De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 4 augustus pagina 5

4 augustus 1928 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2670 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 AUGUSTUS 1928 Wetenschappelijke Varia Jupiter's toestand door Dr. P. van Olst T^ IET alleen charity begins at home, maar ook L\ belangstelling in sterrekundige onderwerpen be hoort at home te beginnen, d.w.z. dat men zich niet al te uitsluitend moet interesseeren voor hetgeen minstens 10.000 lichtjaren van ons verwijderd is in de wereldruimte, maar ook voor onze naastbij gelegen buren, zelfs onze eigen familieleden op sterrekundig gebied. Daaronder versta ik o.a. onze mede-dwaalsterren, de andere planeten, die tegelijk met de aarde om de zon draaien en waarvan gewoonlijk alleen Mars de openbare fantasie prikkelt omdat Mars zich zoo goed leent voor slecht-gebaseerde speculaties over wereldoorlogen, seinen-w sselen en dergelijke. Op het oogenblik fonkelt in den heelen nacht weer Jupiter aan den hemel, van den laten avond totdat de rijzende zon ook dit hemelsche edel gesteente overstraalt en doodt. Men behoeft niet er naa- te zoeken want terecht zegt de astroloog in Faust (2e deel): ,,Und Jupiter bleibt doch der schönste Schein". Geen der andere hemellichamen, uitgezonderd zon en maan, evenaart deze planeet in glans, /ij is de grootste onder haar zustors, want haar middellijn is elf maal de aard-middellijn, zoodat haar inhoud 11 x U X 11 of ongeveer 1300 maal grooter is dan die der aarde. Als Jupiter een holle schaal was waarin we een gat maakten, dan konden. we door dit gat ruim duizend aardbollen naar binnen laten rollen als hagelkorrels in een. larnptegenwicht. Jupiter slaat echter vijf maal verdei' van de zon dan wijzelf en daardoor dus ook ver van de aarde af, zoodai zelfs deze reusach tige bol voor ons ongewapend oog een stip wordt. Reeds in een kleine kijker, b.v. in een tooneelPhoto naar Jujiiter kijker of triöder-binoele ziet men 'm plaats van een stip, duidelijk den sehijfvorm. en tegelijk ziet men opzij van de planeet, links en rechts eeriige heldere stippen, verschillend gerangschikt op v-erschillende oogenblikken van waarneming. Dit zijn de grootste vier d'-r talrijke manen .of sat< Tieten, die voor Jupiter de rol spelen van de eenige maan voor de aarde. De eerste mensch. die met de eerste verrekijker naar Jupiter keek en deze manen dadelijk ontdekte was (Jalileï. Van dat moment. mag men gerust zeggen, is Jupiter voortdurimd een dankbaar object voor kijkers geweest en toeh weet men altijd nog betrekkelijk weinig van haar af. De afstand der planeet, de beweging in ha:'.v baan, de afstanden en bewegingen van haai' manen zij n alle gemeten en berekend niet een nauwkeurigheid, die niets meer t- wenschen overlaat, totdat een verbeterde meetmethode misschien e.en nóg grooter accuratesse geeft, evengoed als een machtiger kijker misschien nog een paar mailen bij Jupiter's reeds goed, voorziene groep ontdekken kan. Xoo is ook de middellijn va.n Jupiter nauwkeurig genieten, hoewel een hooge nauwkeurigheid hier moeilijker te bereiken valt doordat de heldere schijf tegen den donkeren hemel door irradiatie of ..overstraling" grooter lijkt dan zij werkelijk is. Maar van den toe stand op de planeet zelf weet men nog maar be droevend weinig. Men weet wel dat de dichtheid der planeet gering is. Het soortelijk gewicht (dat bij onze aarde nog ruim 5.5 is) is bij Jupiter slechts n derde meer dan van water. Do reus achtige bol is dus betrek kelijk licht. Was Jupiter tot h&ar diepste kern van gelijkmatige dichtheid dan zou, bij de zeer snelle draaiing om haar as. dit; zij vertoont, de planeet door de middelpuntvlie dende kracht een zeer sterke afplatting aan de polen moeten vertoonen. Deze afplatting toont zij wel (zie de figuur) maar in veel geringer mate dan de draai-snelheid zovi doen verwachten. Dit is een reden om aan tenemeii dat het binnenste van Jupiter veel grooter dicht heid heeft da.n de buitenlagen. Het staat dus wel vast dat de buitenlaag van Jupiter. over een afstand van duizende ki lometers onder de opper vlakte, een zoo geringe dichtheid heeft dat deze lagen naar allewaarsehijnlijkheid gasvormig zijn. Men neemt thans aan dat Jupiter een vaste kern heeft, zoo dicht als rotsge steente.met een middellijn va.n twee dorde der geheele planeet, l )er/.o. kern is omgeven dooi' een oceaan (of mogelijk een laag ijs) van 17.000 Kilometer diep. waaromheen dan nog e en KOOI-t dam pk ring komt VH.ii (!.")()() K.M. dikte. Ter vergelijking: onze oceanen zijn in hun alleidiepst e plekken (bij uit zon dering !) slechts H) K.M. diep terwijl onze damp kring hoogstens eenige honderden. K.M. dik is. Ken zoo dikke dampkring als hier bij Jupiter verondersteld wordt., onder vindt in. zijn diepste laKen een zoo geweldige druk dat de gassen hier de dichtheid van wat er zouden hebben tenzij de tempera,!uur hoog is. Daar wij y,a,gen dat do dichtheid validen dampkring juist klein moet /ijn om de geringe planeetat'platting te verklaren, volgt daaruit, d'it de diepere lagen van Jupiter een hooge temperatuur moeten hebben. De buitenoppervlakte is echter stellig zeer koud. Metingen van de warmte, die .Jupiter ons toezendt, wijzen uit dat bijna de gehoele warmte; afkomstig is van teruggekaatst zonliehl on slechts voor een zeer klein deel va.n .Jupiter zelf. !){? temperatuur aan de oppervlakte is vermoedelijk niet hoogor dan 120°Celsius onder nul. en denkelijk nog wel lager. De wisselende vlekken op Jupitor. die de hierbij gereproduceerde foto doet zien. en die in eigenaardige, strepen of banden gerangschikt zijn, evenwijdig mot den equator, en die men reeds lang voor wolkachtige vormingen heeft gehouden kunnen dus niet uit waterdruppels bestaan, zooals o ize aardsche wolken, want bij zóó lage t einperat uur is water ijs. 7ij moi t.-ii dus uit. oen of andere stof lus'aa,:i. die bij een veel lager temperatuur dan wat"i' dit doet. condenseert (ot zichtbare wolken. Boven deze wolkcnlagcn moot de dampkring zich nog een eind vorder uitstrekken, omdat do schijf, die Jupiter in den. kijker toont. aan de randen veel minder Kolder is d:ui in het midden. Dit valt niet op als men door don kijker kijkt liij nacht omdat dan de donkere homelgroiid door contrast do. soliijfranden voel helderder doet lijken. Probeert men echter eens de planeet bij daglicht in den kijker te krijgen (wat o.a. wol lukt als men 's morgens bij zonsopgang do plaats der planeet in de gaten houdt tot de lucht blauw is geworden) dan zal men de schijf in. het midden het helderst zien. Dit verschijnsel is te verklaren door oen dmnpkring buiten, don wolkeidan.g. Ken andere eigenaardigheid zal een leek echter niet gemakkelijk coiistatooreti. Dit is de afneming in helderheid van Jupiter ti,"ar gelang de zonnestralen onder een grooter hoek van Jupiter af iiaa.r ons teruggekaatst wol-den. Staan wij dus tusschoii Pecunia non olet Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Jordaan Michel: Geld stinkt niet maar er zit toch een lucht/c aan" Jupiter en de zon da.n is Jnpiter's helderheid het grootst. Hoe verder wij echter opzij staan dos te miltder helder is d,e schijt. Dit verschijnsel is als volgt te verklaren. Hekijken wij een muur. terwijl de /,on ons pal hl den rug staat, (laii zien wij geen schaduwen iu (ion muur want in alle putjes eii groeven dringt het licht binnen en kaatst naar ons terug. Sb1.!1!! wij echter zoo dat de zon rechts ot' links van ons staat, d,us rakelings langs do muur schampt. dan zien we allerlei kleine slagscha.duwon in de oneffenheden van don muur. Door deze kleine maar talrijke schaduwen zieti we niet alleen het relief van den muur beter. maar bovendien is de muur daa.rdoor mhiilcr helder dan eerst niet do zon in onzen rug. Hij Jupiter zweven geweldige wolkmassa's in den dampkring. Staan wij tussehen J n pit e.- en do zon (dus met do zon iu onzen rug) dan zien we Jupiter helderder doordat de zon over;1,] tussolnn de wolken ('er p!a loot indringt; valt echter hot zonlicht scheef in, da.n zien we ook de schaduwen dezer wo!kge\'aart en en de/e schaduwen maken de geheelo helderheid, geringer. Als n achtste van Jupiter's dampkring bezet is met dit soort sehadmvgovondo wolken (te vergelijken met onze stapclwolken), d:Mi kan men do verandering in helder heid afdoend verklaren. Op deze wijze ka.il men zich cenigerniate oen idee vormen van de natuurgostoldhoid op Jupiter. N.V. J S. MEUWSEN'S Grootste keuze. . . . STETSONS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl