De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 11 augustus pagina 12

11 augustus 1928 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN n AUGUSTUS 1928 No. 2677 Paviljoen Vondelpark" Tel. 24190-27595 Oroote en kleine Zalen voor Déjeuners, Diners, Soupers, Bals en Recepties Huize ZOMERDIJK BUSSINK. TOEGEPASTE KUNST door Jan D. Voskuil Een merkwaardige tentoonstelling van Xilversmeedwerk Het is geen alledaagsche gebeurtenis, gebruiks voorwerpen te meigen bezichtigen uit een bedrijf, ?dat gedurende 175 jaren A ai vader e>p zoon over;ging, te meer daar deze voorwerpen met ke'nnis en -liefde ve>eir het ambacht vervaardigd weiden. Eén dezer dagen viel ejns dit voorrecht ten eleel bij ?een bezoek aan de tentoonstelling van zilveismeeelwerk, welke door de firma Wee?. H. Helweg en /eiem te Amsterdam gehouden wordt, ter- herdenking van haar oprichting in 1753. Het karakteristieke eiuderwetsche huis op de Reizengracht. waai in eleze zaak ruim tachtig jaar gevestigd is. bezit, evenals he>t ?bedrijf, in den geieelen zin des woords ..traditie". Wanneer men de aiitie-kc toonkamer binnentreedt, bemerkt men een harmonie tusschen deze inge togen glanzende voorwerpen van waarlijk e.'rle-l metaal en de deftige omgeving, waarin zij ge xpo.seerd zijn. De tentoonstelling biedt een overzichtvan hetgeen sedert de oprichting tot stand kwam. In het kort memeireere-n wij ele veieirwerpen uit eïen vroegsten tijd, die zich kenmerken eleieir hun een voud en ietwat beiersche- degelijkheid, verveilgens het latere werk uit de vorige eeuw. waarop de ?.speelsche versieringen hier en elaar aangebracht, periodes van verval verraden en ten sleitte den arbeid van ele laatste jaren, waai in over het alge meen een gave en strenge- veirmgevirig gehandhaafd is. Het jemgste; geslacht heeft van ele jarenlange ?ondervinding ongetwijfeld gebruik ge-maakt, deich het ga!' tevens zijn voorwerpen e-en karakter, elat zich bij dezen tijel aansluit. Oe>k hier is vereen voudiging van vorm te bemerken, want men wilde.' bovenal nuttig zijn en meer mag e-r niet van ee-ii modern gebruiksvexii-vveip verlangd we>rele-n. Wan neer men ele-ze' opvatting getrouw blijft, krijgen ee-ii ?geiedige paplepel, een nijdige vleeschvork eif een .?sierlijke suikerstreieiier vanzelf hun ste:\ige. kantige of zwierige vormen, die he-t best met het de iel, waarveieir zij gebruikt zullen weirden-eivereenkeimen. De nieuwe modellen worden meestal niet veioruit op papier eintweirpen. doch wanneer de beide broeders, die thans de zaak drijven, een ingeving krijgen, nemen zij het zilver te>r hanel en verwerke lijken al smedend hun ielee. /eieideiende vermijden zij theoretische" onjuistheden, terwijl daardoor evenmin overdreven eischen aan het materiaal gesteld kunnen worden. Wij zagen van hen een botermesje, uit n staaf zilver vervaardigd, van waar men de bewerking als 't ware kon aflezen. Verder noemen wij een menigte greiote en kleine lepels, vorken en vischcemverts. waaronder menig ?oorspronkelijk model te roemen is en aspergetangen, die het af kluiven van slieraspei ges te»t een minder ?emsmakelijk schouwspel verheffen. Documenten door ouderdom vergeeld en oude prenten, elie een beeld van het bedrijf geven, luisteren eleze tentoon stelling op. Van vele geschiedkundige feiten noemen wij echter een enkele, omdat hieruit blijkt elat het ambacht en zij die dit nejbele hanelwerk in eere Welden, voeir een groot kunstenaar aantrekkelijkheid moet hebben gehad. .Teizef Israëls weiemele een achttal jaren bij de familie Helweg in en schilderde in 185(5 het portret van Hendrik Helweg. dat later ?geëxpeisee-rel werd einder den titel: ..Een mijner vrienden". SCHILDERKUNST door A. Plasschaert Een Inleiding; over inleidingen Ik moet een aantal boeken bespreken over schilderkunst, boeken, met inleidingen. Met ver schillende soorten van inleidingen. Die zijn er zoovele, als er inleiders 7.ijn, en er zijn vrij veel inleiders. Misschien is het dus niet onjuist te vragen welke eischen te stellen zijn aan zulke inleiders, al lijkt dit wat bruusk, nu zoovele der inleidingen 7,00 oprecht van onkunde getuigen. K n dan schijnt het mij toe, dat een inleider in eon schilderkunstig probleem (een mensch, een schilderij) verstand van, zeker gevoel voor schilderkunst moet hebben, dit tot bewustzijn moet kunnen brengen en dit moet kunnen uitdrukken, Dit lijken mij, den een voudige, eischen toe, waaraan moet worden vol daan. Ik weet echter dat er sommigen zijn in dezen tijd, die 't verstand etc hebben een gevaar en een bezwaar vinden integendeel, en die geen verstanddaarvan-hebben veel noodiger \inelen. Deze /.eggen: zonder verstand en gevoel etc. staat ge 't zuiverst tegenover het te beoordeelen werk, ge staat er los van. en als een god er vrij tegenover. Wellicht ver gaten dezulken, dat de reacties op de besten eenigszins toch de waarde van. liet kunstwerk steeds bepaalden. Kr zijn andere soorten. Een van deze heeft op een philosophischen trant een philosophisch vermoeden van de schilderkunst, en te vree noemt die soort dat eene Idee; ik heb exemplaren van dat soort vóór een schilderij zien staan, als een panther voor een beeld van emelelgbarc schoonheid; onbevreesd, maar onkundig, menschelijk-hoogmoedig maar overtollig; verma kelijk om te zien, mant' nutteloos. Kr is een ander soort. Dit soort bevat de Verwa:den. die b.v. litteraire expressie! en schilder kunstige waard" en waarheid door malkanele-re-n haspelen. Dit zijn gevaarlijke lieden, want zij schrijven soms go< d maar over iets, dat niet bestaat elan in hun verwarde hoofd. Kr is e-en dei d" soort, elat der l'oluwe-pe-n. Deze naam lijkt op den naam van een soort mest kevers, die bol letjes rollen, liet zijn echter meiischen, die te veel woorden voortbrengen, en ge begrijpt, dat elke Inleiding hun een gezochte buit is. /ij zijn toch steeds in de mogelijkheid, waar ook. iets van hun overvloed te verliezen, en dut raken zij dan ook bij het minste kwijt, zonder eenige. terughouding en bewustzijn. Hiertoe, tot de l'oluwepen., behoort- een paar Broers. Kr is een. verder soort: dat der Brutalise-ere-nelen. /ij meenen door brutaliteiten (b.v. hun hoed scheel'-achter over op hun hoofd) het schilderij zijn geheim af te dwingen; nooit zag ik het: zwijgen van het schilderij groot er worden dan voor hen. Kr zijn goedhartige inleiders. Die voerden gesprekken met schilders. /ij bekennen, dat zij er niets van. wisten, hopen er nu iets van te weten, maar bewijzen onbeschroomd. dat de e:erste toestand bleef bestaan. Kr zijn er, die trappen opklimmen, in zich zelven. of die een. alles smarteloos en smakeloos aannemende, onder danigheid bezitten. Deze zijn vooral door schilders zeer geliefd, maar zij bezitten voor de overigen geen autoriteit. Kr is nog een soort. Die, als musschen, sjilpend om de stukjes brood vliegen, dat brood is hun des meesters roem. en verheugd, na veel vreezen, op een klein afdakje; ergens komen te zitten, treitsch en dankbaar als de musse'heii. Dat zijn ele; bij brokken ejn be'etje.s veive-rde-rs. Oeik elie schrijven Inleidingen. Het mee-st eloe-n dat ele Theoretie'i; elat zijn de gouverneurs e'ii ele commissarissen der kunst, /ij spre-ke-ii met auto riteit over hun provincies, alsof elie gansche! continenten groot zijn. Er zijn n< gamle'iv soorten maar voor een ander artikel zijn eüej. Ik wou in deze Inleiding alleen elie eenvemeligvn behandelen, die verstand hebben van schilderkunst (en dat zijn zeker nie't alleen ele schilders!) < 11 elie wij ele Kescheiuwe-rs iie>emden. en neie-meii. Die: zijn er eie>k neig, en. elie schrijven we-l e-e-ns Inle-ielinge-n. Maar weet van schilderkunst hebben (elat is e>en betere uitdrukking elan verstanel er van hebben) is niet voleleie'iule veieir een ware' Inleiding. Ke'ii Inleieling te>ch is een ingang, en e'e'ti e>verzicht; e'eii eipweikking en eje'H terre;in-teekeiiing; e'eii liefde, ee-n plattegrond e'n soms e>e-n gebouw, waarin ele schilder kan huizen voor ee'ii ge-eleelte- of geliee-1. De schrijver van e-en Inleiding moet ee'ii me-nse'h kunnen s<'he>ppen e'n e-e-n sphe-e-r eleien ge-veie-le-n. Hij moe-t daarvoor ze-!f ee'ii mensch x.ijn, e-en sphe-er GIDDING&I iTUYNENBURG MUYS| bezitten, en kunnen schrijven, want door het schrijven (o. schilders) bestaan ele Inleidingen. Het klinkt vreemd voe>r velen, die; Inleidingen schrijven, maar ele' Inle-ielers meieten kunnen schrijven, en zij meieten, weet hebben, ik herhaal het van de: schil derkunst, /ij moeten zich zeïlve kunnen realise-e-ren i want dat is schri.jve-n) e-n zij nu>eten anderen kunnen realiseeren. /ij meieten van achteren naar ve>ren teie kunnen le-ze-n. e-n zij moe-ten ele- tee-kens kennen, waarmede ele> psychische toe-standen verteilkt weirele-n in de' een eif andere kunst, /ij moeten ze-lf elvis zoo psychisch rijk zijn als maar meigelijk is. e'ii els> schrifturen van ele-ii ge-e-st moete-n ; e' i hun meige-lijke lectuur zijn. «ij Kle.ykaiii»: Schilderijen van. < edric Morris; l'ottebakker's werk door W. State Miirray Het pottebakkerswerk van Murray is ongetwij feld belangrijker deieir seiberheiel. eenvoud, e'ii be handeling eive-reeiikeimstig het materiaal, dan he-t schilderwerk van Morris. Hij eh't laatste vindt ge; ee-n aant il invloeden van zeer moelerne, kunst uitingen te' l'arijs. maai' er is elaar toch niet ge nen-g van eipgesteikeii eif e-ruit gehaald. Keil factuur als elie van Marris maakt het verteiemde niet aange namer; el<> verf bleef we-l zee-r verf. en werd te zelden 't te- huis v;-j;i e-;-n («iii'/oetii»'/, van e-e;ii zekerheid. e>f van ele se-hoonheiel. ze-lf. Waiine-er ik van al eleze dingen twe-e- se-hilelerijt je-s ze m willen noe-me-n, zemelen het zijn: .\o. -'12. «-n hoeip bleic-men geworele-ii te>t een vaste- kle-ur e-n. Xo. ."> e-e-n ele- Winterachtige e-xpre-ssionislise-he veiorstelling. De: meeste' overigen zijn niet te \\vl-ge-slaagele; herinneringen (iil veirin. aaret. veiorste-llingl aa-u anelere. meide-rnen. He-t peiUe-bakke-rswe-rk van Miirmy is e-venmin e-en wonder van perseiemlijkhe-iel. noch \e-rtoont hel e-en groot.- aantrekkelijkheid elaarejeieir. .M;':ir het is. i'l s k rit i klis \ a n veirineii e'H van kle-ureu ge'spreike.'i. 1'a! soenli.jk. Ili-t i-; geen exe-e-s. e-n elat is geie-el: elie ga:m voeirbij als e-e-n wiiielvlaji.g: he-t is geen ontkenning van \ak of materiaal en eht is goeel. w;>nt zoiieler eli.- be.iele blijft, in elulible-n 7,\\\. geen enkel werk. lle-t is wci-k. van ee-n e-e-rbaar werkman, e-n elat in e-en elie-pkleiirig binnenhuis liete-r zal blijken elan znoals het hiel'uioi-st weifelen uit ge-stil lel. Ve.eiral bij ele bruine potte-n (C>0. 7>S) e-n bij ele- grijsbri.ine-n e-te'. Cl'.\. 27). zijn iWingeüiam ? dingen, die: zich nie-t eipelringe-n. maar bij blijven. Voor de vacantiel SORRELL en Zoon DeieiK WARWICK DEEPING Ing. f 2.90 Gib. f 3.75 Wie eT van houdt, op ee-n zoinei'se-he-n namielelag in e>e-n still'-n lommerrijken tuin i-ustigje-s te- geiiicti-n van ee-n goeele-n roman, eli-.-n kunnen wij emvejorwaarele-lijk elit beiek a-:mbi-ve-len. lv:ii beiek. elat elcii leze-i- onafge-broke-il bex-it. e-en sterk boek. e-ele-1 en verfrissciienel. Ki. elaarbii. . . . alle'-s arielers dan zwaar-e>p-ele'-haiiel. \Vij Wi-iise-hen hi-t ve-le- le-zt-1's teie. In iede're'ii boe-khande-1 vi.'rkrijgbaar. VAN HOLKEMA & WARENDORF's Uitgevers-Maatschappij - Amsterdam.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl