Historisch Archief 1877-1940
No. 2670
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 AUGUSTUS 1928
IN DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE
A*. Gibbons
KOUT geleden had ik het voorrecht door mijn
kinderen uitgenoodigd te worden hen de ge
neugten van het Lunapark op de ,,Neiiyto" te doen
smaken. Ik heb toen zooveel Gibbon-gewaarwor
dingen gekregen dat het me een duidelijke aan
wijzing was: ik moest en zou ditmaal met u over
?onze (Hbbons praten. Xiet alleen dat mijn jongste
het groote stuk ijs uit haar glaasje limonade met
de vingers er uitvischte en daarna gcxff. de vingers
aflikte: onze Gibbons drinken hun melk of thee
niet op de wijze der chimpansees (en der menschen)
door het kommetje aan den mond, evenmin als de
bavianan door hun mond naar beneden tot aan hot
kopje te brengen, neen ze doopen hun gebogen
vingers flink diep in het vocht on laten dat dan
gezellig uit hun hand in den bek loopen. Toen ik
hoog in de lucht de koorddansers met hun lange
balanceerstokken over hun dunne; draad zag
manoevreeren, moest ik onmiddellijk denken aan
een gibbon die, zijn ontzettend lange armen uit
gespreid, zonder eenige zichtbare inspanning
rechtop over de bovenste stang in zijn kooi loopt.
Maar de bewegingen die we in de reusachtige
roetschbaan maakten, die gaven mo precies de
-.sensatie alsof we met de Gibbons krijgertje speelden,
tak op tak af met een nu en d'in verbijsterende
?snelheid. We zullen de vergelijking niet verder
uitwerken, want vermoedelijk zal ze u wat ge
wrongen schijnen, al kan ik u heilig verzekeren
?dat elke overdrijving verre van mij is, maar ik wil
toch bij die drie punten wat langer stilstaan omdat
daarin werkelijk eenige karakteristieke eigen
schappen van de Gibbons genoemd werden. Die
ongeëvenaarde vlugheid en lenigheid waardoor de.
voor onze begrippen, zwaarste gymnastische
'toeren, als het ware spelenderwijze worden
uit;gevoerd, dat zijn wel de eigenschappen die aan
gibbons het allereerst en allermeest opvallen. Kr
xijn een massa dieren waarvoor de ruirntebeporking
-waaraan een diergaarde uiteraard gebonden is een
?groote drawback is. maar voor gibbons geldt dit
-toch wel in het bijzonder. Ze zouden het beste
passen in een ruime vollere die flink met boomen
?bezet was, zoodat ze elkander over een afstand van
?een veertig a vijftig meter door de boomen achterna
konden zitten. Ik verzeker u dat dit een schouwspel
?zou zijn waarbij het bonte door elkander spelen op
de bekende apenrotsen zooals die bij llagenbeck, in
Ijonden en op vele andere plaatsen onder den ver
lokkenden naam van ,.Affenparadie--", zijn ver
schenen, in het niet zou verzinken.
JDen mensch treft in een aap nu eenmaal altijd
VAM HELLES
TABAK
door
Dr. K. Kuiper
(Teekeningen voor de Groene Amster
dammer" door H. Verstijnen)
allereerst het menschelijke. Kiep niet de
Konieinsche dichter w-ie was 't ook maar weer; had ik
dat nuttige groot cahier" uit mijn
Gymnasinmjaren nu maar bij de hand, wie weet of 't er niet
in stond riep hij niet met instinctmatig aan
voelen van de evolutiegedachte, uit: Simia. quatn
sitnilis turpissima bestia nobis !
Inderdaad de apen hebben veel eigenschappen
met ons gemeen vooral met den ..natuurlijken"
mensen in ons, en dat doet dan ook den dichter
met een beminnelijke naïveteit van tnrpissima
best'a het allerscharidelijkste beest.-?spreken.
Onder de apen zijn het altijd weer de meest
menschelijke verschijningen die het meest den be/,oeker
boeion. De innig vertrouwelijke en vertrouwen
wekkend ba.bbelzingende capucijnaapjes pakken
den leek veel meer dan de prachtigste bavianen;
de langstaartige Meerkat en die in kleurenpracht de
(ribbons verre overtreffen en in vlugheid en
elegatice maar weinig voor hen hoeven onder te doen,
ze leggen het in populariteit bij den bezoeker
tegenover hen volkomen af. Dat kan mijns inziens
verklaard worden door de physieke en psychische
verwantschap die wij met de Gibbons voelen. Al
zijn hun armen wel exorbitant lang, hun lichaams
bouw als geheel doet ons aangenaam aan; al zijn
ze geen werkelijke rochtopgangers toch voelen we
hun wijze van zich voort te bewegen als een sym
pathieke poging om in dit opzicht hot hoogste te
bereiken; al is liet luide melodieuze gezang op
geenerlei manier met een gearticuleerde spraak te
vergelijken, toch is het jodelconcert dat uit de
klank ,,oewah" in alle toonhoogten en tempi
wordt samengesteld een voor ons gevoel bijzonder
verwante uitdrukkingswijze, l'it de anatomische
overeenkomst laten zich allerlei, functioneele
processen verklaren. Allerlei bewegingen
samonvormerid een dikwijls vrij ingewikkeld complex
van handelingen zien wij uitvoeren op min of moer
meiisehelijke wijze. Ik wees in het begin al oven op
het drinken der gibbons, de hebt zeker ook wel
eens uit een beek of bron gedronken al had go geen
glaasje of kroosjc bij e. Tien tegen, een dat go dan
het water in de kolk va.ii uw hand naai' den mond
hebt trachten te brengen, en. niet uw mond naar
het wateroppervlak toe hebt gebogen, /oo drinken
althans volgens mijn ervaring ook de zwart borst
Gibbons. Of ander»! soorten, b.v. de
IlooloekGibbon er andere drinkgewoonten op na houden
zooals wij vernield vonden, d irf ik niet te beslissen.
(übbons zijn wat hun verstandelijke gaven
betreft nog maar weinig onderzocht, maar we
mogen toch veilig aannemen dat hun geestelijke
capaciteiten niet zoo groot zijn als bij Chimpansees
011 Orang Oetans. Het is jammer dat hieraan nog
niet genoeg aandacht besteed is want de
llylobatiden nemen een zeer bijzonde e plaats in
onder de Primaten. Trof. Dubois deelde mij mede
voor het relatiet'-herseiivolumen dezer dieren groote
belangstelling te hebben, maar nog weinig mate
riaal te bezitten hierover. Maai' de dier-psychologie
is nog een wetenschap in opkomst en de studie er
van heeft wellicht nog behoefte aan organisatie.
Om een studie als hier bedoeld mogelijk te maken
is het allereerst gewenscht dat c'o studieobjecten
gezonde, gave individuen zijn. In zooverre zijn we
de laatste jaren al wel vooruitgegaan, dat de ver
pleging tenminste van den Borneo-Gibbon geen
groote moeilijkheden moor oplevert. Hot lijkt me
wel alsof we hier ovenals zoo vaak elders in het
dierenrijk een soort hebben, die veel meer weer
standsvermogen bezit dan b.v. de Siamang van
Sutrialr :,. Dezen laatsten hebben wij in de Diergaarde
nooit langer dan circa anderhalf jaar in leven kunnen
houden. Wat heel jammer is. want feitelijk kan
men den Siamang wel als de mooiste 011 interes
santste soort beschouwen. Deze zijn gekenmerkt
door een gedeeltelijke vergroeiing van don tweeden
011 derden teen. Hun wetenschappelijke naam:
Sym;>halangus syiidactylus wijst datjoverduidelijk
aan. Ze worden ongeveer een meter hoog. wat iets
meel' is dan de Borneo-vorm. De kop is middelmatig
groot en bezit een breede, platte neus. Met de
Gorilla komt ze overeen door liet bezit van een
groot en koelzak, die als klankbodem dienst doet
bij de jodelconcerten. '/e zijn koolzwart, ook in het
gezicht diehtbehaard on leven geheel een
boomleven, /oodat T/.e b.v. niet op de Toba-vlakte
voorkom n. l'it algemeen biologisch oogpunt is
eigenlijk de Dwergsiamang. oen insulaire vorm
van een of moor dor kust eilanden bij Sumatra nog
veel interessanter maar daarvan is het natuurlijk
nog veel on veel moeilijker een lovend "xemplaar
te bemachtigen.
Van do Gibbons verwacht ik in do toekomst nog
veel voor verheldering van ons weten op
dierpsychologisch gebied. Of het anatomisch snb;traat
van hun psyche, al voldoend" onderzocht is durf
ik niet zeggen en op do plek waai' ik deze luchtige
beschouwingen aan hot papier (oe\ ei trouwd /.i j u
alle hulpmiddelen om d'it na Ie pluizen verre. .Maar
hot zou mo. niets verbazon a.ls op dit terrein ook
nog heel wat te ontginnen was; vooral een gecom
bineerde studie van een. bewegingsphysioloog en
een herseiianatoom lijkt me niet zonder beloften.
Daarvoor acht ik d'ui voorzoover mijn. ervaring
reikt, de i Horneo-Gibbon, llylobiitos muelleri bot
geschik st. l: ij is het die onzen tookeniiar tot mod*'l
gediend heeft. De vorm dien wij meestal in do
Diergaarde bezitten is do grijze met zwarte borst.
die vooral aan de Oostelijke zijd.e van het eiland
Horneo voorkomt. Op andere gedeelten vindt men
een óónkleurige i vorm die vroeger voor een afzon
derlijke soort (Ilylobatos coneolor) gehoud"n werd.
m'iar t hans slechts als een locale variatie beschouwd
wordt.
Van die Zwart borst-(übbons bezitten we op hot
oogenblik een tweetal wijfjes, hoogst waarschijnlijk
moeder on bijna volwassen dochter en een vol
wassen mannetje. Mot de grootst mogelijke voor
zichtigheid heb ik getracht. d"/e drie bij elkander
te wennen. Wat vrijwel gelukte, doch niet vol
komen. Want de dolle vroolijkheid der iwoo wijfjes.
die altijd samen stoeiden, was ton einde toon een
..wei'! cndc" echtgenoot ten tooneolo verschoen.
die nota bene een absolute voorkeur, ja een uit
sluitende neiging vertoonde voor het jonge ding.
niet tegenstaande do uitgesproken pogingen van do
moeder om hom fe behagen ! /oodat ik zo ter voor
koming van erger maar woei' scheiden liet.
DE BESTE VARIIÏAS