De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 25 augustus pagina 18

25 augustus 1928 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

A Ij was ik toen nog maar een broekventje van. een kachel hoog, ik herinner mij nog goed den pater noster oude mensehkens uit de ge buurte, die in die dagen bij Groot moeder in de keuken hunnen f 'onzent hadden om er af en toe met haar een klapko te komen doen. Er waren daaronder van die stille bedeesde zielen met veel verdriet in d'oogen, die als kousvoet elings kwamen binnengesleft om bij haar wat te komen schreien en die de keuken innig droef maakten als een kapel in ?de Goede-Week. Kr waren er anderen, die er hun teveel aan levenslust kwamen uitlachen, zoodat Groot moeder, het tin en het koper, de glazen kast met heur oud porcelein en 't bebloemd horlogiegezicht al aan 't lachen gingen van als zij ze pas ?zagen en nog lang aan 't lachen bleven als de plezante vertelster al uren weg was. En dan waren er ook een paar ?onverbeterlijke zage-beurzen, kil en grijs als een winter-mist, voor wie niets deugde en die hij hun binnen treden Grootmoeder angstig deden zuchten: ,,God-beware, nu is mijnen dag naar de vaantjes !" al hing er daarbuiten, over den hof en de wei', ld. de schoonste zomersche dag, dien lueii zich droomen kon. Maar bovenal herinner ik mij dat ouwerwetsche vrouwke met pijpkesmuts, borstdoek en kapmaiitel aan, dat lederen Zaterdag, zoo in den valavond, als de lamp ontstoken werd en Grootmoeder doende wi'.s aan 't eten voor morgen, met heuren goeden glimlach en heur trekkende kabassen in het ronde keukeii-deurken verscheen. 't Menschke hield in het benepen ,,Trappeken-af" in een hoek van de Kluizeplein een snoepwinkelke. ze iantwerkte daarbij ook nog wat ?op 't ra.am om aan heuren boterham te komen. Ze leefde heelemaal op heur eentje, had familie noch ken nissen in de heele stad en tenzij de nderen die aan heur afgesleten toogsken hun snoepcenten gingen vertuikelen voor siroopstukken, spekken of paraplukens, ging er geen mensch uit ?de gebuurte binnen. Zij zelf liet zich ook bijkans nooit buiten zien, kwam met haar l or.luuiraarn nooit vóór d" ?deur zitten lijk a! de andere1 deden en nergens ging ze naar toe. Alleen 's morgens, heel in de vroegte, voor 't eerste miske. alsook 's avonds als het tampte voor 't lof zag men haar naar de K lui ekerk sleffeii. en dan i ok 's Zaterdags, als ('.e schemering ?de huizen en de menschen toe-blauwde, sleutelde ze heur bellend, met rnanriekensblaren, ganze- en zakspelen begordijnd deurke, ging bij heuren faceur heuren kant inleveren en trok <lan naar Treske Veremans op de Groote Markt om er heur kabas sen te laten vullen met snoepprovisie voor een versche week. Waarna ze onver anderlijk langs de Werf omliep en door 't achter .r" poortje, dat altijd open stond, bij mijn rootoud: rs binnen wandelde. .Meer zag of wist men niet van haai'. Vele jaren her, op een van die schooue. nachtelijke beevaerten naar Scherpenhenvel. die ze toch 7.00 geerne meemaakte en waarvan ze ons steeds zooveel wonderlijks te vertellen wist, had Grootmoeder heur leereii kermen en sintsdien was ze niet meer mee gegaan of ze was beuren reis kameraad geweest. Voor geeneen had ze zooveel over en was ze seffens 7,00 .vol blijde, milde zorg als voor haar. ..Daar hebben we Netteke !" lachte ze dan. verheugd en al vragend en vertellend, was ze in de weer met een. stoel aan. te schuiven en met uit den groot en soepketel, die voor den dag van morgen 7.00 aangenaam-riekend op de stoof te dampen en te broebelen stond, een groot e tas bouillon te scheppen, met veel frikadellen erin en waarbij dan nog twee groot e geboterde beschuit en toegeschoven wei den. ..Hier zie. da zal u wel smaken !" zei (i root moeder. 't Vrouwke weerde zich daar fel tegen, sprak van veel te veel ".oedheid en dat het heur zoo beschaamd maakte. En ais ik er dan nok toevallig was. moest ik bij baai' komen en kreeg ik uit haar kabassen mijn txve;: pollen, volgestopt met van alle soorten snoepgoed, waarmee ik dan winkelke ging spelen op de schabel bij de stool'. 't Gesprek ging bijkans altijd over kerkelijke dingen: over een schoon gezongen lot', over de een of andere congregatie of over levers een nieuw heiligenbeeld, doch 't meest nog wel over al de beewegeii, die men aan 't organiseeren was. Kn. voor 't laatste dan nam Grootmoeder de gazet die ze daar juist gebracht hadden, zette heuren bril op en las aan. Xetteki-. die niet lezen of schrijven kou en daa.r glimlachend op 't randje van beuren. stoel te luisteren zat, de rubriek: ..In Onze Kerken." voor, waarin ver meld werd, alles wat er die week in de verschillende parochiekerken te doen. zou zijn. Maar 't gebeurde ook menigen. keer dat Netteke niet zoo glimlachte, als ze binnenkwam, dat ze. naar 't mij leek rood-beweende oogen had en zoowaar vergat in heur kalabasseii te grijpen. Dan was Grootmoeder ook veel stiller, sprak minder over kerken en zoo meer. en na een poosje zei ze dan altijd tegen mij: ..Toe, manneke, ga nu braafkes in de kamer bij Grootevader spelen." 'k Dacht daar toenmaals niet over na en ging gedwee de keuken uit. Kn 't was eersl vet-], veel later 'k had. geloo!' ik. mijn eerste lange broek aJ a.a.n - da.t mij hierover een licht op ging toen ik toevallig bij kennissen iets hooide vertellen van Netteke beuren zoon. /e zegden dat liet een landlooper. wildst rooper en tuischer was. heel de streek door berucht, die God-weet hoeveel keeren al in den ba.k had ge/eten en zoo goed als alle winters dooi1 de gendarmen te Hoogstraten bij de vagebonden, op pension ge/et. \Vas het da.a.rvoor da.t het vrouwke zich verkluisde. beeweegde en niets anders meer kende dan kerk en dienst 'i 'k Waagde het eens el' Grootmoeder naar te vragen. Maar ze weerde mij. werd kregel zelfs. ..Niets dan leugens en kxva-tongei'ij !" antwoordde ze. ..Kn dat moogde gerust, met mijn complimenten, u'i'.an /.eggen waar daf' ge du' gehoord hebt. manneke !" Kn uoclit lian>, u;'t Grootmoeder ook had gezegd, 't was alles wel waar. /e had 'iel ma,ar al te iroed geweten, 't l.eek zelfs of ze iels yevoeld had \ an. wat op Uomste wa,s. toen ze op beur sterfbed Grootvader beloven, deed. het X'rouwke en ook dien jongen onder zijn hoede te nemen bij geval er iets gebeuren mocht. Want even na, heur uitvaart, op een la,teii winlerschen avond met veel wiml en ijzigen prikregen, kwam het nienschke. angstig en smal in heuren kapmaiitel. bij hem binnengeschokt. duwde beuren blauwen voorschoot vóór 't gezicht en begon snikkend en kreunend te vertellen dat ..hij" zoo juist meer dooil dan levend wa.s terug gekomen en bloed had gespuwd en Wilt ze nu toch beginnen moest. ...Maak u niet ongerust. Nefteke!" zei Groot\a<(cr zaehl. ..We zullen /. i e n !'' 11 ij trok terug zijn laai-sen aa.n, schoot in zijnen overja.s en gin".' met liet vrouwke mee dat aldoor weeneu bleef. Kn fi.ls bij na, een uur of zoo weer thuis kwam, lag de jonden heelemaal op zijn eentje in een afgelegen kamerke van het Gasthuis en geen mensch, die er iets van wis(. Zes volle weken bleef hij er. Al dien. tijd was het winkelke gesloten en 't vrouwke met de kap van heuren. mantel diep in 't gezicht, deed niets anders dan heeldere dagen van kerk tot kerk pelgrimeeren, tot zelfs naar die der dorpen in het omliggende. Wat de gebaren ook snoldcn en reusden, geen titske lekte ervan IIM.Ür buiten. Kindelijk kwam hij er gene/.eii uit. 'l Gebeurde op (-en a.vond na t. lof in de Gastlmiskapel. Netteke ha.a.lde hem af en hun eerste gang was naar (i root vader om hem te komen bedanken. 't Ging moeilijk voor 't vrouwke. d».t van de 'zorg en 'f verdriet maar 't vel over de beenderen niet. meer was en dat lachte en schreide tegelijk, eer Ze helll' wool'deke gezegd had. Kn ook de jongen. ? een kort. breed postuur met een plat. bimgmakend niongoleiigezicbt. waarvan de eene helft Schevn te lachen en <le andere nis vertrokken was in pijn. kreeg er slechts moeilijk en met vee! UVZUeht i,.(s Uit. Maar (iroot vader stehle brn seffens op hun gemak. ..Niks t,, danken. Netteke ! Niks Ie danken, .lef !. . . . 't Was gelen u'edaa.ll !" Zei bij en bij tieell hen bij de stool' komen zitten, haalde een t'lesrh wijn en sigaren en. be^'on. gemoedelijk m- t hen te spreken over 't weer. over zijn ziekte en 't Gasthuis en ten slotte o\ er wa.t hij nu Ie be ginnen da.cht. ..Zie." zei .lef. ..'k ken mijn einvn al te goed. Als ik iets v-ncl bij een. si reugen ba,as en waai- du. 'k niet te veel va.n de wereld zou zien en waai' da, k ook ni zou kunnen gaan loopen . . . .zoo iet s zon 'k moet en hebben . . . . Maa,r ja wa,ar vind ik dat '?.... Grootvader keek hem peinzend aan een wijlke. haalde zijn vingers eens door zijnen ba.a'd. ..Als 'l ni a.nders is dan uat .... sprak bij /oude dan ook willen gaan \aren. .lef?" ..Alles is goed...." antwoordde .lef moe en mat. ..Op een schip, ontler den grond of op een toren \ Is ik m:i,ar ni-meer kan ga,an loopen.. . - ? ..Op zee;-.... God-sfa-inij-hij !" kreunde Netteke en ze .sloeg Ver schrikt hem- handen voor t gezicht. Ma,a,r ze liet ze exen u'auxx' za,kken, probeerde zelfs te la,chen. en sprak l oestemmend : \ls 't ni anders kan.... '! Is toch nog beter dan Merxplas en Hoogstraten...." ..Van. eigens. Netteke...." zei Grootvader troostend. Kn. tot .lef: ..'t Komt in orde, jongen !" (?rootvader maakte er werk van. "s Anderendaags reeds trok hij naar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl