De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1928 25 augustus pagina 2

25 augustus 1928 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 AUGUSTUS 1928 No. 2675 Bindend advies door Mr. H. G. Koster IN de rechtswetenschap heerscht nu en dan mode. Wij bedoelen met die uitspraak niets oneerbiedigs. Immers in elke wetenschap doet de invloed van mode zich gelden. Ook de medische wetenschap heeft haar mode-behandelingen en mode-medicamenten. Booze tongen beweren zelfs, dat er mode-ziekten bestaan. Welnu, in de rechts wetenschap is het niet anders. Eigenlijk is hetgeen wij hier mode noemen slechts het rhytme van het Leven. Nu eens trilt dit rhytme snel, vormen schep pend, die dra weer verdwijnen; dan weer vertraagt het zich, vormen voortbrengend, welke de eeuwen trotseeren. Eigendom is zulk een denkvorm, die zich door alle tijden heen heeft weten te handhaven. Evenzoo de begrippen koop, huur, pand, erfpacht e.d. Toch beginnen in onzen tijd al deze overgele verde rechtsbegrippen te vervagen en te vervloeien. Ook zijn naast de traditioneele begrippen, vele nieuwe ontwikkeld en reeds stabiel geworden, bij voorbeeld octrooi, arbeidscontract, trustee. Wan neer nu echter zulke nieuwe denkvormen geen duur zaamheid bezitten, dan mogen wij spreken van mode-verschijnselen. Gaarne geven wij toe, dat niet met volkomen zekerheid vooruit gezegd kan worden of zulk een denkvorm werkelijk een blijvende aan winst voor onze juridische gedachtenwereld zal zijn, of wel slechts. . . . mode. Waanneer wij dan ook het verschijnsel, dat wij in dit beknopte artikel zullen bespreken een modeverschijnsel noemen, zoo is dit niet ons absoluut en definitief, doch veel eer ons voorloopig en intuïtief oordeel. Onze bespreking geldt het Bindend Advies, in de afkortings-kabbalistiek onzes tijds veelal aangeduid als B.A. Men kan tegenwoordig geen rechtsgeleerd blad opnemen of men leest iets over B.A. Wat is B.A. ? Bindend Advies is een afspraak tusschen twee partijen, krachtens welke zekere twistpunten, die tusschen deze partijen mochten rijzen, naar het oordeel van n van beide zullen worden beslist. Men verwarre dit niet met de zoogenaamde Arbi trage of Scheidsliedenrechtspraak: het opdragen (door twee partijen) van een geschil aan gekozen of nog te kiezen scheidslieden (arbiters). Ook de arbitrage heeft ten doel geschillen af te doen buiten den rechter om. Men weet: de rechtspraak is kost baar, de duur der processen vaak buitengewoon lang. Vandaar, dat in tal van kringen (handel, scheepvaart, nijverheid) vaste scheidsgerecbten bestaan, die als goede mannen naar billijkheid" alle mogelijke kwesties oplossen: snel en goedkoop. De wetgever heeft dien weg zelf aangewezen. De Scheidsliedenrechtspraak is in het wetboek van burgerlijke rechtvordoring uitvoerig geregeld. Met het B.A. ptaat het geheel anders. Dat is nergens geregeld. Het is maar zoo opgedoken uit het rechtsleven. Als Pallas uit het hoofd van Zeus, is B.A. uit het hoofd van Themis geharnast en al te voor schijn getreden. Reeds dadelijk treft n belangrijk verschil met de scheidslieden-rechtspraak. Daar wordt de beslissing gegeven door onpartijdige der den. Bij B.A. echter is de beslissing aan n der partijen overgelaten. Die partij is dus als het ware rechter in eigen zaak. Waarop baseert de rechtspraak de geldig heid van dit B.A.? Op artikel 1374 B.W. eerste lid, hetwelk aldus luidt: alle wettig gemaakte overeenkomsten strekken degenen, die dezelve hebben aangegaan tot icet. Nu is de afspraak van B.A. een overeenkomst en partijen zijn daaraan gebon den, als aan ieder ander contract. Dankbaar wordt allerwege van het B.A. gebruik gemaakt. Men vindt het in alle soorten van contracten, vooral echter in de bestekbepalingen van aanbesteders, in polissen van verzekeringmaatschappijen en in statuten van vereenigingen. De leek, die voor het eerst van B.A. hoort, schudt doorgaans het hoofd over deze vinding der lieercn juristen en vraagt: maar hoe is onpartijdigheid van oordeel te verwachten bij personen, die zelf partij Nederlandsche Munt Hollaad'i beate 10 cenU sigaar zijn in het geschil, dat zij moeten beslissen? Zal niet de directie eener verzekeringmaatschappij, die met uitsluiting van den rechter zelf zal mogen beslissen of de geassureerden wel een uitkeering kunnen krijgen, altijd naar zich toerekenen? Zal niet een aanbesteder, die bedongen heeft, dat hij alleen bij B.A. zal mogen beslissen of de geleverde bouw materialen deugdelijk zijn, in de verleiding verkeeren, datgene te beslissen wat in zijn kraam te pas komt? Zal ook niet een vereenigingsbestuur, dat krachtens de statuten bindend mag beslissen over toelating of royement van leden, tot schrome lijk machtsmisbruik vervallen? Natuurlijk moet het antwoord bevestigend luiden. En daardoor ziet men dan ook, dat ondanks B.A. de gedupeerde par tij toch naar den rechter loopt. Nu rijst natuurlijk de vraag: kan men zich ondanks zoo'n afspraak tot den rechter wenden? Heeft niet de tegenpartij, wijzend op de afspraak, dat haar Advies bindend zou zijn, het recht te zeggen: halt, die weg is voor u gesloten" ! Deze vraag hebben onze rechterlijke colleges (ook de Hooge Raad) in de, laatste jaren herhaaldelijk te beantwoorden gehad. Laat ons een paar gevallen eens wat nader bekijken. Een man en een vrouw waren gescheiden. Het aan de vrouw toekomend levensonderhoud was bij con tract geregeld. Daarin was echter de navolgende clausule opgenomen: ,, de man zal bevoegd zijn het levensonderhoud der vrouw in te trekken, als de leefwijze der vrouw naar zijn oordeel onzedelijk worden mocht". Na eenigen tijd weigert de man verder levensonderhoud te verstrekken, omdat hij inderdaad het gedrag der vrouw onzedelijk acht. Van onzedelijkheid bleek echter niets: alleen was de vrouw bij haar moeder gaan wonen; zelfs de strengste censor morum kon daartegen geen be zwaar hebben. De vrouw wendt zich nu tot do rechtbank. Maar zij' krijgt van haar voormaligeii echtgenoot te hooren: ,.gij kunt u niet tot den rechter wenden; want wij hebben samen immers gecontracteerd, dat 'i/.' zou uitmaken wat zedelijk of onzedelijk was". De rechtbank gaf den man gelijk, niet alzoo het gerechtshof, waarbij de vrouw in appèl kwam. Ook de Hooge Raad was op de hand der vrouw. De Hooge Raad. was van oordeel, dat de man de overeenkomst niet te goeder iroinv luid. ten uitroer f/eleyd. En tenuitvoerlegging te goeder trouw wordt door art. 137-1 B.W. derde lid uitdrukkelijk geeischt. \Vel is waar had de man zijn zonderlinge uitspraak over de zedelijkheid niet gegeven enkel om van zijn onderhoudsverplichting bevrijd te worden. Althans dat bleek niet. Dat zou nog erger geweest zijn. Do Iloogo Raad zou dat subjectieve! kwade trouw" genoemd hebben. Nu heeft de man slechts een uitspraak gegeven, die objectief te kwader trouw" was. Daaronder ver staat de Hooge Raad een kennelijke onjuiste uit spraak: een uitspraak, die zóó zot is, det de on gerijmdheid voor ieder duidelijk blijkt. De Hooge Raad geeft aan het begrip kwade trouw" twee beteekenissen: Ie subjectieve kwade trouw d.i. immoreel o gezindheid; 2o objectieve kwade trouw d.i. aperte onjuistheid. De vrouw was dus aan de uitspraak des mans betreffende- haar zedelijkheid in dit geval niet gebonden. Een ander geval. Een kantoorjuffrouw was verze kerd tegen ziekte. In de polis der maatschappij stond: de verzekerde heeft recht op uitkeering bij acute, niet bij chronische ongesteldheid. Watechter chronisch of acuut was, zou met uitsluiting van den rechter bij wijze van B.A. worden vastgesteld door de Commissarissen der maatschappij. De juffrouw wordt ziek en acht haar kwaal van acuten aard. Commissarissen houden stokstijf vol: ,,u is chro nisch ziek en daarmee uit, want u hebt u blijkens de polis neergelegd bij ons Bindend Advies" ! De juffrouw gaat toch procedeeren. En zij krijgt gelijk. WTant wat blijkt nu? De Commissarissen hadden hun oordeel over het chronisch karakter der ziekte uitgebracht. . . . zonder dat eenig medisch onder zoek had plaats gehad. Ook dit advies" achtte de Hooge Raad niet bindend, daar het kennelijk onjuist d.i. objectief te kwader trouw" gegeven was. Inderdaad, hoe kon een troep je hoeren zonder eenige deskundige voorlichting een juist oordeel hebben over don gezondheidstoestand eener dame, die zij nooit hadden gezien? Waarlijk, het was een hoffelijkheid van den Hoogen Raad, dat hij die De Algemeene Vergadering van den Volkenbond (Vervolg van naij. 1) gaf: nu is de tijd rijp voor ontwapening. Het was de Assemblee, waar onze minister van Buiteiilandsche Zaken, toen de ontwapening op het doode punt scheen te zijn gekomen, het initiatief nam om het vraagstuk toch weer aan te vatten. Het zal de Assemblee zijn, die de noodzakelijkheid uitspreekt. die het met nadruk en met geestdrift zal doen, om te zorgen dat het Kellogg-pakt niet een luchtverheveling blijft, maar in de klausules van een ont wapeningsverdrag wordt gematerialiseerd. De Locarno-verdrageii zijn niet geboren in de Assemblee; het Kellogg-pakt evenmin. Maar al speelt een deel van de wereldgeschiedenis zich af buiten Gerieve, de plaats der handeling wordt ten slot te toch weer naar Gelieve verlegd. Als Europa zich gereed maakt voor het nemen van beslissingen die de wereld brengen uit den ouden naar den nieuwen tijd, uit het verleden naar de toekomst. dan kunnen zelfs de Vereenigde Staten en Rusland niet weg blijven. Tot nog toe hebben de volken, heeft de groote massa, Genève laten betijen, klaar met haar kritiek. als di; Raad of de Assemblee geen getuigenis gal' van den eeredienst van het ideaal, of dit getuigenis niet deed volgen door daden, die de fantasie ver meien. Heel Europa verheugt zich in politieke mondig-verklaring. Maar politiek denken en inter nationaal handelen blijft nog altijd het: monopolie van een beperkten kring. Dit is die grond-oorzaak van alle zwakheden, die wij, tot onze eigen be schaming, moeten konstateeren bij den Volken bond. Want de Volkenbond, dat zijn onze regeeringeii. dat zijn wij. En feitelijk hopen wij. bij elke bijeenkomst van de Assemblee, dat de gedelegeer den die daai' spreken in on/.en naam. ons. die moe en traag zijn. zullen voortdrijven op den weg naar de toekomst, naar de organisatie van de vreedzame samenleving der volken. Eerst als niet de regeerin gen maar de volken zelf de gedragslijn van d e Assem blee bepalen, zullen wij mogen spreken van een demokratisch Kuropa. Kil ook dan eerst is. althans in ons werelddeel, de vrede verzekerd. MUZIEKHANDEL C PIA N O 'S VLEUGELS A' 1835 D H DAHD n Tel. 443 AchterSt.Pieter4 n« K/illK UTRECHT heeren niet van ..subjectieve kwa.de trouw" d.i. immoivele gezindheid betichtte '. Ieder zal toegeven, dat- de/e rechtspraak in be ginsel goed en billijk is. En toch bevat zij iets. dat wijsgeerig en taalkundig te verwerpen, valt. De Hooge Raad spreek t van ..objectieve kwade t louw" als bedoeld wordt aperte, kant-noch-wal-rakende onzin. Maar is dit (onder alle waardeering voor het verkregen billijke resultaat) niet taal- en begrips verkrachting? Kwade trouw is iets psychisch, jets. dat onmiddellijk het subject raakt en dei-halve altijd bij uitstek subjectief is. Wie gewoon is ..sub jectief te kwader trouw" te handelen noemen wij in rond-Hollandsch een schurk. \Vie gewoon i..,objectief te kwader trouw" te handelen noemen wij een domkop. Maar mag men nu sclmrkerij en domheid dekken, met nzelfde woord-symbool? Dat is niet vol te houden, al kunnen ook wellicht enkele geschiedkundige argumenten vóór die meening worden aangevoerd. Zulk een si.gnil'isch misbruik zal zich wreken, vroeg of laat. 1) Jlcide hicrbedoelde (ti'ïexlen, i'<tn dat JIu<x/cir Raad zijn te vinden resp. in de \c</. Jurispr. l 92 I p. 377 en 1027 p. 1203. De theoretische uilcenzeüiinj omtrent sidjj. en obj. kirinlc trouic ijuj de HOOIJC Ruud in zijn firr. van 9 Febr. 1923 11". r. h. Recht 11030. Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER 6 Co. *. ~ ~ DEN HAAG «* »* *? AMSTERDAM - ARNHEM Bewaarplaatsen voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl