De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 28 juli pagina 19

28 juli 1928 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2669 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 28 JULI 1928 Groquante croquetjes door Alida Ze venboom UI T HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Gaat u heelemaal niet met vacantie? vroeg meneer Stanislafski mij van de week. Het zit er niet aan, antwoordde ik, en bovendien wacht ik nog altijd op die twaalf Turksche worstelaars die meneer van Dellen mij beloofd heeft te zullen sturen. U zou anders best kunnen gaan, zei hij weer, want ik zou heel goed voor de keuken kunnen zorgen. U?? vroeg ik. Ja, waarom niet? Sinds de vrouwen niets meer van de keuken en eten koken moeten hebben, is het de plicht van ons, mannen, geworden om hun plaats in te nemen. Kan u ,,Pavoreine a la Miroitette" maken? vroeg hij. Ik houd mij bij Aaltje, de zuinige keukenmeid", zei ik. Daar heb ik mij mijn leven lang goed bij be vonden. Maar wat u daar voor poespas noemde, kan u dat dan maken? Met een beetje gesmoorde boter is het verrukkelijk. Het zijn gestoofde klimopbladen met een sausje, maar het zit hena juist in het sausje. Zoo is het met het heele leven, zei ik. Wat zou dat zonder sausjes zijn ? Ik schijn daarbij gezucht te hebben ?want hij keek mij een tikje vreemd aan, net of ik het van de warmte te pakken had. ??Maar u heeft gelijk, zei ik. De tegenwoordige dames moeten van het koken niets meer hebben omdat zij van het eten ook meer dan genoeg hebben. Als ik naga dat mevrouw zaliger net zoo goed koken kon als ik en dat, als ik eens een paar dagen naar mijn oudelui was, meneer het verschil niet merken kon! Maar tegenwoordig? Hoe kan iemand die een appelendag en een azijndag en een pruimendag en een warmwaterdag en nog meer van die hongerdagen heeft, iets voelen voor lekker eten? Daar heeft u het juist wat ik zeggen wou, zei meneer Stanislafski. Het is eenvoudig uit angst dat wij verhongeren zullen dat de mannen zich steeds meer met de borst op de edele kookkunst toeleggen. Ik heb een vriend die getrouwd is met een van die dames die om hun lijn een geregelde hongerkuur doormaken en die zelf met een rammelende maag rondloopt en ik begrijp niet dat er nog geen drama geschreven is van den man van zoo'n vrouw. Wat een lijdens geschiedenis ! En bij elk pond dat mijn vriend afvalt, gilt zijn vrouwtje van plezier dat haar kuur ook voor hem zoo goed is. ??Nu weet ik ook hoe het komt dat de man zoo uithuizig is geworden, zei ik. Hij loopt weg omdat hij buiten de deur zijn kost moet ophalen ! Wat was het tafelen vroeger niet een genot! Als ik naga hoe het bij meneer en mevrouw zaliger was! Het fijnste damast, het licht van de kaarsen, bloemen op tafel en het schitterende kristal, het mooie tafelservies och, meneer, toen was eten een kunst. En wat waren de menschen gezellig aan zoo'n tafel! En dan denk ik nog maar niet eens aan de spijzen zelf, de lekkere Betrekking-Gezonde streek Actief Zakenman, van goeden huize, 33 j., algemeen ontwikkeld, door ge zondheidsredenen in zijn gezin genood zaakt zich buiten te vestigen, zoekt een hem passende positie, onverschillig welk bedrijf. Hoog salaris geen vereischte. Br. fr. lett. A. M. L., Adv.Bur. Keuzenkamp, Rotterdam. schoteltjes die ik had klaar gemaakt en dacht u dat er ooit n gast weg zou«gaan zonder naar beneden in de keuken te zijn geweest om, tegelijk met de fooi, mij een complimentje toe te stoppen? Aaltje, het was weer zondig lekker", zei dr. Kuyper altijd en die kon het waardeeren, dat zeg ik u. Briand, de Fransche minister, bespreekt nooit diplomatieke zaken zonder aan een goed voorziene tafel aan te zitten, zei meneer Stanislafski. Of hij gelijk heeft en dacht u niet dat als onze hoeren uit de politiek wat meer samen aten, het zaakje veel vlotter zou loopen? Ik heb het de vorige week nog tegen meneer Dirk en meneer Eikus gezegd: laat u mij eens een smakelijk diner klaar maken en inviteert u dan meneer Nolens en doctor de Visser en ik zal niet langer Aal" heeten al noem ik mij tegen woordig mevrouw Zevenboom", als u na afloop van het diner het niet eens bent geworden over do Coalitie. Vroeger zeiden de politici: geef mij goede financiën en ik maak je een goede politiek" maar met^u zeg ik: geef ze een goed maal en hun politiek zal ook goed zijn !" Precies, meneer. En hoe kan een vrouw ooit behoorlijke idees hebben als zij, door het vele vasten, over niets anders klaagt dan haar maag? Ik heb boven die mevrouw die bij Hirsch is en die haar middel op 30 moet houden. Niets dan maagbezwaren en die doet het dan nog om den broode al kan ze een eenvoudig stukje roggebrood niet meer ver dragen. Als ik haai' spreek van boerokool met spek, dan wordt zo bleek van de beroerdigheid. En als u mij vraagt, geloof ik dat ze een beetje op me neer kijkt omdat ik zoo'n goede PEÜMA spijsvertering heb. Dat is bijna onfat soenlijk, tegenwoordig. Maar als u dat schoteltje van die gestoofde klimopblaren eens maken wil, zegt u het dan maar. Dan sta ik graag do keuken aan u af. Maar ik zal u van middag een ouderwetsch schoteltje van rijst met uitjes voorzetten waar u aan smullen zal, dat zeg ik u.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl