dat ik midden in dat gedoe ontdek dat onze scheiding 'precies een afgerond aantal jaren ge leden is, en van mijn kant het denk beeld opvat om dat nu eens te befuiven.... Ik stel me daarbij voor te toonen dat ik mij in al die jaren heb ontwikkeld tot een kranige op eigen beenen staande vrouw En nu kom ik op het koppige denktxeld om jou in die vreugde te laten deelen . . Maar dat niet alleen, jij moet er aan mee doen om de ooms en tantes te laten zien dat we het best zonder elkaar kunnen stellen, en ik verzoek je door middel van eene deputatie, bestaande uit mijn familieleden, om voor dat doel het een en ander te sturen: mooie pakken, alles wat je zoo in den loop van den tijd hebt geknutseld, een paar van je kinderen enz enz ,,. .Nu vraag ik je, Melis, wat zou je dan denken..? ?" Vrouwen stellen ons moeilijke vra gen. De situatie, zooals Mathilde mij die afschilderde leek yiij niets minder dan benauwend, en het kostte mij veel nadenken vóór ik het volgende antwoord geschreven had: ,.Mathilde.. .. ik zou zeggen: la&t alles vergeven en vergeten zijn. De ooms en tantes hebben geen voorkeur voor jouw persoon of voor de mijne. . behalve de voorkeur die hun eigen belang hun oplegt. De een zal je Hol landsen willen leeren opdat je hem dan beter kunt verstaan, en de ander zal je Fransen willen laten leeren om dat hij dan beter met je praten kan. . De eene zal je gelijk geven in die kwestie met dat nachtslot, omdat een dief door jouw tuin zijn huis zou kunnen bereiken, en de ander zal mij helpen in die ouwe geschiedenis met dat verstopte riool, omdat hij anders in zijn eigen huis last zou krijgen .... Zoo zijn we dus toch feitelijk op elkaar aangewezen. En nu dan toch gebleken is dat jij het stellen kunt zonder mij, en ik zonder jou, moesten we dat scheidingsjubileum samen met de ooms en tantes vroolijk vieren. ..." Ik meende aldus schrijvend voldaan te hebben aan den internationalen geest van dezen tijd. Hoe groot was mijne ontsteltenis toen ik per keerende post het volgend briefje van Mathilde ontving: ..Melis . . je hebt mij niet lief, anders zou je me zóó niet geschreven hebben. Ik haat je .. . ." Het heeft mij moeite gekost haar uit te leggen dat het huwelijk tusschen Belgiëen Nederland een mariage de raison was, geforceerd door de ooms en tantes, en ook weer ontbonden met de hulp van diezelfde ooms en tantes. Dat een paar dozijn huwelijksjaren wegvallen tegenover een echtscheiding van een eeuw. . en tenslotte heb ik haar hart weer moeten winnen door de belofte van een gezamenlijke herhaling van onze huwelijksreis naar Ant werpen, in 1930 .... Geschiedenis des Vaderlands NEGENTIENDE ZANG GRANVELLE AF ,,Ten laatste zullen u-ij, mijn vriend, de aterksten wezen," Had eens de Prins, die in de toekomst placht te lezen, Tot Montigny geboeid. Dit was alvast geslaagd: De felgehatu vreemdeling werd weggejaagd. Om te verbergen dat de koning was gedwongen, Werd nu de waarheid tot een mal verhaal verwrongen, In vijftigduizend brieven bij mekaar geflanst, Waarachter zich het noble tweetal heeft verschanst. 't Archief heeft 't weer verklapt, 't (iaat mijn verstand te boven, Hoe Philips meenen kon, dat iemand 't zou gelooven. Granvelle's moeder in Bourgonje was de vrouw. Die in d'onnoozle klucht de hoofdrol spelen zou. Ken jaar of twintig had zij rustig daar gezeten, En door zijn drukke werk had zoonlief haa.r vergeten. Nu komt de klucht. Mama wordt op den tocht gezet. i5ij krijgt een drogen kuch, en moet subiet naar bed. Men schrijft den Kardinaal: ,.Mevrouw is zwaar verkouden." De trouwe zoon verbleekt. Hij is niet meer te houden. En kermt: Mijn moede moeder moederziel alleen ! Pak gauw mijn city-bag. Ik moet er daadlijk heen !" Zoo is hij weggegaan. Voor tijdlijk? Misgeraden. Voor goed. En met den vloek van gansch een volk beladen. Wel nimmer trof n man zoo algemeen een haat, Waarbij zelfs vorstengunst verlossing bracht noch baat; Hij heeft niet meer misdaan dan andere despoten, Maar haat, en haat alleen, die heeft hem uitgestooten. En toen de tijd voor zijn vertrek gekomen was, Zat hij in zijn ontruimd paleis alleen, en las. Hij zag de brieven in, door Philips zelf geschreven, Die hem, zijn trouwsten slaaf, den doodsteek had gegeven. Tk heb," zoo las hij, ,,atles rustig overdacht, Hetgeen mij tot de overtuït/iny heeft gebracht, Dat u gevaar bedreigt. Hei loert in alle hoeken Als f/ij uic oude moeder nu eens ijimjt bezoeken. ..." Dat stond er. Woordelijk. De lezer loosd' een zucht, Streek peinzend langs zijn baard, en keek eens in de lucht. . . . Wij willen aan dit wrak geen woord van weemoed wijden, Maar voelen even iets, dat zweemt naar medelijden. Den dag van zijn vertrek schreef iemand op zijn muur. In groote roode letters: HUIS M KT TUIN TE IIUUH. Den geest van deze grap bewonder ik met mate, Maar treffend was cl e plaats: vlak bij het beeld Durate." Die klucht, intusschen, heeft den vorst geen goed gedaan: De Liga bleef en anders was z' uiteerigegaan. Haar dool was slechts geweest (iranveile te verdrijven. Dat doel was nu bereikt. Wat zou men samenblijven;1 Maar Philips zocht het liefst in veinzerij zijn kracht. Cïranvelle eveneens. Dat had ze saam gebracht. De laatste liet met vaart het jokkeritje verspreiden, Dat hij naar Moesje ging uit zuiver medelijden. Dat Philips thans een tocht naar Brussel overwoog. En hij, Granvelle, in 't gevolg zou zijn. Hij loog Maar 't kon toch, meende men. Hoewel 't gevaar niet groot is, Vertrouw dien booswicht nooit, voordat hij deeglij k dood is. Wanneer de duivel pas je deur is uitgegaan, Dan laat je toch je raam niet daadlijk open staand Lalaing en Bredero, op n paard met z'n beiden, Verschaften zich de pret hem achterna te rijden. Daar in de vert verdween de lamgeslageri reus.... Het tweetal keek hem na. en trok een langen neus. CM I AH I VA H l U S GEORGE H. LAGAS AMSTERDAM - Telefoon 24611 - Andreas Bonnstraat 40 ELECTRISCHE LUXE BROODBAKKERIJ Specialiteit in alle Broodsoorten Abonneert U op QNZE AARDE Rijk geïllustreerd maandblad Prijs per jaargang f 10, fr. p.p. f 10.75, Zeepost f 12, Buitenl. f13.50 Proef No. gratis, Uitg. van v. Holkema & Warendorf 's U.-M., Amsterdam Koldewey 6 Corbière Leidschestraat 30 * Amsterdam Specialiteit in: Wiegen en Kinderledikanten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl