Historisch Archief 1877-1940
roenc
zexblad voor Nederland
Sinds meer dan vijftig
jaar aan de apita der
?weekbladen . . . ."
ONDER HOOFDREDACTIE VAN G, W. KERNRAMP
Redacteuren: H. BRUGMANS, M. KANN EN TOP NAEFF
Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333
Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C.
Dun, tóch ijzersterk
OPGERICHT IN 1877
No. 2671
ZATERDAG n AUGUSTUS 1928
Noodeloos alarmgeschrei
door Dr. E. van Raalte
Belgiëen Nederland
VACANTIETIJD is het, maar niet voor hen,
die zich hier te lande bezig houden met de
voorbereiding van een straks aan onze Zuidelijke
buren aan te bieden ontwerp-verdrag. Daaraan
wordt duchtig gewerkt en met succes, want men
schiet goed op. Dat moge jammer wezen voor zekere
elementen, die van een accoord tusschen Belgiëen
Nederland niets willen weten en er daarom voort
durend op uit zijn te stoken en allerlei uit hun duim
gezogen verhalen te lanceeren, die even weinig
steekhoudend zijn als het gewicht, waarmee ze
worden opgediend, groot is. In Brussel, dat spreekt
wel vanzelf, zal men met vreugde het oogenblik be
groeten, waarop Minister Beelaerts zal kunnen
mededeelen, welke voorstellen hij ter tafel wil bren
gen. Het is hier te lande zoo uit en te na, werkelijk
van alle kanten, betoogd, dat de vragende partij
Belgiëis, dat het de Belgen zijn, die op een nieuwe
regeling gebrand zijn, dat natuurlijk geen verstan
dig ^'Nederlander zich over een zekere mate van
ongeduld, die zich van vele vrienden in het Zuiden
zou gaan meester maken, zal verwonderen.
Maar jawel, als het om internationale vraagstuk
ken gaat en vooral, wanneer het aangelegenheden
met Belgiëbetreft, is op eenmaal bij vele
landgenooten het verstand op den loop. Zuo moet men,
dunkt me, ook de omstandigheid beschouwen, dat
in meer dan n blad op de allerzotste manier is
uitgepakt naar aanleiding van de in het begin van
Juli door den Belgischen Minister van
Buitenlandsche Zaken in de Kamer van Afgevaardigden
gehouden redevoering over de
Nederlandsch-Bclgische vraagstukken.
Dat Zijne Excellentie Paul Hijmans in 1919 ten
onzen opzichte een houding heeft aangenomen, die
verre van aangenaam was, dat er toen van Belgi
schen kant ontzaggelijk overvraagd is en dat ook
het verdrag, zooals het ten vorigen jare door onze
Eerste Kamer van de hand gewezen werd, nog
?eenige leelijke overblijfsels bevatte van den kwaden
geest van A7ersailles, zij ten volle erkend. Maar dat
kan toch nooit reden wezen om net te doen, alsof
«r met die Belgen en met hun Minister eigenlijk
nooit wat te beginnen ware en om venijn te zoeken
zelfs daar, waar het heelemaal niet is. Hcusch, wie
de zaken rustig bekijkt, weet drommels goed,
?dat er sedert 1919 in en buiten Belgiëvoldoende
veranderd is, waardoor ook Minister Hijmans in
1928 geheel anders denkt en handelt met betrekking
tot de Belgisch-Nederlandsche aangelegenheden,
dan negen jaar geleden. Hoezeer echter bepaalde
lieden in Nederland alle objectiviteit uit het oog
verliezen, zoodra onze betrekkingen met Belgiëin
het spel zijn, is wel zonneklaar gebleken uit
menigen commentaar, dien de zooeven genoemde rede
voering van Minister Hijmans verwekt heeft.
En dat allemaal omdat de bewindsman in
kwestie een voor zijn doen werkelijk zeer kalme
'Speech gehouden heeft, waarin hij er op uit was
de gemoederen aan gene en deze zijde van de grens,
voor zoover noodig, bedaard te houden !
: Duidelijk liet hij uitkomen, hoe een onderlinge
.regeling tusschen Nederland en Belgiëook in zijn
oeigen terecht, dunkt me verre de voorkeur
?? verdient boven een oplossing na en dank zij
be? moeiing van anderen, en duidelijk ook bracht hij
op den voorgrond, dat de door Belgiëgekoesterde
verlangens in beginsel niets inhielden, wat van ons
noodeloos zware en onbillijke offers zou vergen.
Het spreekt intusschen vanzelf, dat Minister
Hijmans niet kon nalaten om der wille van de
ongeduldigen in zijn land, te verklaren, dat hij zelf
in den Haag op spoed had aangedrongen en men
daar ten antwoord had gegeven, dat wij inderdaad
spoed zullen betrachten en niet een politiek van
tergend talmen en uitstellen zullen volgen. En het
is eveneens zeer begrijpelijk, dat hij er aan toevoeg
de, dat, als dan onverhoopt, binnen afzienbaren
tijd, toch nog geen accoord tot stand zou kunnen
komen, in dat geval de y.aak voor een internati
onaal forum zou dienen gebracht te worden.
* *
*
Is nu hot maken van een dergelijke1 opmerking
een halsmisdaad, en valt zij toe te schrijven aan
een uit nationalistische overweging-en voortgeko
men neiging van Belgiëom ons als het ware door
afpersing klein te krijgen:1 Wie eerlijk en onbevan
gen de situatie bekijkt, zal terstond op deze vraag
ontkennend moeten antwoorden en zal niet eens
noodig hebben er de aandacht op te vestigen, dat
een man als do bekende socialist, oud-Minister
v. d. Velde, die de historie heeft het ten onzen
gunste doen zien toch allerminst door voor
Nederland gevaarlijke gevoelens bezield wordt, het
door Minister Hijmans ingenomen standpunt ten
volle goedkeurde.
Dat standpunt zal een ieder, die zich rekenschap
geeft van den toestand, geheel en al moeten aan
vaarden.
Ziet, in 1919 is men te Parijs overeengekomen, dat
Belgiëen Nederland gezamenlijk een regeling zou
den ontwerpen met betrekking tot de bevaarbare
waterwegen, zich daarbij latende; leidon door de
algerneene beginselen, welke de vredesconferentio
had aangenomen, waarbij overigens vooropstond,
dat alles wat overgang van territoriale
souvereiniteit of vestiging van internationale servituten met
zich mee zou brengen, achterwege diende te blijven.
Vast staat dus, elat er een nieuwe regeling in het
leven geroepen moet worden. En als men daarin
tenslotte niet zou slagen, dan zou toch voorzeker
de eenige uitweg nog zijn, dat d(ïhulp van derden
werd ingeroepen ten einde een oplossing te bereiken
van ele problemen, die men niet voortdurend
one>pgelost mag noch kan laten.
Brussel en elen Haag hebben ongetwijfelel reden
om liever te probeeren onder eükaar ele moeilijk
heden tot een ge>ed einde te; brengen. Maar lukt
dat niet, dan breekt het moment aan, waarop an
deren er bij te pas zullen dienen te komen. Want
zeer zeker geldt ook hier het: lites finiri oportet.
Tegenover elkaar te blijven mejkken ware uit tien
booze, en zou elk oogenblik tot de* onaangenaam
ste voorvallen kunnen leielen. Als twee; staten, en
vooral als twee buurlanden overeengekomen zijn
een regeling in he>t leven te roepen eimtrent punten.
elie beider belangen raken en het blijkt hun op elen
duur niet mogelijk het zoover te brengen, elan is
het aanhangig maken van de zaak voor een inter
nationaal forum om aldus tot een solutie te komen.
niet meer dan logisch en in ve>lkomen
overe-enslemming met de huidige opvattingen omtrent een
goeelen gang van zaken in. het internationaal
statenverke'er.
He't is wellicht niet kwaael hier eens e-ven te
herDE GROENE AMSTERDAMMER
Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling.
Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel
Postgiro 72880, Oem.-Giro O 1000.
INHOUD:
10.
11.
12.
13.
15.
16.
17.
18.
17.
20.
Dr. E. van Raalte, Noodeloos alarmgeschrei.
Prof. Dr. D. Cohen, Jewish agency.
Aanteekeningen. Joh. Braakensiek, Noord
pool.
H. G. Cannegieter, Achter den afsluitdijk.
Prof. Dr. H. Brugmans, Het werkhuis.
Dr. R. Feenstra, TikHaadjes.
Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de natuur Mr. Frans
Coenen, Kroniek.
Alle Smeding. De vrouw en de Olvmp. Spelen,
met teeken, d. Erna Plachte.
A. Detresne, Nieuwe Verzen.
L. J. Jordaan, Bioscopy.
A. Plasschaert, Schilderkunst. Jan D. Voskuil,
Toegepaste kunst.
S. L. Schwarz, Schetsboekbladen.
C. A. Klaasse, Restricties en haar gevolgen.
Beursspiegel S. Kalff, Amsterdamsche straat
namen.
Vicente Ibanez, De laatste leeuw J. G. Sinia,
Strandkampong.
Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands
Melis Stoke, Vacantie-lectuur.
Alida Zevenboom's Croquante croquetjes 'Jantjes
Kladschrift.
Cel 2, Telefoontje Charivarius, Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De
Gemeentebegrooting voor 1929.
De beschaafde smaak
Vraqcfb Bonbons
R/NGER5
Lek op den naam
inneren aan wat er tusschen Zwitserland en Frank
rijk ge'beurd is met betrekking tot OppeM'-Savoye
en hejt zgri. zone-vraagstuk. In. 191!) liaelden de-ze
twee landen e-en accoe>rd getroffen volgens
hetwelk het bestaande re'gime eloor e'en nie-uw
vervangen zou we>rden, waarover yjj hel eerst e-chter
eens moesten worde;n. Doch elat laatste! ble;e-k mak
kelijker gezegel elan gedaan en allerlei ve-rwikke-lingen
de;den '/Ach veieir, die e>v einele-lijk toe le-ielele-n. elat
thans e-e;n e>veroenke>mst is goma.akt. We-lke- teit
strekking heeft, elat he-t Internationaal
(ure-chtshe>f tensleitte- zal be-slissen. welk regime- e-r Ml kome-n
te ge-.lele-n, als partijen er niet in me>e-hte-ii slage-n
binnen een be-paalele-n termijn emelerling ele-
ve-reischte regeling vast te ste-lle-n.
Dit voorbeeld meiel men y.ie-h ten onzent veior
oogen houden, want /.e>o alle-e-n valt e-r heele-ii ion
elag'e te hanelele-n eleieir \ eilke-re-n. wie-n he-t ernst is
met hot ijveren voor e-en ele-uge-lijke- internationale
rechts^e-me-e-nse-hap.
],ie-fst moe-ten wij probe'eren hot me-t Helgiëe-ons
te worelen. zemde-r e-e-n beroe-p op nnelereti t o eloe-n.
Maar slagen we- elaarin niet, elan is hot aanhangig
maken elor kwesties voor e-e-u internationaal colle-ge-,
in ste-e- van verwerpelijk, hot ooiiigo juiste-, l^r is
elus allerminst roeien e mi he-t Minister 11 ij mans ouve-1
te- duiden, elat hij. elaarin krachtig ge-sieunel eloeir
y.ijn ve>organger v. el. Ye-lele-. alle-en als subsidiaire
metlmde- e-em elergelijke procedure bople-itte. me-t
name- veior heit ge-val elat hot langs eüre-kten weg
nie-t '/.<>u lukken eim hel e-ons te' weirele-n.
.Slechts wie belust zijn e>p een steiken tusschen
Belgiëe-n Xodorlanel. of wie- x,ie-h door een ne>e>elek>e>s
eipge-woiielen genien-el Uiten verle-ielen eim de
Noderlanelsch-Bolgise-lio vraagstukken e-eir/.ijelig te' zien
en te' belichten, kunnen elo jongste- uiteenzetting
van elen. leader van Ue-lgië's buitenlanelsche- pejlitiek
aansrijpen eim alarm te- roepe-n.