De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 7 juli pagina 18

7 juli 1928 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN j JULI 1928 No. 2666 Invaliden en boeven door Melis Stoke HELAAS beschikt ons volk niet over zoovele prijzen voor letter.kundige prestaties als b.v. het Fran«che. Ware dit zoo, en ware een speci ale prijs toe te kennen voor het vcrbitterdste en zuurste proza dat aan ?de openbaarheid werd prijsgegeven, dan zou de dezer dagen 500 jaren ?oude Algemeene Rekenkamer ook wederom dit jaar dus voor de vijf honderdste fnaal aanspraak op dien prijs kunnen maken. Het college trekt in zijn jongste verslag weer op de bekende oolijke wijze van leer. liet is de moeite waard op eenige staaltjes te wijzen. Zoo is het ?aan de heeren gebleken dat ambtenaren bij het departement van Koloniën voor zekere werkzaamheden voor commis;siën belooningen genoten hebben die nog gelijk waren aan de reeds voor 1925 genoten bedragen. De Minister heeft op deze opmerking geantwoord dat men nog niet tot eene bezuiniging had kunnen geraken, waarop de Rekenkamer vaststelt: ,,..Dt: Kamer meent uit dit ant woord te kunnen afleiden, dat de tot ?dusver zonder resultaat ingestelde pogingen tot bezuiniging op deze uitgaven, zullen worden voortgezet. . " Of met andere woorden: ,, jullie -schijnen het te vertikken. ..." De Heeren van de Rekenkamer zijn ?ook experts op allerlei gebied. Ook op dat van de luchtvaart, /e schrijven. althans onder een post voor aan.schafi'iag van vliegtuigen: ......de .Kamer heeft in dit ant woord berust omdat zij aannam dat de vliegtuigen, hoewel niet geheel naai' den eisch geleverd, voor het, Indisch leger toch voldoende bruikbaar zouden zijn. ..." Ook op het gebied van de huisvrouw ?zijn ze doorkneed. getuige, naast een reeks opmerkingen over leveranties vanmelk e.d., de volgende ontdekking: ,,. . . .de tarieven voor het wasschen van goederen waren bij de koloniale reserve belangrijk hooger dan bij de landmacht.... de leverancier bere kende voor verschillende artikelen -aan de koloniale reserve zelfs meer dan tweemaal zooveel als voor de land macht. ..." Hier schiet de Rekenkamer in hare ?gewone nauwkeurigheid te kort door te verzuimen te melden of het een hemd of een onderbroek was waarvoor de wasshman ongelijke prijzen berekende; bovendien is het best mogelijk dat het Teel moeilijker is het ondergoed van een koloniaal schoon te wasschen dan dat van een gewonen milicien. Maar het mooiste komt nog. . . . . een opmerking van gelijke strekking werd aan den Minister van Koloniën medegedeeld ten aanzien van de aanschaffing van leve ismiddeleri voor het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronbeek. Deze opmerking liep aanvankelijk alleen over brood en aardappelen. waarvan de prijzen, vergeleken met -die van andere inrichtingen, bij voor beeld de gevangenissen te Arnhem, ioog voorkwamen. . . . " We moeten erkennen dat ons hierbij de lach vergaat, llier wordt de zuurheid van de Rekenkamer afschuwelijk. De oude mannetjes, invalide oudstrijders, die verpleegd worden in Bronbeek.eten tegoed brood en te Uure aardappelen, althans van een qualiteit die beter is dan die welke metischeii in ,,gelijksoortige" inrichtingen te eten krijgen. . . . namelijk. . . . boeven en dieven in gevangenissen. Wie kennis heeft genomen van. de armoede der uiterst zuinig gepensioneerde! oud strijders, de vestigers van ons huidig gezag in Indië, voelt hier een ijzige huivering over zijn rug gaan. De Minster heeft blijkens het verslag eerst nog goedig geantwoord dat de Invaliden klei-aardappelen krijgen, terwijl de gevangenissen zand-aardappelen verstrekken, en daaraan be leefd toegevoegd: "... .met het oog op de bijzondei'e eischen van de voeding der invaliden was het niet wenschelijk in de be staande regelen van aanschaffing ver andering te brengen. . . . " Met eene hardnekkigheid die ver makelijk zou zijn, indien zij niet oen 'zoo tragisch onderwerp gold als de voeding met aardappelen van inva liden die hun jeugd en gezondheid aan het Vaderland geofferd hebben, gaat de Rekenkamer echter voort: , De Kamer achtte de zaak hiermede^ niet afgedaan. Vit een door haar ingesteld onderzoek was namelijk gebleken dat verschillende levens middelen voor het Invaüdenhuis vrij veel duurder waren da.n voor het ge meenteziekenhuis te Arnhem...." Na de gevangenissen dus de zieken huizen. De Minister wat moet men een engelengeduld voor die betrekking hebben!--- deelde hierop koeltjes be leefd mede .?dat geen aanleiding was ge-vonden in ele wijze van aanschaffing van levensiiiiildeleiii verande-ring tebrengen. . . .", e-n me-ldde mete-eu dat, ele- Invaliden, emel-strijele-rs van Atjeh. ge-voeel worden ve>or e-e-n be-eli-ag van lib' e-ent por dag e:n per hoofel. lle!t elankbaar Vaderland wee-t het nu meteen: ele arme elrommels elie zie-k en ki-om zijn van ele; Indische campagne;-jaren ve-rbrasse-n zes-enzestig centen per man en per heieifel op staatskeiste.-n En het lijkt bijna belachelijk te bedenken elat ie:manel de volgende, woorden van den Minister niet zem onderschrijven, waar hij besluit: ,,.... naar ele meening van elen commandant van Bronbeok hadden de: invaliden er recht e>p dat dit bedrag oe>k voor de ve>eeling werd besteed e-n ging het niet aan, ele qualite-it ele-r levensmiddelen te drukken. ..." Niet alze>o des Rekenkamer elie blijk baar, in haar plichtsgctrouwheiel. elen ouden Jan Fuselier nog zijn pruim of zijn pijp tabak zou willen emttu-me-n (roe)keii ze se>ms in ele; gevange-nisse-ri. . eif pruimen ze in ele ziekenhuizen. . ) In plaats van nu e-ens harte-lijke-ngul te bekennen elat ele- ouwe ke-re-ls eliezooveel heibben gedaan en ze>ei we-inig beleieming kregen teich we-1 voor (iO cent pe-r dag mogen e-ten e-ii drinken, schrijft ele- Algi-mee-iie- Rekenkamer neig we!ore:cnske>ppig, in haar be-ke-nele-n innig-me-iise'he-lijken trant : hoe-wel ele- Kamer e-r neig nie-t ge-he:e-l van ove.rtuigel is dat het noeidzake-lijk zeiu zijn ele! be-staanele- wijze van aanschaffen van levensmielele-le-n eip dein grondslag van e-en in elen duursten tijd ( HI21 ) vastgestelde' neirm ad ? O.u'li per heieifel e-n per dag te handhave-n. lu-eft zij geine-enel de geGeschiedenis des Vaderlands EEN EN TWINTIGSTE ZANG WATER EN VUUR Dus d'lnquisitie bleef. Gewijzigd werd de straf: 't Verbranden van de ketters schafte Philips af. Opdat de martlaarskre>e>n hun niet op 't hoofd zou blinken, Moest men ze voortaan stiekum in een kuip verdrinken. Zoo kreeg de zaak een stil. ordentelijk verloop. 't Systeem had alles voor. 't Was veilig en goedkoop. Men kon. door hoofd en knieën aan elkaar te binden, In elke regenton voldoende ruimte vinden. Zoo was, beveiligd tegen hinder en gevaar, Het godgevallig werk in vijf minuten klaar. (Jevaar. Het was den koning naamlijk niet verzwegen, Dat Roomsch en Protestant een afschuw had gekregen Van 't schriklijk Spel op straat, die leidde tot geweld. Een zeer bekend geval zij hier in 't kort vermeld. (iranvelle, toen aan 't roer, besloot, in naam des Heeren, liet volk van Valc.ncyn op vuurwerk te trakteeren. Twee dominees, Alattart, als prediker befaamd, En d'ander, even populair, Fareau genaamd. Verwachtten 't vreeslijk lot. Het hout begint te branden. . . . Nu roept Faveau, en wringt zijn vastgesnoerde handen: -,O goedertieren God en Vader, sta mij bij !" Een oud en schamel wijf. in d'allervoorste rij. Trekt plotseling de klomp, en slingert zonder spreken Het holsbleik ver in 't vuur een afgesproken teeken. Daar stormt bet ziedend volk in emsete-mde kracht Xaar den onthutsten beul. zijn rakkers en de wacht. "liet jaagt de bent. uiteen met laaie takkeiibosse-n. Kil slaagt er in de beide herders te verlossen. De stad herdacht nog lans de veiiie van die twee. En noemde dezen dag .,1e Jour des mal-brulés." Van toen. - 'k verzoek u hier uw aandacht aan te schenken Dateert de hedendaagsehe rage van 't ..herdenken." Faveau men staat verstomd van zooveel heldenmoed Hervatte kalm zijn Werk. Ken tijdje ging het goed. Maar eindlijk viel lii.j weer den barren beul in banden. Kn toeli gehikte 't best, hem levend te verbranden. Aldus meldt een kroniek het einde van Fa.veau: ..CV'/ /lottitiic. i't/tlri//>i>i'. f/il bnili: liicii et lictra." Keu voorbeeld noem ik nog. Meer wild' ik niet. i il kon ik. Ken Ant we-rpse-h kloosterling, een Karmelieter monnik. FnbriciiiH genaamd, had I.utlier's leer omhelsd. Kil preekt' als renegaat. Die zijn gewoonlijk 't felst. Hij werd door Lmir/c (Iricl. een van zijn kameraden. Die, t bloedgeld beuren wou. aan Tllrhiuni Verraden, Aan Petrus Titeimaii. berucht Inquisiteur. En geen kwartier d'iarna. stemel Piet er aan /.ijii deur. Piet was de schrik va.n 't volk. de glorie van den koning; Hij sleepte jong en oud wreeda.sirdig V.it bun woning. Kn hij. wien 't noodlot trol' van op zijn lijst te staan. Werd o]i de batik gesmakt, en kreeg de schroeven aan. Schier eiken dag verscheen de speurder ten palei/.e. Met lange documenten bij zich. ten bewijze Hoe ijvrig Pierke was. Zelfs Greta uruwd' ervan, En sidderde van angst, op 't zien van Titelman. Maar Philips, onderricht van Pieter's heldendaden. Placht dezen dienaar met zijn lof te overladen, Hij schreef hem dankbaar, hoe verdienstelijk hij hem vond .... Fabrieius begreep, wat hem te wachten stond. De schroef werd aangedraaid, de pin werd ingedreven. Om hem te dringen andre namen op te geven. Vergeefs. Hij zegt ze niet, en krijgt zijn kruis alleen. Psalmzingend staan zijn makkers om den mutsaard heen. De ketter knielt en bidt. Dat wordt den beul te machtig: Hij sleurt hem van den grond, en sjort hem ruw en krachtig Met riemen aan den paal. Een kreet doorklieft de lucht, Ken hagelbui van steene.n treft den beul, die vlucht. Het volk ijlt naar den paal. om 't offer los te snijden. Het is te laat. Fabrieius is uit zijn lijden : De beul had met zijn bijl den doodslag toegebracht. Zoodat men zeggen kan: de kuip was goed bedacht. ('IiARlVAIUlT.S dfichteüiwisse-ling eiver elit onelei'werp 1[~i<:» ainbleniitirxblocd ilour de a« iiie-t te moeten voortze-tte-n ....'' l" 7,ie-t he-t . , . . iu plant s vanhartelijk te e-rke-nneii elat liet Vaele-rlanel neig we-11 il i e-e'iit ]ier t lag \'oor ele eindjes ma.g over he-blie-n. loopt ele .Mgeme-e-neUekeukame-r y.\iur e-u hoe>ghiirtig uit de- eliscussie'. 't Is om je- eloiiel te schamen, e-n te zingen : ii'ii'iin liurl Vij i/ut'» f/aliiclilf ijl oei t ilini ttiit<n/en~i/f<'rij. . . . enz. enz. Ik schei er mee uit.... Om niet mbeleel'd te worden. . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl