De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 14 juli pagina 13

14 juli 1928 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

, 2667 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JULI 1928 Nieuwe uitgaven IN DE PREANGER Fransche boeken Coletfe, La Fin de Chéri, roman. Parijs, Flammarion, f r. 7.50. nmaal door een groote liefde ge grepen, is Ohéii voor heel zijn leven van die liefde afhankelijk. En de ge liefde, uit het vroegere boek Chéri ons bekend, is nu zestig, terwijl Chéri zelf dertig jaar jonger is. Aan een ver houding dio vroeger mogelijk was, heeft de natuur een eind gemaakt. 14 Ze zien elkaar tenig, na vier, vijf .jaren. Léa is getroost, gekalmeerd, ze ?doet zich link en praktisch voor, ?denkt niet langer aan liefde of.. . ? denkt eraan niet een algeheele wan-hoop. Hij zoekt vergeefs naar de vroegere Léa, de hartstochtelijke, de ?onweerstaanbare; en ook hij is rustigwanhopig. Zijn jonge, mooie vrouw kan hem .niet redden. Met haar onschuldige pedanterie stoot ze hem af. Haar benige.natuur irriteert hem; zijn lui.heid ontmoedigt haar. Eu hun om.geving? Ruwe oude vrouwen die zich rijk speculeeren; vrienden" in het ?danshuizenvak. En zijn werk? Niet Jioodig, hij is rijk. En zijn talenten, idealen? Afwezig. Heeft hij dan geen veerkracht? Geen hoegenaamd; trou wens zijn gezondheid laat te wenschen. Het is niet tegen te spreken, deze ?C'héri schijnt soms een mispunt, er is .geen ander woord voor. Maar die gansche chaotische na-oorlogsche we reld van geld- en lintjesjagers (Chéri's vrouw is van decoraties niet afkeerig), van ijdeltuiten on leegloopers is even min sympathiek. Chóri heeft althans nog een vasjg besef dat het boter ware nederig en eenvoudig te zijn en zich belangeloos aan iets te geven; jnaar hij weet niet waaraan. Hij ten minste is tot een groote liefde in staat, maar het is een onmogelijke liefde. Hij wordt baloorig, hij hangt maar wat rond. Hij laat zich urenlang de jeugdgeschiedenis van Léa vertellen, ?door een oud geworden slet die haar vroeger gekend heeft. En een kleine <iruk op een keurig zakpistooltje brengt hem de verlossing van dit -alles. Het is heel natuurlijk. Vreemd genoeg is het ook heel ont roerend., en niet alleen in enkele tooneelen, neen, als geheel. Dat enkele bepaalde tooneelen ons aandoen, zooals het weerzien, wordt volkomen begrijpelijk als men op de groote dramatische kracht, op de bijna weergaloos-f ijne psychologie let, /die hier zijn aangewend. Dat wij do aandoening gevoelen die iedere innige en volgehouden aan raking met de werkelijkheid ons geeft, as niet minder gereedelijk te verklaren. Immers, er is op vele plaatsen in dit boek een even sterke als eindeloos ver fijnde en vertakte zintuigelijkheid, die ons de beschreven wereld doet tasten en ruiken; bovendien is wel licht geen doeltreffender beschrijvings:instrument denkbaar dan de taal van -.mevrouw Colette. Deze taal is niet ..alleen altijd welluidend, correct en. .sober zonder droogheid ze is ook ten uiterste, laat ik zeggen: nauw sluitend. De werkelijkheid die ze omJmlt, ziet men er doorheen. Maar ook het geheel, ja het geheel vooral, is ontroerend en hoe dat zoo komt, is niet aanstonds te zeggen, oiu.dat de beschreven wereld zoo on belangrijk, en deze menschen zoo klein zijn. Toch vindt men wellicht een begin van verklaring in de vol.gende, eenvoudige overwegingen: dat .», klein" en onbelangrijk" betrekke lijke begrippen zijn; dat grooteren", sterkeren, het noodlot waardoor Chéri gegrepen was, misschien overwonnen zouden hebben, ja, maar op hun beurt bezwijken zouden voor eer» noodlot naar hun maat, en dat bij ge lijke bewustheid het lijden gelijk is. In andere omstandigheden, ten prooi aan andere machten, kunnen de ster ken niettemin tot Chéri's verworden, lijden en sterven als hij. Het is geen redeneering die ons deze meer algeineene geldigheid van Chéri's geval doet inzien; het is het schrijf vermogen van Colette. En mijn overwegingen komen maar achteraf, ter verklaring. JOHANNES TIELROOY Vertaalde romans Claude Anet. De ondergang eener wereld. Vert. uit het Fr. door Fenna de Meyier. Am sterdam 1928. Mij. v. goede en qoe-tk. lectuur. Deze roman wekte in mij een her innering aan mijn kinderjaren. Ik heb eens in de klas ge/eten bij een onder wijzer, die allemachtig mooi vertellen kon over de vaderlandsche geschie denis. Het was een oude man en hij had niet al te veel orde in de klas, maar als hij vertelde over Karel den Groote of Floris den Vijfde, dan waren alle kinderen stil. Het klopte wel niet allemaal met de historie, wat hij ver telde, maar daar geeft een kind zich al heel weinig rekenschap van. Dit boek wekt den indruk, dat de schrijver ook zoo'n brave ouwe school meester is. Hij vertelt van de oermenschen uit den rendiertijd veel ontleende hij aan de grot-teekeningen van Les Eyzies, waarvan een groot aantal reproducties tusschen den tekst zijn opgenomen en waar de praehistorische gegevens hem in den steek laten, fantaseert hij genoegl k verder, ; tot hij een heel dikken roman bij el kaar heeft. Helaas, het boek is niet voor kinderen bestemd. Het had zoo aar dig kunnen worden. De mammoeten grazen hier zoo blij en tevreden als de lammetjes in de weide, en als je de beschrijvingen leest van de ritueele oermensch-feesten, is het net of je naar het dansen van de A.J.C.-ers zit te kijken. Maar er komt een heele boel in het verhaal voor over liefde, en het is dus blijkbaar ..lectuur voor vol wassenen". De oermenschen vrijen en trouwen, tout comme chez nous, en de schrijver had maar een klein stapje verder h >even te gaan, en hij had twee oermenschen in een coupéetje naar het stadhuis kunnen laten rijden. Op de manier van mijn ouden meester, die vertelde, dat de paus bij Karel den Groote aan den bel trok, om hem te vragen of hij hem helpen wou tegen de roovers, die hem op straat hadden aangevallen. En toen liet Karel de Groote den roovers den kop afhakken en uit dankbaarheid kroonde de paus hem tot keizer. Het boek is mij te zoetelijk, te wee, te sentimenteel. Eén bonbon, als hij goed is, is lekker, twee ook, maar eet er eens een kilo op.... Drinkllederen Hoog het glas .'" Zangen, tilt Noord en 7,uid. Hijeeitgebrdcht en ingeleid door (jwittwj van Elring. Verlucht met repro ducties naar schilderijen ran Oud-Hollandsche en Vlaamsche meestem. Den Jfaag z.j. Hoek en Periodiek". Albert Verwey heeft al eens opge merkt, dat de heer Heyting (die zooTekst en teekening door J. G. Sinia Een Engelsch schrijfster Miss E. R. Seidmorc heeit eens Java the garden of the East" genoemd en men zou voor dit vruchtbare en schoone land. dat zich baadt in een/>limtenweelde, waarvan de oreru-eldi/jende pracht moeilijk te beschrijven is, wel geen beier epitheton heliben kunnen, bedenken. Een mooi gedeelte van dezen ,,tuin" krijgt men te. zien, wanneer men lier spoor door de Preanijer reist en de baan. die zich in ontelbare bochten slingert en 'ivringt als het ware door het gebergte, steeds weer nieuwe en verrassende uitzichten opent over het verrukkelijke land met zijn blinkende, sawa h's, zijn groene bergen en bosschen, zijn bruiscliende rivieren en diepe ravijnen. li'iu eens deze reis gemaakt heeft, vergeet deze. niet licht meel. als men weet, ook schrijft onder het pseudoniem Gustaaf van Kiring) er van houdt, dikke boeken samen te stellen 1). De voorliefde van den heer Heylirig voor het dikke boek blijkt opnieuw uit deze verzameling. Wat het eigenlijk precies voor een ver zamel ng is, dat laat zich niet zoo gemakkelijk zeggen. Het zijn voorna melijk drinkliederen, maar lang niet allemaal, en dat de bloemlezer bij y.ijn. keuze nog al wi d om zich heen ge grepen heeft, blijkt wel hieruit, dat men er zoowel een fragment uit Gorter's Mei als het liedje van ,,Dat gaat naar Den Bosch toe, zoete lieve Gerritje" uit opdiepen kan. Het boek geeft meer vandieeenigszins wonderlijk aandoende contrasten. Zoo kan men ,.Hemelsche vreugde" van zuster Bertken plaatsen naast het lied op de Nieuwe haring, van Spandaw. Op blz. 33 worden we verrast door enkele regels uit Vondel's Koskam; de be kende vergelijking, die eindigt met den regel: En 't werkt als nieuwe wijn. die tot de spon uitbarst. Hoog het glas !" Ik ben er vlak voor, maar ik begrijp niet goed, wat die fragmenten van Gorter en Vondel er mee te maken hebben. Tenzij de heer Heyting een verzameling gedichten hooft willen uitgeven, waar de woorden wijn en bier in voorkomen. Wat nu het hoofdbestanddeel van het werk aangaat, de drinkliederen en de zangen ter verheerlijking van den wijn, dïiar is menig aardig liedje bij. Het is ook zeker een verdienste van d"n verzamelaar, dat hij vele liederen. van vergeten of nagenoeg onbekende, dichters heeft opgespoord. Er is ook een hoop waardelooze rhetoiïek bij, maar het is mogelijk, dat de heer Heyting zich bij zijn keuze niet uit sluitend op aesthetische gronden heeft gebaseerd. Wat er van hém-zelf in staat, in 't bijzonder hot ..gedicht" Xomer-avond, behoort niet tot het beste van den bundel. HERMAX MIDI)KXDOKI' ') Naar aanleiding van lfcyli»i/'n bloeinlczin;/ ..Het boek der noiiitelten" (Proza V. bh. '20). BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA" SPANJAARD&C2/ FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl