Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 JULI 1928
AANTEEKENINGEN
Binnenland
"V Rotterdam is in rouw gedompeld,
on-verwachts. Haar burgemeester, Mr. Dr. J. Wijtema,
«ïein alle kringen van de bevolking van Nederland's
tweede koopmans
stad zeer geziene
magistraat, is deze
week op 57 jarigen
leeftijd overleden.
Sedert 1923 was
Dr.
Wijtemaburgemeester van de
Maasstad; daar
voor kende de
Dordtenaren hem
als hun, ge waar
deerden, burgerva
der, die alle krach
ten, inspande om
zijn stad tot bloei te
brengen.Zijn groote
gaven, gepaard
aan beminnelijk en
welwillend optre
den tegenover hen,
die diensten vroe
gen of aanboden,
Ikon hij echter eerst ontplooien toen hij tot het
ambt vanhoogsten bestuurder van Rotterdam werd
geroepen.
Hij heeft als zoodanig veel en goed werk verricht.
Mr. Dr. J. Wijtema
Buitenland
Venizelos heeft onmiddellijk nadat hij eindelijk
-weer als Premier in Griekenland is opgetreden
Slaten merken, dat hij van zins is om, gelijk eertijds,
-.zich 4u°htig te doen gelden. Het zittend Parlement
jnoest naar huis, terwijl de verkiezingen voor een
nieuwen Raad Boulèvolgens het aloude
districten- en meerderheidsstelsel dienen te geschieden.
Daartoe was wijziging noodig van de bestaande
kieswet, die immers het evenredigheidssysteem
kent. In een land, waar men zich bezwaard zou
gevoelen door elke afwijking van den Z'echten
??constitutioneelen weg, zou voor zulk een wijziging
??de medewerking van den wetgever onontbeerlijk
.geweest zijn, doch in Griekenland neemt men het
niet altijd zoo nauw met wat al dan niet consti
tutioneel is. Vandaar, dat Venizelos er geen been
in zag door middel van een besluit in stee van een
wet aan de E.V. een einde te doen maken en het
meerderheidsstelsel, in eere te laten herstellen dat
meer waarborgen voor een vast aaneengesloten
meerderheidscombinatie in de straks samen te
rstelleu volksvertegenwoordiging biedt.
Een Grieksche Mussolini dus? Neen, hem aldus
te kenschetsen ware, geloof ik, onjuist, want ten
slotte was tot dusverre de dictatuur als zoodanig
in de oogen van een man als Venizelos geenszins je
?ware. Slechts bij wijze van noodmaatregel schuift
j even Grondwet en wet ter zijde, om aanstonds,
-als een goed liberaal zich zooveel mogelijk aan de
«constitutie te houden. Trouwens, wat de Kamer
ontbinding betreft, is er allerminst iets geschied,
?dat in strijd met de Grondwet zou zijn, want wel
verlangt deze de instemming van den Senaat
««venals dit in Frankrijk het geval is voor een
besluit tot ontbinding van de Boulè, maar nu er
nog geen Senaat is gold hier het oude voorschrift,
«dat een dergelijke beslissing alleen in handen lag
van het staatshoofd, bijgestaan door zijn verant
woordelijke Ministers.
De grondwettelijk voorgeschreven Senaat, die
Sn meer dan een opzicht als een geduchtenconcurrent
voor den President te beschouwen zou zijn,
aange?zien diens macht door het bestaan van dat college
?meer aan banden gelegd zou worden, bestaat tot
?heden toe nog maar uitsluitend op papier en het
?zou best kunnen zijn, dat er nog aardig wat tijd
"mee heenging, eer hij werkelijkheid zou worden,
?o.m. omdat menigeen (waaronder ook de President
-der republiek) allerminst gesteld is op het in het
bleven roepen van een Tweede Kamer naast de
.Boulè.
Het stoute stuk van den Griekschen Premier om
?door middel van een simpel besluit bij de onder zijn
bewind te houden verkiezingen het
meerderheidskiesstelsel weer te laten fungeeren, verschaft
Colijn's beproeving
Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
OOKTFRED:JROESKE
ZANOBLAD - SICAREN 8 enIO cis.
natuurlijk prachtig materiaal voor de electorale
campagne aan zijn tegenstanders. Dezen zullen niet
nalaten om te probeeren de kiezers er van te
overtuigen, dat zij onmiddellijk een einde dienen
te maken aan de heerschappij van den tyran
Venizelos, die van zijn kant natuurlijk het
noodige in het werk zal stellen om de burgerij
er van te doordringen, dat hij, aan wien Griekenland
veel te danken heeft gehad, sinds hij de rol van.
bevrijder van Kreta verwisselde met die van
Helleensch staatsman, de figuur is, die er in zal
slagen de Grieksche staatkunde in betere banen te
leiden. Venizelos hoefde het Premierschap waarlijk
niet moer te zoeken om der wille van eigen roem
en eer. En tenzij men zou wenschen aan te nemen,
dat hem nog op dozen leeftijd do zucht naar macht
parten gespeeld zou hebben, ligt de conclusie voor
de hand, dat hij alleen weer op den voorgrond is
gekomen, omdat hij den weg ziet, dien men te
bewandelen zal hebbon ad majorem gloriam van
het jonge Hellas.
* *
*
Oostenrijk heeft zoo juist een ministerieele
crisis, zij het op kleine schaal, achter den iug.
De bekende voorman der Groot-Duitschers, Dr.
Dinghofer, zag zich door zijn eigen partijgenooten,
die samen met de Obristelijk-socialen (d.w.z. cl
ricalen) en de Boerenpartij de Regeeringseoalitio
vormen, genoodzaakt de portefeuille van Justitie
neer te leggen, nu hij weigerde aan het
Ilongaarsche verzoek tot uitlevering van Bela Kun te
voldoen.
Dr. Dinghofer kan iiu zonder dat er verder
meer reden bestaat om hem hierover hard te
vallen, den post van President van het Opperste
Gerechtshof waarnemen. Vooral in liet linksche
kamp had men zich indertijd zeer verontwaardigd
getoond over de vereeniging dezer beide inderdaad
niet wel te vereenigen functies.
De ondergrond van het scherpe optreden van
zijn partijgenooten tegen zijn, overigens geheel
correcte, houding inzake de uitleveringskwestie
is voor een deel gelegen in het verlangen om
ook eens anderen aan ministerieel bod te laten
komen en voorts de neiging der Groot-Duitschers
om zich in de huidige coalitie te doen gelden en
voorts, met het oog op hun kiezers, eens een stap
te ondernemen, die daar inderdaad oen goeden
indruk zal maken.
Moer opwinding nog dan dozo portefeuille-crisis,
veroorzaakte te Weenen do terugkeer van den
Italiaanschen gezant, die sedert eonige maanden de
hoofdstad verlaten had, nadat door Tyroolsche
afgevaardigden aan het adres dor Italiaansche
Regeering minder vriendelijke woorden gericht
waren op grond van do behandeling; den zonen van
Duitschen bloede en van Duitsche taal in
ZuidTyrol aangedaan.
Die afgevaardigden hebben hun woorden aller
minst ingeslikt, doch de Bondskanselier Soipel
heeft thans een verklaring in zeo gestuurd, welke
Mussolini kon bevredigen. Daarin toch heet het.
dat de heele kwestie van Zuid-Tyrol zuiver een
cultureele angelegenheid is en van politiek stand
punt bekeken louter een interne Italiaansche zaak.
Natuurlijk is men in het betreffende gebied verre
van aangenaam getroffen door dezen
Canossagang van Monseigneur Seipel, doch wat wilt ge:
Oostenrijk heeft behoefte aan buitenlandsche
credieten, waarvoor het o.m. op de toestemming van
Italiëaangewezen is. Welnu, die heeft het blijkbaar
gekocht met behulp van Scipel's nederige verkla
ring,al blijkt zulks niet openlijk.Elke in het vooruit
zicht gestelde Italiaansche contrapraestatie is
immers verre te zoeken. Met dat al dreigen de
mensehen in Zuid-Tyrol de kinderen van de reke
ning te worden. Als zij zich onderdrukt gevoelen
en zich belemmerd zien in het uitloven van. eigen
cultureele individualiteit, dan kan hun misschien
tot troost strekken, dat /.ij dit lot dooien met allo
Italiaansche burgers, die van het fascisme niet
willen weten. De souvereiniteit der staten van
hen, dio het. staatsgezag represeiiteeren, duldt
geen terugdeinzen voor vrijheidsrechten dor indi
viduen on zoo past oen behoorlijke bescherming van
minderheden allerminst in het fascistisch Italië.
Van ministerieele crisissen gesproken, zij hier
terloops in herinnering gebracht, dat er in de
afgeloopen week op eenmaal in Mussolini's Kabinet
iets aan de hand is geweest. Niet alleen do Minister
van Onderwijs, maar ook zijn eens zoo luidruchtig
geprezen collega van Financiën, Graaf Volpi, die
er o.m. in geslaagd was het schuldenprobleem met
Engeland on de Vereenigde Staten tot een oplossing
te brengen, eu dio de Lire had weten te
stabiliseeren, hebben hun portefeuilles neergelegd. De
verklaring van deze gebeurtenissen zal men wel
licht moeten zoeken in hot verlangen om volbloed
fascisten, die al lang azen op een Ministerspost en
die wel een;; gevaarlijk ongeduldig zouden kunnen
worden, tot rust te brongen.
1.
2.
s
INHOUD:
Prof. Mr. D, Simons, Moraliteit
ca/enpraktijk.
Dr. H. W. van Loon, Amerik.
kiezing.
in de
advo
PresidentsverColijn's
9.
10.
11.
12.
13.
15.
16.
17
19.
20.
beproeving,
A. H. Meeriim Terwogt, Olymp. Spelen.
Mr. M. F. Hennus, Schilderkunst L. J.
Jorlaan, Romme en de nieuwe Revue.
. jvi. r. neruius, scnnaerKunst ?
daan, Romme en de nieuwe Revue.
Dr. W. van Benmielen, Op zolder.
Dr. Jac. P. Thijsse, Lepelaars Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen.
Stefan, Modebrieven uit Parijs.
A. Plasschaert, Schilderkunst.
D. V. H. Middendorp, Nieuwe Uitgaven.
J
j- LJ. v. n. /vucidendo.jj, ^tcuwe utigaven.
Dr. J. Tielrooy, Fransche boeken?H. Midden
dorp, Ned. boeken J. G. Sinia, In de Preanger.
C. A. Klaasse, Beursspiegel.
Dr. P, van Olst, Natuur- en techniek A.
Defresne, Verzen.
Uit het Klodschrift van Jantje Alida's
croquante croquetjes,
Melis Stoke, De gemeente neemt geen risico
A. Thiry, Feuilleton: De Jennettebloem.
Cel 2, Telefoontje Charivarius, Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De terugkeer van
Venizelos.