De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 juli pagina 15

7 juli 1928 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2666 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JULI 1928 Op den economischen uitkijk door Jhr. Mr. H. Smissaert Genève en de poenale sanctie HOEWEL de jongste internationale arbeidsconferentie te Genève reeds weder gesloten is5 loont het wel de moeite, hier nog even stil te staan bij wat daar te doen is geweest en gezegd werd over ?de instelling en de handhaving van de poenale ?sanctie" in ons Ned. Oost Indië. Men zal zich de feiten uit de pers-verslagen herinneren. Albert Thomas, de directeur van het Internationaal Arbeidsbureau te Genève, had in ?een door hem uitgebracht verslag scherpe af keuring over de poenale sanctie uitgesproken en zich de vrijheid veroorloofd, haar als een soort moderne slavernij aan de kaak te stellen. De Regeerings-afgevaardigde, de oud-minister van IJsselstein, heeft daarna aangetoond, dat de heer Thomas niet op de hoogte was van de door hem behandelde zaak, dat het instituut allerminst den daarop geworpen blaam verdiende, veeleer gunstig werkt. Waarna een technisch adviseur" uit de Nederlandsche groep, de heer Kupers, zich aan de ?zijde van den heer Thomas heeft geschaard, be toogd, dat de instelling zoo spoedig mogelijk moest verdwijnen als overblijfsel van den slavendienst. De heer v. IJsselsteijn heeft daarop van repliek gediend o.a. met aanvoering van cijfers, waardoor de in tegenstelling tot andere Javaansche emi granten zeer gunstige sterfte onder de op OostSumatra werkende contract-koelies boven allen "twijfel werd verheven. Wat bij dit alles misschien het eerst treft, is het feit, dat iemand als de directeur van het Inter nationaal Arbeidsbureau, een schepping van den Volkenbond, blijk geeft, rapporten uit te brengen ?op grond van gegevens, welke den toets van zakelijke beoordeeling niet kunnen verdragen. Wie hierover verbaasd mocht zijn geweest, zal van zijne verwondering bekomen, indien hij kennis neemt van het artikel, over dit bureau en zijn directeur geschreven door mr. R. A. Fockema in afl. 5 van De Economist" (1928), waarin aangetoond wordt, dat ook vroegere door dit I. A. B. openbaar ge maakte verslagen op een (laat mij zeggen) zeer wankelen, feitelijken grondslag berusten en niet als zakelijk-betrouwbare uiteenzettingen kunnen worden beschouwd 1). Wat voorts ook al als onaangenaam treft is, dat ean vreemdeling als de heer Thomas, nog wel voor een internationaal gezelschap als deze arbeidsconferentie, tot onzen Nederlandschen of Ned.Indischen wetgever (ik laat dit betwiste punfr hier ?onbesproken) scherpe verwijten omtrent instand houding van modernen slavendienst richtte en dat een Nederlandsche ..technische adviseur" die ver wijten bevestigde. Maar deze mogelijkheid ligt nu «enmaal besloten in de inrichting en de eigenaar dige samenstelling van deze internationale bijeen komsten. Daarover schreef ik reeds vroeger te dezer plaatse; ik zal daarop nu niet terugkomen. Intusschen, deze twee punten zijn, zoo men wil, van bijkomstigen aard. Het meest treft mij als 't belangrijkste punt, dat de vraag der toelaatbaar heid of wenschelijkheid der poenale sanctie niet behoorde tot de kennisneming van deze interna tionale bijeenkomst, omdat de te Genève verga derden niet de vele zijden van dit vraagstuk in oogenschouw hadden genomen. Hiermee is het als met aJle andere dergelijke quaesties gesteld: de niet- of half-ingelichte is met zijn oordeel gauw klaar, en, van eigen onkunde zich niet bewust, 1) Dit zeer opmerkelijk en lezenswaard artikel run Mr. fockeina is daarna als rlugsclirilt verschenen bij de Erven F. lioiin Ie Haarlem onder den (imyyestieven) titel: ..Ht-t Internationale Arbeid-sburean nln socialistische iiro/iayaurld-iiistelliiiy''. CQRN VAN DER 5LUX3 INOOROEINDE 102 IDEN HAAG WONINGJNRïChTINGm beseft hij niet hoe onrijp zijn oordeel is. Wie de zaak nader beziet, pro en contra weegt, komt. niet zoo spoedig, allicht tot eene andere slotsom. Over eene instelling als de poenale sanctie is het gemakkelijk genoeg, het vonnis van ,.sla vendienst" te vellen, doch met die rhetoriek dringt men niet tot de kern dor zaak door. Wie wel tot den grond van deze, reeds zooveel besprokene aan gelegenheid komen wil, welke overwegingen doen zich bij hem gelden? Java verschilt o.a. hierin van Sumatra, Borneo en Celebes, dat het zeer dicht bevolkt is, wat met die drie (en meer andere) eilanden het geval niet is. Daardoor zijn b.v. op Sumatra voor de daar gevestigde (en te vestigen) cultuur-ondernemingen de noodige arbeidskrachten niet te vinden. Moet men daarom er van afzien, de overgroote rijk dommen dezer gewesten te ontginnen? Die ont ginning bevordert in hooge mate welvaart; zij is in economischen zin onontbeerlijk. Dus moeten arbeiders van buiten af aangevoerd en tewerk gesteld worden. Maar reeds dit aanvoeren kost den ondernemer veel geld en hij zou een ondragelijk risico loopen, als de tewerkstelling geschiedde in los verband. Het is een niet onbillijk verlangen, dat de man, die, vrijwillig, zich voor arbeid op de Oostkust laat werven, zich verbindt voor b.v. 5 jaar. Maar wat, indien hij trots die verbintenis, vóór de ommekomst van dien termijn wegloopt? Wat, indien op het ongelegenste oogenblik, massaal ,,drossen" in letterlijken zin de vruchten van den arbeid zou doen te loor gaan? Naar Westersche begrippen lost zoodanige onrechtmatige ver breking der dienstbetrekking" zich op in door don arbeider verschuldigde, den werkgever uit te keeren schadevergoeding. Daargelaten nu de over weging, dat ook bij ons, in het Westen, practisch van zoodanige schadevergoeding niets terecht komt, is het voor ieder, die iets van den Oost" afweet, wel heel duidelijk, dat daarginds iets der gelijks alle beteekenis finaal zou missen. Daarom is men reeds spoedig gekomen tot wat zou mogen heeten eene publiekrechtelijke erkenning van liet arbeidscontract, waarbij verbreking door don arbeider als eene overtreding (iii strafrechtclijkon zin) wordt beschouwd en dus aan eene poeiia" onderhevig is. Ziedaar de grondgedachte der sanctie. Is zij onredelijk of onzedelijk? Ik kan het niet inzien. Wel zie ik, dat de instelling tot misbruiken kan leiden; die zijn dan ook voorgekomen en worden nog wel, schoon slechts als telkens zeldzamer uit zonderingen gesignaleerd. Hoe ze geheel te voor komen? Langs tweeërlei weg. De werkgevers, wien dit sterke wapen in handen is gegeven, moeten begrijpen, dat de hanteering daarvan hun zou gaan ontvallen, indien zij aanleiding geeft tot gegronde klachten. Zij moeten ook begrijpen, dat de werving vlotter en beter zal gaan en de arbeid geregelder verricht worden zal, naarmate zij het dienstver band aantrekkelijker maken. Tot dit begrip nu zijn de werkgevers in 't algemeen gekomen. In de tweede plaats moet de overheid, die den werkgevers dit wapen in handen geeft, toezien, dat misbruik van werkgeverszijde streng worde gekeerd. Nu kan men vaststellen dat, gelijk ik reeds zeide, bij de ondernemers het inzicht algemeen is: reeds ons eigen belang moet ons drijven tot behoorlijke behandeling van de contractkoelies. (Ik verwijs naar de gunstige sterftecijfers). Maar bovendien kan men vaststellen, dat de overheid in de laatste jaren meer dan voorheen actief toezicht uitoefent: de arbeidsinspectie ziet inderdaad zeer nauw lettend toe. Bovendien is ecnige jaren geleden, naai' aanleiding van beraadslagingen in den Volksraad, eene commissie ingesteld (waarin ook een Javaan zitting heeft), welke periodieke verslagen over de werking der poenale sanctie aan de Ind. Kegeering uitbrengt en haar voorstellen kan doen omtrent wenschelijk geachte, wijzigingen in de be palingen van het arbeidscontract. Lieden, die het welen kunnen, verzekeren, uit eigen kennis, dat het eigenaardig instituut bevre digend werkt en dat de toestanden en verhou dingen gunstig zijn; dit getuigen ook zij, die daar aan toevoegen, dat een ver ideaal ook hier in dorichting van meer vrijheid wijst. Lieden, die hot weten kunnen .... maar hoeveion der in Genève vergaderden konden aldus worden aangeduid? BEURSSPIEGEL Donder dag. 5 Juli NIET alleen de Brusselsche beurs werd heden ven-ast door de mededeeiingvanLoewenstein's plots-.'lingen dood. Ook elders stond het koers verloop van kunstzijdewaarden onder den invloed vaii deze onverwachte gebeurtenis. Het record sloeg natuurlijk liet aandeel der Internationaal Holding, dat te Londen in n slag viel van 210 tot 145. Do toestand is nog te onoverzichtelijk om te beoordeelen wat verder de consequenties zullen zijn; hoe liet met de nog niet geconsolideerd:; posities staat weten, zelfs insiders nauwelijks. Men fluistert over in rook vervlogen verwach tingen van den internationalen financier, die aan liet ongeval niet onschuldig zouden zijn. Eind beurs, nadat kunstzijde-aandeelen zich een flinke reductie hadden moeten getroosten, brak weer een aankoop-beweging door. die een deel van het verlies deed inhalen. Van een paniek-stemming, die sommigen voorzagen, is geen sprake geweest. Vrijwel aan alle internationale geldmarkten is de termijn van de halfjaarswisseling vrij zwaar geweest. New-York heeft daarin wol de kroon gespannen. De rente van eall-geld monteerde zelfs tot 10 pCt.. om echter terstond na l Juli tot nor maal peil terug te keeren. ok onze locale geldmarkt toonde teokenen van vernauwing, hetgeen behalve aan de koersen voor particulier disconto en prolongatie, die beide tot 4^ pCt. kwamen, is te demonstreeron aan de jongste weekcijfers van de Nederlandsche Bank. De post beleeningen en voorschotten is n.lopgeloopen met niet minder dan ? '10 millioen. De binnenlandsche discontoportefeuillo daarentegen is slechts met enkele millioeneti gestegen, lint marktdisconto bewaarde dan ook nog oen respec tabelen afstand met de banktarieven, zoodat, gegeven het feit dat de geldbehoefte van korten duur was, de banken de voorkeur gaven aan .4. Loncensteln dagelijks aflosbaro voorschotten. Want reeds dadelijk na den ultimo trad een aanmerkelijke ontspanning in. Het disconto liep hier terug tot zelfs 4 lig pCt, De lichte herstelbeweging over de geheele linie der internationale effectenbeurzen, welke in de voorgaande week reeds was ingetreden, werd in de hier besproken periode aanvankelijk onderbroken. New-York maakte weer een paai' flauwe dagen mee en overal elders stond de stemming onder den invloed van deze zwakke koersen. Het was duidelijk dat de voornaamste ooi-zaak van. die weer terugkoerendo baisse-tendens te zoeken, was in de ontwikkeling van de geldmarkt. Dat de speculant 7,ick bij een daggeldkoers van 10 p('t. niet erg behaaglijk voelt en liever zijn posities liquideert, behoeft nauwelijks te verwonderen, maar opvallend was hot wol dat ondanks doy.e exorbitant hooge rente, die in New-York sedert 1!)2(). midden in do naoorlogs-hausse dus. niet meer geregistreerd, de koersen, niet voel flauwer waren. Inmiddels valt at' te wachten. wat de verdere ontwikkeling zal zijn. Do berichten over don eronomischen toostatid in de V.S. zijn niet bijzonder optimistisch. Maai' voor do automobiel-iitdust rio schijnt l!)2s tcich wol oen reoordjaar te worden. C. K.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl