De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 14 juli pagina 2

14 juli 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JULI 1928 No. 2667 Amerikaansche Presidentsverkiezing door Dr. Hendrik Willem van Loon Smlth-Odoacer. A. D. 92S?A. D. 476 IS het niet een verhaaltje van Multatuli? Dat geschiedenis j e van den professor, die over den karper of over den snoek stond te oreeren toen, tot zijn grooten schrik, dat lieve dier plotseling de college-zaal binnen kwam zwemmen en den studenten, in plaats van een verhaaltje over het brave beest aan te moeten hooren, plotseling de gelegenheid gegeven werd om het schepsel in hoogsteigen formaat en gedaante voor zich te zien en te kunnen bestudeeren ? "Welnu, zooiets bestaat er op geschiedkundig ge bied. De historische wereld schrijft kamers vol boekeu over de middeneeuwen, over middeneeuw sche toestanden, wantoestanden, gebruiken, mis bruiken, middeneeuwsche dit en middeneeuwsche dat. Deze wijsheid wordt verzameld uit vele dikke volumina. Zij wordt gedistilleerd uit eindelooze folianten. Wanneer de heeren in hunne bibliothe ken aan het werk zijn, dan vliegt het stof er, gelijk de modder bij de Zuiderzee-werken. En ondertusschen leven de middeneeuwen en bestaan de middeneeuwen en zijn in volle fleur onder de be brilde neuzen van dezelfde heeren. die deze rare ontwikkelingsperiode van het menschelijk ras met eindeloos veel moeite (en heel weinig sukses) uit verbleekte stukken perkament trachten te doen herleven en die zeggen dat alles is al zoo lang dood, dat men slechts door de diepste studiën er ook maar iets van kan hopen te begrijpen". Want de Vereenigde Staten van Amerika, die op industrieel gebied alle andere landen mijlen en mijlen vóór zijn, ziet. die befaamde Vereenigde Staten leven n,og, wat hun politiek wezen aangaat, in een staat van ontwikkeling welken men het best vergelijken kan met den chaos die heerschte in het Europa van de vijfde eeuw. * * * Er is daar aan den anderen kant van den Oceaan een ontzaggelijk groot stuk land dat nog steeds bijna onbewoond is. Er zijn daar onmetelijke rijk dommen. Wat er aan oorspronkelijke bevolking leefde, was te slap en te onverschillig om eenigen tegenstand te kunnen of te willen bieden en werd eenvoudig weggevaagd, zooals onze voorvaderen in. Europa de voorhistorische inboorlingen, die zij in de bosschen en bergen van Europa vonden, heb ben weggevaagd. En toen dat gedaan was, zoo om en bij het jaar 1700, begon de tweede Groote Volks verhuizing, waarvan ik nog steeds niets in de ge schiedenisboeken vinden kon, maar die van veel grooter belang was voor de verdere ontwikkeling van de wereld-historie dan die eerste Volksver huizing, die onze arme knaapjes uit hun hoofd moe ten leeren, opdat zij weten dat Gothen en Vandalen en Allemanen en Boergondiërs en Franken en Saksers groote helden waren en eindelijk het Romeinsche Rijk deden vallen". Dat dat Rijk nooit gevallen is, in de letterlijke beteekenis van het woord, zooals bijvoorbeeld het Rijk der Inca's gevallen is of de Republiek van Novgorod, is iets wat men den kinderen meestal niet duidelijk maakt. En dat zou juist zoo gemakke lijk zijn, want het Romeinsche Rijk is op precies dezelfde manier ten onder gegaan, zooals de Ameri kanen, die ook nog wel eens aan iets anders denken dan geld verdienen, (en die zijner, geliefde Lezer, meer dan ge denken zoudt uit de verhalen van uwe teruggekeerde zaken vrienden) vreezen dat hun eigen rijk ook te gronde zal gaan. Dat is te zeggen, het westersche gedeelte van het Romeinsche rijk is ten lange leste bezweken aan een langzame in filtratie" (ik hoop dat de meneer op de achter pagina mij dit Amerikanisme vergeeft, maar hoe kan men dat op zijn Hollandsch zeggen?) van vele vreemde volksstammen, die zoo vreemd" waren dat zelfs de Romeinsche staat met al zijne hulpbronnen en zijne wetten en zijne wegen en zijn streng Recht, hen niet kon verwerken, er eindelijk onpasselijk van werd en er ten slotte aan bezweek. En dat eigenaardige proces, dat in het Europa ran vijftien eeuwen geleden zoo moeilijk te volgen is, ziet, dat heeft men in Amerika dagelijks onder de oogen en men kan het in Holland bestudeeren door een paar keer in de week een krant te koopen en de berichten omtrent de Amerikaansche ver kiezingen met eenige belangstelling te volgen. ^ Want ziet wat er gebeurd is. In het jaar 470 van onze voortreffelijke tijdreke ning werd Romulus Augustulus. de laatste keizer van het West-Romeinsche rijk, van den troon gestooten en opgevolgd als heerscher" van Itali door een barbaar, die Odoacer heette en ergens uit de buurt van den Donau kwam. uit die gezegende kontrijen waar men nog steeds met een revolver in den zak op thee-visite gaat. Die Odoacer behoorde tot de vreemde elementen, die sedert eenige honderden jaren getracht hadden zich in het warme Romeinsche nest te zetelen, precies op dezelfde wijze als gedurende de laatste drie eeuwen de onterfden van het oude vasteland getracht hebben zich in het warme Amerikaansche nest neer te laten. Wat de burgers van Rome gezegd hebben, toen zij hoorden dat hun laatste keizertje uit zijn paleisje verdreven was en daar nu een soortement bandiet troonde, die met zijn vingers at, die vuile lange haren had, die een raren godsdienst beleed, die, om het kind nu maar eens bij den naam te noemen, een ras-proleet uit den Balkan was, dat weten wij helaas niet. Maar wij weten wél, wat de Amerikanen van den ouden stempel zeggen wanneer een Xapolitaansche dranksmokkelaar met politieke ambities tracht gouverneur van Xoord-Carolina te worden. wanneer een Griek met veertien ..populossen" in en achter zijn naam, een vent die twintig jaar ge leden in Hoboken begonnen is met een karretje met fruit, nu probeert wethouder van Xew-York te worden. En binnenkort zullen wij ook weten wat dezelfde Amerikanen van den ouden stempel zullen doen wanneer een opkomeling uit een lersche achterbuurt de handen uitstrekt naar die gou den piano die zoo heel leelijk staat in het overigens fraai gestoffeerde huis dat sedert de Engelschen in het jaar 1814 er den brand in staken, telken jare weer niet een dikke laag- witte veil' bedekt wordt. Maar men begrijpe mij niet verkeerd. Dat woord achterbuurt" heeft met de zaak niets te maken. We komen in Amerika allemaal uit een achter buurt of, als we er al niet vandaan komen, hebben we er wel eens een tijdje gewoond. Maar om het lersch" gaat het. Want Al Smith is lersch in dezelfde beteekenis van het woord als Odoacer Hugisch" was. Hij is een vreemdeling". Hij is. of zijn ouders waren indringers". Hij behoort tot het ras der stok-katholieke leren en dat staat veel verder verwijderd van do mentaliteit der werkelijke Amerikanen dan bijvoorbeeld een ouderling van een Afgescheiden Kerk van de wijsbegeerte van Hpinoza. En het feit alleen, dat hij het waagt zijn oogen te vestigen op den presidentszetel is genoeg om al diegenen die nog oud-Amerikaansch" (lees ,.oudRomeinsch") gevoelen, te doen beven van angst dat het einde van de Republiek (lees van het Rijk") thans nabij is. Niet omdat men tegen Al zelf, die een braaf man is en heel niet onverstandig, eenig bezwaar heeft. Maar hij is een barbaar, een immi grant. Hij behoort niet tot de Angelsaksische-IIollandsche-Schotsche elementen die met hun vrou wen en hun Bijbels het eerst den barren Oceaan over durfden trekken en die de wildernis bewoon baar maakten voor de Kinderen Zions en helaas later ook voor a.ndere volkeren, welke men meestal beschreef in weinig vleiende termen, ontleend aan de Openbaringen van Johannes. Tot die laatste volksstammen, behoort de tegenwoordige Gouver neur van den Staat New-York. Zijn voorvaderen groeven de tunnels en poetsten de schoenen en werkten in de mijnon en, a!s ze het heel ver braehten.werden zij politie-agent of lid van den gemeente raad, twee baantjes waarvoor de volbloed Ameri kaan steeds een diepe verachting gevoeld heeft, met het resultaat dat hij op hot punt van koddebeiers en raadsleden nog slechter bediend wordt dan zijn buren in Europa. En toch heeft men hom, een barbaar, tot kandi daat van de Demokratische Partij moeten kiezen, omdat er in het heele zuiden (en de Demokratische Gouver-neur Al Sniüh en zijn vrome. partij is de partij van het zuiden eri van de leren in het Oosten) geen enkel man meer te vinden was die genoeg bekwaamheden had om een dergelijke eer waardig te zijn. Dat was trouriü, maai- nadat de zuidelijke staten in het jaar l 8li l verdemokra,tiseerd" werden, kwam m- vau hun beschaving niet veel meer terecht en zoo moesten die t rot sche . \ngelsaksers wel hun toevlucht nemen tot een Katholiek. die verder nog aan het euvel ]p<-d dut hij van lersclie afkomst was. * * * ^\ at er in Rome in het jaar <lc^ Heeren 17(i ge beurde, dreigt dat thans zich in het Amerika van het jaar des Ueeren 1928 te herhalen r1 Ik geloof het niet. De tijd is nog niet heelemaal rijp voor een twee den Odoacer en Coolidge zal niet als een andere Romulus Augustulus in de wereldgeschiedenis be kend raken. Sedert jaren trekt liet oer-.\merikaansche deel van de bevolking der groote Republiek zich niets meer aan van de verkiezingen. Men gevoelde zich een vreemdeling in eigen huis. Men was steeds om ringd door Barbaren.men werd van de kleine steen. tjes geduwd door Jang-bejasto kerels met zwarte ? krullen, die een onverstaanbaar jargon spraken men werd uit zijn restaurant gedreven door la waaierige kerels met dik-bejuweelde vrouwmonschen en ondragelijke knoflook-ureuren. men werd. uit zijn eigen buurt gepost dom- ecu. invasie van ongure knapen die na lang ondor/.ock uit ecu y.ij-dal van de Maritsa afkomstig bleken te zijn. .Men ver droeg dat alles met geduld. Die vreemde indringers zouden wel Amerikaan worden, als; men '/.f maai een kansje gaf om de zegeningen van hel nieuwe vaderland ook werkelijk te begrijpen.. En nu hebben die ..indringers" niet alleen ge weigerd om van die zegeningen iets hoegenaamd. dan ook aan te nemen (behalve do, goed-gespekte beurs) maar zij dreigen zelfs iemand uit hun eigen midden tot de hoogste waardigheid in het gomoonebest te verheffen. Tegen dit dubbele spook, het spook vau Kelt en het spook van Rome. zal alles wat ,,oud-Amerikaansch" (loos ..mid-Romeinsoh"; voelt, zich mobiliseeren. Dit is het begin. van. den strijd tussehen hol Oude Rijk en de Barbaren van het Oosten. Voorloopig is de finantieele en sociale macht vau de oude in gezetenen nog te groot dan dat de Vandalen on Boergondiërs en Gothen er iets togen zullen kunnen doen. Maar zij zullen oen eersten stormloop wagon. Voor liefhebbers van de Middeneeuwsche historie. is het een interessante tijd ! Maar nog moor voor studenten van de psychologische fakultoit. Want die zullen kunnen uitmaken in hoeverre wij moderne menschon beheerscht worden door dopraktische overwegingen van het jaar 192S. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. n M *M DEN HAAG »* <*> *» AMSTERDAM - ARNHEM Verz. van Tentoonstellinggoederen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl