De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 4 augustus pagina 2

4 augustus 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 AUGUSTUS 1928 A/b. 2670 Een verdwenen kunstnijverheidsschool door H. J. M. Walenkamp Cz. fTJ E Haarlem werd anno 1777 gesticht de tegenIj JL WooFdige Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel op instigatie van de 25 jaren (radere Hollandsche Maatschappij der Wetenschap ben. Deze was zich hoe langer hoe meer gaan bezig houden met de bestudeering van de oorzaken van Hen toenmaligen achteruitgang in het oeconomisch leven in ons land. Ten einde deze studie in daarvoor geschikte banen te leiden, richtte zij op haar doch termaatschappij, die toen genoemd werd de ,^eco nomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen." Deze laatste stelde zich tot taak, geheel mede te gaan met het maatschappelijk leven van ons land. ; Ia ISTl (dus bijna een eeuw later W.) opende (leze Maatschappij te Haarlem als haar eerste «tichtiag het Koloniaal Museum met boekerij. (Thans ondergebracht in het Koloniaal Instituut ie Amsterdam. ; Bij haar honderdjarig bestaan in 1877 werd haar tweede stichting geopend: het Museum van Kunsttujverheid. met School en Boekerij, eveneens te Haarlem. In 1927 bestond deze tweede stichting^ dus 50 jaren. Dit gedenkwaardig jubileum werd reeds een Jaar daarvoren op waarlijk unieke wijze gevierd, naamlijk: door de (tijdelijke?) sluiting van het Museum voor Kunstnijverheid en de opheffing van de school. Ben honderd-jarige voorbereiding dus, gevolgd door een nauwlijks vijftigjarig bestaan. Daar we in deze beknopte schets niet over het Museum, doch louter over de School voor Kunsttójverheid spreken, kunnen we volstaan met de Vermelding, dat de opheffing dezer laatste gemoti veerd werd ^>or het aandringen der Regeering op bezuiniging (?speciaal bij het Nijverheidsonder wijs" !) Het Haarlemsche Gemeentebestuur heeft zich feeer beijverd, om de school in stand te houden en deed daartoe verschillende voorstellen; dit echter Bonder resultaat. Op het oogenblik ligt deze school, Waarin zoovele bekende en minder bekende kunsttujverefa gedurende bijna 'n halve eeuw hun op leiding geaoten, tegen de vlakte, en wordt op liet terrein een ander bouwwerk opgericht. Strijd tegen de beslissing der Regeering wer l (er gevoerd van verschillende zijden. En dit niet hét ninst door anderen, dan de rechtstreeks daarbij betrokkenen. Dat in bevoegde kringen prijs werd gesteld op 't behoud der School, blijkt o.a. uit de sympathieke daad van Dr, Berlage, Dr. Mendes da Costa en Prof. Boland Holst, die op eigen initiatief in een persoonlijk onderhoud met >den Minister van OKSerwija h*t behoud der School gingen be pleiten. Verschillende vereenigihgen van Bouwkxinstenaars en Ciöistnijveren ondersteunden door requesten deze pogingen. De Ouders der leerlingen deden op den Minister een gezaamlijk beroep. elfs werd van particuliere zijde aangeboden, de door de regeering op ? 10.000 's jaars vastgestelde bezuiniging voor 5 Jaar te voldoen. iets mocht baten. De School moest en zou VöWïwtjïieh 1 nplaats van dus hét Kunstnijverheidsonderwijs in Nederland uit alle macht te bevorderen, te ver* feeteiren en uit te bTeiden, hetgeen voor den bloei tSörér welvaart allernoo-dzakelijkst is, doekt men 1«& geleidelijk op. Want deze Haarlemsche school te niet 4e eerste die verdween. Viaoraf gin? de door den bouwmeester van het IftSjksWraseum, Dr. Cuypers, indertijd gestichte Zeist als Woonplaats. BOUWTERREIN TE KOOF In het centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van Het iRttttdhnls, de Hotels Hermitage en Flgi «m fee* Slot van Ketst. Prachtig opgaand ige*o»mte, BéfrfWiJe wegen, voorzien van rlolecrlng, gas, water en elektriciteit, Nad«re gegevens worden verstrekt door de IV.V. PARK KERSBEKGESI, Slontanbanstraat 4, Zeist. Kunstnijverheidteekenschool QuelHnus" te, Am sterdam. Deze laatste school werd voor eenige jaren met het Instituut voor Kunstnijverheids onderwijs (de vroegere Dagteekenschoo! voor Meisjes) saamgesmolten. De kandidaat-leerlingen van geheel XoordHolland zijn thans eveneens op deze, in de Noorde lijke provincie eenig overgebleven kunstnij verheidsonderwijsinrichting aangewezen. Zoo werden hier dus binnen enkele jaren drie scholen tot n versmolten. In de benoodigde ruimte aan klasselokalen zal worden voorzien door op deze school met haar thans reeds beperkte ruimte, gelegen in de (Jabriel Metzustraat, een verdieping te zetten. En klaar is Kees ! Zoo bevordert men op 't oogenblik het Kunst nijverheidsonderwijs, en daarmede de Kunstnij verheid, in Holland. Mr. Enschedédeed een goed werk met de ge schiedenis der verdwenen Haaiiemsehe school te boekstaven. Ken groote omissie, heeft zijn werk echter. Hoe uitvoerig het 't wedervaren dezer Kunstnijverheids-onderwijsinrichting van haar opkomst tot haar verdwijnen ook beschrijft, het voornaamste komt in '<ijn studie niet tot /.'n recht, naamlijk de waarlijk groote innerlijke beteekenis van het daar gege en onderwijs voor de ontwikkeling der Nederlandsehe Kunstnijverheid. En aldus bleef het essentieele achterwege. Wil voor de toekomst iets van werklijke beteekenis voor de geschiedenis geleverd worden, dan kan dit alleen geschieden door de juiste "be schrijving van de wijze waarop deze school zich van den beginne af onder de energieke leiding van haar steeds voorwaarts strevenden directeur. K. A. von Saher, geleidelijk, geheel oorspronkelijk ont wikkelde. De school van Haarlem was geen aehternaloopsfcer, geen volgster van nieuw opgekomen denk beelden, zij was een voorloopster, waar menig denkbeeld, dat in de maatschappij nog geen weerklank gevonden had, door het onderwijs der pioniers onzer moderne nijverheidskunst ont wikkeld werd. Daar toch gaven in het verloop der jaren o/a. les figuren als Duco Crop, de Ba/el, Cauweriks, de Meaquita, Nienhuis, van Leeuwen, Zwolkv Lebeau, om alleen de«algemeen-bekendsten hunner te noemen. Zij allen waren krachten, die niet fcwamen aandragen met, en slechts overleverden, wat aij van anderen geleerd hadden, doch die nieuwe, jonge, frissche denkbeelden ontwikkelden, ontloken uit, geschapen door eigen geest, en die <deze ideeën verwerkten in hun onderricht. Het was een scheppend leeraren, een besprot ien van jonge kiemen. De biyvende verdienste van von Saher is, dat hij een klaren kijk had op de keuze der leeraren voor zijn scbool, en dat hij voor hun benoeming met verstandig beleid alle conventie trotseerde. Ondoenlijk is het, de beteekenis der Haarlem«cae school onder de 36-jarige toegewijde leiding van von Saher tot aan zijn dood in l£)lf> in dit beknopt «verzicht te schetsen. Men vergete daarbij toch niet, dat deze school geen Hijksonderwijsinrichting was. Wel ontving zij subsidie, «toch al het overige moest (met de grootsto inspan ning vaak) bijeen gescharreld worden. (Wie goed leest, vindt daarvan in Mr. Enschedé's geschiedenis overvloedige bewijzen.) Laat ons hopen, dat het weldra iemand gegeven zij, deze leemte in dit overzicht aan te vullen. Daarbij zal dan tevens de beteekenis voor de algemeene ontwikkeling der Kunstnijverheid in ons land van het huidig onderwijs ernstig ter sprake dienen te komen. Hoe dit onderwijs de laatste jaren was, thans is en in de naaste toekomst vermoedelijk wezen zal, is voorzeker een diepgaande studie waardig, Ten slotte: Het hier besproken werk is onder moer verlucht door een 18-tal portretten van onderscheiden bestuurderen der school in het verloop der jaren. Behalve het portret van directeur von .Saher is er geen enkel van een der leeraren gedurende die halve eeuw in opgenomen. Dit is eigenaardig. WHTE S1AR Nieuwe drukken .\. ,]. <;. VKHSTKI?. Om! Tin. l woede druk. !)(> blx. met 70 afbeeldingen i], den tekst en l uitslraiide platen met 75 afbeeldingen. .Beosten en Ktols Maastricht. Hoewel het oorspronkelijk het plan was van de nitgever. om een ongewijzigden herdruk te laten verschijnen. yJ.jn zij daartoe; toch niet overgegaan, omdat de auteur het we.i-k wilde aanvullen en ver beteren. Daardoor is deze 2e druk veel uitgebreider geworden, /.oowe! wat tekst a,ls wat illustratie materiaal betreft. De schrijver behandelt in dit Werk d.e volgende hoofdstukken: Het verzr.meleu. Het antieke tin. Het ver dwijnen van antiek tin. - Litlvurgiscli tin. Huishoudelijk tin. Vervaardiging. -- Het gilde. De vervaardiging. De samenstelling. De merken. - De bewerking. Verva'sching. Schoonmaken van oud tin. -- De tinpest. Om geving. Beschrijving der afbeeldingen. Het formaat bleef hetzelfde als d.a,t VJML den eersten druk. Ook ditmaal werd he.t boek met de meeste zorg "P zwaar kunstdrukpapier gedrukt. Kveneens bij Boosten en Stols vei-schenen nieuwe drukken van buiideltjis verzen van .lari (ireshoff. ]. Aardscli eu llemelsch. 2. Oud zeer. :>. Vonken van he.t vuur. I. De Ceder. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID Is het niet, alsof een auteur een werk over eenige litteratuurperiode publiceert en daarin uitsluitend opneemt de portretten der uitgevers van de werken. in dat tijdperk verschenen? *) De geschiedenis van het Museum nut Kunst nijverheid en de School voor Bouwkunde. Versieren de kunsten en Kunstambachten 1877?1927. Door Mr. A. J. Enschedé. N.B. De fusschen haakjes geptonfate zinnen zijn aanhalinr/en uit dit werk. BERGT UWEN INBOEDEL BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN DEN HAAG OP IN HET BUITENLAND BIJ DS FIRMA BATENBURG & FOLMER TE 'S-GRAVENHAGE,HuiJGEN8pARK22 TELEFOON l 1030 EIGEN GEBOUWEN. Bespreking kosteloos 8PEC. BlNNENL. EN INTERN. TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl