De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 juli pagina 16

7 juli 1928 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 JULI 1928 No. 2666 Economische oorlogsherinneringen door G. A. Klaasse IS het juist dat groote gebeurte nissen hare schaduwen vooruit werpen, niet minder waar is het dat zij die na zich sleepen. Dat de wereldkrijg, die nagenoeg een tiental jaren geleden tot een einde kwam, nog steeds onmiskenbare en in vele opzichten ernstige naweeën met zich brengt, zal niemand willen bestrijden. Dit geldt niet alleen ten aanzien van politieke aangelegenheden, maar ook met be trekking tot economische en financieele. Ik noemde den wereldkrijg. Dit is wel een der meest frappante ,,groote gebeurtenissen" van den jongsten tijd en , zeer vele andere verschijnselen, eveneens van groote beteekenis, zijn een indirect of direct uitvloeisel van den oorlog. Kijken wij slechts rondom ons en grijpen wij de meest voor de hand liggende feiten. De ten opzichte van het basisjaar 1013 schier over de geheele linie gestegen prijzen zijn al e3n voorbeeld, dat ons het eerst in het O3g springt. Strekt gij uwe reislustige voornemens tot de Belgische of Luxemburgsche Ardennen uit, dan zult gij bemerken dat de hotel- en pensionprijzen als regel nog voor onze begrippen exorbitant laag zijn. Nogsteeds zweeft te dien aanzien bij onze zuidelijke naburen het spook deiinflatie rond. Nog immer hebben de prijzen zich niet aan de stabilisatie koers aangepast. In Frankrijk is eenzelfde verschijnsel zij het minder geprononceerd waartenemen. Heel sprekend zijn daar nog wel de bedra gen der huursommen. Op dat punt vertoonen trouwens vrijwel zonder uitzondering alle landen, die in en na den oorlog aan overmatige biljettenemissie mank gingen, overeenstem ming. De huurprijzen van onroerende goederen hebben zich bij lange na nog niet aangepast grootendeels onder den invloed van de wettelijke bepa lingen op dat stuk. De reiziger, die zijn schreden naar Mussolini's vader land richt, zal al ras bemerken dat ook daar de grooto gebeurtenis de traditie getrouw gebleven is, door het nageslacht nog met haar gevolgen te bezoeken. Die gebeurtenis was voor Italiënl. de stabilisatie van de munt eenige tientallen percenten boven het peil waarop deze geruimen tijd had gefluctueerd. De hotels hebben hun prijzen, die zij op de lagere lire-waarde hadden gebaseerd inmiddels niet ge wijzigd. Met het noodlottige resultaat dat de buitenlander de bevredigingvan zijn kunstzinnige aspiraties duur moet betalen. En zoo zou ik nog meer kunnen opsommen. * * * Het ligt voor de hand dat Duitschland met economische Kriegstr mmern" rijkelijk bedeeld is. Ten eerste maakte het op monetair gebied een zelfde proces door als vele andere deel nemers aan den oorlog, en wel in bij zonder sterke mate; tot een billioenste van de goudwaarde heeft geen andere munt het weten te brengen. En daar enboven is dit land als verliezende partij uit den oorlog getreden. Zoodat thans nog en vele jaren na heden Duitschlands financiën den stempel zullen dragen van den verloren strijd. Veel langer dan in de geallieerde landen, die zich geleidelijk herstellen. En men zal goed doen bij het beoordeelen van Duitschland's economische positie terdege met dezen factor rekening te houden. Men kan den. status van een maatschappij niet beoordeelen wanneer men niet op de hoogte is met allerlei verplichtingen, die veelal niet uit jaarverslag of balans blijken. Evenmin kan men den toestand van een land overzien, wanneer men niet met bijzondere in de historie wortelende goede en kwade kansen rekening houdt. Ik kan in het be knopte kader van dit artikel geen aanspraak maken op volledigheid. Doel is slechts enkele feiten aan te stippen, die, uit oorlog of inflatie of beide gesproten, op de huidige financieel-economische samenstelling van Duitschland hun stempel drukken. * Het moge eenigszins paradoxaal klinken, maar juist omdat de inflatie in Duitschland zoo hevig was, zijn de overblijfselen afgezien van enkele extreme uitzonderingen minder uitgesproken dan b.v. in België, of Italië. Moest in laatstgenoemde landen een aanpassing plaats vinden, in Duitschland was daarvan geen sprake. De verhoudingen waren dermate ont wricht dat slechts een radicale ,,1'rnorientierung" uitkomst kon brengen. En zulk een omwenteling gaat sneller in haar werk dan een geleidelijk aan passen. Daarbij komt dat de stabili satie hier reed.s eenige jaren langer achter den rug ligt dan in Belgiëen Italië. Toch dienen enkele verschijn selen genoemd te worden, die in ? rechtstreeks verband tot de inflatie staan. In de eerste plaats de lage huren. En die huren werken natuurlijk in het geheele prijsstelsel van het land door. De loonen zijn gefundeerd op die huren, en mocht in die laatste wijziging komen, dan zal ongetwijfeld de loonstrijd weer met vernieuwde hevigheid worden opgevat. Een tweede factor staat in verband met de fondsenbeurs. Na de stabilisatie besloten de meeste maatschappijen tot reductie van het aandeelenkapitaal, toen men overging tot het opstellen van de ,,goudbalans". En veelal is toen het mes er diep in gezet. Het feit dat algemeen tot dien maatregel werd overgegaan, maakte de directies stoutmoediger dan soms bij reorgani saties het geval is. Bij de beoordeeling van het koers niveau van Duitsche aandeden zal men daarmede natuurlijk rekeningmoeten houden. Lijkt ons een koers in verhouding tot de vooroorlogsche wat hoog, dan kan daarvoor de ver klaring soms gevonden worden in vorenvermeld verschijnsel. Is op den langen duur de huurkwestie natuurlijk gedoemd te verdwijnen, laatstge noemde factor is een reminiscens van meer blijvende beteekenis. Zoo ook een volgend element: ten gevolge van oorlog en inflatie heeft Duitschland een belangrijk deel van zijn kapitaalrijkdom moeten inboeten, terwijl de kapitaalbehoeften er niet minder om geworden zijn. Dit heeft geleid tot een zeer sterke stijging van den rentevoet. Het behoeft wel geen betoog dat het bedrijfsleven daaronder gebukt gaat. Intrest voor bankeredieten van circa 10 % is in Duitsch land geen zeldzaamheid. Obligatieleeningen kosten 8 a !> per jaar. Ook dit is een residu dat de econo mische verhoudingen nog geruimen tijd zal beïnvloeden. * * Kn last not least de Dawes-lasten. Xog steeds nijn de verplichtingen VOOR TAFELZILVER (HANDWERK) EN IMITATIE ANTIEK ZILVERWERK IN DEN SILVEREN MOLENBEECKER" AMSTERDAM DEN HAAG Kalverotraat 32 Hoogstraat 31 JAEGER Ondergoederen In div, kwaliteiten Zuiver Wol Half Gemengde Firma KRÖNER Nienwendijk 167, Amsterdam Abonneert U op De Groene Amster dammer» Weekblad vóór Nederland BJASP1BOMMB* BOEKBINDER K5ÏKSTRAAT53 AMSTB^DAM jegens de schade-eisehem'e mogend heden niet definitief vastgesteld. Maar dat heeft slechts invloed op den duur der betalingen. De grootte der annu teiten is voor geruimen tijd bepaald. Over d" vraag of Duitsrhland's draag kracht met d<? opgelegde lasten over eenkomt is men het niet eens, en zal men het xvel nooit eens worden. Klke staatsburger vindt toch ook d.'it de fiscus te veel van zijn. krachten vergt. niet waar? Maar onmiskenbaar is het dat de Duitsche nijverheid ( la ;t te torsen heeft, <Uc, ware niet gevoerd, niel zou besta; wij de laatste jaarverslagen van Duitsche ondernemingen op, ons daaHu vrijwel zonder ei n dil le oorlog n. Slaan zondering de verzuchting, dat de drukkende fiscale lasten een groot dee! van d(> winsten opslokken. Hij de beoordeeling van de earning-eapacity dier ondernemingen moet men terdege met dien factor rekening houden. Kn de hooge intrest en de zware belas tingen '/.uilen nog langen tijd een handi cap voor het Duitsche bedrijfsleven vormen, die men niet moet onder schatten. # * * Inderdaad, de schaduwen, van het verleden waren nog rond. Ken oorlog vci'geet nieii niet licht. .Kn al wai-c men geneigd hem te vergeten, da.». /ij 11 er overblijfselen te over die ons; eraan herinneren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl