Historisch Archief 1877-1940
A Ij was ik toen nog maar een
broekventje van. een kachel hoog,
ik herinner mij nog goed den pater
noster oude mensehkens uit de ge
buurte, die in die dagen bij Groot
moeder in de keuken hunnen f 'onzent
hadden om er af en toe met haar een
klapko te komen doen.
Er waren daaronder van die stille
bedeesde zielen met veel verdriet in
d'oogen, die als kousvoet elings kwamen
binnengesleft om bij haar wat te
komen schreien en die de keuken
innig droef maakten als een kapel in
?de Goede-Week. Kr waren er anderen,
die er hun teveel aan levenslust
kwamen uitlachen, zoodat Groot
moeder, het tin en het koper, de glazen
kast met heur oud porcelein en 't
bebloemd horlogiegezicht al aan 't
lachen gingen van als zij ze pas
?zagen en nog lang aan 't lachen bleven
als de plezante vertelster al uren weg
was. En dan waren er ook een paar
?onverbeterlijke zage-beurzen, kil en
grijs als een winter-mist, voor wie
niets deugde en die hij hun binnen
treden Grootmoeder angstig deden
zuchten: ,,God-beware, nu is mijnen
dag naar de vaantjes !" al hing er
daarbuiten, over den hof en de wei', ld.
de schoonste zomersche dag, dien lueii
zich droomen kon.
Maar bovenal herinner ik mij dat
ouwerwetsche vrouwke met
pijpkesmuts, borstdoek en kapmaiitel aan,
dat lederen Zaterdag, zoo in den
valavond, als de lamp ontstoken
werd en Grootmoeder doende wi'.s aan
't eten voor morgen, met heuren
goeden glimlach en heur trekkende
kabassen in het ronde keukeii-deurken
verscheen.
't Menschke hield in het benepen
,,Trappeken-af" in een hoek van de
Kluizeplein een snoepwinkelke. ze
iantwerkte daarbij ook nog wat
?op 't ra.am om aan heuren boterham
te komen. Ze leefde heelemaal op
heur eentje, had familie noch ken
nissen in de heele stad en tenzij de
nderen die aan heur afgesleten
toogsken hun snoepcenten gingen
vertuikelen voor siroopstukken, spekken
of paraplukens, ging er geen mensch uit
?de gebuurte binnen. Zij zelf liet zich
ook bijkans nooit buiten zien, kwam
met haar l or.luuiraarn nooit vóór d"
?deur zitten lijk a! de andere1 deden
en nergens ging ze naar toe. Alleen
's morgens, heel in de vroegte, voor
't eerste miske. alsook 's avonds als
het tampte voor 't lof zag men haar
naar de K lui ekerk sleffeii. en dan
i ok 's Zaterdags, als ('.e schemering
?de huizen en de menschen toe-blauwde,
sleutelde ze heur bellend, met
rnanriekensblaren, ganze- en zakspelen
begordijnd deurke, ging bij heuren
faceur heuren kant inleveren en trok
<lan naar Treske Veremans op de
Groote Markt om er heur kabas
sen te laten vullen met
snoepprovisie voor een versche
week. Waarna ze onver
anderlijk langs de Werf
omliep en door 't achter .r"
poortje, dat altijd open
stond, bij mijn rootoud: rs
binnen wandelde.
.Meer zag of wist men niet van haai'.
Vele jaren her, op een van die
schooue. nachtelijke beevaerten naar
Scherpenhenvel. die ze toch 7.00
geerne meemaakte en waarvan ze ons
steeds zooveel wonderlijks te vertellen
wist, had Grootmoeder heur leereii
kermen en sintsdien was ze niet meer
mee gegaan of ze was beuren reis
kameraad geweest. Voor geeneen had
ze zooveel over en was ze seffens 7,00
.vol blijde, milde zorg als voor haar.
..Daar hebben we Netteke !" lachte
ze dan. verheugd en al vragend en
vertellend, was ze in de weer met een.
stoel aan. te schuiven en met uit den
groot en soepketel, die voor den dag
van morgen 7.00 aangenaam-riekend op
de stoof te dampen en te broebelen
stond, een groot e tas bouillon te
scheppen, met veel frikadellen erin
en waarbij dan nog twee groot e
geboterde beschuit en toegeschoven wei den.
..Hier zie. da zal u wel smaken !"
zei (i root moeder.
't Vrouwke weerde zich daar fel
tegen, sprak van veel te veel ".oedheid
en dat het heur zoo beschaamd
maakte. En ais ik er dan nok toevallig
was. moest ik bij baai' komen en
kreeg ik uit haar kabassen mijn txve;:
pollen, volgestopt met van alle soorten
snoepgoed, waarmee ik dan winkelke
ging spelen op de schabel bij de stool'.
't Gesprek ging bijkans altijd over
kerkelijke dingen: over een schoon
gezongen lot', over de een of andere
congregatie of over levers een nieuw
heiligenbeeld, doch 't meest nog wel
over al de beewegeii, die men aan 't
organiseeren was. Kn. voor 't laatste
dan nam Grootmoeder de gazet die
ze daar juist gebracht hadden, zette
heuren bril op en las aan. Xetteki-. die
niet lezen of schrijven kou en daa.r
glimlachend op 't randje van beuren.
stoel te luisteren zat, de rubriek:
..In Onze Kerken." voor, waarin ver
meld werd, alles wat er die week in
de verschillende parochiekerken te
doen. zou zijn.
Maar 't gebeurde ook menigen.
keer dat Netteke niet zoo glimlachte,
als ze binnenkwam, dat ze. naar 't
mij leek rood-beweende oogen had
en zoowaar vergat in heur kalabasseii
te grijpen. Dan was Grootmoeder
ook veel stiller, sprak minder over
kerken en zoo meer. en na een poosje
zei ze dan altijd tegen mij: ..Toe,
manneke, ga nu braafkes in de kamer
bij Grootevader spelen."
'k Dacht daar toenmaals niet over
na en ging gedwee de keuken uit.
Kn 't was eersl vet-], veel later
'k had. geloo!' ik. mijn eerste lange
broek aJ a.a.n - da.t mij hierover een
licht op ging toen ik toevallig bij
kennissen iets hooide vertellen van
Netteke beuren zoon. /e zegden dat
liet een landlooper. wildst rooper en
tuischer was. heel de streek door
berucht, die God-weet hoeveel keeren
al in den ba.k had ge/eten en zoo goed
als alle winters dooi1 de gendarmen
te Hoogstraten bij de vagebonden, op
pension ge/et.
\Vas het da.a.rvoor da.t het vrouwke
zich verkluisde. beeweegde en niets
anders meer kende dan kerk en dienst 'i
'k Waagde het eens el' Grootmoeder
naar te vragen. Maar ze weerde mij.
werd kregel zelfs.
..Niets dan leugens en
kxva-tongei'ij !" antwoordde ze. ..Kn dat moogde
gerust, met mijn complimenten, u'i'.an
/.eggen waar daf' ge du' gehoord
hebt. manneke !"
Kn uoclit lian>, u;'t Grootmoeder
ook had gezegd, 't was alles wel
waar. /e had 'iel ma,ar al te iroed
geweten, 't l.eek zelfs of ze iels
yevoeld had \ an. wat op Uomste wa,s.
toen ze op beur sterfbed Grootvader
beloven, deed. het X'rouwke en ook
dien jongen onder zijn hoede te nemen
bij geval er iets gebeuren mocht.
Want even na, heur uitvaart, op
een la,teii winlerschen avond met veel
wiml en ijzigen prikregen, kwam het
nienschke. angstig en smal in heuren
kapmaiitel. bij hem binnengeschokt.
duwde beuren blauwen voorschoot
vóór 't gezicht en begon snikkend en
kreunend te vertellen dat ..hij" zoo
juist meer dooil dan levend wa.s terug
gekomen en bloed had gespuwd en
Wilt ze nu toch beginnen moest.
...Maak u niet ongerust. Nefteke!"
zei Groot\a<(cr zaehl. ..We zullen
/. i e n !''
11 ij trok terug zijn laai-sen aa.n,
schoot in zijnen overja.s en gin".' met
liet vrouwke mee dat aldoor weeneu
bleef. Kn fi.ls bij na, een uur of zoo
weer thuis kwam, lag de jonden
heelemaal op zijn eentje in een afgelegen
kamerke van het Gasthuis en geen
mensch, die er iets van wis(.
Zes volle weken bleef hij er. Al
dien. tijd was het winkelke gesloten
en 't vrouwke met de kap van heuren.
mantel diep in 't gezicht, deed niets
anders dan heeldere dagen van kerk
tot kerk pelgrimeeren, tot zelfs naar
die der dorpen in het omliggende.
Wat de gebaren ook snoldcn en
reusden, geen titske lekte ervan IIM.Ür
buiten. Kindelijk kwam hij er gene/.eii
uit. 'l Gebeurde op (-en a.vond na t.
lof in de Gastlmiskapel. Netteke
ha.a.lde hem af en hun eerste gang was
naar (i root vader om hem te komen
bedanken.
't Ging moeilijk voor 't vrouwke.
d».t van de 'zorg en 'f verdriet maar 't
vel over de beenderen niet. meer was
en dat lachte en schreide tegelijk,
eer Ze helll' wool'deke gezegd had.
Kn ook de jongen. ? een kort.
breed postuur met een plat.
bimgmakend niongoleiigezicbt. waarvan
de eene helft Schevn te lachen en <le
andere nis vertrokken was in pijn.
kreeg er slechts moeilijk en met vee!
UVZUeht i,.(s Uit.
Maar (iroot vader stehle brn seffens
op hun gemak.
..Niks t,, danken. Netteke !
Niks Ie danken, .lef !. . . . 't Was
gelen u'edaa.ll !" Zei bij en bij tieell
hen bij de stool' komen zitten, haalde
een t'lesrh wijn en sigaren en. be^'on.
gemoedelijk m- t hen te spreken over
't weer. over zijn ziekte en 't Gasthuis
en ten slotte o\ er wa.t hij nu Ie be
ginnen da.cht.
..Zie." zei .lef. ..'k ken mijn einvn
al te goed. Als ik iets v-ncl bij een.
si reugen ba,as en waai- du. 'k niet te
veel va.n de wereld zou zien en waai'
da, k ook ni zou kunnen gaan loopen
. . . .zoo iet s zon 'k moet en hebben . . . .
Maa,r ja wa,ar vind ik dat '?....
Grootvader keek hem peinzend
aan een wijlke. haalde zijn vingers
eens door zijnen ba.a'd.
..Als 'l ni a.nders is dan uat ....
sprak bij /oude dan ook willen
gaan \aren. .lef?"
..Alles is goed...." antwoordde
.lef moe en mat. ..Op een schip, ontler
den grond of op een toren \ Is ik
m:i,ar ni-meer kan ga,an loopen.. . - ?
..Op zee;-.... God-sfa-inij-hij !"
kreunde Netteke en ze .sloeg Ver
schrikt hem- handen voor t gezicht.
Ma,a,r ze liet ze exen u'auxx' za,kken,
probeerde zelfs te la,chen. en sprak
l oestemmend : \ls 't ni anders
kan.... '! Is toch nog beter dan
Merxplas en Hoogstraten...."
..Van. eigens. Netteke...." zei
Grootvader troostend. Kn. tot .lef:
..'t Komt in orde, jongen !"
(?rootvader maakte er werk van.
"s Anderendaags reeds trok hij naar