Historisch Archief 1877-1940
No. 2673
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 AUGUSTUS 1928
KRONIEK
De Veenpïas Schuur en Berg in het Lheeërzand bij Dwingeloo
Naar Drenthe
door Dr. Jac. P. Thijsse
VOOR mij ligt een. klein, groen boekje, een
uitgave van Van Gorcum en ('o. te Assen. U et
heet Naar Drenthe. Xeerlands Pompeji.
toeristenland, vacantie-oord bij uitstek." 't Is een aardig,
handig, goed geïllustreerd boekje, waarin ge in
alphabetische volgorde de Di'entsche gemeenten
vindt genoemd ni'3t de opsomming der verschillende
bezienswaardigheden. De uitgevers hebben de
goede gedachte gehad, om een aantal kenners en
minnaars van Drenthe te vragen oru een kleine
bijdrage en zoo vinden wij er dr^i korte, lezens
waardige stukjes in van Mr. J. T. Linthorst I lonian.
Josef Cohen. Dr. A. K. van Giffen. 11 arm Srneenge,
Harm Tiesing Sr.. Dr. J. II. Tuntlcr en Prof. Dr.
A. van Veldhuizen. Ik zou ze wel allemaal willen
overschrijven, maar moet mij beperken tol wat de
Commissaris der Koningin, in de provincie Drent IL»
schrijft: ..Drenthe maakt een duisteren tijd door;
het bevindt zich als gevolg der omstandigheden,
die leiden tot lage inkomsten en hooge noodza
kelijke uitgaven, in een noodlottigen cirkel. Deze
cirkel zal verbroken worden en da-.\ 7.al dit (H-west
zijn weg naar het licht vervolgen. ()/> dien iretj zul
veel natuursehoon. helaas moeten renitrijneit: u-ie
het oude ongerepte Drenthe nnij icil zien./Humt? zich.
Het teijziyt zich mei den daij; and en f/rondii/."
Dit is niet bijzonder aanmoedigend voor ile
bevordering van het toeristenwezen. Laat ons
echter hopen, dat niet <il het natuursehoon za,l
verdwijnen en dat o;>k bijtijds de aloude Drentsehe
dorpsarchitectuur voor ondergang behoed wordt.
De hunebedden van Neerland's 'Pompeji zijn. al
meerendeels Staatseigendom en de Staat begint nu
ook al te gevoelen, dat /.ij die van een waardige
omgeving moet voorzien. Maar wat kunnen we
doen voor het Drentsche natuursehoon of liever de
oorspronkelijke Drentsche natuur van. heiden en
venen.de aloude eiken-strubben. de oorspronkelijke
wouden van Jeneverbes V Die verdwijnen inderdaad
snel en grondig" en wat er voor in de plaats komt
bevredigt noch onzen schoonheidszin. noch onze
dorst naar kennis.
Een jaar geleden heb ik hel al eens over deze
dingen gehad eritoende verwachting uitgesproken,
dat wij aan de Drentsche natuur nog zooveel
zouden kunnen redden, dat Drenthe niet zijn
bosschen en heiden, v een plassen en met .Junipems
begroeide zandverstuivingeii en zijn prachtige oude
dorpen voor goed en altijd een hart verheffend
vacantieoord zou kunnen worden, /elfs heb ik (oen
Assen. Dwingeloo. Kmmeri naast Kolde en Diever
een schooiie toekomst in dit opzicht toegedicht.
Wel, onlangs heb ik Dwingeloo's omgeving weer
eens bezocht. \Ve reden langs (ie Oldeiigaerde over
Huineri naar Ivralo en eerlijk gezegd, behalve dan
die Olde:>gcterdc, hel was niet veel zaaks, allemaal
gewone baksteenen, pivnnemlaksclv,' huisjes en vlak
grasland met hier en daar een haag of wat aardige
?.vegboomen. het oude o;itghnnngslandschap. Maar
in K raio wordt het anders. Hier liggen de boer
derijen ondc.r wijd uit elkaar geplante oude eiken..
Langs den noordkant van het dor]) ligt een lage.
beboschte heuvelrug en als we die oversteken ligl
het oude Drenthe voor ons. Hel h ai l zich. al-, op zoo
menig andere plaats, verscholen achter de ont
ginningen langs den hoofdweg. Ken deel va.n de
helling is bezet m<'l prachtige jene\ erbessen. in
allerlei grillige en. monumentale vormen, een
indrukwekkend verschil met een pa:ir rijen joimc
grove dennen, die men op een ander stuk van de
helling geplaatst heef!. Klders groeit wild slruweel
van brem en rozen, berken en bramen en kamper
foelie en daar liggen twee dikke adders zich te
/.oiiTXen. Als we naderen schuifelen 7.e weg tusschen
de struiken. Xu ligt voor ons de groot e heide \;in
K raio en Dwingeloo met heel in de verte de bos
schen en zanden van Lhee. Kn over,;! in die heide
glinsteren en groenen de veetiplassen. kleine en
groote en met allerlei begroeiing, haast elk niet een
eigen wereld van kleine dieren en planten. \Vij
wandelen van plas tot plas en bespieden ze uit de
verte, om te zien welke vogels nu hun oevers be
zoeken: wulpen en tureluurs, kievitten, sternt je s.
meeuwen groenpootrniters, oe\'erloopers. witga.t je--.
plevieren. In een dergelijke plassenheide. niet ver
van hier. nestelen, nog ieder jaar de goudplevieren.
wellicht de eenige in Nederla,:id. nu de broedplaats
in de l'eel in de ontginningen is opgenomen. De
Arnica is haast uitgebloeid, maar heide staat in
vollen bloei en ook de blauwe klokjesgent ismen.
Ook kijken, we uit naar Scheuchzeria. een \>l;int.
zoo zeldzaam dat ze niet eens een l lollandschen
naam heeft en die ook weldra uit ons land zal zijn
wég-ontgonnen ofschoon we haar levensgeschie
denis nog niet kennen, /oo /a! het gaan niet de
meeste organismen, die thans die veenplasseii be
wonen en die daar leven onder zeer bijzondc'-e
omstandigheden op den karigeii grond en in liet
water, afkomstig va.n regen en dauw. Ken klein
bijmengsel van een of ander zout of meststof en ze
gaa.n te gronde, ieere wezens, die juist dool' bun
groote gevoeligheid ons de gelegenheid verschaffen
iets dieper door te di'inu'en in tic geheimenissen
van hel leven. Wanneer dit heide-landschap zich
Reizen
l?1 H zijn lieden, hinderlijk aangedaan met een
-1-J geest 'Van contradictie, die van het reizen veel
kwaad spreken. Wat doet gij uzelven een moeite
aan. 7,00 honen zij, waar ge, het zoo rustig en
gemakkelijk kondt hebben door in uw vacantie
eenvoudig thuis in uw comfortabele huis te blijven.
Nu dwaalt gij om in dure of slechte hotels, tusschen
hebzuchtige mensehen, om dingen te zien, die u
eigenlijk niet interesseeren en te doen, wat gij thuis
niet in uw hoofd zoudt krijgen. En dat alles kost
dan veel geld en vermoeit u en brengt u van de
wijs, de gewone, zoo vertrouwde levenswijs, zoodat
gij akelig verward onvredig terugkeert, onbekwaam
in. den eersten tijd, om weer den rechten gang in
uw dagelijksch bestaan te vinden. Dit en niet
anders doet gij u aan. Waarvoor, waarom:1 Omdat
elkeen het doet, elkeen, die wil mee-doen.; omdat
uw vrouw en kinders er om zeuren; omdat het nu
eenmaal gewoonte is; omdat gij malle romaneske
illusies hebt: omdat gij of uw vrouw of uw kinders
zich door reizen ontwikkelen" moeten. Terwijl
het zooveel verstandiger is ingewikkeld" te blij ven.
Knzoovoort. ^^
/oo spreken deze hatelijke lieden en zij hebben
natuurlijk gelijk, als iedereen altijd gelijk heeft,
dewijl elke gemeende en waarachtige meening
evenveel waard is als elke andere. Behalve in
onbelangrijke kleinigheden, die men uitrekenen of
opmeten kan.
Laat ons daarom met precies hetzelfde recht
beweren en ons eigen gevoel alleen zal de zaak
beslissen -- - dat reizen een zegen en een behoefte is,
zoo noodig als brood. Want het gaat om vernieu
wing of verfrissching van onze persoonlijkheid,
die de gewone, alledaagsche omgeving ganschelijk
heeft ingesloopt en die nu al te zeer gezonde wrijving
mist. Onze kamers, onze stad, ons land desnoods,
wij zien het niet meer, wij weten het o ! al te zeer.
liet is in ons. niet meer buiten, ons en doet dus
feitelijk geen dienst meer als heilzame afwisseling
en afleiding. Kr moeten nieuwe gewaarwordingen,
nieuw gevoel komen, en dat is wat wij naar buiten
/.«eken en waar wij wijselijk gemak en rust en
kalmte voor over hebben. Wij moeten uit ons
..gewone doen" komen in het ongewone, en zooveel
mogelijk het andere vergeten. Want dat zijn heusch
niet alleen de zorgen, de zaken, de verdrietelijk
heden en tegenhedcn, ?- al die dingen waar Hamlet
in zijn monoloog van. spreekt. die verandering
van plaats en doening noodig maken, maar het
leven, het leven zonder meer. dat droog en duf
wordt op den duur en tot op den draad versleten.
Daarom moeten wij ons een nieuw leven aanmeten,
tenminste voor een poos. en liefst een. dat zoo
weinig mogelijk lijkt op hel oude.
l lei is een groot bezwaar van de huidige wereld,
dat juist alle leven overal zoo op elkaar gaal ge
lijken e'i wij ha.ast geen. bezwaren en gevaren meer
tegenkomen. Ken spoorwegongeluk, waarbij wij
omkomen, is natuurlijk weer te kras.
K r.
met den dag ..snel en grondig" gewijzigd zal
hebben, is die gelegenheid voor studie onherroe
pelijk verloren. We moeten die plassen zien te
behouden en wel goed beveiligd dooi- een bmide
heide- en bosclistrook er om heen tegen infiltratie
\an water uit weiden of akkers. Hegreep men toch
maar beier, dat ..nat uurselioon" in den regel van
grooi. zeer groot behing is voor de wetenschap.
Wat wij van die plassen kunnen leeren is waar
schijnlijk meer waard, ook in rijksdaalders, dan het
beste bouwland, dat men ten koste van grooteoffers
er ooit van zon kunnen maken.
Wanneer we voort wandelen naar het noorden,
dan belanden we eindelijk in de
Staatsbebosschingeii. waar enkele van die plassen gespaard zijn
gebleven, maai- helaas nog lang niet alle typen en
we kunnen er geen een missen.
Intusselien zijn we voor het behoud van <)e
plas Schuur en Herg ;i,l heel dankbaar, liet komt
er nu maai op aan haar rein te bewaren, ge v ri i waard
legen zwemmers en kampeerders. Ik vind zwemmen
uitmuntend en kampeeren ook. maar Schuur <>n
lierg zou dat niet kunnen verdragen. Wanneer liet
gebied va:i Dwingeloo ooit een vacantie- 'd word!,
dan moeten we den beften kenner van de Drenls.-he
veenplasseii vragen, om eenige ervan aan teu ijzen
Voor 7.\\emgelegellbeid el) dan ook tegelijkertijd
geschikte küinpecrplaatsen uit te zoeken. Da.-tr
mocht lieiisch wel wat meer znrg ;;:i:i l,,-Hl<>eiJ
""orden in he<.) ons land.