De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 14 juli pagina 11

14 juli 1928 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 2667 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JULI 1928 ir SCHILDERKUNSTKRONIEK Tentoonstelling Olympische spelen in Arti Martin Monnickendam, Salom Tentoonstelling Olympische Spelen in Arti C. J. Maks, Gitanedans Arend Hendriks, Vuurslag, Den Haag Er schijnt langzamerhand een groep te ontstaan van. wat ik zou willen noemen het gespannen geduld. Ge weet, dat ik een onderscheid maak tusschen de toewijding en dat geduld. De toewijding is in 't kort gezegd, de liefde die vindt, die dus als eind loon de schoonheid zich verwerft; het geduld is daarvan de mindere; het is onophoudelijk, nauw keurig, maar onderscheidt dikwijls niet genoeg; en 't kan in zijn voortdurende zorg om den vorm, vorm na vorm, vormpje na vormpje alleen zien, los van het groote geheel, buiten het groote geheel om; het geduld vergeet, dat de deelen zooals dat heet ten eerste functies moeten zijn, afgeleid van het geheel, dat een schilderij moet zijn, en ook wanneer het om een figuur gaat op zulk schilderij, dat de details nooit los naast malkaar mogen liggen, of los naast malkaar mogen staan, dat het heele lichaam het eerste is, en dat de details in zekere orde daarvan moeten afhangen. Het geduld is de toewijding zonder de bindende kracht. Een geduld vol intensiteit is wat ge vindt in het werk van Hendriks. Het is een hard geduld, en we kenden een verwant geduld in het werk van den jongen Brem mer. Het werk, dat ontstaat, heeft geen bevrijding gekend; de uiting maakte het niet vrij van den maker; ge ziet deze lieden zitten ? uur na uur, verloren in het werk, en verloren door de details. Ik bedoel hier mee niet, dat zulk doen verwerpelijk is. Er is een totaliteit in dat geduld en als zoodanig is het te waardeeren. Maar op nieuw: alleen het geduld won nooit de schoonheid. En omdat wij daar altijd op uit zijn en haar zoeken (welke maanden lange wandelingen hebhen wij er niet voor begonnen en langzaam gemaakt !) daarom zoeken we hier naar iets dat meer is dan respectabel, dan het geduld; we zoeken de vlam van het gevoel, die 't geduld maakt tot toewijding. De toewijding vereenigt zich met het beschouwde; het geduld alleen doet dat niet, het beschouwde blijft staan buiten den t;<;kenaar. Hij hanteert het eindloos, maar het wordt geen bloed van zijn, des tekenaars, bloed; hij bespringt het nooit, en bezit het nooit; geduld is de werkman; toewijding is van de i kunstenaar. . . . Hendriks is nog een geduldige bovenal, een werkman met een hard geduld. Wat hij dan ook tot nu toe schilderde, kan hier buiten bespreking blijven; het heeft noch bekoring, noch heeft het persoonlijken vorm in persoonlijke kleur. Het is een begin, zijn schilderen, dat geen einde nog zuiver voorspelt. In vele van de teekeningen vindt ge eveneens niets dan het al vermelde harde geduld. Hoewel sommige wat meer open en grooter ge houden zijn dan de andere, vindt ge bij Hendriks, wat ik bij Bremmer junior vond: een ongebonden hoop détails, en een geloof, dat de waarheid bij voorkeur in het leelijke is. Ge zoekt bij zulken van zelf naar sporen van gevoel, dat is van een leven, dat weer leven uitzendt. Dan is er hoop. Bij den jongen Bremmer was dat in een houtsnee, bij Tentoonstelling Olympische Spelen in Arti Ferd. G. W. Oldewelt, Naakt Hendriks is dat, in een ietwat Teixeira-achtig teekeningetje van een kanaal; in een duingezicht met radiopalen, in een vrouwengezicht, in den ingespannen schilderenden Bremmer J r. en wat van vrijheid is er in de studies voor een muurschil dering etc Er is dus kans, dat het geduld toewijding kan worden }.£& en tegelijk zou hij zichzelf gestreeld voelen door deze uitdrukking, en needrig-hoogmoedig denken r van welke uitmuntende ,,sta.nding" ben ik, om dat zoo te kunnen zeggen ! Hij is een der vele lieden, die het maatschappelijke verwarren met. het menschelijke en dat maatschappelijke daar boven stellen. Maar om het juist en eenvoudigerte zeggen: deze schilderes en borduurster is inder daad een onverwoestbare vrouw. Zij is toch alles; behalve jong in jaren, en haar leven was niet zonder moeiten van allerlei soort, en niet zonder een groote droefenis, want zij verloor een begaafden zoon (en haar trots was in dien zoon) toen hij nog jongwas, en god-weet tot welke dingen later in staat ! Maar dit moederschap werd niet werkeloos. na dat verlies; integendeel, de heugenis. van dat sterven zette haar aan 't werk,. en het groote borduursel van deze tentoon stelling met de figuren vanKaveldoNeive.. een werk niet alleen van toewijding, maai ? ook van langen duur, van inhoud naast gegevens, bewees waartoe een gelijkgeaard moederwelen in staat is. Dit groote bor duursel vertoont een vrijheid, die het char-meerende is van een handwerk: het is niet stipt regelmatig, maar het is in evenwicht, toch als geheel (zóó zijn dat ook de Perzische tapijten !) het is fijn en sterk van kleur,, en de naa-ister hield de omlijning der figuren levendig. En zeldzaam bij zeldzaams, op de tentoonstelling werd het werk verkocht.. Naast dit werk, dat een werk is van moeder en zoon dus, zijn bij d'Audretsch een aantal geborduurde landschappen t;:zien, die in den laatsteri tijd zijn gemaakt,. We zullen ons zelf het genoegen gunnen te zeggen, dat er onder deze borduursels (en dat is onze getrouwe meening!) een aan tal landschappen zijn, die bizonder belang rijke eigenschappen op sierlijke wijs vertoonen. Twee der voornaamste eigenschap pen willen wij dan noemen, en do eene is dat het licht,, een licht vol leven, de'heele voorstelling vult; dat de voorwerpen, de boomen, alles, in dat licht, dat om hullend licht staan ! De tweede eigenschap, die be wijst hoe levend deze al bejaarde vrouw nog is, is. deze. dat de grond, bij vele schilderijen een doodeof slechts dunne korst, bij Mevrouw de Nerée's werk een beweging heeft, zooals ile huid dat heeft van een levend mensch. A. I'LASS» H A K K T II MUZIEKHANDEL PIANO'S A" 1835 D Achter St.Pieter 4 H. RAHR VLEUGELS H Tel. 443 UTRECHT Mevrouw de Xerée tot liahberieli d'Audretsch. J)«'ii llau££ '".l Een vroegere kennis van mij, en die. niet-aris tocratisch, toch a,lle moeite doet. en deed. om zich als zoodanig te gebaren, zou van -Mevrouw^ de Xerée zeggen: zij is een onverwoestbare ..dame" Nederlandsche Munt Holland'* beste 10 cents sigaar i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl