De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 23 juni pagina 7

23 juni 1928 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2664 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 23 JUNI 1928 Wetenschappelijke Varia Een kwestie van smaak door Dr. P. van Olst giiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiimiii ^^ IIININIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIININIIINIIIIIII l J. B. BENNER & ZOON I I PIANOHANDEL = DEN HAAG 97 NOORDEINDE f Uil HET valt wel eens op dat toevalligerwijze de belangstelling der wetenschappelijke wereld uitgaat naar zeer afwijkende of verstaande wezens en dat meer voor de hand liggende vragen lang op beantwoording moeten wachten. Men houdt zich bijvoorbeeld bezig met de moreele opvatting van bacteriën of met het gezang van regenwormen (dit is heusch geen flauwe grap !) maar negeert onze banale bevriende dieren. Zoo is het mogelijk dat dr. Bernhard Rensch 1) tot het bewustzijn komt dat men meer weet over den smaak bij eencellige dieren, weekdieren of insecten dan bij vogels. En dadelijk heeft hij dit weinig ontgonnen gebied onderhanden genomen. Allicht zal het vogel-beminnende leeken ook wel interesseeren.De,.volksmond" heeft niet veel fiducie in het vermogen van vogels om te proeven wat zij eten, want de spreekwijze een graantje pikken" voor het zonder proeven omslaan" van een borrel, is denkelijk alleen gekozen door iemand die het snelle pikken en slikken van een kip heeft opge merkt ! Dat ziet er stellig niet naar uit of de kip veel proeft" bij dit eten. En dit geldt voor vele andere vogelsoorten. Dat een vogel niet geheel ontdaan van smaakvermogen kan zijn, bleek reeds veel eerder dan uit Rensch's onderzoekingen doordat er ontegenzeggelijk zintuigen in de i vogelbek voorkomen die overeenstemmen in bouw met de smaakzintuigen van andere dieren. Zij hebben weliswaar niet de eigenaardige smaakpapillen, die bij ons menschen en vele andere zoogdieren op de tong voorkomen, maar zoogenaamde smaakknoppen". zijn onweerlegbaar aangetoond. Zij liggen vooral in de keelhuid, die veel minder of in het geheel niet verhoornd is; de vogeltong zelf is te hard voor het drage i dezer zintuigen. Is de tong smal dan liggen de smaakknoppen ook wel in de slijmvliesbekleeding van dea beneden snavel, voor zoover deze niet door de tong bedekt wordt. Het aantal van deze knoppen" is nogal uiteenloopend; bij duiven slechts 50 a 75, bij papagaaien echter eenige houderden. Al staat de aanwezigheid van een zintuig echter vast, dan kan men uit dit feit nog moeilijk concludeeren of de smaakzin zelf hoog of lang ontwikkeld is. Dat is alleen te doen door proefnemingen met het levende dier zelf. Proeven, waarbij het vogelvoer, bijv. zaad, met een of andere sterk smakende stof behandeld wordt, zooals met de zeer bittere quassia schors of iets dergelijks, zijn niet goed gekozen omdat de vogelbek lang zoo vochtig niet is, van binnen, als onze eigen zoogdier"-mond. En daar wij ons voedsel proeven, doordat bestanddeelen ervan oplossen in ons speeksel en in dien toestand onze smaakzenuwen prikkelen, ligt het voor de hand dat een vogel, met zijn vrij droge i bek, op andere wijze onderzocht moet worden n.l. door hem geen droog voedsel te geven maar verschillende stoffen in opgelosten toestand te laten drinken. Rensch deed dit eerst met kanaries; het vooideel dezer methode is bovendien dat do sterkte van de op lossingen door percenten kan aangegeven wor den zoodat men veel nauwkeuriger kan te weten komen bij welke verdunning voor een vogel de 1 smaak begint en waar de smaakgewaarwording onaangenaam wordt. De vogels geven namelijk heel duidelijk aan wanneer de smaak voor hen eeri onaangename sensatie inhoudt; zij schudden zich net zoo goed als wij het doen bij een bitter drankje of een hap wonderolie. De kanaries kregen pas 's morgens 8 uur te drinken na vooraf geen drinkbak VAM HELLES ? TABAK is gehad te hebben. Twee even groote porseleinen schaaltjes werden in de kooi gezet, het ecne met de proefvloeistof, de andere met zuiver drinkwater. De vogels waren zeer dorstig en dronken dadelijk, willekeurig uit een der beide bakjes. Was de smaak onaangenaam, dan schudden zij zich na nmaal proeven en vermeden dit bakje, terwijl zij van het goede drinkwater juist veel dronken. Was de smaak aangenaam voor de vogels, dan was dit minder gemakkelijk te constateeren. Dit bleek namelijk pas wanneer de vogels nog van de proefvloeistof bleven drinken als zij geen dorst meer hadden en het goede drinkwater geheel ne geerden. Eerst werden de vier smaaksoorten zoet, zwur, zout en bitter onderzocht. ?<&?-? Zure vloeistoffen, bv. 2 percent azijnzuur, die wij ook duidelijk zuur vinden, werden heftig versmaad. Van een oplossing van een half percent azijnzuur, die wij slechts zeer zwak zuur vinden, dronken de vogels slechts een of enkele slokjes en vlogen dan naar het goede drinkwater, waarvan zij veel dronken; dus lekker vonden zij ook dit zwakke zuur nog niet. Wat zoitf-oplossingen betreft: 10 percent-zoutoplossing werd blijkbaar zeer akelig gevonden. Een 5 percent oplossing echter, die wij nog erg zout vijlden, dronken de vogels nog wel tweemaal eer ze er genoeg van hadden. De kanaries zijn dus minder gevoelig voor zout dan wij. Opmerkelijk is dat bittere stoffen (aloe-poeder in water geroerd) met het grootste plezier nog ge dronken werden, als een enkele druppel ons men schen reeds afgrijselijk galbitter was. De kanaries waren dus zeer weinig gevoelig voor bitter. Eindelijk do zoete smaak: van een 20 percent suikeroplossing, die wij zelf zeer zoet vinden dro iken d'3 kanaries eerst evenveel als van het zuivere drinkwater tot hun dorst gestild was, en daarna dronken zij herhaaldelijk van het zoete goed. Nog urenlang was er telkens een kanarie aan het drinken van de suikeroplossing. Een wijfje dronk om de paar minuten dit suikerwati-r terwijl in al d'e uren slechts tweemaal gewoon water werd gedronken. Evenals bij menschen en andere zoogdieren geeft zoet dus blijkbaar aan de kanaries een aangename sensatie ! Proeven met andere vogels gaven over 't geheel genomen dergelijke uitkomsten. De opmerkelijke ongevoeligheid voor bitter vooral komt bij veel vogels voor en zal wel samenhangen met het feit dat veel insecten, (vooral rupsen.) en ook veel onkruidzaden, die d^ vogels als voedsel gebruiken, sterk bitter smaken, liet was trouwens reeds bekend dat kippen en duiven voer, dit met ohinine bestrooid is. toch opeten. Eenig verband met het (ttinial smaak-knoppeii werd niet gevonden.. De duiven, met eenigo tien tallen de/>er orgaantjes, waren even goede fijn proevers als de papegaaien met honderden knoppen. Opmerkelijk is de voorliefde voor zoet. daar m<>n nogal eens gaarne aannam dat d" voorliefde vfui zoog dieren voor '/.out samenhing met d<> '/.netheid der moe der melk, d'is als een doelmatige aanpassing was te beschouwen. Blijkbaar behoeft dit niet zoo te zijn, nu dieren, die niet zijn aangewezen op melkvoeding in hun prille jeugd, óók wel veel van zoef houden. Iets wat niet onmiddellijk met d"ii smaak samen hangt zijn. d" fei>ij«;ra<i<Mr-gi:waarwordnigeu in de mondholte der vogels. Water van 45 gr. C. en hooger werd na eenmaal proeven vermed"ii; water van '10 gr. O. en lager werd gedronken zond'1!1 voorkeur voor koeler water. Blijkbaar begint de sensatie pas onaangenaam te word'-n a.ls het water warmer is dan de lichaamstemperatuur. AVij me.nseheii hebben diezelfde sensatie aan alle liehaamsdeelen. behalve juist in onzen mond. waar wij tot (H) gr. C. nog geen onaangename sensatie hebben, denkelijk omdat wij ons aan warm eten gewend hebben. IJsbrokjes knabbelden de vogels met evenveel welbehagen af als onze menschenkinderen een ijsco. 1) Journul fiir Omitliolayie. 1925 Heit l en KRONIEK Onnoodige Rampen "TV K heele wereld houdt nu gelijk het heet *-^ ..het oog gevestigd" op Nobile en zijn mannen. in angstige spinning hoe dat drama af zal loopen. Dat is niet meer dan natuurlijk meegevoel en ook cv.:ri beetje sensatieprikkel. Onzen tijd en onze aandacht geven wij, temidden van het drukke leven, telkens weer gretig aan de berichten van die al zwakkerwordende hulproepen uit de onmetelijke ijswoestijn van het Noorden, en ik ken menschen, wien de benauwenis om het martelend langzaam verloop van deze tragedie inderdaad geen rust laat. Xog eens, dat is niet meer dan natuurlijk menschelijk. Maar intusschen kan men niet nalaten zekere ergernis te gevoelen over do vrijwel nuttelooze waaghalzerij, het zelfde gevoel, dat wij onder vinden, als wij baldadige jongens op het broze eennachts-ijs zien paradeeren. Zoo meteen zakken zij er door en bezorgen diversen braven menschen heidensche moeite en hartkloppingen bovendien. Als generaal Nobüe voor de eer en roem van het fascistisch Italiëen van zijn eigen" uittrekt om nog eens de Noordpool te ontdekken en daar een gezegende Italiaansohe vlag te laten zakken. ten bewijze der wettige annexatie en ten aanschouwt van het volk der ijsberen, wel, dan is dat zijn zaak en die van zijn beschermers en geldschieters. De wereld rondom behoeft hoogstens de ijzige prestatie te bewonderen en toe te klappen en aan een fascistisch heldengeslacht te gelooven. Maar als het misloopt, moest zij er ook geen weet en geen last meer van hebben. Dat al di" vliegers en schepelingen van de hulpexpedities nu op hun beurt weer ellende en dood moeten trotseeren, om die durvige Italiane i uit de penarie te redden, lijkt daarenboven ongepast, waar er tot dat poolwaagstuk geen enkele waarachtige nood zakelijkheid bestond. Zoo min nu als vroeger. Doch vroeger viel daarginds inderdaad nog iets van waarde te ontdekken en hadden de ontdekkers ten minste den goeden smaak eventueel gedruiscl.loos te verdwijnen. Thans echter, dank zij de radio. lijdt de heele wereld met de ongelukkigen" mee of smult sensatiebelust aan de spanning. Wa! allebei evenzeer verwerpelijk mag heeten. Men behoorde, iu de toekomst waarlijk de'/.e bravourstukken te beletten of in elk geval den bedrijvers d- radio af te nemen, opdat zij alleen hun risie >. dragen en de wereld niet onnoodig lastig vallen. Kr gebeuren al genoeg onvermijdelijke ongelukken en onze zwakke zenuwen kunnen er niet meer t e gei . E. C'. DIT Greatest Artista MERK Finest Recording IS EEN WAARBORG VOOR ONOVER TROFFEN REPRODUCTIE EN ONGEËVENAARDE AFWERKING N.V. DUTCH GRAMOPHONE COMPANY AMBTERD. VESRKADe ZZ A DEN HAAG Int. Muziek tentoonstelling Genève 1927 lloogsfco onderscheiding

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl