De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 28 juli pagina 2

28 juli 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER\VAN 28 JULI 1928 No. 266? Naar den Industrieelen Vrede? door Dr. Jan Romein HET Rijk van het Toeval wordt smaller en. valer. Aan al zijn grenzen knagen regelingen en verordeningen, om er provincie na provincie van in beslag te nemen. De tijd van den liberalen Staat die de belangen van hen die hem bouwden het best dacht waar te nemen door zich met zoo min mogelijk te bemoeien, ligt nog niet lang achter ons, maar is niettemin al heel ver weg. Ook de industrieele conflicten, <ïe stakingen en uitsluitingen, die nog kort voor den wereldoorlog bij uitstek geacht werden tot het gebied van het particulier initiatief", dat is tot het min of meer toevallige te behooren, zijn bezig een gedeelte der staatsinrichting te worden, en beginnen daarmee te vallen onder het moderne staatsrecht. Daaiop wijst het nog steeds in omvang en graad toenemen de streven naar het collectief contract en de bindendverklaring daarvan ook voor de groepen van arbeiders en ondernemers, die het niet geteekend hebben. Daarop wijst het instituut van den rijksbemiddelaar bij stakingen en uitsluitingen. Daarop wijst ook het zoogenaamd georganiseerd overleg, waar loonsverlagingen en ook wel eens een loonsverhooging van te voren worden geregeld, dat dus niet eens dient om uitgebroken conflicten bij te leggen, maar zelfs om mogelijke conflicten te voorkomen. Deze ontwikkeling is niet in de groote industriee le landen, maar schijnt in Scandinaviëmet zijn kleine en daarom meer overzichtelijke verhou dingen begonnen te zijn. Reeds in 1921 heb ik in de destijds nog bestaande Nieuwe Tijd" dit verschijnsel op grond van Deensch materiaal beschreven. Het is ook van Zweden bekend en komt hierop neer, dat de sterk-georganiseerde onder nemers ernaar streven met een zoo groot mogelijk aantal arbeidersbonden collectieve contracten af te sluiten, voor een zoo groot mogelijk aantal industrieën, op zoo veel mogelijk gelijken tijd, liefst op denzelfden dag opzegbaar. Een volgende stap in die richting is men op het oogenblik bezig in Engeland te zetten. In Januari van dit jaar zijn namelijk op initiatief van den bekwamen en verzienden groot-industrieel Lord Melchett, beter bekend onder zijn vroegeren naam Sir Alfred Mond, j resident-commissaris van de Imperial Chemical Industries Ltd., een reeks conferenties begonnen tusschen eenerzij ds belang rijke groepen industrieelen, te zamen opkomende voor een kapitaal van n milliard pond sterling, en anderzijds vertegenwoordigers van den Algemeenen Raad van het zoogenaamde Trade Union Congress, d.w.z. de vertegenwoordigers van de gezamenlijke Britsche arbeiders, voorzoover deze in de vakvereenigingen georganiseerd zijn. Deze conferenties hebben onlangs tot een principieele beslissing geleid, die men als volgt kan samenvatten: Ie. de vakvereenigingen worden erkend (n.l. als lichamen, deel uitmakend van den staat), 2e. na een industrieelen strijd vallen geen slacht offers, 3e. er wordt een permanenten industrieraad opgericht (een soort economisch parlement dus met voorloopig scheidsrechterlijke, maar op den duur misschien ook wetgevende bevoegdheid), 4e. er komt een verzoeningsraad (ter voorkoming van geschillen). Het is niet moeilijk hierin trekken te ontdekken, die verwant zijn aan het fascistische Arbeidsstatuut, dat dan ook inderdaad op den hier geteekenden weg het verst is voortgeschreden. Daarbij zijn, naar men weet, n ondernemers- n arbeidersorganisa ties ieder tot n lichaam versmolten en beide in den vollen zin des woords staatsorganisaties geworden. Stakingen zoowel als uitsluitingen zijn verboden en elk conflict wordt van staatswege beslecht. A*u is dit Italiaansche Avbeidsstatuut uit zeer bijzondere omstandigheden geboren en het zal misschien niet blijvend zijn, maar wij dienden het hier toch te noemen Ie. omdat het toch inderdaad het logisch eindstation schijnt op den weg waarop de andere genoemde instellingen tusschenstations schijnen en 2e. omdat dit fascistisch statuut niet alleen de richting aanwijst waarheen, maar ook die waaruit deze beweging is gekomen. Het is namelijk aan geen twijfel onderhevig of de fascistische Staat behartigt in de eerste plaats de belangen der groote ondernemers en die deiarbeiders slechts in zooverre, als onvermijdelijk is om hun anders uitbrekend openlijk verzet op to vangen. Dit legt het vermoeden voor de hand, dat ook met de minder ontwikkelde pogingen tot regeling der arbeidsconflicten in andere landen in de eerste plaats het belang der ondernemers is gemoeid, en dat der arbeiders slechts in zooverre het met het eerstgenoemde samenvalt. De feiten weerspreken dit niet. Reeds in 1021 is dit bij het genoemde Deensche geval bewezen. Immers het op gelijken tijd afloopen van zeer veel arbeidscontracten stelt de arbeiders voor het pijnlijke dilemma óf zich bij de eischen der ondernemers neer te leggen of wel zich in een door zijn te verwachten omvang uiterst gevaarlijk conflict te storten. Hoe grooter toch een staking is, des te minder kans van slagen heeft zij, misschien niet in theorie, maar dan toch in de praktijk. Zoo iets, dan is de algemeene staking in de praktijk een tweesnijdend zwaard gebleken. Met de Engelsche geschiedenis staat het niet anders. Ook hier geldt het allereerst een onder nemersbelang. Daarop wijst reeds het feit. dat het initiatief tot de genoemde conferentie van onder nemerszijde is genomen. Daarop wijzen echter niet minder de omstandigheden waaronder dit intiatief genomen is. De mijnwerkers verslagen, hun leden tal verminderd van 957.618 leden in 1921 tot 784.986 in 1927, die er nog slechts 625.576 bleken te zijn op het 17 Juli van dit jaar begonnen mijn werkerscongres in Wales. En zooals het den mijn werkers verging, verging het ook de op een na grootste vakvereeniging, die der spoorwegarbeiders. Door de rationaliseering" van het bedrijf werden er zoo velen ontslagen dat het totaal aantal in twee jaar tijds van 702000 op 670000 slonk, met als gevolg natuurlijk ook een overeenkomstige daling van het ledental der organisatie. * * * Het is'dan ook niet te verwonderen, dat er van arbeiderszijde verzet tegen de nieuwe richting" is aangekondigd. Instinctief vreezen de arbeiuers het gevaar dat er voor hun belangen op den inge slagen weg is gelegen. En inzonderheid meenen ook weer zeer natuurlijk zij dien weg te moeten vreezon, die zich als strijdende partij voelen. Een strijdstandpunt is niet gebaat bij pogingen om strijd te voorkomen en zeker niet wanneer die pogingen uitgaan van den vijand. Aan dat verzet hebben d',; leiders der radicale vleugel onder de arbeiders uiting gegeven in het zoogenaamde manifest van Cook en Maxton, die, Alleenvertegenwoordiging voor - Nederland en Xederl.-Indie" N.V. Dutch Gramophone Gornp. DENHAAG HisMasters Voice Uèx voVenelKe aaiuias- (JÜeaiaa^e l kort gezegd, opkwamen voor het strijdstandpunt, verbonden met de gedachte aan het socialistisch maken van de geheele arbeidersbeweging in Engeland. Men kan niet anders zeggen, dan dat zij liet tijdstip voor hun manifest met evenveel politiek doorzicht hebben gekozen als Lord Metchell het zijne voor zijn economisch parlement. Van beide kanten heeft men gevoeld op een tweesprong te zijn aangeland. Lord Metchell ziet aan het eene einde den ondergang der IMtsche industrie, en wil die trachten te verhinderen door althans n der oorzaken ervan, namelijk de veel en langdurigearbeidsconflicten op to heffen en aan het andereeinde ziet hij een regeling dier conflicten die beide partijen ten goede moet komen maar hot overwicht laat aan den kant waar hij staat; ('ook en Maxton zien aan het eene einde de arbeidersklasse volgzaam daarheen gaande waar de ondernemers haar hebben wil, en aan het andere einde een overwinning der arbeidersklasse in en door een socialistische!! strijd. De eene partij verwerpt dus met evenveel beslist heid den weg dien de ander voor onbetwistbaar de juiste houdt, en omgekeerd. In dit stadium verkeert men. nog. liet is evenmin te zeggen of Lord Metchell zijn schepping tot ontwikkeling zal kunnen laten komen, dan wel of Cook en Maxton de arbeiders voor hun meening; zullen kunnen winnen. Het eerste is echter voor den objectieven beoor deelaar voorloopig waarschijnlijker dan het laatste. Want wel is op een conferentie het bestuur der Independent Labour-Party Maxton, haar voor zitter, bijgevallen, zij het tegen, een sterke minder heid in, maar anderzijds heeft de Glasgowseheorganisatie der I.L.V. besloten de eerste confe rentie, waarop Cook en Maxton hun standpunt zouden uiteen zetten, te boykotten. Hun kansen staan dus momenteel stellig ongunstiger dan die van Sir Alfred Mond, die een voorloopig resultaat bereikt heeft. Hoe dit zij, met spanning mag men het verloop van dezen strijd volgen. Hij zal voor een deel over de toekomst n der industrie n der arbeiders beweging beslissen, niet alleen in Engeland. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER Co. &o s^> G\D DEN HAAG <fa Gxs Gxs AMSTERDAM ARNHEM Internationale Transporten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl