Historisch Archief 1877-1940
18
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 21 JULI 1928
No. 266S
Geschiedenis des Vaderlands
TWEE EN 7 WINTIGSTE ZANG
DE FRONDE
't Gevolg der Brieven" was, dat Willem en de zijnen
Besloten niet meer in den Staatsraad te verschijnen.
Dat was de tweede keer. Men weet, de eerste maal
Had dit geleid tot 't loozen van den Kardinaal.
Zij voelden zich onvast in 't politieke zadel,
En reden uit het krijt. Toen kwam de laagre adel.
Die stelde zich aan 't hoof d van plebs en burgerij,
Zoo werd de weg gebaand, en 't oproer was nabij.
De godsdienstvrijheid heerscht' in tal van andre staten,
Dit deed den landzaat hier den dwang te feller haten;
Het Calvinistenleger groeide zienderoog,
En 't weerglas wees op storm de golven rezen hoog.
Oranje hoe kon hij die ketterslachting dulden,
Wanneer gedachten aan zijn moeder hem vervulden?
Dong Philips zelf niet eens naar Good Queen Bess's hand?
Had Betje hier gewoond, dan had hij haar verbrand.
De reformatie was van onder af begonnen;
De monnik en de werkman waren 't eerst gewonnen
Voor Luther of Calvijn. Daarna de middenstand,
En eindelijk de jonkers van het platteland.
De Grooten zag men schaars op 't kerktooneel verschijnen,
De godsdienst liet hen koud; zij waren libertijnen,
En velen hunner waren tot den strijd gebracht
Door geen verheven doel, 't herwinnen van da macht.
De lage adel ging in 't buitenland studeeren,
Niet om student te zijn, maar om er wat te leeren;
Genève werd door onze jonkertjes bestormd,
Die kwamen dan terug, vol kennis, en hervormd.
Hervormd verdraagzaam niet. Calvijn kon niemand leeren
De meening van zijn tegenstander te waardeeren.
Goedaardig van natuur, maar door den godsdienst wreed,
Bevlekte hij zijn naam door 't vonnis van Serveet.
Diens leer mishaagde hem, "dies t;-of de.i arme i stakker,
Met sanctie van Calvijn, het lot van Jan de Bakker.
Genève heeft voor hem een standbeeld opgericht,
Ten zoen dier daad, maar 't heeft zijn pijnen niet verlicht.
Er is een massa kwaad in Jesus' naam bedreven; ^
Zou hij dien zondaars al hun gruwelen vergt;ven? j
Hij troostte Magdaleen gebroken van verdriet.
Maar die bigotte wreedaards ik geloof het niet.
Ter zaak. Zoo zien wij dan, ais voorman in de fronde,
JJe-i genial-n Marnix van t>t. Alder/onde, ~--;,(*S'
Die hekelschriften schreef. Ook ons Wilhelmus-lied
Zou Mamix' dichtwerk zijn; maar zeker is dit niet.
Wel stellig is van hem een versie van de psalmen,
Die men helaas niet meer ter kerken uit hoort galmen.
Hij was een redenaar van ongemeten kracht,
Die door zijn woord de scharen in vervoering bracht,
Vermaard als strijder, staatsman, dichter en geleerde,
Een kerel van graniet, die nimmer transigeerde, ,
Een vijand van conventie, vadsigheid en sleur,
Trouw aan zijn lijfspreuk: hier geen rust, "Repos ailleurs."
Als grijsaard ving hij aan den bijbel te vertalen,
Toen kwam de dood den onvermoeiden werker halen.
Zijn broeder Jan, die, naar zijn goed, Toulouse heet,
Is nummer twee, die thans meer naar den voorgrond treedt;
De vriend van Lodewijk, die, met de andren samen
Van 't jongere geslacht, voortaan de leiding namen.
Nog noem ik Brccdcroo, een zeer luidruchtig man,
Van wien ik echter niet veel goeds vermelden kan.
Bij 't Smeekschrift aan de Landvoogdes de hoofdbetooger.
Hij was, wat zijn geslacht betreft, aanmerklijk hooger
Dan d' andre jongelui. Hij stamde regelrecht
Van 't Hollandsen Gravenhuis. En vaak heeft hij gezegd,
Da,t hij meer aanspraak had de Gravenkroon te dragen,
Dan hij. wiens voorzaat-naamgenoot in vroeger dagen
lift land van Vrouw Jacoba, die 't naar recht bezat,
Zie K rs e Doel, Zang dertien afgetro g ld lia.l.
Een b asser eerste rang, en lang geen vrouwenhater !
Een vijand van zijn vorst, droog brood en zuiver water.
CHAR1VAKIUS
H o-h a-h u l d e
door Melis Stoke
ONLANGS heb ik in de trein
tusschen Den Haag en Utrecht eene
interessante ontmoeting gehad. Tegen
over mij had een dikke heer plaats ge
nomen met een zware ministersporte
feuille, geruite sokken en een bezorgd
uiterlijk. Het laatste verschijnsel met
het eerste in verband brengend, verifi
eerde ik het gelaat van mijn
overbuurman met mijne voorstelling van de
leden van het zittend kabinet. Het
meest leek hij op Minister van der
Vegte; maar deze kon het toch ook
weer niet zijn omdat hij als Minister
van Waterstaat en deskundige op
spoorweggebied waarschijnlijk van een
veiliger vervoermiddel gebruik zal
maken.
Op een gegeven oogenblik maakte
de vreemdeling zijn portefeuille open,
waardoor ik kon zien dat derzelver
zwelling in hoofdzaak veroorzaakt
werd door zes blikken trommels van
gelijke grootte.
Toen geschiedde er iets merkwaar
digs: mijn overbuurman nam n dier
trommels uit de portefeuille en opende
deze. Ik zag dat er ronde, donker
bruine koekjes in waren. Met deze
koekjes nu handelde de man op ver
bazingwekkende wijze. Eerst liet hij
ze allemaal op zijn schoot vallen:
wellicht uit zenuwachtigheid, onder
de gespannen aandacht waarmede ik
mijne blikken op hem gevestigd hield.
Toen wierp hij n koek uit het
coupevenster. Een tweede brak hij door, en
at het, na eene ernstige inspectie van.
het breukvlak, haastig op. Zoo deed
hij met nog drie koeken. Tenslotte
wierp hij er weer eenige nonchalant
uit het raam en onder de bank, sloeg
de kruimels van zijn knieën, en xiit
het ledige blikje, sloot hetzelve,
plaatste het naast de vijf overige
blikken in de ministersportefeuille,
zette die onder zijn onmiddellijk be
reik, kruiste de vingers over de buik
en viel in slaap, de geruite sokken
vér voor zich uit schuivend. Neen, dit
kon onmogelijk Minister van der Vegte
zijn, noch Jhr. Beelaerts, noch Prof.
Slotemaker de Bruine; ten eerste om
de i inhoud der portefeuille, maar
voorts ook om deze wat al te vak
kundige wijze van handelen met koek.
Mijn medereiziger was, hot schoot
mij als een bliksemstraal door de ge
dachten handelsreiziger in koek, en
had, aldus doende, aan het eind van
een werkdag zijne monsters opge
geten ....
Terecht zou de lezer zich kunnen
beklagen over eene zóó magere con
clusie op een breedloopige beschrij
ving, indien deze niet bedoeld ware als
inleiding op een tweede, vél belang
rij ker veronderstel! ing.
En deze was, dat de man tegenover
mij niemand minder was dan de be
roemde poolreiziger Andriessen uit
Bergen op Zoom, redder van. de
diverse groepen der verongelukte
Nobile-expeditie en van eenige hulp
expedities.
Hoewel ik het merk der door mijn
overbuurman zoo rijkelijk verorberde
en gul uit de coupévensters geworpen
biscuits niet had kunnen onder
scheiden, leek mij de veronderstelling
niet te gewaagd dat deze de in den
laatsten tijd door de dagbladberichten
zoo vermaarde II o Ha-biscuits ge
weest waren, waarvan, gelijk gemeld
werd, een voorraad door de fabri
kanten naar het Poolgebied was ge
zonden ter versterking van de krach
ten der beklagenswaardige bemanning
der Italia.
Was deze eenvoudige, ernstige man
tegenover mij niemand anders dan de
heer Andriessen, die blijkens de
d'-igbladberichten door de koekt'abriek be
last was met een zóó netelige onder
neming als een reus naar A'ooricei/en
(of, gelijk het ijzig te Bergen op Zoom
heette: het Hcandinaafsche", brrr!)
om de Ho-Ha-biscviits over te bron
gen?
In mijne handen beefde het dag
blad dat de beschrijving van deze
zonder ongelukken volbrachte reis
naar Tromso bevatte, en van de
zegevierende, behouden thuiskomst
vau den heer Andriesseu te Bergen
op Zoom, en bij: do familie van den
Poolreiziger" (zooals de krant het
realistisch uitdrukte).
Met een half oog <;p den slapenden.
reiziger in koekjes tegenover mij herlas
ik het sensationeele dagbladartikel
omtrent de ontvangst van den pool
reiziger in ijsbonbons .... ik bedoel:
in biscuits, welke plaats had in de
groote zaal van De Korenbeurs" te
Bergen op Zoom (waarschijnlijk om
dat de lokaliteiten van de (Joological
Society te Londen te klein waren).
Ik las hoe de beer Andriossoiv was
gecomplimenteerd, en vervolgens zijn
gehoor had doen sidderen van zijn
hachelijke avonturen in. de pool
streken tusscheii Mahnöen Tromsö,
zooals: het ongeloofelijk snel over
stappen van de oetie ijsschots .... ik
bedoel: van de i eeuo i trein in de i
anderen. . . . het bliksemsnel
voortsuizen in hondensleden .... ik be
doel: in auto's langs zeer gevaarlijke
Wegen", hetgeen volgens den
koolbloi'digen biscuit-roiziger vol sensatie
was (alsjeblieft) en waarbij hij ..óók
nog een botsing had" (moot je ge
beuren !)
Ademloos las ik hoe men te Borgen
oj) Zoom eenige foto's, waarop
,,Laplanders met l lo-lla-besehuiten in de
hand" had bekeken, diep ondel- den
indruk van do opwindende omstan
digheden waaronder de Poolreixigor
y.e, met doodsverachting, gemaakt had.
Veel leed had spreker gedurende
zijn poolreis van omstreeks 0011 week
geleden, maar de heerlijke ontvangst
to Hergen op Zoom had daarvan veel
Verzoet ....
Aldus het krauteuverslag .... Was
dit oen rhetorische overdrijving of
waarheid ?
Vruchteloos trachtte ik dit te lezen
van de trillende, bokruimde onderlip
van den Knorkeiule.n reiziger in koek
tegenover mij ....
Hij rtroeht vatte ik moed. Ik wilde
hom wekken um mijn bescheiden
lla-llo-hulde to voegen bij die welke
Bergen op Zoom. zijn kloeken zoon
reeds gebracht had ....
Helaas .... het was te laat.
De onbekende ontwaakte ....
streek met de rug van zijn hand de
koekkruimels van den mond, groep
hoed en ministers-portefeuille en ver
dween mot een eenvoudig:
besjoorjuenoor" in de zij-gang ....
Had hij mijne plannen gevoeld en
'zich daaraan, met de bescheidenheid
den waarachtigen. Poolvorscher eigen,
onttrokken? Of was het een andere
reiziger in koek geweest ?
Ik weet het niet ....
Maar, onbo.kon.de kookrei/iger,
warTiocr gij het geweest zijt, dan moge ik
u toowenschon dat de versterkend;?
eigenschappen van uwe biscuits' uwen
colleirao-poolrcizigors ten goede moge
komen, on dat deze, thans in handen
van de Xovjet-autoritoiten. niet
u;odwoiigen zullen worden ze af te.
staan om /elf, ofschoon gered, ('nor
do bolsjewiekoii te worden veroor
deeld tot een llo-lla-loos einde....
CADILLAC
Het feit, dat de Cadiilac dikwijls voor
veel duurder wordt gehouden, dan ze
in werkelijkheid is, pleit wel zeer sterk
voor de hooge plaats,die de CADILLAC
in de algemeene achting inneemt
K. LANDEWEER
UTRECHT _ AMSTERDAM
Biltstraat 74 Singel 430-432