Historisch Archief 1877-1940
No. 2672
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 AUGUSTUS 1928
Jacht uncl sport *)
DE phenomenale philosoof
AdamSOH publiceert thans bij het
Dr. Selle-Eysler Verlag Berlin
het derde deel zijner geïllustreerde
mémoires. Ware ten aanzien van een
onsterfelijk genie als hij is het begrip
..tijd" niet absurd, dan zou men
kunnen zeggen: Dit boek kumt juist
op tijd". Nu echter kan men het feit,
dat dit 3e deel, gewijd aan jacht en
.sport, verschijnt terwijl heel het
menschdom zich concentreert op do
Olympische spelen (én aan den
vóóravond van een nieuw jachtseizoen !)
.slechts toeschrijven aa.n (''én dier
wonderbare werkingen van den geest
die voor gewone hersenen een
raadsel zijn. Men verzekert dat
Alexander de Groot e (een onver
woestbaar optimist overigens) ns in
zijn leven een vh'.ag van wanhoop had
?en toen uit???iep: ..Wanneer ik niet
AlexE.nder de (i root e was. dan zou ik
.Ada.mson willen zijn !" Dit verhaal
behoort tot de weinige dingen die ik
onomstooteiijk geloof. Louter omdat
het zoo oer-logisch is. Want Alexander
was wel een m-ichtig heerscher en
hij behaalde vele overwinningen
maar vóór eiken veldslag zat hij toch
als een gewoon sterveling te piekeren
óf hij wel zou overwinnen. En zou hij
dus iemand als Adamsori niet be
nijdend
Want piekeren staat niet in
Adainson's woordenboek, /ijn onbegrensd
stoïcisme maakt hem volmaakt te
vreden. Wat hij onderneemt mis
lukt, maar dat wist hij van te voren.
Ergo: hij blijft er eeuwig kalm ondel1.
Uit 't veld geslagen is hij alleen dan.
wanneer hij geen pech heeft in
zoo'n geval onttrekt hij zich aan de
profane blikken van het vulgus, door
zich te hullen in de dichte rookwolken
van zijn onmetelijke sigaar. Xijn
sifgaar is hem alles ter wereld. Gelijk
Simson met zijn haren zijn lichaams
kracht verloor, zoo zal daarvan
ben ik zeker Adamson's sterfuut'
ADAMSON III
door Wybo Meyer
t laan op hetzelfde oogcnhlik dat hij
gén sigaar tot zijn beschikking heel't.
H ij na was het reeds zoo v er gekomen.
toen een snoode kwajongen met een
sneeuwbal hem de sigaar uit den mond
mikte. Toen ontstak de groot e man in
zoó'n toomelooze woede een beroerte
nabij scheen.
<)]) de jacht is vooral de raaf een
zeer begeerd stuk wild voor hem
allerhande middelen past hij toe om
dien vogel te vangen. Dell eersten
keer om 'n mooie trefkans te heb
ben bezigt hij ee:i douderbus. Wie
kir.i ook vernu>eden dat een poes x.icli
daarin te slapen h,ad gelegd, op het
oogenblik eruit springt en de ra a!'
verjaagt ! Ken andermaal is liet een
emmer waaronder hij t beest wil
vangen. .Maai' dit die een dergelijk
straat jongens-werktuig een
beleedigingachl voor ha,ar vogel-eer grijp!.
Adamson. krijschend van graniseh.ap,
bij zijn drie eenigste haren! Dan.
eindelijk zal hij zich vernederen om
een gewoon geweer te gebruiken, tot
driemaal toe ga;>t hij er opuit. de
eerste keer ontploft het instrument
de tweede keer schiet hij het boompje
waarin de raaf zit dwars doormidden.
maar de raaf blijft ongedeerd. Kn de
derde keer is deze vogel al zóó gewend
aan het geweer, dat zij. als Adamson
aanlegt, rustig op den loop gaat zitten!
Als een goed jagersman bezit hij
natuurlijk een hond en natuurlijk wil
hij die leeren. apporleeren. De eenigste
maal dat deze lessen wortel schieten
is in een nacht wanneer liet hondje
onder Xdamson's slaa.pkamerraam zit
te janken. De meester smijt hem zijn
schoen na.a.r den kop. Kn 't trouwe dier
rent er spoorslag achter aa.n en vrien
delijk kwispelstaartend komt hij. met
de schoen in z'n bek, voor 't raam
npzitten.
Op sportgebied munt hij vooral uit
in boksen, en. hierbij weet hij op geniale
wijze gebruik te maken van zijn kleine
gestalte. Juist op een moment n.l. dat
zijn partner minstens viermaal zoo
hoogalshij hemeen..swinging-blow"
wil toedienen, springt. Ada.mson hoog
van den grond o]), maakt een
,.suoekenschot" in de ruimte en plant met
vaart zijn omvangrijk hool'd in de
nii'i'gstreek van zijn vijand. Ken.
prestatie die den kampioeii-kopstooter
der Seiiegal-negers hem ni;-1 \erbeterd
/.(Hl hebhen.
*
L;1 at mij hiel mc>de volstaan. < i en i een
\ an het slag \an Adi'inson plegen uit
(e minitel) dom- hunne' bescheidenheid.
liet voegt darrom i>m ook in hel ver
melden van hunne gi-ootsche presta
llen bescheidenheid te betrachten.
Wie dieper wil trachten door te
dringen in Adamson s geniale persoon
lijkheid (en welk w;:;i.r.'!i'h1 ig intellec
tueel zon dit titel willen:') hij aarzele
niet. manr sclu'ffe zich onmiddellijk
het hier gesignaleerde standaardwerk
a.aii zijn cultureele gezindheid /.;tl
er wél bij veren !
*) .\iltnnnon. Ilt'i'l I. '//n' ../>/'
Croi'iii'". Mi i 1112."). lilrm. llt't'l 11. '//n'
..Dl' (,'i-ni'lK'", Mei lil^li.
~ -'
*lxx