De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 18 augustus pagina 7

18 augustus 1928 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2672 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 AUGUSTUS 1928 '7 Uit de Natuur: KRONIEK In het Geuldal door Dr. Jac. P. Thijsse HIER ziet men veel menschen loopen, jonge en oude, met bergstokken en rugzakken. Inderdaad is het hier een echte wandelstreek. Natuurlijk zijn fiets en auto hier ook heel nuttig, maar het landschap is zoo mooi en veelzijdig. dat het in een langzaam tempo moet worden ge nomen. Ieder oogenblik moet je even kunnen toeven om rond te zien in de wijde verte of om te speuren naar nabij moois. Dit was ook het land van onzen besten wandelaar, onzen besten natuur kenner Heimans, die vier jaren voor zijn dood zijn ,,IIit ons Krijtland" schreef, waarin hij u leert, hoe men door wa.t bekendheid met planten en dieren, steenen en geologische gesteldheid tot een nog hooger genot kan geraken in een streek, die reeds door zijn schilderachtigheid boeit. Dat boek handelt over de omgeving van Epen. het dorpje aan de Geul. dicht bij de Belgische grens, waar in een kort bestek allerlei geologische formaties te vinden zijn, van de jongste af tot het steenkolentijdperk toe. Sedert Heimans' werk is dit Epen een druk bezocht vacantie-oord geworden. Wij echter vestigden ons dit jaar in Gulpen. het mooie, rustige, zindelijke ruime dorp aan de samenvloeiing van Gulp en Geul. een waar para dijs voor wandelaars, naar alle kanten, 't Is een miniatuur bergdorpje in een miniatuur bergla.nd. De Raadhuisstraat helt steil naar de snelstroomende, meestal helden; Gulp en op de met varens begroeide brug probeert menigmaal een forcllerivisscher of hij beet kan krijgen. Beneden het dorp leidt een voetpad langs de beek naar de samenvloeiing met de Geul en hoogerop naar de uitmonding van d.e Eijserbeek. De oevers zijn begroeid met wilgen, esscheri, popu lieren en elzen. Boven het snel stroomende water zweven de donkergroene libellen en langs den oever trippelen de sierlijke groot e grijskwikstaartjes of met schel geschreeuw schiet een oeverlooper voorbij. Hier heb je ook kans op ijsvogels en zelfs op de waterspreeuw, die in ons land alleen aan de Gulp zijn nest heeft. De lust om hem te zien lokt ons stroomopwaarts en zoo ontdekken we langs deze beek tot Slenaken toe allerlei onverwacht mooie landschappen. Willen wc het in de hoogte zoeken, een kwar tiertje klimmen naar Noord of Oost of Xuid en West brengt ons in bosch of bouwland op allerbekoorlijkste punten. Wenschen we een kloeker wandeling, dan be staat daarvoor ook goede gelegenheid naar alle zijden. De Bondswandeling voor Limburg leidt. door Gulpen en is door uitmuntende kenners van de streek ontworpen. Wij houden er van om ook eigen wegen te zoeken en gebruiken als gids onze voortreffelijk ekaart van denTopografisclu-n dienst. de stafkaart" op de schaal l : 25(100. Deze kaarten zijn tegenwoordig gemakkelijk en goed koop te verkrijgen bij den Topografisclien Dienst in Den Haag. De bladen voor Zuid-Limburg zijn heel nieuw, van 1925. en uiterst getrouw en de hoogtelijnen maken dat men zich zelfs in ongebaande oorden nog gemakkelijk kan oriënteeren. Gisteren hebben we eens zoo'n groote wandeling gedaan en wel van Vaals langs de grens over Kottezen en Epen naai' Gulpen. Kerst natuurlijk met de autobus van Gulpen iu:,ar Ya.als en toeiv opgewandeld naar het voormalig vierlander punt. waar een lispelend jongetje je vertelt, wat aan deze grenspalen in den prooien oorlog is weder varen. Een duidelijk pad voert nu vlak langs de grens westwaarts. Voorbij grenspaal 2 wordt het smaller, maar onzekerheid bestaat er niet \va,nt het Koninkl.BoomkweekeriiJilhelmina," Charles van Oinneken & Zoon, Zundert, N.Br. Het van ouds gunstig bekende adres voor: Dennen, ter bebossching (uitsluitend Inheemschzaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, Boornen en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. Tel Interc. No. 1. Telegr.-Adr.: Wilhelmina,Zundert. leidt precies langs den rug van de steile hoogte. We hebben dari ook een heerlijk uitzicht naar beide kanten, rechts naar Nederland met het ge hucht Wolfshaag vlak onder ons en verderop bergen en bosschen en ook de puinhoopen en schoorsteerien van het mijndistricl. Naar links kijken we Belgiëen met Geinmenieh en Moresnet en zijn gioote nieuwe viaduct. Ardenne. Hohe Venn en zelfs de Kifel in de blauwe verte. Eigenlijk is het uitzicht hier mooier dan bij Vaal 1. Ook onze onmiddellijke omgeving vraagt hiel de aandacht. Het bosch vertoont ongewone kleurtjes. Daar staan veel struiken met dichte trossen van donkerroode bessen, heel anders dan de lijsterbes, die we zooeven zagen bij Taal 1. Hier hebben we nu een echte bewoner van het kalkgebergte: de Trosalier. Tussehen. de struiken bloeit ook nog het Vingerhoedskruid. de laatste bloempjes aan den top van manshooge stengels. die verder al bezet zijn met rijpende en rijpe vruchtdoozen. Bij het grensstation aa.n den grintweg Wolfs haag Gemmenich, vinden we vlak aan de grens weer een voetpad westwaarts dat bij paal t zich verwijdt tot een. b reeden weg. die, nu van de grens afwijkt en later weer verloopt, in een smal pad. Eerst hebben we nog flink geboomte. D. H., mooie gave witte Tijneri (Weymouth-den of l'inus Strobus), maar verderop krijgen we laag hout. eiken hakhout met berken en lijsterbessen en daartusschen een dichte groei van adelaarsva.rens, af gewisseld met smeele-gras, bramen, wilde rozen. kamperfoelie, hei en boschbessen. We zijn nu op een breeden bergrug, het uitzicht is vaak beperkt. het smalle pad gaat dikwijls schuil onder den dichten plantengroei en er is dus groote kans van dolen, temeer doordat soms meer van die paden elk ander kruisen en onze hoofdrichting wel eens ver sperd wordt door ondoordringbaar struweel. Doch onze goede kaart spreekt van een ..Kroddeleik" en als we na een klein uurtje wandelen en rondkijken een paar hooge boornen ontwaren en een eik met doode armen, dan koersen we daarop los en de zaak is in orde. 't Is een dikke, oude eik. nog goed in leven, maar met veel doode takken. Aan dei. stam is een kruisbeeldje bevestigd en daarboven staat in zeer ongekunsteld sch.ift te lezen: ..Belet vur de armen Seclen". Een bijzondei- indrukwek kende verschijning midden in het mijlemvijde woud. De kaart zegt ons dat we nu het best doen met een ravijntje te zoeken op Belgisch grondgebied en dan weer om te buigen naar Nederland omtrent grenspaal 7. Dat lukt opperbest. Het ravijntje is alles wat we van een mooie gleuf en het woud ver wachten, mogen en als we het Nederland.sch gebied bereiken, staan we al gauw voor de graan velden van Kottesen. Langs een hollen weg. die tegelijk een beek is, dalen we af naa,i (h; Geul. die we treffen. juist aan het begin van zijn meanderbaai] dooi- de groene vlakte. We houden hel pad langs den rechteroever, kruisen de Bellet-beek en staan dan. weldra in de Ileimans-grot. de beroemde plek. door hem in het Krijtland beschreven eu wa;'i- hij later nog een vondst heeft gedaan, die van groot belang is geworden voor de studie van het ('arboon in. Nederland. Geen wonder dat velen dit gebied tot Natuurmonument willen verheffen. Langs de. Geul hebben we nu ook al lang de Xinkviooltjes gevonden en de Zink-armeria en over Terziet heen kijken we naar het Onderste en Bovenste Bosch, die ook hun beroemdheid aan Heimans danken. Dan gaan we de Geul over en wandelen naar Kpen. waai- we even rustenen handdrukken wis selen met een troep N. .). .V.-ers op hun eerste excursie in dit gebied. Xu beklimmen we de heuvel van Kpcrheide eii Werken op het hoogste punt weer het \ergezicht uit, zonder in bijzonderheden te treden over de vraag of dit nu mooier is dan bij Taal 2 hoven Wolfshaag of dat bij Kijserherde. door I-YIix I!u11e)i geroemd. Langs een interessanter) hollen weg niet oe\ erzwaluwnesten en aardige boschwegeii. waar in het Ter Nagedachtenis DE Olympiade is mi ter rust gegaan en. men zal niet nalaten vooral van deze doode veel goeds te zeggen. Daarom kan haar gewis niet hinderen, indien wij achteraf ook een beetje kwaad spreken, al er-kennen wij haar groote verdiensten. Zij was innig naar- den smaak der menigte en zij bracht ons geld in het laadje. En bleek vaak mooi om te zien. Maai- werkelijk. . . . men kan een langen zomerruiddag in het stadion hebben doorgebracht en zich gelaafd, aan zon en wijde lucht, en hartelijk mee gedaan aan het opwindend spel van aanhitsen of dat andere, quasi-pleehtiger spel van opstaan bij 't vlag hijschen en het volkslied voor den edelen winnaar-, om nog eens extra geestdriftig en geroerd te worden vanwege Holland's triomf en het Wilhel mus, welks tweede couplet ons al in den keel blijft steken. . . . men kan. zeg ik, goedmoedig en argeloos nationaal en, sportief en vroolijk en geduldig ei) enthousiast zijn geweest met zijns gelijken, en toch, achterna, dit alles een ietwat malle en tevens niet ongevaarlijke vertooning achten. Een bekende Fransche journalist heeft al gewezen op het onge rijmde van dat plechtig vlaggehijschen en volkslied spelen. als gold het hier een zaak van gansch het volk, omdat Billy, Eritz en. Tatave snel hebben geloopen". Dat alles is overdreven, zegt hij. en bewijst, dat. . . . de int er-nationale sport wel verre van de verzoening der volken te begunstigen, een uiterst prikkelend chauvinisme ontwikkelt. Misschien is dit wat somber gezien, al kan men zeggen, dat het in elk geval niet verstandig is zoo vele sporten volksgewijs tegen elkaar en tegen elkaar op te zetten. Daar zullen vanzelf Olympische haat en nijd va.n komen. -Maai- ook zonder direct voor internationale conflicten te vreezen, is het toch duidelijk, dat hetgeen men op zoo'n gezelliger) middag in het stadion te zien en te hooren krijgt, behoort tot de lage en lagere instincten der menigte, die men niet zonder- bezwaar en gevaar kan ophemelen. Spelhartstocht en sensatiezucht, zekere belustheid op het mogelijk ongeval, en hoven dat alles uit een soort, patriottische hittigheid en voorkeur, die bij zonder veel op ijdelheid en meer uitgebreid egoisme. gaan gelijken.... ziedaar wat er r ra» r- voren komt hier. en trouwens overal waar een menigte bijeen is. Het gaat heusch niet aa.n al dit weinig verhevene te vieren als frisscheri sportlust. en edelen, vei-broederenden wedijver, met even edele liefde voor eigen land en volk als pendant. 'Terwijl het eerder zoo is. dat men allicht eenigeii speciaal afgerichte!), willekeurlingeii de natio nale kleuren omhangt, ten einde hen vervolgens te kunnen gebruiken a,ls objecten, waav blinde, chauvinistische voorkeur en afkeer zich op uit vieren. Kn dit alles nog wel zeer nadrukkelijk en met waarlijk antieke plechtigheid. F. C. voorjaar dalkr-uid ei) lelietje van dalen bloeien, bereiken we Landsraad en dan zijn we over K rapoel en de koning van Spanje al spoedig weer in Gulpen. Onderweg krijgen we telkens weer ge legenheid om halt' Xuid-Limburg te overzien en elkaar de bosschen te wijzen waar allerlei zeld zame planten groeien, op sommige plaatsen in grooten overvloed: ('hristoft'elkruid en Teperboompjes. I'aris of Kenbes en a.l de mooie orchi deeën met hun suggestieve namen: d.e Top. het Sold.a.atje. de Wesp. de Bij. d.e Mug. de Vlieg, de Hok. de Schroef en misschien, zelfs de Spin. De wetenschap dat al deze prachtige planten en nog meer hierte vinden '/.ijn. maakt voor ons een ver blijf in Xuid-Limburg dubbel gerioegelijk. Wij hebben een groot deel van de Sint Tietersberg verloren, maar o. er is nog zooveel moois over gebleven en als we dat nu maar behouden mogen. kunnen we tevreden zijn. N.V. J. S. MEUWSEN'S Grootste keuze. . . . STETSONS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl