De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 18 augustus pagina 1

18 augustus 1928 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

P)e Groene <bc_-AVcieKblad Nederland Sinds meer dan vijftig jaar aan de spits der weekbladen . . . ," ONDER HOOFDREDACTIE VAN G, W. KERNRAMP Redacteuren: H. BRUGMA'NS, M. KANN EN TOP NAEFF Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333 Uit.: N.V. DE GROENE AMSTERDAMMER AMSTERDAM. C. Alom verkrijgbaar OPGERICHT IN 1877 No. 2672 ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1928 De Olympische spelen IN het purper gekleed, op een door vier witte paarden getrokken w.agen, hield een over winnaar P de Olympische spelen zijn intocht in de stad, waar hij woonde ; soms werd een stuk van den muur gesloopt, opdat hij niet langs den weg der gewone stervelingen zou behoeven binnen te tomen. Omstuwd door een juichende menigte, reed hij naar den tempel en gaf daar het door hem behaalde eerbewijs in bewaring; een krans, ge vlochten uit de takken van den heiligen olijfboom, dien Herakles had geplant. Zijn leven lang bleef luj de grootste onderscheiding genieten; in den schouwburg werd hem de eerepiaats toegewezen; van de zorg om belasting te moeten betalen was liij ontslagen. Als eronder de kampioenen van de jongste Olym pische Spelen een inwoner van de residentie is ge weest, hebben zijne stadgenooten hem in elk geval niet binnengehaald op dezelfde wijze als in de Orieksche oudheid geschiedde; de Hagenaars be waarden dan hun enthousiasme liever voor de joyeuse entree van Josephine Baker. Zelfs van aus Braun, vermoedelijk wel de populairste der Nederlandsche Olympische kampioenen, hebben we niet gelezen, dat haar door de stad, aan wie het voorrecht te beurt viel haar onder zijne burgeressen te tellen, een intocht vol praal en staatsie werd beTeid. Zoodat ook hieruit blijkt, aangezien onze land en tijdgenooten over het algemeen toch met een groote begaafdheid voor jubileeren gezegend zijn, dat er eenig verschil bestaat tusschen de waar deering, waarin lichamelijke kracht, geoefendheid «n behendigheid zich bij de Grieken mochten verleugen en die, welke wij er voor over hebben. Alleen daarom reeds kunnen de Olympische Spelen voor ons niet meer hetzelfde beteekenen als voor hen, die ze in het aanzijn hebben geroepen. Maar nog andere redenen maken dit onmogelijk. Bij de Grieken had het feest een godsdienstig en oorsprong ; de Olympische Spelen waren het vierjaarlijksch feest, dat ter eere van Zeus te Olympia werd gevierd; zij begonnen met een offerande aan De feestredenaar, die de spelen te Amsterdam :met een wijdingsrede opende, heeft kans gezien ook ,,de religie" er bij te pas te brengen, maar indien zijn oratorische gave dit kunststuk niet vol bracht had, zou geen der aanwezigen het ontisreken van het godsdienstig element als een gemis ?hebben gevoeld. Voor de Grieken waren de Olympische Spelen ?een nationaal feest; barbaren", vreemdelingen, waren uitgesloten van de deelneming; die stond .alleen open voor vrijgeboren Grieken, voor Griek asche mannen vrouwen mochten zelfs niet tegen woordig zijn bij het feest voor Grieken uit .alle landen, waai dit volk zich had gevestigd; vooral de Giieken uit de koloniën op Siciliëen in Italiëleverden een groot contingent van de deel nemers aan en de toeschouwers bij de wedstrijden; ?zoo werden de Olympische Spelen het groote vereenigingspunt voor alle Grieken, waarheen ?ook verspr?id. Bij de spelen, zooals men die in onzen tijd heeft ?doen herleven, heerscht daarentegen de interna tionale wedijver. De aanwezigheid van mannen en vrouwen van allerlei landaard verhoogt de ? aantrekkelijkheid ervan; hun deelneming aan de tournooien levert een waarborg, dat men op elk .gebied van sport de beste verrichtingen zal kunnen aanschouwen: maar terwijl de Olympische Spelen wit de oudheid als een soort van nationaal cement konden gelden, mag men van die van heden niet verwachten, dat zij een verbindingselement tus schen de volken onderling zullen worden. Niet omdat wedijver, zij het op geestelijk gebied, zij het op dat van de geoefendheid van het lichaam, onbestaanbaar zou zijn met een vreedzame samen leving der volken, maar omdat de internationale verbroedering uit dieper liggende en ernstiger beweegredenen moet voortkomen dan die, welke leiden tot het houden van internationale sportfeesten. Te hoog moet men de beteekenis van deze laatste niet opvijzelen; ze behoeven zich niet beter voor te doen, dan ze zijn; zooals ze zijn mogen ze er echter gerust wezen; en Nederland heeft alle recht om zich een veer op den hoed te steken wegens het volledig succes van de Olympische Spelen te Amsterdam. Dit beteekent dan eigenlijk, dat wij alle reden tot eerbied hebben voor het werk van de mannen van het Nederlandsen Olympisch Comitéen hunne medehelpers, die. toen de volksvertegenwoordiging weigerde het door de regeering voorgestelde sub sidie te verleenen, zich niet hebben laten ont moedigen en niet alleen de financieele basis van de spelen hebben gelegd, maar tevens op zulk een voortreffelijke wijze voor de technische voor bereiding ervan hebben gezorgd. Het heeft natuurlijk niet ontbroken aan menschen, die voorspeld hebben dat ei' van de Olympische Spelen niet veel terecht zou komen; in Parijs, of Londen, of Berlijn kan je zoo iets doen, maar niet in. Amsterdam !" Ook toen het werk begon te vlotten en de grootste moeilijkheden overwonnen schenen, zeiden deze ongeluksprofeten: wacht maar ! ze zijn er nog niet !" Er zijn nu eenmaal vele Nederlanders, die niet de minste fiducie toonen in wat wij zelf vermogen, en die bovendien behept zijn met het talent om bij een helderblauwen hemel in hun verbeelding reeds de donderbui te zien, die straks misschien zal opkomen Nederlanders van de soort, waarvan ik het voor recht had 11. Zondag, bij het springconcours in het stadium, op de staantribune er n tot mijn buur man te hebben. Wanneer een ruiter over de eerste hindernissen heen was gesprongen zonder een fout te maken, zei deze Nurks: hij is er nog niet! wedden dat hij bij de volgende een lat er af gooit !" Ook het Nederlandsch Olympisch Comitéheeft bij zijn verrichtingen tal van toeschouwers gehad, die altijd in de blijde verwachting verkeerden dat het mis zou gaan; maar ten spijt van deze Schwarzseher" heeft het alle hindernissen zonder fout ge nomen en onder het handgeklap van tienduizenden zijn parcours volbracht. Wat voor veten een openbaring kan zijn geweest: de Olympische Spelen hebben soms ook een ont roering van schoonheid gegeven. Al dadelijk het stadium zelf, grootsch en impo neerend van opzet; op middagen als de beide laatste van de spelen, toen er geen plaats onbezet bleef en de veelkleurige toiletten der dames, de uniformen der ruiters en de bonte jasjes en vlag getjes van de buitenlandsche athleten en hunne supporters de tribunes tot een hellende bergweide maakten, doorspikkeld met duizenden bloemen, in het helle zonnelicht, was het een onvergetelijke aanblik. Maar ook bij de wedstrijden zelve ging het oog dikwijls te gast. Bij de wedloopen dat zou je niet denken, als je die alleen moest beoordeelen naar de Van nabij genomen photo van de Duitsche juffrouw, die met verwrongen gezicht over de eindstreep liep, maar ik vermoed dat zelfs deze dame, van de tribune uit gezien, een minder onaesthetischen indruk heeft gemaakt bij de wedloopen dan was het een genot DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiën ?0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-Oiro G 1000. INHOUD: 1. Prof. Dr. O. W. Kernkamp, [De Olympische Spelen. 2. Ds. M. C. van Wijhe, Het leven van Jezus. 3. Aanteekeningen Joh. Braakensiek, Kroatcn en Serviërs. 4. H. G. Cannegieter, Achter den afsluitdijk. 5. C. van Wessem, De revellers met jeeken. door Karel van Seben. 6. H. v. d. V., Tooneel. 7. Dr. jac. P. Thijsse, In Limburg Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Elis. M. Rogge, Voor Vrouwen. 10. Dr. P. van Olst, Wetensch. Varia. 11. L. J. Jordaan, In de film-kraamkamer. 12. A. Plasschaert. H J. Haverman Spreekzaal, 13. Wybo Meyer, Adamson. 15. Jhr Mr. H. Smissaert, Econ. uitkijk Melis Stoke, Roover-rijm. 16. Vicente Ibanez, De laatste leeuw 17. A. F. J. Portielje, Ard's. 18. Charivarius, Geschiedenis des Vaderlands Melis Stoke, Na het feest. 19. Alida Zeven boom's Croquante croquetjes Jantjes Kladschrift. 20. Cel 2, Telefoontje Charivarius, Charivaria. S. Kalff, Amsterdatnsche straatnamen. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek, De Olymp. Spelen. beschaafde smaak Bonbons R/NGERS Let op den naam de slanke, voerende gestalten van de Finnen te zien, in zwevenden gang, zoo licht alsof het rennen hun geen moeite kostte. Bij het hoogspringen kon je de ranke lenigheid bewonderen, waarmee de athleten hun lichaam over de lat tilden. En niet minder mooi, voor velen het aller mooist, is de wedstrijd in het springen van de ruiters geweest: een schouwspel van edele gratie. Met de opvoering van het openluchtspel Ichnaton waren de Olympische Spelen ingewijd. Die opvoering heeft er inderdaad ook wijding aangegeven. Het scheen een ietwat hachelijke onderneming, dit spel te vertoonen voor een publiek, waarvan men niet kon verwachten dat het licht toegankelijk zou zijn voor de aandoening van schoonheid, die men hier wilde trachten te wekken. En de bezorgdheid steeg, toen een groot deel der toeschouwers, ongeduldig geworden door het lang uitblijven van hooge gasten, op wier komst men moest wachten voor het spel kon beginnen, zijn ongeduld luidruchtig begon te uiten. Was dat een stemming om Ichnaton aan te zien? Maar, zoodra de vertooning een aanvang kon nemen, was er zooals Top Naeff hier schreef onmiddellijk de geladen stilte, zoowel in de arena als op de tribune; de ontroering der stilte, niet tegenstaande het stadsgedruisch op korten af stand; de inkeer van duizenden". En zoo mocht het gebeuren, dat reeds bij de opening van de Olympische Spelen de geest triumfeerde. KERNKAMP

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl